Verwarringsgevaar tussen SILOG en Si Log International bevestigd
Gerecht EU 26 november 2025, IEF 23152; IEFbe 4062; ECLI:EU:T:2025:1070 (SiLog GmbH tegen EUIPO en Silog SAS). Het Gerecht van de EU laat de nietigverklaring in stand van het Uniewoord-/beeldmerk Si Log International voor “transport of goods” (klasse 39), op verzoek van de Franse houder van het oudere woordmerk SILOG voor onder meer “leasing of utility vehicles” (klasse 36). De Kamer van Beroep had geoordeeld dat er ten minste een lage mate van overeenstemming is tussen de diensten (beide gericht op het vervoeren van goederen: ófwel via een eigen geleasede bestel- of vrachtwagen, óf via een vervoerder), dat ze zich tot hetzelfde professionele publiek in Frankrijk richten en elkaar functioneel kunnen vervangen. Dat die diensten in verschillende klassen zijn ingedeeld en contractueel iets anders zijn ingericht (huur van een voertuig vs. transportdienst) doet daar volgens het Gerecht niet aan af. Visueel zijn SILOG en het dominante element Si Log gemiddeld overeenstemmend (zelfde letters in dezelfde volgorde, slechts een spatie en wat grafische elementen erbij), fonetisch zelfs identiek of sterk overeenstemmend; begripsmatig blijft de vergelijking neutraal, omdat “silog” en “si log” in het Frans geen vaste betekenis hebben. Het element “international” en de sterren/kleuren in het beeldmerk worden gezien als bijkomstig en weinig onderscheidend. Het oudere merk SILOG heeft normale onderscheidingskracht. In samenhang leidt dat, ondanks een hoog aandachtsniveau van professionele afnemers, tot een reëel likelihood of confusion in Frankrijk in de zin van art. 8 lid 1 onder b UMVo, zodat de nietigverklaring op grond van art. 60 lid 1 onder a UMVo in stand blijft.
Nieuw art. 8a Databankenwet: databankrecht geldt niet voor gegevens uit verbonden producten
Gegevens die worden verkregen uit of gegenereerd door een verbonden product of een gerelateerde dienst vallen sinds 21 november 2025 niet meer onder het sui generis databankrecht van de Databankenwet.
Het nieuwe artikel 8a Databankenwet luidt:
“Het recht, bedoeld in artikel 2, eerste lid, is niet van toepassing wanneer gegevens worden verkregen uit of gegenereerd door een verbonden product of gerelateerde dienst als bedoeld in artikel 43 van Verordening (EU) 2023/2854 (...).”
Dat blijkt uit de Uitvoeringswet dataverordening van 29 oktober 2025, ter uitvoering van Verordening (EU) 2023/2854 (Dataverordening) van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2023 betreffende geharmoniseerde regels inzake eerlijke toegang tot en eerlijk gebruik van data.
Nationaal Reclamerechtcongres op 11 december 2025
Morgen is het zover: dan komen we samen in Hotel Jakarta voor het Nationaal Reclamerechtcongres 2025. Het programma biedt een combinatie van actualiteit, praktijkinzichten en ruimte voor discussie. We bespreken onderwerpen als duurzaamheid, digitale beïnvloeding, kinderreclame, toezicht en massaschadeclaims.
Er hebben zich veel professionals aangemeld uit onder meer de levensmiddelensector, energie, luchtvaart, retail, cosmetica en financiële dienstverlening. Hiermee belooft het een praktisch en inspirerend congres te worden, met aandacht voor zowel inhoudelijke actualisering als de manier waarop reclamerecht zich binnen bedrijven ontwikkelt.
Zowel deLex Media als onze dagvoorzitters Ebba Hoogenraad en Willem Leppink en alle sprekers hebben er erg veel zin in. Hebt u zich nog niet aangemeld? Vandaag kan het nog via onderstaande link.
EU-Gerecht: WASHTOWER-merk beschrijvend en daarom ongeldig
Gerecht EU 12 november 2025, IEF 23151; IEFbe 4061; ECLI:EU:T:2025:1016 (LG Electronics, Inc. tegen EUIPO en Washtower IP BV). Het Gerecht van de EU vernietigt de beslissing van de Kamer van Beroep van het EUIPO over het Uniemerk WASHTOWER, een beeldmerk voor “meubels, namelijk kasten voor wasmachines of wasdrogers” in klasse 20. LG Electronics had nietigheidsactie ingesteld en voerde aan dat het teken beschrijvend en niet onderscheidend is. De Kamer van Beroep had wel erkend dat het woordelement “washtower” beschrijvend is (“wash” voor wasapparaten en “tower” voor de torenvormige opstelling), maar vond dat het figuratieve element, een soort wapenschild met diverse decoratieve elementen, de beschrijvendheid zou doorbreken en het merk als geheel onderscheidend maakte. Het Gerecht sluit zich aan bij de analyse dat voor de Engelstalige consument (o.a. in Ierland en Malta) “washtower” direct verwijst naar soort, vorm en bestemming van de kasten, zodat het woordelement op zichzelf duidelijk onder artikel 7 lid 1 onder c UMVo valt.
Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.
Aflevering "Undercover in Nederland" over [eiser] mag uitgezonden worden
Rb. Amsterdam 29 oktober 2025, IEF 23156; C/13/777560 / KG ZA 25-868 VVV/JD ([eiser] tegen Noordkaap). Noordkaap produceert het programma "Undercover in Nederland". In dit programma stelt zij met behulp van een verborgen camera misstanden aan de kaak. In december 2024 heeft er een confrontatie plaatsgevonden tussen [eiser] en Alberto Stegeman (presentator van het programma). Tijdens deze confrontatie zijn er vragen gesteld over schulden van [eiser], fraude, een taakstraf en over een project in Frankrijk. Hierna zijn er over en weer nog een aantal e-mails gestuurd over wederhoor en de inhoud van de uitzending. [eiser] wil dat Noordkaap de uitzending van "Undercover in Nederland" niet uitzendt of openbaar maakt totdat hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden. Ook vroeg hij een verbod op het gebruik van beeldmateriaal waarin hij herkenbaar is, en op bepaalde uitlatingen.
Verwarringsgevaar tussen DALL en DALLI voor schoonmaak- en cosmeticaproducten
Gerecht EU 26 november 2025; IEF 23150; IEFbe 4060; ECLI:EU:T:2025:1064 (Lavrentios Lavrentiadis tegen EUIPO en Dalli-Werke GmbH & Co. KG). Het Gerecht van de EU bevestigt de beslissing van de Kamer van Beroep van het EUIPO dat het aangevraagde Uniewoordmerk DALL niet kan worden ingeschreven voor waren in klasse 3 (schoonmaakmiddelen, wasmiddelen, cosmetica, parfums e.d.), vanwege verwarringsgevaar met het oudere Uniewoordmerk DALLI van Dalli-Werke. Alle aangevraagde waren in klasse 3 vallen volgens het Gerecht binnen de ruime, maar nog steeds voldoende duidelijke categorieën van het oudere merk (“cleaning preparations”, “polishing preparations”, “abrasive preparations”, “non-medicated cosmetics” enz.), zodat de waren als identiek of in elk geval soortgelijk worden beschouwd. Dat de producten van de aanvragen in Griekenland en die van Dalli in Duitsland zouden worden geproduceerd, verandert niets: bij de beoordeling telt de warenomschrijving in het register, niet de feitelijke herkomst, en consumenten oriënteren zich primair op merken en niet op de verplichte herkomstinformatie of productcategorie-codes op etiketten. Ook de klacht dat de warenomschrijvingen van DALLI te vaag zouden zijn en in strijd met artikel 33 UMVo wordt verworpen; de gebruikte algemene termen zijn volgens het Gerecht voldoende duidelijk en precies en mogen ruim worden uitgelegd binnen hun letterlijke betekenis.
Gerecht: horlogelogo’s ZÜNDAPP en LONGINES maar beperkt vergelijkbaar
Gerecht EU 19 november 2025, IEF 23155; IEFbe 4064; ECLI:EU:T:2025:1052 (Zündapp Verwaltungsgesellschaft mbH tegen EUIPO en Compagnie des Montres Longines, Francillon SA). Zündapp vroeg inschrijving van een EU-beeldmerk voor horloges en uurwerken (Class 14), bestaande uit een gestileerd schild met horizontale balken. Longines verzette zich op basis van haar eerder internationaal ingeschreven beeldmerk met twee uitgestrekte vleugels rond een rechthoek, eveneens voor uurwerken en juwelierswaren. De Oppositiedivisie wees de inschrijving af wegens verwarringsgevaar (art. 8 lid 1 sub b UMVo) en nam alleen een normale (niet-versterkte) onderscheidingskracht van het Longines-merk aan. De Kamer van Beroep draaide dat om: zij oordeelde dat er géén verwarringsgevaar was bij louter normale onderscheidingskracht en verwees de zaak terug om (i) de eventueel door gebruik versterkte onderscheidingskracht van het Longines-merk te onderzoeken én (ii) het beroep op art. 8 lid 5 UMVo (bescherming van een merk met reputatie) te behandelen.
Discussiëren over reclame tijdens het Nationaal Reclamerechtcongres
Deze week is het zover. Op donderdag 11 december 2025 vindt het Nationaal Reclamerechtcongres plaats in Hotel Jakarta, Amsterdam. Tijdens deze jaarlijkse bijeenkomst worden de belangrijkste ontwikkelingen in het reclamerecht besproken. Dit jaar geeft Joost van Gorsel van 0to9 | Values-Driven Creativity een inleiding, waarin hij zijn visie deelt op de toekomst van reclame en creativiteit richting 2026.
We zullen daarna, onder leiding van Willem Leppink, nog even doorpraten over de andere thema's die tijdens het congres aan bod zijn gekomen met Joost van Gorsel, Margreet Verhoef, Stijn de Jong, Bart ten Doeschate en Tommi Palumbo.
Het programma van het Nationaal Reclamerechtcongres biedt een combinatie van actualiteiten, praktijkinzichten en ruimte voor discussie. Hét event voor juristen, advocaten, beleidsmakers en toezichthouders die zich bezighouden met reclame. U kunt zich nog aanmelden voor de laatste plaatsen.
Meer weten?
Uitspraak ingezonden door Meyke Rietveld, Bird & Bird.
Geen vergelijkende of misleidende reclame over gediplomeerde opticiens; goedkoopste bril gratis betreft essentiële informatie
RCC 6 november 2025, IEF 23137, RB 3950; 2025/00400 (UFON tegen Specsavers). De zaak betreft drie uitingen van Specsavers: (a) een tv-reclame waarin onder meer wordt gezegd dat een oogmeting bij Specsavers altijd gratis is, Specsavers alleen werkt met gediplomeerde opticiens, en dat in Nederland iedereen zich opticien mag noemen, (b) een website-uiting met “Bril met kraswerende glazen vanaf €15” en “+ 2e bril gratis”, en (c) een webpagina “Regulering” op de website van Specsavers waarin uitleg wordt gegeven over het ontbreken van wettelijke regulering voor het beroep van opticien en dat Specsavers alleen werkt met opticiens met een overheidserkend diploma. UFON klaagt dat de tv-reclame ongeoorloofde vergelijkende en misleidende reclame vormt, dat de online uiting “vanaf €15 + 2e bril gratis” misleidend is door het ontbreken van essentiële actievoorwaarden, en dat ook de tekst “Regulering” en het ontbreken van informatie over een looptijd misleidend zijn. De klachten worden grotendeels afgewezen.
In memoriam: Jan Brinkhof
Met grote droefheid hebben we kennisgenomen van het overlijden van Jan Brinkhof, die op donderdag 27 november 2025 op 80-jarige leeftijd vredig is overleden. Jan was een zeer gewaardeerd redacteur van het tijdschrift Berichten Industriële Eigendom en maakte deel uit van de Raad van Advies van IE-Forum.nl. We herinneren ons Jan als een bijzonder sympathieke, bescheiden en buitengewoon deskundige auteur, met wie samenwerken altijd een plezier was.
Wij wensen zijn familie, vrienden en oud-collega’s van Brinkhof, veel kracht en steun toe bij het verwerken van dit verlies.
Namens deLex,
Claudia Zuidema