IEF 22236
13 september 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Levola/Smilde

 
IEF 22234
12 september 2024
Artikel

Hoe kan een merkenaudit uw wereldwijde marktstrategie ondersteunen?

 
IEF 22233
12 september 2024
Artikel

Aankondiging jaarlijkse BIE-scriptieprijs

 
IEF 17229

CvTA had BUMA/Stemra om haar zienswijze moeten vragen

Rechtbank Amsterdam 26 okt 2017, IEF 17229; (Buma/Stemra tegen CVTA), https://ie-forum.nl/artikelen/cvta-had-buma-stemra-om-haar-zienswijze-moeten-vragen

Rechtbank Amsterdam 26 oktober 2017, IEF 17229 (Buma/Stemra tegen CVTA) Buma/Stemra heeft een extern onderzoek laten verrichten naar hun financiële organisatie, waar na afronding van het onderzoek CVTA over heeft bericht. Vervolgens heeft CVTA Buma/Stemra geadviseerd nader onderzoek te laten verrichten naar haar financiële organisatie en ook hier een persbericht over gepubliceerd. Buma/Stemra maakt bezwaar tegen het advies en het daaraan gekoppelde persbericht. Het advies van het CVTA is aan te merken als een besluit in de zin van de Awb. Voorafgaand aan het advies had het CVTA Buma/Stemra om haar zienswijze moeten vragen. Nu deze zienswijze alsnog gevraagd is, is het advies zorgvuldig tot stand gekomen zodra de zienswijze toegevoegd is aan het advies. Daarnaast is het uitbrengen van een persbericht dat betrekking heeft op een advies waarvan de inhoud nog niet vaststaat prematuur. Nu ook het persbericht aangepast is, kan dit tegelijkertijd met het advies gepubliceerd worden. 

IEF 17226

Vragen aan HvJEU over gelijkstelling ABC-certificaat met handelsvergunning geneesmiddel

18 jul 2017, IEF 17226; C-527/17 (Paclitaxel), https://ie-forum.nl/artikelen/vragen-aan-hvjeu-over-gelijkstelling-abc-certificaat-met-handelsvergunning-geneesmiddel

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJEU 18 juli 2017, IEF 17226; IEFbe 2394; LS&R 1527; C-527/17 (Paclitaxel). Octrooirecht. Beschermingscertificaat. Geneesmiddel. Via MinBuZa: Verzoekster (LN) is houdster van het op 26.01.1994 aangevraagde (op 27.10.2010 verleende) Europese octrooi EP 0 681 475 B1 dat inmiddels door tijdsverloop is vervallen. Het octrooi omvat het gebruik van geneesmiddelen ter vermindering van restenose na een angioplastiek, een behandeling voor de verwijding van vaatvernauwingen. Daarna kan een hernieuwde vernauwing van de vaatwand ontstaan, restenose genoemd. Conclusie 8 van het basisoctrooi luidt: “Gebruik van taxol voor de productie van een geneesmiddel ter handhaving van een verwijd vaatoppervlak”. In het bijzonder werd ontdekt dat taxol voor dit doel geschikt is, een uit de kankertherapie bekende werkzame stof met de algemene internationale benaming Paclitaxel, die door het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) met gelding in de Europese Unie als geneesmiddel voor de behandeling van kanker werd toegelaten. Op 21.01.2003 werd aan verzoekster door de Technische Überwachungsverein (TÜV) Rheinland een EG-certificaat voor het medisch hulpmiddel TAXUS™ Express2 Paclitaxel-Eluting Coronary Stent System afgegeven. In het kader van de EG-certificeringsprocedure werd het geneesmiddelbestanddeel Paclitaxel van het medisch hulpmiddel door de Nederlandse geneesmiddelenautoriteit Medicines Evaluation Board in the Netherlands (CBG-MEB) overeenkomstig richtlijn 93/42 gecontroleerd. Op 29.03.2011 verzocht verzoekster bij het Duitse octrooi- en merkenbureau (hierna: DPMA) om afgifte van een aanvullend beschermingscertificaat op grond van het Duitse deel van het Europese octrooi en baseerde zich daarbij ten aanzien van de vereiste vergunning voor het als geneesmiddel in de handel brengen op een EG-certificaat uit het jaar 2007. Bij besluit van 19.02.2016 heeft DPMA het verzoek afgewezen en aangevoerd dat het product zoals omschreven in het verzoek niet beschikte over een vergunning als geneesmiddel in de zin van de ABC-verordening. Tegen dit besluit heeft verzoekster beroep ingesteld, waarmee zij vasthoudt aan haar verzoek tot afgifte van een aanvullend beschermingscertificaat voor het product Paclitaxel en onder vermelding van het door TÜV Rheinland aan haar afgegeven EG-certificaat van 21.01.2003. 

IEF 17228

Het Nationaal Mediarecht congres op 16 november in Amsterdam

Mediarecht experts belichten de (recente) geschiedenis van het mediarecht, bespreken het heden, kijken vooruit én gaan in gesprek over de betekenis voor de dagelijkse praktijk. Zo bespreekt Remy Chavannes (advocaat bij Brinkhof) de jurisprudentie op het gebied van mediarecht. Wat hebben we recent gezien en wat betekent dat voor de praktijk? Naast een overzicht van de actuele jurisprudentie uit Straatsburg, Luxemburg, Den Haag en Hilversum zullen ook de zaak Omroep Max en Avrotros tegen Pretium uitgebreid belicht worden. DeLex organiseert, in samenwerking met het Commissariaat voor de Media, het Nationaal Mediarecht congres.

Het thema: Mediarecht in tijden van verandering. Aanvang: 12:30 uur. Geef je hier op.

IEF 17225

Vragen aan HvJEU over collectief beheer merkenrechten en over IP-adressen als dienst onder de Richtlijn Elektronische Handel

HvJ EU 28 aug 2017, IEF 17225; C-521/17 (SNB-REACT), https://ie-forum.nl/artikelen/vragen-aan-hvjeu-over-collectief-beheer-merkenrechten-en-over-ip-adressen-als-dienst-onder-de-richtl

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJEU 28 augustus 2017, IEF 17225; IEFbe 2395; IT2389; C-521/17 (SNB-REACT). Merkenrecht. Domeinnaamrecht. Via MinBuZa: Verzoekster (SNB-REACT) heeft op 13.02.2014 bij de rechter in eerste aanleg een vordering tegen verweerder (Deepak Mehta) ingesteld tot beëindiging van de inbreuk op merkrechten en tot schadevergoeding. Verzoekster is een instantie voor de vertegenwoordiging van merkhouders en vertegenwoordigt tien merkhouders. Verweerder heeft websites op zijn naam geregistreerd, waarop onlinewinkels onrechtmatig goederen te koop aanbieden die zijn voorzien van met merken identieke tekens. Bovendien bevatten enkele van de door verweerder geregistreerde domeinnamen tekens die identiek zijn met ingeschreven merken. Verzoekster heeft in de procedure betoogd dat de door haar genoemde websites allemaal in de aan verweerder toegewezen IP-gebieden zijn geregistreerd en dat verweerder houder van deze IP-adressen is. Verweerder betwist de vordering. Hij heeft geen enkele van de door verzoekster genoemde domeinnamen geregistreerd. Hij was vroeger enkel houder van de IP-adressen. Een IP-adres en een domeinnaam moeten evenwel van elkaar worden onderscheiden. De rechter in eerste aanleg heeft bij vonnis van 27 oktober 2016 de vordering in haar geheel afgewezen. Verzoekster betwist in hoger beroep het vonnis van de rechter in eerste aanleg, voor zover hij de vordering heeft afgewezen. Volgens verzoekster heeft de rechter in eerste aanleg ten onrechte beslist dat zij niet bevoegd was om een vordering in te stellen wegens een inbreuk op de rechten van merkhouders. 

IEF 17224

Uitspraak ingezonden door Lotte Rutgers en Marga Verwoert, Leeway.

Vrijgeven bewijsbeslag stuit af op verschillen tussen 'tekening' en 'kanttekening'

Rechtbank Gelderland 26 jun 2017, IEF 17224; (Holonite tegen Composietsteen), https://ie-forum.nl/artikelen/vrijgeven-bewijsbeslag-stuit-af-op-verschillen-tussen-tekening-en-kanttekening

Vzr. Rechtbank Gelderland 26 juni 2017, IEF 17224; IT 2388 (Holonite tegen Composietsteen). Artikel 438 lid 4 Rv. Bewijsbeslag. Holonite is producent en distributeur van o.a. dorpels. Composietsteen is een bouwmaterialengroothandel en specialist op het gebied van (gegoten) composietsteen. Op enig moment heeft Composietsteen ook dorpels aan haar assortiment toegevoegd. Holonite heeft conservatoir bewijsbeslag gelegd op alle afschriften van documentatie en en kopieën van elektronische data. Bij vonnis [IEF 16779] is Composietsteen een gebod opgelegd om de deurwaarder toe te staan een definitieve selectie op te maken op basis van drie categorieën zoektermen en deze, na toestemming van Composietsteen, voor te leggen aan (de advocaat van) Holonite. Bij de daaropvolgende selectie heeft de deurwaarder één document geselecteerd. Composietsteen heeft kenbaar gemaakt dat er bezwaren bestaan tegen het vrijgeven van het document aan Holonite. Hierop is de deurwaarder een procedure ex artikel 438 lid 4 Rv gestart. In de zoektermen van het vonnis stond onder andere het woord 'tekening'. In het geselecteerde document staan naast woorden uit categorie A en B ook het woord 'kanttekening', dit woord komt niet overeen met het woord 'tekening'. Nu er in de eerdere procedure veel aandacht is besteed aan het vaststellen van de zoektermen, moet worden geconcludeerd dat het geselecteerde document buiten de context van het eerder gewezen vonnis valt. 

IEF 17223

Uitspraak ingezonden door Lotte Rutgers en Marga Verwoert, Leeway.

Teveel onduidelijkheden om ontwerper speaker/lamp/wijnkoeler vast te stellen

Rechtbank Noord-Holland 11 okt 2017, IEF 17223; (Nomenta tegen Nikki), https://ie-forum.nl/artikelen/teveel-onduidelijkheden-om-ontwerper-speaker-lamp-wijnkoeler-vast-te-stellen

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 11 oktober 2017, IEF 17223 (Nomenta tegen Nikki) Auteursrecht. Rechthebbende. Nomenta verhandelt een speaker/lamp/wijnkoeler, de Asserbo, die via een tussenpersoon bij Nikki zijn gekomen. Sinds juni 2017 koopt Nikki eenzelfde product in bij KIWA. Partijen zijn het eens dat de Lampion een verveelvoudiging van de Asserbo is. Nomenta stelt dat zij rechthebbende is nu haar werknemers ontwerper zijn. Nikki stelt echter dat haar leverancier, KIWA, ontwerper is. Nomenta heeft e-mails aan afnemers bijgevoegd, maar niet gezegd kan worden of deze bijvoorbeeld deel uitmaakten van het ontwerpproces van de Asserbo. Nikki heeft een brief overlegd van KIWA waaruit blijkt dat KIWA beschikt over technische tekeningen, terwijl niet is gebleken dat Nomenta hier over beschikt. De beschikking over technische tekeningen kan dienen ter ondersteuning van de stelling van Nikki. Aan een uitdraai waarvan Nomenta stelt dat deze afkomstig is van de Kamer van Koophandel van Hong Kong, komt maar beperkte betekenis toe nu uit niets blijkt dat dit een overzicht is van een officiële instantie. Eveneens is het onduidelijk of Ryan Leung, waarvan de brief van KIWA afkomstig is, en Ryan Liang, een ex-werknemer van Nomenta, dezelfde persoon zijn. Ook een kort voor de zitting door Nomenta ingediende onvertaalde Chinese productie bewijst niets over de leveranciers van Nomenta. De geleverde bewijsmaterialen van beider partijen bevatten te veel onduidelijkheden om het geschil te beslechten.

IEF 17222

Uitspraak ingezonden door Patty de Leeuwe en Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger

Het aanbieden van verkorte hyperlinks naar illegale streams is een ongeoorloofde openbaarmaking

Rechtbank Midden-Nederland 27 okt 2017, IEF 17222; (Stichting BREIN tegen Moviestreamer International), https://ie-forum.nl/artikelen/het-aanbieden-van-verkorte-hyperlinks-naar-illegale-streams-is-een-ongeoorloofde-openbaarmaking

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 27 oktober 2017, IEF 17222; IT 2387; ECLI:NL:RBMNE:2017:5510 (Stichting BREIN tegen Moviestreamer International) Auteursrechtinbreuk door verkort hyperlinken naar beschermde werken. Moviestreamer biedt klanten tegen betaling toegang tot een online aanbod van IPTV-abonnementen. Stichting Brein vordert een staking van het aanbieden van hyperlinks die gebruikers toegang bieden tot illegale (live)streams of ander illegaal aanbod van beschermde werken. Moviestreamer voert aan dat zij slechts een rol heeft als bemiddelaar bij het tot bijeenbrengen van vraag en aanbod inzake IPTV-abonnementen, doordat zij de klant slechts een referral (verkorte url) verstrekt. Vaststaat dat de verkorte unieke hyperlink toegang geeft tot een .m3u bestand, welke toegang geeft tot andere hyperlinks. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verstrekken van een unieke hyperlink aan klanten die leidt naar beschermde werken een 'mededeling aan het publiek' is. De content op de desbetreffende websites is aanwezig zonder toestemming van de rechthebbenden. Voldoende is komen vast te staan dat Moviestreamer van het illegale karakter weet of behoort te weten, aangezien zij daarop door Brein is gewezen. Er is sprake van een ongeoorloofde openbaarmaking in de zin van de Aw en de WNR. 

IEF 17221

Uitspraak ingezonden door Naomi Ketelaar en Paul Kreijger, Visser Schaap & Kreijger

Door toevoeging Nelson aan City Resort is handelsnaam niet langer verwarringwekkend

Rechtbank Oost-Brabant 27 okt 2017, IEF 17221; (Fitland Oss tegen City Hotel), https://ie-forum.nl/artikelen/door-toevoeging-nelson-aan-city-resort-is-handelsnaam-niet-langer-verwarringwekkend

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 27 oktober 2017, IEF 17221 (Fitland Oss tegen City Hotel) Geen inbreuk handelsnaamrecht door toevoeging Nelson. De voorzieningenrechter heeft bij vonnis van 4 september 2017 [IEF 17081] Fitland Oss verboden om City Resort Oss als handelsnaam te gebruiken. Fitland Oss stelt dat haar nieuwe handelsnaam "Nelson City Resort Oss" is toegestaan. Door de onderscheidende toevoeging Nelson is de naam niet langer verwarringwekkend met "City Hotel". Partijen verschillen van mening over het neergelegde verbod. De voorzieningenrechter oordeelt dat Fitland voldoet aan de in het vonnis van 4 september 2017 uitgesproken veroordeling. Door het woord Nelson voor City Resort Oss te plaatsen is sprake van een (handels)naam die voldoende onderscheidend is van de verboden handelsnamen City Resort Hotel Oss en City Resort Oss. Het is niet de bedoeling van de voorzieningenrechter geweest om de woorden City Resort en Hotel in de handelsnaam volledig te verbieden. Fitland heeft geen dwangsommen verbeurd.

IEF 17220

Uitspraak ingezonden door Joost Becker en Jeroen Lubbers, Dirkzwager advocaten & notarissen

Auteursrechtinbreuk op the Wonder Weeks door overname tekst en structuur in applicatie

Rechtbank Gelderland 27 okt 2017, IEF 17220; (Kiddy World Publishing tegen JL Creations), https://ie-forum.nl/artikelen/auteursrechtinbreuk-op-the-wonder-weeks-door-overname-tekst-en-structuur-in-applicatie

Vzr. Rechtbank Gelderland 27 oktober 2017, IEF 17220 (Kiddy World Publishing tegen JL Creations) Auteursrechtinbreuk. Verstekvonnis. Kiddy World is rechthebbende van de auteursrechten die rusten op de Wonder Weeks-werken. Kiddy World stelt dat JL Creations daarop onrechtmatig inbreuk maakt, door in de applicatie Babyleaps de structuur, opzet en tekst van de Wonder Weeks-werken zonder toestemming van Kiddy World nagenoeg volledig over te nemen. De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van auteursrechtinbreuk door het overnemen van tekst en structuur van Kiddy World. JL Creations wordt veroordeeld tot verwijdering van de inbreukmakende content en tot het plaatsen van een rectificatie op haar website, in haar app en in de App Store. Ook dient JL Creations alle inbreukmakende content te verwijderen van alle dragers waartoe JL Creations toegang heeft, en dient zij aan Kiddy World afschrift te verstrekken van het aantal downloads van haar app.

IEF 17219

Negatieve uitingen op Facebook geen ontoelaatbare schending van recht op bescherming eer en goede naam

Rechtbank Midden-Nederland 25 okt 2017, IEF 17219; ECLI:NL:RBMNE:2017:5341 (Uitingen Facebook klusbedrijf), https://ie-forum.nl/artikelen/negatieve-uitingen-op-facebook-geen-ontoelaatbare-schending-van-recht-op-bescherming-eer-en-goede-na

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 25 oktober 2017, IEF 17219; IT 2386; ECLI:NL:RBMNE:2017:5341 (Uitingen Facebook klusbedrijf) Botsende grondrechten. Eisers hebben bij gedaagde een dakkapel gerenoveerd. Gedaagde heeft geklaagd bij de uitvoerder over de scheefstand van de verbouwde dakkapel en ontstane lekkages. De gebreken zijn niet hersteld en gedaagde heeft daarom op Facebook negatieve berichten geplaatst over de eisers. Eisers vorderen dat de uitlatingen op Facebook worden verwijderd. Er moet een afweging gemaakt worden tussen het belang van gedaagde dat zij in haar fundamentele recht op een vrije meningsuiting wordt beperkt, en het belang van eisers recht op bescherming van hun eer en goede naam. Anders dan eisers stellen kunnen de geplaatste opmerkingen niet als onjuist of onbetamelijk worden aangemerkt. De tekortkomingen die gedaagde noemt zijn onvoldoende weersproken en niet verholpen door eisers. De opmerkingen zijn niet onbetamelijk verwoord, maar als een vaststelling van de feiten. Bovendien nodigt eiser bezoekers van de Facebookpagina uitdrukkelijk uit om hun mening te geven. Er is geen plaats voor het oordeel dat de aantasting van hun eer en goede naam ten onrechte heeft plaatsgevonden.