Onlangs was het weer zover: een grote groep auteursrechtexperts kwam tijdens de VvA- vergadering1 bijeen aan het ’t IJ om te discussiëren over het voorstel van de Europese Commissie inzake de introductie van een extended collective licensing regeling (ECL) in Nederland. Speciaal voor deze gelegenheid was professor Jens Schovsbo (Universiteit Kopenhagen) overgevlogen uit Denemarken om ons eens haarfijn uit te leggen waarom de Deense ECL-regeling zo fantastisch is vergeleken met andere landen in de EU, alhoewel ook op het Deense model nog wel genoeg viel af te dingen volgens Jens Schovsbo.2 Dus of de implementatie van een ECL-regeling zoals voorgesteld in de DSM-Richtlijn3 in Nederland het verlossende antwoord gaat zijn op al onze vragen, daar valt over te twisten, nu – hoe kan het ook anders – Denemarken het beste ECL-systeem ever heeft en er maar één de beste kan zijn. De ECL-systemen in onze buurlanden Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk doen het in ieder geval niet erg goed, aldus dr. Lucie Guibault (UvA). Paul Keller (Kennisland/ Europeana) kon dat beamen: in Duitsland zouden wel liefst 22 bibliotheken gebruikmaken van een ECL-regeling. En als je bedenkt dat Duitsland best groot is (en met name Paul Keller kan dit weten), dan is duidelijk dat 22 bibliotheken slechts een fractie vormen van alle bibliotheken in Duitsland. Goed nieuws dus voor de erfgoedinstellingen dat maatregelen om de licentieverlening te verbeteren en een ruimere toegang tot beschermde werken mogelijk te maken in aantocht zijn.