Filter
  • Datum
  • Dossier
  • Instantie
zoeken

Dossiers

 
 
19.983 artikelen gevonden
IEF 8979

De werkgroep staat voor een cruciale fase

Kamerstuk 29515 nr. 322,  Kabinetsplan aanpak administratieve lasten; Brief regering; Voortgang werkgroep verbetering incasso auteursrechten.

"Hierbij bieden wij u ter informatie de voortgangsrapportage aan van de werkgroep Verbetering Incasso Auteursrechten. De voortgangsrapportage geeft de stand van zaken weer bij de uitvoering van het gezamenlijke actieplan van bedrijfsleven en auteursrechtorganisaties om de incasso van auteursrechten en naburige rechten te verbeteren en te vereenvoudigen.

De werkgroep staat voor een cruciale fase om binnen het gegeven tijdspad de afgesproken resultaten daadwerkelijk te behalen en de regeldruk merkbaar te verminderen.

Wij delen de opvatting van de heer Pastors dat de werkgroep de voor eind 2010 gestelde doelstellingen kan behalen – en daarmee de regeldruk merkbaar kan verminderen - mits VOICE, VNO-NCW en MKB Nederland zich ervan doordringen dat er in de komende maanden flinke vooruitgang moet worden geboekt."

Lees de brief hier en de rapportage hier.

IEF 8978

De wijze waarop het haar is geschikt

Rechtbank Haarlem, sector kanton, 7 juli 2010, LJN: BN0985, [Eiser] h.o.d.n. Fotografie [xxx] tegen Ringfoto Nederland B.V.

Kantonzaak. Auteursrecht op (niet officiële) 'pasfoto'. Eiser vordert vergoeding van schade die hij heeft geleden doordat gedaagde zonder zijn toestemming een door eiser gemaakt portret van de website van eiser heeft gekopieerd en openbaar heeft gemaakt op haar eigen website. Gedaagde voert aan dat de foto niet meer is dan een pasfoto, die niet voor bescherming op grond van de Auteurswet in aanmerking komt.

De kantonrechter is van oordeel dat de door eiser gemaakte foto kan worden aangemerkt als een auteursrechtelijk beschermd werk in de zin van de Auteurswet. De vordering wordt (gedeeltelijk) toegewezen. Bij de begroting van de schade gaat de kantonrechter uit van de licentievergoeding die eiser zou hebben bedongen bij voorafgaande toestemming. Voorts wordt rekening gehouden met de beperkte periode dat de foto op de website van gedaagde heeft gestaan (€1500,00).

1. (…) Uit de vergelijking van de gewone pasfoto van [YYY] met de foto waarop het onderhavige geschil betrekking heeft, blijkt naar het oordeel van de kantonrechter in voldoende mate van persoonlijke, creatieve keuzes die [eiser] heeft gemaakt teneinde het verschil met de gewone pasfoto tot uitdrukking te brengen. Het mag dan zo zijn, dat de beide foto’s niet (zichtbaar) verschillen in achtergrond en kleding van [YYY], de overige aspecten, zoals de uitsnede van de foto, de pose van [YYY], de belichting van haar gezicht, de wijze waarop het haar is geschikt, getuigen van even zovele zelfstandige, subjectieve keuzes van de maker bij het tot stand brengen van het portret, zodat het portret van [YYY] kan worden aangemerkt als een werk in de zin van artikel 10 van de Auteurswet en aldus voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt.

2. Vaststaat dat Ringfoto het portret van [YYY] van Google heeft gehaald en op haar eigen website heeft geplaatst. Met [eiser] is de kantonrechter van oordeel, dat het enkele feit dat de foto op Google stond, Ringfoto niet ontslaat van de op haar rustende plicht zich ervan te vergewissen dat daarop geen auteursrechtelijke bescherming rustte. (...)

Lees het vonnis hier.

IEF 8977

Alle uitspraken publiceren is verkwisting van belastinggeld

"Den Haag, 13 juli 2010 - Op Rechtspraak.nl staat amper 1 procent van alle uitspraken die rechters jaarlijks doen. Om een betere controle op de rechter mogelijk te maken, pleitten medewerkers van de Universiteit Leiden onlangs voor het publiceren van álle rechterlijke uitspraken op Rechtspraak.nl. Volgens Ronald Philippart, voorzitter van Rechtspraak.nl, leidt dat echter niet tot een betere controle op de rechter, maar tot verkwisting van belastinggeld."

Lees hier meer. IE-uitspraken mogen ten allen tijde gemaild worden aan: redactie@IEForum.nl

IEF 8976

In overwegende mate ingegeven

Rechtbank Groningen, 7 juli 2010, HA ZA 09-349, Nautavorm B.V. tegen Oei (met dank aan Douglas Mensink, MICTA)

Auteursrecht. Geen auteursrecht, geen slaafse nabootsing voetenplank van voetsteun (zie ook KG: IEF 8647, Gerechtshof Arnhem, 2 maart 2010: geen auteursrecht, wel slaafse nabootsing). Eiser stelt i.c. dat gedaagde het auteursrecht aan eiser had moeten overdragen o.g.v. een overeenkomst tot aandelenoverdracht en geen licentieovereenkomst met een concurrerende derde (de wederpartij in de genoemde KG procedure) had mogen sluiten. Vorderingen afgewezen, aangezien er geen auteursrecht op de voetsteun rust, waarbij de rechtbank ten overvloede concludeert dat er in het algemeen (i.c. betreft het n.l. geen vergelijk met andere producten) ook geen sprake is van slaafse nabootsing.

4.1 1. Voorgaande brengt met zich dat de rechtbank van oordeel is dat de vormgeving van de onderhavige voetenplank in overgrote mate technisch en functioneel is bepaald, zodat aan die voetenplank geen auteursrechtelijke bescherming toekomt. Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat er evenmin sprake is van slaafse nabootsing, nu (ook) de gestelde overstemming tussen de onderhavige voetenplank en de voetenplanken van concurrenten in overwegende mate is ingegeven door de technische en functionele kenmerken waaraan een voetensteun dient te voldoen.

4.12. Het oordeel van de rechtbank dat aan de onderhavige voetenplank geen auteursrechtelijke bescherming toekomt brengt met zich dat de grondslag aan de primaire en de subsidiaire vordering van Nautavorm c.s., te weten de voetenplank is auteursrechtelijk beschermd, komt te ontvallen. Om die reden zullen de vorderingen dan ook worden afgewezen.

Lees het vonnis hier.

IEF 8975

Stoplichten worden ook niet afgeschaft

Persbericht Brein: "Belgische uitspraak blokkering The Pirate Bay lijkt niet op de Nederlandse zaak. Op 8 juli jl. wees de Antwerpse Rechtbank van Koophandel [zie bericht hieronder - IEF] het verzoek van de Belgian Anti-piracy Federation (BAF) tot voorlopige maatregel om The Pirate Bay te blokkeren door middel van een DNS-block af.  De verschillen met de situatie in de zaak BREIN/Ziggo zijn direct duidelijk:

A) BAF heeft– in tegenstelling tot BREIN - nooit zelf rechtstreeks actie ondernomen tegen The Pirate Bay; BREIN heeft eerst tegen The Pirate Bay geprocedeerd en (2x) gewonnen. Omdat The Pirate Bay de vonnissen negeerde, heeft BREIN zich tot Ziggo gewend.

B) Kennelijk heeft BAF haar vorderingen alleen over de boeg van de aansprakelijkheid van ISPs moeten gooien. Die aansprakelijkheid wordt "ernstig betwist" en kennelijk mag de Belgische voorlopige voorzieningenrechter geen uitspraken doen terzake van "ernstig betwiste rechten van partijen". In de BREIN/Ziggo-zaak gaat het juist niet om de aansprakelijkheid van de ISP. Het gaat over een aan de ISP op te leggen verbod, ter voorkoming van verdere schade die door The Pirate Bay wordt veroorzaakt.

C) BAF heeft enkel DNS-blocking gevorderd. De rechter overweegt dat DNS blocking makkelijk te omzeilen is. BREIN heeft naast DNS-blocking ook IP-blocking gevorderd. The Pirate Bay wordt op dit moment in het buitenland succesvol geblokkeerd door middel van IP blocking. Overigens vindt BREIN het omzeilingsverweer onjuist. Stoplichten worden ook niet afgeschaft omdat het makkelijk is om door rood te rijden."

Lees het persbericht hier

IEF 8974

Evenwel in primordiale orde

Rechtbank van Koophandel Antwerpen, 8 juli 2010, A/10/5374, Belgian Anti-Piracy Federatie (BAF) tegen Telenet & Belgacom (met dank aan John Allen, NautaDutilh)

Auteursrecht. Belgische zaak die doet denken aan het lopende geschil tussen Brein en Ziggo. Eiser BAF “vraagt aldus verweerders in hun hoedanigheid van ISP, te bevelen de websites van "The Pirate Bay" ontoegankelijk te maken voor hun klanten middels DNS blocking, en dit teneinde verdere schade in te dijken in afwachting van een uitspraak ten gronde.”

Vorderingen voorshands afgewezen: “Gelet op de lange periode dat "Pirate Bay" reeds actief is zonder dat eiseres daadkrachtig is opgetreden en gelet op de onduidelijkheid omtrent de rechten in de positie van partijen, rijst de vraag naar de opportuniteit van de gevorderde maatregel, aan wiens effectiviteit dan nog getwijfeld wordt, terwijl een uitspraak ten gronde binnen afzienbare tijd kan verwacht worden.” In citaten:

Eiseres stelt dat acties tegen de oprichters van "Pirate Bay" dan wel de hosting providers (die de problematische gegevens opslaan) onvoldoende en inefficiënt zijn en tracht dus de auteursrechten te beschermen door huidige procedure lastens de internettoegangsleveranciers die de inbreuken mogelijk maken en zij beoogt de toegang tot de websites van "Pirate Bay" onmogelijk te maken;

IN RECHTE


(…) Zij vraagt aldus verweerders in hun hoedanigheid van ISP, te bevelen de websites van "The Pirate Bay" ontoegankelijk te maken voor hun klanten middels DNS blocking, en dit teneinde verdere schade in te dijken in afwachting van een uitspraak ten gronde;

2. Ingevolge art. l 9 § 2 Ger.W. kan de rechter een voorafgaandelijke maatregel bevelen teneinde de toestand van partijen voorlopig te regelen maar deze maatregel mag - net zoals in kortgeding - de grond van de zaak niet raken zodat hij geen uitspraak mag doen over de ernstig betwiste rechten van partijen terwijl de maatregel opportuun en proportioneel moet zijn (…);

Verweerders betwisten hun aansprakelijkheid ten gronde op grond van specifieke wetgeving zodat het recht van partijen ten zeerste betwist is: het is hic et nunc volstrekt niet duidelijk in welke mate verweerders gehouden zijn;

Daarnaast rijst, evenwel in primordiale orde, de vraag naar het belang van de gevorderde maatregel;

Inderdaad blijkt dat de gewraakte "Pirate Bay" constructie kennelijk al bestaat sinds 2003, dat sindsdien in verschillende landen (gerechtelijke) acties werden ondernomen tegen het systeem, dat in 2009 besprekingen hebben plaatsgevonden tussen huidige gedingvoerende partijen met het oog op een minnelijke regeling echter zonder resultaat, dat eiseres pas is opgetreden middels dagvaarding dd. l l juni 2010, dat de zaak ten gronde zal worden behandeld in november 2010;

Daarnaast blijkt de gevraagde DNS blocking vrij gemakkelijk technisch te omzeilen (zie besluiten verweerders);

Gelet op de lange periode dat "Pirate Bay" reeds actief is zonder dat eiseres Daadkrachtig is opgetreden en gelet op de onduidelijkheid omtrent de rechten in de positie van partijen, rijst de vraag naar de opportuniteit van de gevorderde maatregel, aan wiens effectiviteit dan nog getwijfeld wordt, terwijl een uitspraak ten gronde binnen afzienbare tijd kan verwacht worden.

Lees het vonnis hier.

IEF 8973

De veroorzaakte onmogelijkheid

Rechtbank Amsterdam, 7 juli 2010, HA ZA 10-401, Indies Film Rights B.V. tegen American Cinema International Inc. c.s.  (met dank aan Rogier Overbeek, Kennedy Van der Laan).

Auteursrecht. Bevoegdheidsincident. Stukgelopen samenwerking. Eiser, de Nederlandse filmdistributeur/licentienemer Indies Film Rights, ziet af van filmdistributie, nadat is gebleken dat  filmproducent/distributeur/  licentiegever ACI niet beschikt over de toestemming van alle oorspronkelijke rechthebbenden en vorder schadevergoeding. Indies stelt i.c. dat de arbitragebedingen in de distributieovereenkomst niet van toepassing zijn en dat de rechtbank Amsterdam bevoegd is,  aanegzien het geschil zou zien op onrechtmatige daad in plaats van wanprestatie. Vordering afgewezen. De rechtbank verklaart zich onbevoegd:

2.6. De vordering van Indies in de hoofdzaak komt er derhalve naar de kern genomen op neer dat Indies vergoeding wenst van schade die zij stelt te lijden vanwege de naar haar mening door ACI c.s. veroorzaakte onmogelijkheid om de rechten die haar in de distributieovereenkomst door ACI c.s. in licentie zijn gegeven, daadwerkelijk uit te oefenen.

2.7. Naar het oordeel van de rechtbank is deze vordering in wezen gebaseerd op een gestelde tekortkoming in de nakoming van de gesloten overeenkomst, maar in ieder geval zodanig verwant met de inhoud en rechtsgevolgen van de distributieovereenkomsten dat de daarin opgenomen arbitragebedingen, zoals hiervoor onder 2.4 weergegeven, geacht moeten worden mede op vorderingen als deze betrekking te hebben.

Lees het vonnis hier.

IEF 8972

Personalia

Mutaties vennootschap Vereenigde. Per 1 juli 2010 is Martin Hatzmann met pensioen gegaan en uit de vennootschap van Vereenigde getreden. Op dezelde datum zijn Hajo Kraak, Johannes van Melle en Frits Schut als vennoot toegetreden.

Drs. Martin J. Hatzmann is 26 jaar als octrooigemachtigde aan Vereenigde verbonden geweest, waarvan 23 jaar als partner. Van augustus 2007 tot 2010 gaf hij leiding aan de sectie Chemistry and Life Sciences. Zijn vakkennis en toewijding hebben ertoe bijgedragen dat deze sectie een uitstekende reputatie heeft opgebouwd in binnen- en buitenland. Martin blijft als adviseur aan het kantoor verbonden.

Vanaf 1 juli is de vennootschap van Vereenigde uitgebreid met drs. Hajo Kraak, mr.drs. Johannes van Melle en dr. Frits Schut, allen Europees octrooigemachtigden. Hajo en Frits, respectievelijk chemicus en microbioloog, zijn werkzaam bij de sectie Chemistry and Life Sciences. Johannes, die natuurkunde en rechten heeft gestudeerd, is werkzaam voor de sectie Mechanics, Physics and Electronics. Hij is tevens manager van onze vestiging op de High Tech Campus Eindhoven.

Met deze uitbreiding hoopt de onderneming het fundament voor een succesvolle toekomst verder te hebben verstevigd. 

IEF 8970

Geen uitgekristalliseerd leerstuk

Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 8 juli 2010, KG ZA 10-401, Sport Illimitato Group B.V. tegen Diadora S.P.A. c.s.

Merkenrecht. Licentieovereenkomst. Procesrecht. Eiser, licentienemer in Nederland m.b.t. de Diadora sport(kleding)merken, maakt bezwaar tegen de gesteld automatische opzegging van de licentieoverkomst met Diadora.

Vorderingen toegewezen. Bevoegdheid Nederlandse rechter m.b.t. voorlopig maatregelen, ook bij vastgelegde forumkeuze voor Italiaanse rechter. Uitleg overeenkomst naar Italiaans recht: geen automatische opzegging in geval van insolventie. Licentie houder heeft evident een belang bij de inschrijving van zijn licentie.

Derdenwerking van onder Gemeenschapsmerken verleende licenties, mits ingeschreven. ‘Het merkrecht is in dat geval te beschouwen als ‘bezwaard’ met de licentie’. Rechtsverkrijger dient licentieovereenkomst te eerbiedigen. Strijd met de licentie om aan derden licenties te verstrekken.

Bevoegdheid: 4.2. Naar voorlopig oordeel treft dit bevoegdheidsverweer van Diadora c.s. geen doel. Artikel 31 van de Verordening (EG) 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: EEX-Vo) bepaalt, zo erkennen ook Diadora c.s., dat partijen kunnen vragen om voorlopige maatregelen bij – kort gezegd – een andere dan de op grond van de EEX-Vo bevoegde bodemrechter. Dat geldt ook als in de overeenkomst een forumkeuze is opgenomen.

4.5. (…) Indien het al zo zou zijn dat na het aanhangig zijn van een bodemprocedure slechts bij die rechtbank voorlopige voorzieningen als hier door SIG verzocht zouden mogen worden gevorderd, zoals Diadora c.s. onder verwijzing naar artikel 27 en 28 EEX-Vo betogen, dan bestaat er in deze zaak nog geen aanleiding voor onbevoegdheid van de voorzieningenrechter, reeds omdat onderhavige kort geding procedure eerder aanhangig is gemaakt (…)

Uitleg overeenkomst: 4.17. De slotsom op grond van het voorgaande is dat naar voorlopig oordeel artikel 13.1 van de Overeenkomst moet worden uitgelegd – en met hoge mate van waarschijnlijkheid de bevoegde Italiaanse bodemrechter die bepaling zo zal uitleggen – dat de ene partij het recht heeft de Overeenkomst op te zeggen, zodra de andere partij – kort gezegd – insolvabel wordt. Gegeven deze uitleg van artikel 13.1 kan in het midden kan blijven of de in artikel 13.1 genoemde omstandigheden zich hebben voorgedaan, zoals door Diadora c.s. gesteld, maar door SIG bestreden. Aldus heeft naar voorlopig oordeel geen rechtsgeldige tussentijdse beëindiging van de Overeenkomst plaatsgevonden met de opzegging door (de liquidatori van) Diadora A.

Derdenwerking na overdracht van merkrechten: 4.22. De voorzieningenrechter stelt vast dat de vraag of een (ingeschreven) licentie na overdracht van een intellectueel eigendomsrecht derdenwerking heeft geen uitgekristalliseerd leerstuk is. In de literatuur wordt wel uitgegaan van derdenwerking van onder Gemeenschapsmerken verleende licenties, mits ingeschreven. Het merkrecht is in dat geval te beschouwen als ‘bezwaard’ met de licentie. De voorzieningenrechter sluit zich aan bij die in de literatuur breed gedragen opvatting. Naar voorlopig oordeel zal Diadora B daarom de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de in de Overeenkomst neergelegde licentie onder de Gemeenschapsmerken moeten eerbiedigen en SIG behoudt voor de duur en onder de voorwaarden van de Overeenkomst derhalve haar – voor Nederland exclusieve – licentiepositie onder de Gemeenschapsmerken die aan Diadora B zijn overgedragen. Het stond Diadora B derhalve niet vrij terzake de Diadora-Gemeenschapsmerken voor Nederland een licentie te verstrekken aan Overdistribution Ltd.

4.23. De voorzieningenrechter ziet onvoldoende aanknopingspunten om aan te kunnen nemen dat aan de niet-ingeschreven licentie onder de internationele merkrechten met gelding voor de Benelux eveneens dergelijke derdenwerking toekomt.

Lees het vonnis hier.