Printing on demand houdt boek beschikbaar voor publiek
Hof Amsterdam 15 december 2020, IEF 19758; ECLI:NL:GHAMS:2020:3481 (X tegen Overamstel Uitgevers) Appellante is auteur. Voor de uitgave van haar boek heeft appellante een exploitatieovereenkomst gesloten met Overamstel, een uitgever. In 2017 verneemt appellante van een boekhandelaar dat haar boek uitverkocht is en de uitgever van plan is exemplaren alleen nog te leveren via 'printing on demand'. Dat is een nieuwe productiewijze waarbij een boek geprint wordt wanneer een boekhandelaar of koper daarom vraagt. Appellante heeft naar aanleiding hiervan aangegeven het oneens te zijn met een uitgave van haar boek middels 'printing on demand'. De uitgever wil niet akkoord gaan met een herdruk van het boek. Daarop besluit appellante de exploitatieovereenkomst te beëindigen op grond van artikel 16 van de overeenkomst, subsidiair op grond van artikel 25e Auteurswet. Er is geen grond voor toewijzing van de vordering van appellante. Overamstel wordt gevolgd in de stelling dat zij, met het beschikbaar stellen door printing on demand, de titel 'in boekvorm voor het publiek' beschikbaar heeft gehouden.
Onderzoek wijst op economische voordelen van bezit IE-rechten
Het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) heeft een rapport gepubliceerd over het verband tussen eigendom van intellectuele eigendomsrechten en economische prestaties binnen individuele bedrijven in heel Europa.
De studie concludeert dat er een positieve associatie bestaat tussen IER-eigendom en economische prestaties, waarbij de inkomsten per werknemer gemiddeld 55% hoger zijn voor IER-eigenaren dan voor niet-eigenaren. In België, een sterke innovator volgens het jaarlijkse European Innovation Scoreboard van de Europese Commissie, hebben kleine en middelgrote ondernemingen een van de hoogste percentages patentbezit in Europa.
Lees verder.
Vacature: Simmons & Simmons op zoek naar nieuwe collega's
Simmons & Simmons blijft groeien en is op zoek naar nieuwe collega's:
- advocaat octrooirecht
(2-6 jaar ervaring)
- advocaat life sciences
(2-6 jaar ervaring)
- advocaat soft IE, privacy & media
(2-4 jaar ervaring)
- octrooigemachtigde
(2-4 jaar ervaring)
- advocaat-stagiaire octrooirecht
Lees verder.
'Parkeerwekker' onrechtmatig
Vzr. Rechtbank Amsterdam 1 februari 2021, IEF 19755, IT 3402; ECLI:NL:RBAMS:2021:237 (Parkeerwekker) Iedereen die in de gemeente Amsterdam wil parkeren, dient hiervoor parkeerbelasting te betalen. Dat gebeurt door het registreren van het kenteken bij de parkeerautomaat of met een parkeerapp. Vector Wise biedt in de gemeente Amsterdam onder de naam ‘Parkeerwekker’ een dienst aan, waarbij een automobilist die in een gebied staat waar parkeerbelasting moet worden betaald een bericht ontvangt als de scanauto voorbij rijdt. Het systeem van Parkeerwekker bestaat eruit dat gebruikers, door installatie van een app, nadat zij hun auto hebben geparkeerd een melding ontvangen als een scanauto van de Gemeente voorbij rijdt. Ter voorkoming van een boete hebben gebruikers na de melding nog vijf minuten om parkeergeld te betalen. Volgens gedaagde biedt haar systeem een oplossing voor gebruikers die 'vergeten' zijn parkeergeld te betalen.
Conclusie A-G: invoering JA/JA stickers niet onrechtmatig
HR 5 februari 2021, IEF 19754, RB 3487; ECLI:NL:PHR:2021:98 (Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen tegen Gemeente Amsterdam) Sinds 2018 mag in de gemeente Amsterdam ongeadresseerd reclamedrukwerk alleen worden bezorgd indien op de brievenbus een JA/JA sticker is aangebracht. Dit wordt het opt-in-systeem genoemd. Voorheen gold dat ongeadresseerd reclamedrukwerk overal mocht worden bezorgd, tenzij er een NEE/JA of NEE/NEE sticker op de brievenbus was aangebracht. Dit is het zogenaamde opt-out-systeem. Het nieuwe systeem is er voor bedoeld om milieuvervuiling tegen te gaan. Het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen en de Vereniging Mail Distributie Bedrijven zijn een procedure gestart om schadevergoeding te vorderen van de gemeente Amsterdam, omdat zij door dit nieuwe systeem minder drukwerk kunnen verspreiden. Volgens het hof is het nieuwe systeem niet onrechtmatig. Het hof wees de vordering dan ook af. Tegen deze beslissing is casssatie ingesteld. Aan de orde is of het nieuwe systeem een wettelijke grondslag heeft en of het systeem al dan niet in strijd is met het Europese recht of met de algemene rechtsbeginselen. Advocaat-generaal Wissink adviseert de Hoge Raad in zijn conclusie de beslissing in stand te houden. Volgens hem is het systeem niet onrechtmatig en is de gemeente bevoegd om dit systeem in te voeren, mede omdat de Wet Milieubeheer ruimte laat aan de gemeente regels te stellen hieromtrent.
Dirk Visser: Sluitertijd, fotoauteursrecht en kunstmatige intelligentie
Ter gelegenheid van het emeritaat van Jaap Hijma, hoogleraar burgerlijk recht aan de Universiteit Leiden, verscheen Sluitertijd. In deze bundel werpen promovendi, collega’s en vrienden een blik op zijn werk. Collega Dirk Visser, hoogleraar intellectueel eigendomsrecht, gaat in zijn bijdrage in op de onderwerpen fotoauteursrecht en kunstmatige intelligentie.
‘Met betrekking tot een portretfoto moet worden opgemerkt dat de auteur bij het maken daarvan op verschillende manieren en op verschillende momenten zijn vrije en creatieve keuzes zal kunnen maken. In de voorbereidende fase kan de auteur de enscenering, de pose van de te fotograferen persoon of de belichting kiezen. Bij het nemen van de portretfoto kan hij de camera-instelling, de invalshoek of de gecreëerde sfeer kiezen. Bij het ontwikkelen van het cliché tot slot kan de auteur kiezen tussen diverse technieken, of in voorkomend geval software gebruiken. Met die diverse keuzes is de auteur van een foto dus in staat zijn werk een “persoonlijke noot” te geven. In het geval van een portretfoto is de vrijheid waarover de auteur beschikt om zijn creatieve bekwaamheden uit te oefenen dan ook niet noodzakelijkerwijs beperkt of zelfs nihil.’
Aldus omschreef het HvJ EU in 2011 de mogelijkheden die een fotograaf heeft om te komen tot een ‘eigen intellectuele schepping’ die vereist is om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen.
Lees verder.
Er is nog 1 plek beschikbaar voor de Mr. S.K. Martens Academie
We zijn hard bezig met de voorbereiding van de tweede editie van de Mr. S.K. Martens Academie. We gaan nu van start op 11 februari en 18 februari a.s. met online onderwijs. Zodra het kan, komen we weer fysiek bijeen.
De opleiding behandelt de bescherming en handhaving van intellectuele eigendomsrechten, met een focus op de praktische commercialisering en het management van deze rechten. Belangrijk onderdeel is ook het leren van elkaar en een netwerk opbouwen. Praktijk leert dat dit heel positief en commercieel succesvol is ervaren.
Afgelopen jaar organiseerden we zes fysieke en tien online bijeenkomsten. We hebben ons verdiept in 39 verschillende onderwerpen over het IE procesrecht. Daarbij werd niet alleen geluisterd, maar ook veel gediscussieerd en gelachen. We hebben ons verbaasd hoe goed het contact was, ook online.
We hebben nog 1 plek beschikbaar. Is die plek voor jou?
Mail naar czuidema@delex.nl of info@delex.nl.
Prejudiciële vragen over begrip 'op welke drager dan ook'
Oberlandesgericht Wien 7 september 2020, IEF 19748, IT 3398, IEFbe 3183; C-433/20 (Austro-Mechana tegen Strato AG) Via MinBuza. Verzoekster is een collectieve beheerorganisatie die exploitatierechten en rechten op vergoeding voor muziekwerken beheert. Verweerster exploiteert de dienst HiDrive, deze “cloud drive” is een “virtuele opslagruimte die even snel werkt en even gebruiksvriendelijk is als een (externe) harde schijf”. Verzoekster heeft gevorderd dat rekening en verantwoording zou worden afgelegd en dat vervolgens een vergoeding voor lege opslagmedia zou worden betaald. Verweerster betwist de vordering en voert aan dat uit de thans geldende versie van de auteurswet niet volgt dat voor cloudservices een vergoeding is verschuldigd. Verder zouden cloudservices en fysieke opslagmedia niet met elkaar kunnen worden vergeleken. De handelsrechter heeft de vordering afgewezen waarop verzoekster in hoger beroep ging.
HvJ EU: verbod op reclame kan in strijd zijn met Unierecht
HvJ EU 3 februari 2021, IEF 19747, RB 3485, IEFbe 3182; ECLI:EU:C:2021:89 (Fussl Modestraße Mayr GmbH tegen SevenOne Media GmbH) Televisieomroep. Gelijke behandeling. Het Hof verklaart dat een volledige verbod, waardoor de inkomsten uit regionale televisiereclame worden voorbehouden aan regionale en lokale zenders, mogelijkerwijs verder dan noodzakelijk is om een gevarieerd televisieaanbod te behouden en kan leiden tot een ontoelaatbare ongelijkheid tussen de landelijke televisieomroepen en de aanbieders van reclamediensten op internet.
Prejudiciële vraag: advocaatkosten 'noodzakelijke uitgaven'?
Landgericht Saarbrücken 6 oktober 2020, IEF 19749, IT 3399, IEFbe 3184 C-559/20 (Media GmbH tegen FU) Via MinBuza. De kernvraag in deze zaak betreft de vergoeding van de advocatenkosten voor een aanmaning wegens filesharing. Verzoekster verkoopt computerspellen voor commerciële doeleinden en is houdster van de exclusieve rechten van een specifiek computerspel. Verweerder is een natuurlijke persoon die geen professionele of commerciële doeleinden nastreeft en die dit computerspel voor derden beschikbaar heeft gesteld voor download. Hiermee heeft hij inbreuk gepleegd op de rechten van verzoekster. Verzoekster schakelde een advocatenkantoor in dat namens verzoekster een aanmaning naar verweerder heeft gestuurd. Voor het inschakelen van het advocatenkantoor heeft verzoekster kosten gemaakt (€984,60) dat als volgt is samengesteld: een 1,3 honorarium berekend over een waarde van de vordering van €20.000,-. De hoogte van dit bedrag wordt betwist. De rechter in eerste aanleg heeft verweerder veroordeeld tot betaling van €124,- en de vordering voor het overige afgewezen. Volgens de rechter in eerste aanleg is het vergoedbare bedrag van een vordering beperkt tot €1.000,- op grond van §97a(3) UrhG (Duitse wet inzake het auteursrecht). Met haar beroep voor de verwijzende rechter wil verzoekster haar vordering tot volledige vergoeding van haar advocatenkosten alsnog geldend maken.
Prejudiciële vragen: