IEF 22260
27 september 2024
Artikel

Uitnodiging Conferentie 20 jaar master Informatierecht: ‘Het opleiden van evenwichtskunstenaars’

 
IEF 22257
27 september 2024
Uitspraak

Screenshots en hyperlinks zijn op zichzelf onvoldoende voor een modelrechtelijk relevante openbaarmaking

 
IEF 22259
27 september 2024
Artikel

Briene Zijlmans volgt directeur Hester Wijminga van Stichting De Thuiskopie op

 
IEF 14532

IE-Diner - 29 januari 2015

Op donderdag 29 januari 2015 (traditioneel de laatste donderdag van januari) organiseert deLex het jaarlijkse IE-Diner in de Industrieele Groote Club op de Dam in Amsterdam.

Een mooie IE-avond, in een zaal vol IE-collega’s, om bij te praten, te pleiten te netwerken en na te pleiten tijdens een vijfgangendiner met een goed glas wijn. Hoogleraren, advocaten, rechters, gemachtigden, bedrijfsjuristen, bestuurders en ambtenaren, allen in ‘gepaste kledij’, en uiteraard tafelspeeches van bekende (IE-) juristen. Ook dit jaar is onze ceremoniemeester Toon Huydecoper, oud-advocaat-generaal bij de Hoge Raad.

Inschrijven
U kunt zich opgeven via de app of via www.delex.nl.

Programma
17.30 - 18.00 uur
Ontvangst & registratie
18.00 - 19.00 uur
Aperitief in de Damzaal
19.00 - 22.00 uur
Diner in de Groote zaal
22.00 - 23.00 uur
Koffie in de Clubzaal
23.00 uur
Einde programma

Het aantal plaatsen is beperkt. Mocht u nog speciale dieetwensen hebben (vegetarisch of anderszins), wilt u dit dan per mail doorgeven?

Programma, sprekers, locatie en reisinfo: hier.

Deelname aan het IE-Diner kost €225,00 excl. BTW, sponsors van IE-Forum.nl betalen €195,00 excl. BTW.

Heeft u nog vragen?
Stuur een email naar czuidema@delex.nl.

De web-app?
Scan deze QR-code

IEF 14531

16th EIPIN Congress

16th EIPIN Congress The Innovation Society and Intellectual Property, 29-31 January 2015, Maastricht.
Europe is still lagging behind in terms of innovation. Research centres are coming up with breakthrough technologies, but the commercial follow-up is still not where it should be. (...)

Er is slechts een zeer beperkt aantal plaatsen is beschikbaar voor belangstellenden. Het tarief voor deelname (inclusief lunches en diners) bedraagt €700,- all-in en btw-vrij. Belangstellenden kunnen zich richten tot Mw. Sophie Tax: sophie.tax@maastrichtuniversity.nl

IEF 14535

Debuutroman niet onrechtmatig jegens vader van auteur

Vzr. Rechtbank Amsterdam 8 januari 2015, IEF 14535; ECLI:NL:RBAMS:2015:45 (vader tegen dochter-Uitgeverij Atlas)
Uitspraak mede ingezonden door Christiaan Alberdingk Thijm, bureau Brandeis. Mediarecht. De publicatie van het debuutroman 'Iedereen kan schilderen' wordt niet onrechtmatig geacht jegens de vader van de auteur. Het belang van expressievrijheid van de auteur weegt zwaarder dan privébelangen vader. Het is duidelijk dat er sprake is van fictie, ook al heeft de auteur zich door reëel bestaande personen laten inspireren. Bezwaren werden vooral gevoed door de interviews met auteur waarin verteld werd dat er veel gelijkenissen zijn met vader-eiser, aangelengd met fictie. De publicatie van het boek, in samenhang met de nadien door gedaagde-dochter gegeven interviews is niet onrechtmatig. De vorderingen tot uit de handel nemen en rectificatie worden afgewezen.

4.5. In dit geval is behalve op de omslag ook in het boek zelf (op pagina 4) vermeld dat het gaat om fictie. [gedaagde] heeft op dit punt terecht aangevoerd dat Hans Kostons niet dezelfde persoon is als [eiser], hetgeen al blijkt uit de volgende voorbeelden:
- zijn naam is anders;
- Hans Kostons heeft een (dwangmatige) hobby, waaraan de roman zijn titel ontleent, namelijk schilderen; [eiser] schildert niet;
- Hans Kostons is ervan overtuigd dat er marters actief zijn in zijn woning; [eiser] heeft die overtuiging nooit gehad.
Deze voorbeelden kunnen met andere (in de pleitnota vermelde) worden aangevuld. Ook zijn partijen het erover eens dat [eiser] zijn gezin nooit met camera’s heeft bespioneerd.
Hans Kostons is en blijft derhalve een romanfiguur en kan dus niet één op één met [eiser] worden vereenzelvigd. Dat [gedaagde] zich voor het beschrijven van het personage van Hans Kostons heeft laten inspireren door [eiser] en in interviews heeft verklaard dat veel in het boek overeenkomt met de werkelijkheid zoals zij die ervaart, maakt dat niet anders en behoort tot haar artistieke vrijheid.
Het lezerspubliek, waaronder [eiser] en de personen die hem kennen, kan de beschrijving van het personage van Hans Kostons dus niet op goede gronden aanmerken als een volledig op de werkelijkheid gebaseerde beschrijving van [eiser] Negatieve eigenschappen van Hans Kostons kunnen dan ook niet gerechtvaardigd op [eiser] worden geprojecteerd. Dit brengt mee dat de roman niet onnodig grievend jegens [eiser] is.
4.6. Daar komt bij dat ook [eiser] zelf heeft erkend dat met het boek als zodanig niet zo heel veel mis is, aangenomen dat het de lezer duidelijk is dat het als fictie moet worden opgevat. Zijn bezwaren tegen het boek zijn vooral gevoed door de interviews met [gedaagde], met name dat in De Volkskrant, waarin zij heeft verteld dat de vader uit de roman veel gelijkenissen vertoont met [eiser] [gedaagde] heeft echter in dat interview ook met zoveel woorden verklaard dat het gaat om werkelijke gebeurtenissen, aangelengd met fictie. Het lezerspubliek kan dus op basis van het interview in De Volkskrant niet bepaalde persoonlijkheidskenmerken of handelingen van Hans Kostons aan [eiser] toeschrijven, omdat het steeds denkbaar is dat het bewuste kenmerk of de betreffende handeling door [gedaagde] is bedacht.  Anders dan [eiser] heeft bepleit kan het verschijnen van deze interviews een op zichzelf rechtmatige publicatie onder deze omstandigheden niet achteraf het predicaat onrechtmatig verschaffen. (...)

4.9. De vorderingen onder II tot en met IV borduren voort op de stelling dat publicatie van het boek, in samenhang met de nadien door [gedaagde] gegeven interviews, onrechtmatig is jegens [eiser] Nu geoordeeld is dat dat niet het geval is, is ook voor toewijzing van de gevorderde rectificaties geen plaats.

Op andere blogs:
MediaReport

IEF 14534

Opgaveplicht aantal Digitenne abonnees en dooronderhandelen met Buma

Vzr. Rechtbank Amsterdam 7 januari 2015, IEF 14534; ECLI:NL:RBAMS:2015:338 (Vereniging BUMA tegen KPN en Digitenne)
Uitspraak ingezonden door Christiaan Alberdingk Thijm en Douwe Linders, bureau Brandeis. In't kort: Auteursrecht. Vertegenwoordig. Voor de doorgifte van RTV heeft KPN een overeenkomst met CBO's zoals Buma. De voorzieningenrechter veroordeelt KPN tot opgave van aantal unieke abonnees, tot vergoeding voor het gebruik van het Buma-repertoire in 2013 en 2014 en tot betaling van €373,437,78 aan toegewezen voorschotten. In reconventie wordt Buma veroordeelt om de onderhandelingen met Digitenne over tarieven en overige voorwaarden gedurende vier maanden voort te zetten. Buma kan haar verbodsrecht niet uitoefenen of daarmee dreigen.

5.7. en 5.8. Medewerker X heeft ter zitting verklaard dat hij nimmer namens Digitenne bij de door NLKabel gevoerde tariefonderhandelingen aanwezig is geweest. (…) Dat enige e-mailcorrespondentie tussen NLKabel, Buma, KPN en ook X, die geen bestuurder is van Digitenne, is toegezonden, is voorshands onvoldoende om aan te kunnen nemen dat Digitenne tijdens de tariefonderhandelingen door X is vertegenwoordigd. (…) KPN is gedurende de onderhandelingen vertegenwoordigd door medewerker Y. (…) Buma heeft onvoldoende onderbouwd dat Y gedurende de gesprekken de indruk heeft gegeven mede namens Digitenne op te treden. (…) dat KPN het volledige aandelenkapitaal van Digitenne in handen heeft (…) is onvoldoende.

5.9. (…) Digitenne heeft betwist dat Digitenne een dienst van KPN is. Zij heeft aangevoerd dat zij het zenderpakket zelf samenstelt, zelf houder van de benodigde frequentievergunning is en de aan Buma verschuldigde vergoeding steeds zelf heeft voldaan. Zij heeft erkend dat KPN Digitenne aan de consument aanbiedt. Digitenne heeft geen eigen abonnees. Zij levert een ‘wholesale’ product aan KPN, die het vervolgens aan de consument aanbiedt. (…) De voorzieningenrechter is van oordeel dat Digitenne de stelling van Buma dat zij een dienst van KPN is, daarmee heeft weerlegd. Dat betekent dat voorshands niet kan worden aangenomen dat Digitenne een dienst van KPN is en evenmin dat zij om die reden aan het mede namens KPN uitonderhandelde tarief is gebonden. Uit het voorgaande volgt dat voorshands niet kan worden aangenomen dat Digitenne tijdens de tariefonderhandelingen door KPN is vertegenwoordigd.
5.11. (…) Ten eerste is niet gebleken dat uit het lidmaatschap van RoDAP voortvloeit dat Digitenne automatisch gebonden is aan alle afspraken die namens RoDAP met derden worden gemaakt. Zij kan met andere woorden niet tegen haar wil in onderhandelingen met derde partijen worden vertegenwoordigd. (…)

5.12. De voorzieningenrechter komt daarmee tot de conclusie dat voorshands niet aannemelijk is dat Digitenne aan het uitonderhandelde tarief is gebonden. Dat betekent dat tussen partijen thans nog geen overeenstemming bestaat over het voor Digitenne over 2014 te hanteren tarief voor het gebruik van het Buma-repertoire.

Lees de uitspraak (pdf/html)

IEF 14533

Mondriaan vrij, toch oppassen

Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever. Aan het begin van elk jaar verschijnen er in de media altijd overzichten van kunstwerken die op 1 januari in het publieke domein zijn gevallen. In de Europese Unie geldt sinds 1995 de hoofdregel dat auteursrechten 70 jaar na de dood van de maker eindigen.


Mondriaan en Glenn Miller
Daarom mogen we sinds een paar dagen ongelimiteerd en zonder kosten koffiekopjes met Mondriaan-motief verkopen of In the mood van Glenn Miller op de radio draaien. Beide mannen stierven in 1944.

Pas op voor ‘Mort pour La France’
Maar toch is het oppassen geblazen. Want ondanks het feit dat we een Europese termijn voor bescherming kennen, bestaan er in verschillende landen verraderlijke uitzonderingen. Zo moet u bijvoorbeeld niet denken dat u Le Petit Prince van Antoine de Saint-Exupery in Frankrijk kunt gaan uitgeven. Jazeker, de man overleed in 1944 bij een vliegtuigongeluk, maar Frankrijk blijkt voor auteurs die tijdens WO II voor het vaderland zijn gestorven een uitzondering gemaakt te hebben: onder de naam ‘Mort pour la France’ kregen zij in 1948 dertig jaar extra auteursrechtbescherming.

Copyright Calculator
Dus voordat u straks 10.000 servetten met De Schreeuw van Edvard Munch (1944†) op de Europese markt brengt, check nog wel even of er niet ergens toch een uitzondering bestaat. De website van Europeana heeft er hier zelfs een mooie calculator voor.

Dit artikel verscheen eerder in NRC Handelsblad.

IEF 14530

Annotatie Jan Kabel bij LIRA tegen UPC

Prof. mr. J.J.C. Kabel, Annotatie bij Rb. Amsterdam (LIRA tegen UPC) uit: AMI 2014-6, p. 208; IViR.nl.
Geschil tussen collectieve beheersorganisatie Stichting Lira (Lira) en kabelbedrijven UPC, Zeelandnet en Ziggo (UPC c.s.) [IEF 14143]. Lira vordert een verbod van openbaarmaking door UPC c.s. van aan Lira door de tekstschrijvers overgedragen werk. De rechtbank oordeelt dat die overdracht geldig is en dat voor zover daarbij rechten m.b.t. toekomstige werken worden overgedragen deze voldoende bepaald zijn om te kunnen worden overgedragen. Artikel 45d Auteurswet staat daaraan niet in de weg.
Lees verder

IEF 14529

Hoge hakken voorzien van (quasi) identiek teken

Hof van Beroep Brussel 18 november 2014, IEF 14529 (Louboutin tegen Dr. Adams Footwear)
Merkenrecht. Internationale rechtsmacht 4.6 BVIE en 28.1 EEX-Vo. Het incidenteel beroep van Dr. Adams Footwear en diens vordering tot nietigverklaring van het Benelux-rode-zoolmerk van Louboutin is ongegrond [red. vgl. IEF 14389]. Het hof van beroep stelt vast dat Dr. Adams Footwear door damesschoenen met hoge hakken die voorzien zijn van een aan het Beneluxmerk (quasi) identiek teken te koop aan te bieden, inbreuk maakt op dat merk.
Lees verder

IEF 14528

Vrijwaring Xenos afgewezen in geding over juwelenrekje

Rechtbank Den Haag 24 december 2014, IEF 14528; ECLI:NL:RBDHA:2014:16363 (eisers tegen Blokker e.a.)
Procesrecht. Vrijwaringsincident. Eisers stellen dat [B] op verzoek van Xenos een juwelenrekje heeft ontworpen, welke vervolgens door Xenos werden verkocht. Eisers vorderen dat de rechtbank hen toestaat Xenos te dagvaarden in het geding tegen Blokker. Het betreft volgens de rechtbank echter zelfstandige vorderingen jegens Xenos, die niet voortvloeien uit een nadelige beslissing in de zaak tegen Blokker. De vordering wordt afgewezen.

4.3. De eerste twee vorderingen zoals geformuleerd onder 3.2 die [A c.s.] wenst in te stellen, moeten worden aangemerkt als zelfstandige vorderingen jegens Xenos, die mogelijk tot gevolg hebben dat de vorderingen jegens Blokker c.s. in de onderhavige procedure toewijsbaar zijn. Gelet hierop betreft het geen vorderingen tot vrijwaring van [A c.s.] voor de schade die voortvloeit uit een nadelige beslissing in de hoofdzaak. De stelling van
[A c.s.] dat Xenos onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door niet op te treden tegen de inbreuk op het auteursrecht op het juwelenrekje door Blokker c.s. of door niet te bewerkstelligen dat Blokker c.s. de juwelenrekjes ook bij [A c.s.] afnam, levert ook geen grondslag voor vrijwaring op. De gestelde onrechtmatige daad schept geen verbintenis voor Xenos tot vrijwaring van [A c.s.] voor de schade ten gevolge van een nadelige uitkomst van de door [A c.s.] daarna aangespannen inbreukprocedure tegen Blokker c.s. Hoogstens is sprake van een zelfstandige verbintenis tot vergoeding van de schade die het gevolg is van het gestelde onrechtmatig handelen door Xenos. Derhalve dient de vordering van [A c.s.] tot oproeping van Xenos in vrijwaring te worden afgewezen.
IEF 14527

Octrooiinbreuk op wegdekfunderingsconstructie

Rechtbank Den Haag 7 januari 2015, IEF 14527 (Permavoid tegen HTW Infiltratietechniek)
Uitspraak ingezonden door Jaap Bremer en Eline Schiebroek, BarentsKrans. Octrooirecht. Inbreuk. VRO-procedure. Permavoid heeft een door voertuigen te berijden wegdekfunderingsconstructie met funderingslaag ontwikkeld en heeft daarvoor octrooi EP 1 311 727 B1. HTW biedt 'Varioboxen' aan in samenwerking met aannemers. In deze VRO-procedure, met afwijkende termijnen voor indienen van producties, is geen ruimte om producties alsnog toe te laten. HTW bestrijdt zonder succes de gestelde octrooi-inbreuk.

Ze voert aan dat de Varioboxen ongeschikt zijn omdat de verbindingen zwakker zijn en zullen bezwijken onder constante druk van verkeer, terwijl in correspondentie werd verzekerd dat een laag Varioboxen (zonder geogrid of gewapend geotextiel) minstens dezelfde drukverdelende sterkte heeft. Vorderingen worden toegewezen en HTW wordt in de proceskosten (in conventie en reconventie) veroordeeld.

In reconventie: Het octrooi is nawerkbaar. De toevoeging 'and the like' impliceert dat de vinding onder andere kan worden toegepast bij een door voertuige te berijden wegdek en is geen toegevoegde materie. De ingeroepen nieuwsheidsschadelijke octrooien zijn gericht op drainage, zij openbaren echter niet het kenmerk van een funderingslaag. Er is geen ander inventiviteitsschadelijk materiaal overlegd.

IEF 14526

Inbreuk op geldig woord- en beeldmerk OXFORD voor fietsen

Rechtbank van Koophandel (en afd.) Antwerpen 26 december 2014, IEF 14526 (Rijwielhandel Gebroeders Van Den Berghe tegen ITEK e.a.)
Uitspraak ingezonden door Axel Naeyaert, NCD Law. Merkenrecht. Inbreuk. Verwarringsgevaar. Eiser bezit het woord- en beeldmerk OXFORD voor fietsen. De vordering tot vervalverklaring wordt afgewezen als ongegrond. Nietigheidsvorderingen op grond van art. 2.4.(f) en art. 2.11.(c) BVIE worden afgewezen. Het gegeven dat het begrip OXFORD een plaatsnaam betreft, brengt niet met zich dat deze niet zou gebruikt mogen worden merkaanduiding voor fietsen. VDB toont voldoende naar recht aan dat de plaatsnaam OXFORD een fantasiebenaming betreft en voldoende onderscheidend vermogen heeft voor fietsen. De rechtbank acht de vorderingen gegrond en kent (deels) schadevergoeding toe.

Nietigheid van het merk OXFORD:

IV.A. 2 a) (…) In onderhavig geval wordt de kwade trouw niet aanvaard en dit op grond van volgende overwegingen:
- Geconfronteerd met de merkinbreuk en anticiperend op een mogelijke argumentatie omtrent vervalverklaring (doch voorafgaand het effectief instellen ervan of ter kennis ervan zijn gebracht) is VDB overgegaan tot het deponeren van het dominant onderdeel van het beeldmerk (OXFORD).
- VDB gebruikt dit dominant onderdeel van haar beeldmerk (als woordbegrip) reeds sinds 1926. Het aanvragen van een woordenreeks voor dergelijk gebruik, kan niet als kwade trouw worden geduid.

2 b) Het gegeven dat het begrip OXFORD een plaatsnaam betreft, brengt op zich niet met zich mee dat deze niet zou gebruikt mogen worden merkaanduiding voor fietsen. ITEK bewijst onvoldoende naar recht dat de plaatsnaam OXFORD in de opvatting van de betrokken kringen met de betrokken categorie van waren in verband wordt gebracht of redelijkerwijze te verwachten is dat dit in de toekomst zal gebeuren (…) (red: vgl. Chinese). Zo houdt een toeristen-brochure waarbij wordt aangegeven dat de stad OXFORD een zeer fietsvriendelijke stad is geen drempel in om betreffend begrip als merk aan te vragen in het licht van artikel 2.11.(c) BVIE. VDB toont voldoende naar recht aan dat de plaatsnaam OXFORD een fantasiebenaming betreft en voldoende onderscheidend vermogen heeft voor fietsen.

Inbreuk beeldmerk OXFORD vs. teken OXFORD:

IV.B. 2) (…) Het begrip OXFORD op de fietsen aangeboden door ITEK dient geïsoleerd te worden van het begrip “ESPERIA OXFORD”. Het begrip ESPERIA wordt niet samen gebruikt met het begrip OXFORD door ITEK. Zowel op de fietsen als op de publicitaire communicatie (zie duidelijk aanduiding OXFORD heren- en damesfietsen in de publicatie in de Gazet van Antwerpen als de Streekkrant) wordt het begrip OXFORD als enkel en geïsoleerd begrip gebruikt. (…) Verder kan eveneens worden verwezen naar de hierboven weergegeven beoordeling omtrent de vervalverklaring van het beeldmerk OXFORD waar de driedimensionale omzetting van het tweedimensionale merk als bewijs van een normaal gebruik werd aanvaard. Gezien deze beoordeling dient eveneens de driedimensionale omzetting door ITEK te worden beschouwd als een overeenstemmend gebruik conform art. 2.20.1.(b) BVIE. (…)