IEF 22400
29 november 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Postkantoor

 
IEF 22399
28 november 2024
Uitspraak

Gebruik van WordPress-merk zonder toestemming schendt merkrechten, beslag deels opgeheven

 
IEF 22396
28 november 2024
Uitspraak

Geen merkinbreuk door gebruik handelsnaam Vackracht

 
IEF 20808

Gedaagde kan partijen in vrijwaring dagvaarden

Rechtbank Gelderland 22 jun 2022, IEF 20808; ECLI:NL:RBGEL:2022:3082 (Eiseres tegen gedaagden), https://ie-forum.nl/artikelen/gedaagde-kan-partijen-in-vrijwaring-dagvaarden

Rb. Gelderland 22 juni 2022, IEF 20808, IT 3980; ECLI:NL:RBGEL:2022:3082 (eiseres tegen gedaagden) Eiseres (licentiegever) en gedaagden (licentienemers) hebben voor de periode 1 maart 2011 t/m 31 december 2013 een licentieovereenkomst gesloten voor gebruik van door eiseres ontwikkelde software. Deze overeenkomst is vervolgens door gedaagden opgezegd. Eiseres vordert onder meer inzage in de in beslag genomen bescheiden. Zij stelt dat het voldoende aannemelijk is dat gedaagden inbreuk maken op een intellectueel eigendomsrecht. De rechtbank acht het wenselijk om deze incidentele vordering te bespreken met partijen en zal daarom een mondelinge behandeling gelasten. De gedaagden willen op hun beurt ECI en een medewerker van GNB (de partij die het softwarepakket aan gedaagden heeft geleverd) in vrijwaring dagvaarden. Dit kan alleen als de gedaagden menen hiertoe gronden te hebben. Indien hetgeen gedaagden hebben gesteld juist is, kunnen zij de nadelige gevolgen van een eventuele auteursrechtinbreuk (geheel of ten dele) afwentelen op ECI en/of de medewerker. Hierdoor hebben gedaagden de benodigde grond voor het in vrijwaring dagvaarden van ECI en de medewerker.

IEF 20807

Geen tekortkoming, dus geen schadevergoeding

Rechtbank Gelderland 15 jun 2022, IEF 20807; ECLI:NL:RBGEL (Uitgever tegen schrijver), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-tekortkoming-dus-geen-schadevergoeding

Ktr. Rb. Gelderland 15 juni 2022, IEF 20807; ECLI:NL:RBGEL:2022:2912 (Uitgever tegen schrijver) Eiser is een uitgeverij en gedaagde is schrijver. Eiser en gedaagde hebben een auteurscontract gesloten voor de uitgave van een boek. Nadat het boek in verkoop was gegaan, heeft de dochter van gedaagde zowel gedaagde als eiser gesommeerd te stoppen met de uitgave van het boek. Eiser vordert schadevergoeding van gedaagde vanwege het onverplicht uit de handel nemen van de boeken. Gedaagde betwist tekort te zijn geschoten en vordert betaling van de opbrengst van de reeds verkochte boeken. De rechter oordeelt dat uit het auteurscontract geen verplichting voor gedaagde volgt om actief op te treden. De rechter is daarom van oordeel dat gedaagde niet tekort is geschoten. Ook heeft eiser zelf besloten de verkoop van het boek (tijdelijk) op te schorten. De vordering tot schadevergoeding van eiser wordt daarom afgewezen. Eiser geeft aan dat de opbrengst van de boeken die aan de gedaagde toekomt verrekend is met zijn schadevergoeding. Nu de rechter de vordering tot schadevergoeding heeft afgewezen, kan de opbrengst niet op deze manier verrekend worden. De vordering van de gedaagde wordt toegewezen.

IEF 20805

Uitspraak ingezonden door Diederik Stols, Boekx Advocaten.

Syndon moet gebruik merk en handelsnaam staken

Rechtbank Amsterdam 15 jun 2022, IEF 20805; (HMG tegen Syndon ), https://ie-forum.nl/artikelen/syndon-moet-gebruik-merk-en-handelsnaam-staken

Vzr. Rb. Amsterdam 15 juni 2022, IEF 20805; C/13/717211 / KG ZA 22-394 EAM/EB (HMG tegen Syndon) HMG is een producent van bed- en woontextiel. Syndon houdt zich bezig met de import en export van bedtextiel. HMG gebruikt het merk ‘Syndon’ al ruim 20 jaar. Dit merk is echter in 2018 vervallen. HMG geeft aan dat, toen zij erachter kwam dat haar merk vervallen was, zij het merk met spoed weer heeft gedeponeerd. De onderbreking van de merkinschrijving wordt als plausibel beschouwd. In 2022 is Syndon B.V. opgericht. Het is aannemelijk dat X, bestuurder van Syndon, op de hoogte was van het gebruik van het merk ‘Syndon’. Dit levert een depot te kwader trouw op. Aangezien beide partijen op dezelfde markt actief zijn, is het aannemelijk dat het voor het publiek niet duidelijk is door welk van beide partijen een bepaald product op de markt is gebracht. Syndon moet de merkinbreuk daarom staken en gestaakt houden. Daarnaast maakt de handelsnaam ‘Syndon’ inbreuk op het merk van HMG. Syndon moet het gebruik van de handelsnaam daarom ook staken en gestaakt houden en dient de domeinnaam www.syndon.eu aan HMG over te dragen.

IEF 20806

Uitspraak ingezonden door Bram Woltering, AKD Benelux Lawyers.

Normaal gebruik merk uiteengezet door Gerecht EU

HvJ EU 1 jun 2022, IEF 20806; ECLI:EU:T:2022:310 (Worldwide Machinery tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/normaal-gebruik-merk-uiteengezet-door-gerecht-eu

Gerecht EU 1 juni 2022, IEF 20806, IEFbe 3479; ECLI:EU:T:2022:310 (Worldwide Machinery tegen EUIPO) In 2013 is het Europese merk van Scaip Srl, de voorganger van Scaip SvA, ingeschreven voor klasse 12, waarna in 2018 Worldwide Machinery herroeping van het merk verzoekt. Worldwide Machinery beroept zich hierbij op het niet normaal gebruik van het merk door Scaip SpA in de afgelopen jaren dat het is ingeschreven. Het EUIPO heeft dit gedeeltelijk toegewezen, gezien volgens het EUIPO bij een deel van de ingeschreven merk wel voldoende normaal gebruik kon worden aangetoond. Het Hof van Justitie gaat hierin mee. Hierbij benadrukt het Hof dat het in dit geval gaat om specialistische goederen die gebruikt worden door een gespecialiseerd publiek. Dit betekend daarom ook een klein marktsegment. Het beginsel van territorialiteit, binnen het arrest silente PORTE & PORTE, waar de appellant een beroep op doet kan, dus niet in dit onderhavige geval worden toegepast. Het onderhavige beroep wordt verworpen.

IEF 20804

Yolandi Coetzee sluit zich aan bij Life Sciences-team van Taylor Wessing

Ter ondersteuning van de procespraktijk breidt Taylor Wessing met de komst van octrooi specialist Yolandi Coetzee haar Life Sciences team uit. Yolandi is naar Nederland verhuisd vanuit Zuid-Afrika om in dienst te kunnen treden bij Taylor Wessing. Yolandi heeft een wetenschappelijke en rechtenstudie afgerond en is gediplomeerd microbioloog en biochemicus. Ze is geregistreerd octrooigemachtigde in Zuid-Afrika en is tevens toegelaten tot de Zuid-Afrikaanse balie.   

IEF 20802

Uitspraak ingezonden door Ernst van Knobelsdorff en Brigitte Spiegeler, Heffels Spiegeler.

Encyclopedie mag verkocht worden zonder dat duidelijk is dat Jiskefet niet maker is

Hof Amsterdam 28 jun 2022, IEF 20802; ECLI:NL:GHAMS:2022:1851 (Noblesse tegen Jiskefet), https://ie-forum.nl/artikelen/encyclopedie-mag-verkocht-worden-zonder-dat-duidelijk-is-dat-jiskefet-niet-maker-is

Hof Amsterdam 28 juni 2022, IEF 20802; ECLI:NL:GHAMS:2022:1851 (Noblesse tegen Jiskefet c.s.) In de zaak van Jiskefet tegen Noblesse is in hoger beroep het kortgedingvonnis van de rechtbank vernietigd en zijn alsnog de vorderingen van Jiskefet afgewezen. Jiskefet maakt bezwaar tegen de ‘Jiskefet Encyclopedie’, die zonder haar medeweten en instemming is gemaakt en door uitgeverij Noblesse is gepubliceerd. Op grond van het Beneluxmerk JISKEFET vorderen Jiskefet c.s. dat de uitgeverij wordt bevolen dat bij de verkoop en op elk exemplaar van het boek duidelijk wordt gemaakt dat het boek niet afkomstig is van (de makers van) Jiskefet. De rechtbank had hun vorderingen eerder grotendeels toegewezen, [IEF 20292]. Het hof is het eens met de rechtbank dat gebruik van de naam Jiskefet als onderdeel van de titel van het boek niet kan worden aangemerkt als gebruik door Noblesse voor haar waren of diensten. De titel van een individueel boek is namelijk een onderdeel van de waar zelf (het boek) en is niet een onderscheidingsteken waarmee een uitgever aanduidt dat dat boek van hem afkomstig is. Het uitbrengen van de encyclopedie maakt volgens het hof ook verder geen inbreuk op het merkrecht van Jiskefet BV. De door Noblesse gebruikte titel Jiskefet Encyclopedie is een voor de hand liggende aanduiding voor het door haar uitgegeven boek en daarom heeft zij een geldige reden voor dat gebruik. Zij trekt daarmee geen ongerechtvaardigd voordeel. Ook doet zij geen afbreuk aan de reputatie van het merk.

IEF 20801

Gezamenlijk auteursrecht bij samenwerking muziekvideo

Antilliaanse Gerechten 20 jun 2022, IEF 20801; ECLI:NL:OGEAC:2022:154 (Eisers tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/gezamenlijk-auteursrecht-bij-samenwerking-muziekvideo

Vzr. Gerecht van eerste aanleg van Curaçao 20 juni 2022, IEF 20801; ECLI:NL:OGEAC:2022:154 (Eisers tegen gedaagde) Eiser 1 is eigenaar van de muziekgroep Icons en eiser 2 is de manager van de groep. Binnen deze muziekgroep valt ook de groep Catipa waar gedaagde als musicus samen een nummer mee heeft gemaakt genaamd Bon Tene. Deze samenwerking is beëindigd na onenigheid over de vergoeding van gedaagde. Nadat gedaagde was vertrokken uit de samenwerking hebben Catipa en anderen het nummer Bon Tene omgezet naar het nummer Amor Real, dat in de meeste opzichten afwijkt van het origineel. Naast een gelijk klinkende intro bevat het nieuwe nummer ook twee korte samples van Bon Tene waarin de stem van gedaagde is te horen. Nadat dit nieuwe nummer is gepubliceerd op YouTube heeft gedaagde melding gemaakt van plagiaat en dit nummer tijdelijk laten blokkeren. De rechter start met de conclusie dat op het nummer Bon Tene gezamenlijk auteursrecht rust tussen Catipa en gedaagde. Aannemelijk is vervolgens, aldus de rechter, dat gedaagde ook in het nieuwe muzieknummer mede-rechthebbende is in het gemeenschappelijk auteursrecht. Hierdoor dient ook rekening te worden gehouden met de persoonlijke rechten van gedaagde en kan gedaagde aanspraak maken op toekomende financiële vergoeding.

IEF 20798

Artikel ingezonden door Erwin Angad-Gaur, raad van toezicht, Sena 

Hoe lang blijft nul euro een redelijk tarief?

Begin vorig jaar schreef Henk Westbroek in Performers Magazine van auteursrechtenorganisatie Sena, ingelicht door betrouwbare bronnen, dat na de zomer, als de coronasteungelden via de omroep op zouden zijn, een nette beloning voor een optreden bij de publieke omroep als vanouds weer ‘nul euro’ zou gaan bedragen. SP-Kamerlid Peter Kwint stelde naar aanleiding van de column hernieuwde Kamervragen. Toenmalig minister Slob berichtte uiteindelijk de Kamer dat de omroep er “welwillend tegenover [staat] om in de toekomst het uitgangspunt van een betaling tegen eventueel een standaardtarief of minimumtarief uit te voeren”, maar voorlopig zou dat nog niet gebeuren. De situatie bleef voorlopig zoals hij was.

Lees het gehele artikel, geschreven door Erik Thijssen, hier.

IEF 20799

Uitspraak ingezonden door Manon Rieger-Jansen en Clemens Molle, Bird & Bird.

Geen verwarringsgevaar door beschrijvende bestanddelen tekens en merken

BenGH 15 juni 2022, IEF 20799, IEFbe 3475; C 2021/8 (The a2 Milk Company tegen MJN U.S. Holdings) Zie ook C 2020/19, C 2020/20. Mead Johnson Nutrition ontwikkelt en verkoopt zuigelingenvoeding, en is deposant van drie verschillende “A2”-merken. The a2 Milk Company ontwikkelt en verkoopt allerhande melkproducten die het zogenoemde “A2-bèta-caseine-eiwit” bevatten, en is houder van verschillende “a2”-merken. Het BBIE heeft de oppositie van The a2 Milk Company tegen de merkaanvragen afgewezen, met als spil in haar overwegingen de beschrijvendheid van het element “A2” / “a2” voor melk en melkproducten. The A2 Milk Company heeft beroep ingesteld. Naar aanleiding van het HvJ EU Equivalenza-arrest rees de vraag op welke momenten een beschrijvend karakter van een merk een rol speelt; bij de beoordeling van de overeenstemming tussen teken en merk, of pas bij de globale beoordeling van het verwarringsgevaar.

IEF 20797

HR Conclusie A-G: belang van verdediging betrokken standpunt prevaleert

Hoge Raad 3 jun 2022, IEF 20797; ECLI:NL:PHR:2022:529 (Eiser tegen verweerder en Springfield), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-conclusie-a-g-belang-van-verdediging-betrokken-standpunt-prevaleert

HR Conclusie A-G 3 juni 2022, IEF 20797, IT 3977; ECLI:PHR:2022:529 (Eiser tegen verweerder en Springfield) Eiser is een advocaat die onrechtmatige uitlatingen gedaan zou hebben over verweerder. Verweerder is eveneens advocaat. In deze zaak gaat het over de vraag of eiser onrechtmatig heeft gehandeld jegens verweerder. Ter beoordeling van deze vraag dient een afweging gemaakt te worden tussen enerzijds het belang van verweerder om verschoond te blijven van beschadigingen van zijn eer of goede naam en anderzijds het belang van eiser bij het in een procedure naar voren kunnen brengen van hetgeen men dienstig acht ter verdediging van het betrokken standpunt. Bij deze beoordeling dient er groot gewicht toe te komen aan de vrijheid van advocaten en hun partijen. Advocaten moeten in staat zijn om hun eigen belang en dat van hun cliënten te dienen. Aan deze vrijheid zitten echter wel grenzen. Het hof oordeelde in deze zaak dat het belang van verweerder zwaarder weegt dan het belang van eiser. Het hof wees de vordering van verweerder tot rectificatie van door eiser gedane uitlatingen toe. Eiser stelt cassatie in tegen deze uitspraak van het hof. A-G Snijders meent dat het cassatieberoep gegrond is onder meer omdat het niet gaat om of de inschattingen van de bijdrage die de uitlatingen zouden kunnen hebben in deze zaak, juist waren. Het gaat er enkel om of eiser heeft kunnen en mogen menen dat het belang van zijn cliënten werd gediend. A-G Snijders roept op tot vernietiging van het arrest van het hof.