West Best
Arrest GVEA, 4 mei 2005, zaak T-22/04. Reemark tegen OHIM/Bluenet. Oppositie o.g.v. ouder nationaal Duits merk WEST tegen CTM aanvraag voor het woordmerk WESTLIFE (inderdaad, van de boyband). Aardige uitspraak, vooral omdat het OHIM vanaf nu gewoon bezwaar mag maken tegen zijn eigen beslissingen.
"Anders dan het BHIM in zijn memorie van antwoord stelt, volgt uit de rechtspraak niet dat het BHIM tot verwerping van een beroep tegen een beslissing van een van zijn kamers van beroep dient te concluderen...Het BHIM kan dus, zonder het voorwerp van het geding te wijzigen, concluderen tot toewijzing van de vordering van één van de andere partijen, naar zijn keuze, en argumenten voordragen tot staving van de door die partij aangevoerde middelen. Daarentegen kan het niet autonoom de vernietiging vorderen of middelen tot vernietiging voordragen die niet door de andere partijen zijn aangevoerd."
De jongens van Westlife komen er minder goed af. De oppositie tegen hun CTM wordt toegewezen. GvEA merkt o.a. op dat combinaties beschouwd kunnen worden als een variant. "Anderzijds moet worden vastgesteld dat het bestaan van het oudere merk West bij het relevante publiek een associatie zou kunnen hebben teweeggebracht tussen dit woord en de door de eigenaar van het merk verkochte waren, zodat elk nieuw merk bestaande uit dit woord in combinatie met een ander woord het gevaar loopt te worden beschouwd als een variant op het oudere merk. Derhalve zij opgemerkt, dat het relevante publiek zou kunnen menen dat de onder het merk Westlife verkochte waren en diensten dezelfde herkomst hebben als die welke onder het merk West worden verkocht, of dat er ten minste een economische band bestaat." Lees arrest.
Arrest GvEA, 4 mei 2005, zaak T-359/02. Chum tegen OHIM+Star TV. Oppositiezaak. Oudere IR beeldmerk Star TV tegen CTM aanvraag voor het woordmerk Star TV. GVeA wijst oppositie toe.
De NOS eist via het Commissariaat voor de Media dat zij alsnog beelden van het eredivisievoetbal mag uitzenden. Die uitzendrechten zijn in december door de gezamenlijke voetbalclubs verkocht aan Talpa, het mediabedrijf van John de Mol. De NRC bericht dat de NOS volgens de CvdM een beroep doet op het voorkeursrecht dat is vastgelegd in de Mediawet en verschillende verwante besluiten. Daarin staat dat de NOS in staat moet worden gesteld actuele sportverslaggeving te verzorgen van beker- en competitievoetbal. Hoe dat recht precies geïnterpreteerd moet worden, is nog niet duidelijk, aldus woordvoerder Bijvank van het commissariaat. Klinkt boeiend. Wat zou het worden, een nieuwsexceptie, een visueel citaatrecht of een auteursrechtelijke dwanglicentie?