IEF 22207
27 augustus 2024
Artikel

Het Benelux Merken Congres op donderdag 4 september 2024

 
IEF 22205
27 augustus 2024
Uitspraak

Design Sanitair maakt inbreuk op wc-spoelknoppen van Geberit

 
IEF 22206
27 augustus 2024
Uitspraak

Bastion Holding niet aansprakelijk voor hotellicenties: rechter wijst vordering Videma af

 
IEF 6412

Coffeeshops

tcofs.gifGvEA, 9 juli 2008, T-323/05, The Coffee Store GmbH tegen OHIM (Nederlandse vertaling nog niet beschikbaar).

Gemeenschapsmerken. Terechte en vrij evidente weigering woordmerk THE COFFEE STORE (koffie en koffiediensten).

„39. Die Klägerin weist zu Recht darauf hin, dass dieses Wort [store]  im Sprachgebrauch in den USA und in dem im Vereinigten Königreich eine unterschiedliche Bedeutung hat. In den USA steht das Wort für ein Geschäft des Einzelhandels mit Waren und Dienstleistungen, während es im Vereinigten Königreich einen Vorrat, ein Lager oder ein – allerdings größeres – Einzelhandelsgeschäft bezeichnet.

40. Aus diesem Unterschied kann jedoch nicht gefolgert werden, dass das europäische englischsprachige Publikum nicht die amerikanische Bedeutung des Wortes verstünde. Das Wort „store“ gehört nämlich zur Alltagssprache. Insoweit ist der Umstand zu berücksichtigen, dass das europäische Publikum, speziell das europäische englischsprachige Publikum, mit dem in den USA gesprochenen Englisch besonders wegen dessen Medienpräsenz sehr häufig, wenn nicht täglich in Berührung kommt. Daraus lässt sich vernünftigerweise der Schluss ziehen, dass der europäische englischsprachige Verbraucher auch die Bedeutung des Wortes „store“ im in den USA gesprochenen Englisch kennt.

(…) 46. Zweitens ist auch das Vorbringen unerheblich, die Ausdrücke „coffee store“ oder „the coffee store“ würden nicht von anderen Wirtschaftsteilnehmern in der Gemeinschaft zur Bezeichnung der fraglichen Waren und Dienstleistungen benutzt. Nach der Rechtsprechung setzt die Zurückweisung einer Anmeldung gemäß Art. 7 Abs. 1 Buchst. c der Verordnung Nr. 40/94 durch das HABM nicht voraus, dass die Zeichen und Angaben, aus denen die Marke besteht, zum Zeitpunkt der Anmeldung tatsächlich für die in dieser aufgeführten Waren oder Dienstleistungen oder für ihre Merkmale beschreibend verwendet werden. Es genügt, wie sich schon aus dem Wortlaut der Bestimmung ergibt, dass die Zeichen oder Angaben zu diesem Zweck verwendet werden können. Ein Wortzeichen ist daher nach dieser Bestimmung von der Eintragung auszuschließen, wenn es zumindest in einer seiner möglichen Bedeutungen ein Merkmal der in Frage stehenden Waren oder Dienstleistungen bezeichnet (Urteile HABM/Wrigley, oben in Randnr. 29 angeführt, Randnr. 32, und WEISSE SEITEN, oben in Randnr. 27 angeführt, Randnr. 92).“

Lees het arrest hier.

IEF 6411

Substantie voor succes

byk.gifGvEA, 9 juli 2008, T-58/07, BYK-Chemie GmbH tegen OHIM (Nederlandse vertaling nog niet beschikbaar).

Gemeenschapsmerken. Slogans. Terechte weigering woordmerk ‘Substance for Success’.

„24. Nach Auffassung des Gerichts würde ein englischsprachiges, im Bereich der Chemie spezialisiertes Publikum das angemeldete Zeichen im Hinblick auf die betreffenden Waren und Dienstleistungen vor allem als Werbeformel und nicht als Hinweis auf die betriebliche Herkunft der fraglichen Waren und Dienstleistungen wahrnehmen. Denn die angemeldete Marke enthält keine Bestandteile, die über ihre Werbeaussage hinaus die maßgebenden Verkehrskreise in die Lage versetzen, sie sich leicht und unmittelbar als unterscheidungskräftige Marke für die bezeichneten Waren oder Dienstleistungen einzuprägen.

25. Bei der angemeldeten Marke handelt es sich nämlich um einen einfachen Ausdruck, der aus grammatikalisch korrekt verbundenen englischen Wörtern zusammengesetzt ist und offenkundig auf ein vorteilhaftes Verhältnis zwischen der Verwendung der bezeichneten Waren und Dienstleistungen und dem zu erzielenden Ergebnis hinweist.

(…) 28. Soweit sich die Klägerin zweitens auf die Mehrdeutigkeit des fraglichen Ausdrucks beruft, geht aus der angefochtenen Entscheidung hervor, dass die Beschwerdekammer mehrere Bedeutungen der angemeldeten Marke geprüft hat. So hat sie in den Randnrn. 16 bis 18 der angefochtenen Entscheidung zu Recht festgestellt, dass die angemeldete Marke beim Verbraucher eine Werbebotschaft vermittelt, wonach die Waren und Dienstleistungen der Klägerin unabhängig davon, ob dem Wort „substance“ eine physische oder eine philosophische Bedeutung beigemessen wird, zum Erfolg ihrer Kunden beitragen. In diesem Rahmen kann sich der Begriff „Erfolg“ nicht nur auf einen technischen, sondern auch auf einen wirtschaftlichen Erfolg beziehen. Was die bezeichneten Waren und Dienstleistungen betrifft, ist die Würdigung der Beschwerdekammer, der zufolge die Waren der Klasse 1 erfolgreich verwendet werden können und die Dienstleistungen der Klassen 40 bis 42 auf die erfolgreiche Herstellung und Verwendung solcher Waren gerichtet sind, nicht zu beanstanden.“

Lees het arrest hier.

IEF 6410

Die slaan op de auteursrechtenorganisaties

mv.gifHandelingen  nr. 99, pag. 7027-7029, 2e Kamer.  Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2008.

“De heer Aptroot (VVD): Voorts dien ik nog twee moties in die slaan op de  auteursrechtenorganisaties. (…) Minister Van der Hoeve: (…) In de tweede motie-Aptroot wordt verzocht een diepgaand en onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de financiën van auteursrechtorganisaties. Tijdens het algemeen overleg heb ik toegezegd dat ik dat onderzoek zal laten doen. Ik kan mij de VVD-fractie niet herinneren als een fractie die overbodige moties indient, maar dit is er wel een.

De voorzitter: Trekt de heer Aptroot zijn motie in, gezien de volmondige toezegging van de minister? De heer Aptroot (VVD): Mij is niet duidelijk dat de minister een toezegging heeft gedaan. Als zij echter toch doet wat ik vraag, trek ik de motie in.  De voorzitter: Aangezien de motie-Aptroot (31200-XIII, nr. 63) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Minister Van der Hoeven: De heer Aptroot verzoekt in zijn derde motie eisen te stellen aan jaarverslagen van de auteursrechtorganisaties. Dat wat hij met die motie verzoekt, gaat heel ver. Toch kom ik daarop terug in de brief die ik heb toegezegd bij de behandeling van de vorige motie van de heer Aptroot. Misschien kunnen wij naar aanleiding van die brief van gedachten wisselen. De voorzitter: Wat is het oordeel van de minister over de motie? Laat zij het aan de Kamer over? Minister Van der Hoeven: Ik stel voor dat de heer Aptroot die motie aanhoudt. De voorzitter: Ik vermoed dat de heer Aptroot dat niet doet. De minister laat het oordeel dus aan de Kamer over.

Minister Van der Hoeven: Nee, ik laat het oordeel niet aan de Kamer over. Dat zou immers impliceren dat ik het met de inhoud eens ben. Ik verzoek de heer Aptroot om de motie aan te houden. Mocht hij dat niet doen, dan ontraad ik de Kamer om de motie aan te nemen. De beraadslaging wordt gesloten. De voorzitter: Ik dank de minister voor haar antwoorden. Volgende week dinsdag zal er over de moties worden gestemd. De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.”

Lees de handelingen hier.

IEF 6409

Veiligstellen IE-rechten

ezsidn.gifKamerstukken 26643, nr. 129 + bijlagen. Waarborging .Nl-Domein. Eindrapportage en convenant over het beheren van domeinnamen.

Eindrapport in gezamenlijk project EZ en SIDN, om te komen tot voorstellen voor afspraken en aanvullende maatregelen die de continuïteit en de binding van het ‘.nl’ domein met Nederland moeten waarborgen. Met onder andere:

“6 Intellectuele Eigendomsrechten. 6.1 Inleiding In de Data Entry Functie (EDF) en de Name Server Functie (NSF) spelen twee databases een cruciale rol, namelijk de database met de domeinnamen en de abonnees en de .nl zonefile. Op beide databases rust een intellectueel eigendomsrecht dat in handen is van SIDN. Deze eigendomsrechten vertegenwoordigen feitelijk het juridische en daarmee het economische eigendom van de gegevens.

6.2 Status Volgens het huidige databaserecht rust het IE-recht voor een database bij de partij die de database opbouwt. IE-rechten zijn verhandelbaar en de rechten op de beide databases kunnen dus worden verkocht. Het is wenselijk maatregelen te definiëren teneinde de verstoring van de continuïteit van het .nl-domein tijdens een transitie- of instabiliteitfase ten gevolge van de uitoefening van corresponderende IE-rechten tot een minimum te beperken.

6.2.1 Wat is het belang? De .nl dienstverlening is, zoals aangegeven in de hoofdstukken over de DNS en de DEF, gebaat bij een zo groot mogelijke continuïteit. Een conflict over de IE-rechten zou mogelijk kunnen leiden tot al dan niet tijdelijke verstoring van de DEF en mogelijk zelfs de NSF.

6.2.2 Wat is de zorg? Vanuit economisch oogpunt zijn de mogelijke verstoringen vrij beperkt, maar met name vanuit politiek oogpunt is er een duidelijke zorg ten aanzien van een eventuele discontinuïteit van de dienstverlening vanwege een conflict over de IE-rechten. In hoofdstuk 2, Delegatie, is al aangegeven dat een splitsing in een operationele en een registratiehoudende entiteit een aantal mogelijke problemen zou kunnen oplossen. Dat is niet voldoende voor het veilig stellen van de IE-rechten. Immers, daar de operationele entiteit de werkzaamheden uitvoert om de databases in te richten en te onderhouden, rusten bij die entiteit in principe ook van rechtswege de IE-rechten. En dat is ongewenst. Er zullen aanvullende maatregelen moeten worden getroffen om die rechten over te dragen aan de (nieuwe) registratiehouder. Gebeurt dat niet en mocht de operationele entiteit (SIDN dus) bijvoorbeeld failliet gaan, dan is de curator bevoegd de databases aan de hoogste bieder te verkopen. Die bieder verwerft daarmee overigens nog niet de delegatie.

6.3 Aanpak De aanpak richt zich op (1) op het verkleinen van de mogelijkheden van aansprakelijkheid en faillissement en (2) het veiligstellen van de IE-rechten zelf.

6.4 Maatregelen

6.4.1 Verkleinen aansprakelijkheidsrisico's
Voor het verkleinen van de aansprakelijkheidsrisico's heeft SIDN een aantal maatregelen al
getroffen:
• In de algemene voorwaarden zijn aansprakelijkheidbeperkende voorwaarden opgenomen die
voor alle overeenkomsten met abonnees en tussenpersonen gelden.
• Er is een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten.
• Er zijn enkele zaken voor de rechter geweest waarmee SIDN bewust de hardheid van haar
eigen bescherming met succes heeft getest.
• SIDN heeft een eigen weerstandvermogen opgebouwd.
• SIDN heeft een significante liquiditeit en kasstroom, die het mogelijk maakt om significante
claims financieel te kunnen opvangen.
Daarnaast werkt het juridische beginsel van proportionaliteit in het voordeel van SIDN omdat de verhouding van een grote schade bij een abonnee en een claim daarvoor bij SIDN niet in verhouding zou staan tot de geringe vergoeding die SIDN voor de dienstverlening in rekening brengt.

6.4.2 Veiligstellen IE-rechten. De enige, nog mogelijke maatregel is, om door middel van een Escrow het recht op gebruik van de databases door en voor een opvolgende registratiehouder veilig te stellen. Deze optie zal nog verder moeten worden onderzocht op aanvaardbaarheid en uitvoerbaarheid. Overigens mag verwacht worden dat elke curator er belang bij heeft om de delegatie en de IE-rechten bij elkaar te houden omdat de IE-rechten mét de delegatie een grote waarde vertegenwoordigen die grotendeels verdwijnt zonder de delegatie.

Lees hier meer.

IEF 6408

De Culturele Imperatief

De rector magnificus van de Vrije Universiteit en de decaan van de faculteit der Rechtsgeleerdheid nodigen u van harte uit tot het bijwonen van de openbare zitting van het College van Decanen, waarin de heer dr. Martin R.F. Senftleben, benoemd tot hoogleraar Intellectuele Eigendom, zijn ambt hoopt te aanvaarden met het uitspreken van de rede: The Cultural Imperative in Intellectual Property Law.

De zitting is bepaald op vrijdag 17 oktober 2008, om 15.45 precies, in de aula van de universiteit. Na afloop recpetie.

IEF 6407

Zhi Shi Chan Quan

Danny Friedmann.jpgDanny Friedmann: How to prevent and act upon intellectual property rights infringements in China.

Kort artikel van Nederlandse jurist, IE consultant en redacteur weblog, over de praktische kanten van handhaving van IE-rechten in China. Het artikel is geschreven voor een Australisch IE-kantoor. 

“In China the administrative enforcement route is the most commonly used. The Administration for Industry and Commerce (AIC) enforces trade marks, the State Intellectual property Organisation (SIPO) enforces patents, utility models and design rights and the National Copyright Administration of China (NCAC) enforces copyrights. Apart from the enforcement of patents, SIPO is responsible for the patent work throughout the country. At the national level SIPO is also responsible for the examination of foreign and domestic patents (Patent Re-examination Board). The Trademark Office (TMO) is responsible for the registration of trade marks and the Trademark Review and Adjudication Board (TRAB), which deals with trade mark disputes, are both under the control of AIC.

The advantage of the administrative enforcement route is that it is an easy and a cost efficient way. The disadvantage is that no damages are awarded and that the punishment is often limited to the confiscation of the infringing goods and/or a fine for the infringers. And often the infringers use another company as vehicle to continue their infringements.

Customs is one of the underestimated routes of enforcement. The Chinese customs authorities are willing and able to cooperate with intellectual property right holders. So instruct them on how to recognise genuine from infringing goods and how to track down infringing cargo.

A lesser known way for trade mark and design rights holders is to base their case on infringements of the Product Quality Law at the Administration of Quality Supervision Inspection and Quarantine.”

Lees het artikel hier. Weblog IP Dragon hier.   

zhi (1) shi (2) chan (3) quan (2)=intellectuele eigendomsrechten (1de toon: zelfde toon, 2de toon: stijgend, 3de toon: vallend en stijgend, 4de toon: vallend)

IEF 6406

Softwarepatenten & hoogverraad

al.gifAangifte tegen de regering inzake het Lissabonverdrag, vanwege het er op ‘onwettige wijze’ door drukken van het zogenaamde Lissabonverdrag, waarmee de grondwettige regeringsvorm veranderd zou worden. ‘Wanneer dat op onwettige wijze  gebeurt, dan is er sprake van hoogverraad en dat is wat er nu gebeurt lijkt te zijn.’ 

“In mijn artikel wordt aan de hand van het praktijkvoorbeeld inzake het dosser “softwarepatenten” duidelijk gemaakt hoe en waar de Europese democratie faalt. Ook wordt de essentie van het Lissabonverdrag naar voren gebracht aan de hand van een aantal verwijzingen naar documenten van onder meer Prof. Anthony Coughlan en Europarlementariër Jens Peter Bonde.

(…) De conclusies:  Aan de hand van het praktijkvoorbeeld van de softwarepatenten is duidelijk geworden dat de democratie in Europa nog veel te wensen over laat. Te veel te wensen over laat. De basis van een eventuele Europese Federatie, het democratische bestel waarlangs zij bestuurd zou worden, blijkt in dit geval niet te voldoen. De democatie kan niet gewaarborgd worden met de huidige zogenaamde co-decisie procedure, omdat twee van de drie daarbij betrokken organen nietdemocratisch gecontroleerd worden of zich daar aan onttrekken. “

Lees hier meer.

IEF 6405

Kleur Editie

GvEA, 8 juli 2008, T-160/07, Lancôme parfums et beauté & Cie SNC tegen OHIM / CMS Hasche Sigle (Nederlandse versie nog niet beschikbaar).

Nietigheidsactie. Gemeenschapswoordmerk COLOR EDITION (klasse 3, make-up). Beroep tegen nietigheid afgwezen, aangezien het het woordmerk niet voldoet aan de Postkantoor-criteria.

“49. En outre, il y a lieu de relever que l’association des termes « color » et « edition » ne présente pas une structure inhabituelle, mais courante au vu des règles lexicales de la langue anglaise. La marque demandée ne crée donc pas, auprès du public ciblé, une impression suffisamment éloignée de celle produite par la simple juxtaposition des éléments verbaux qui la composent de nature à en modifier le sens ou la portée. Partant, il y a lieu de considérer, à l’instar de la chambre de recours, qu’aucun effort intellectuel ne sera requis pour comprendre ce message et que la simple juxtaposition des mots en cause ne modifie pas le caractère descriptif des éléments individuels du signe.

50.  Il s’ensuit que, considérée dans son ensemble, la marque verbale COLOR EDITION présente un rapport suffisamment direct et concret avec les produits visés par elle. C’est donc à juste titre que la chambre de recours a conclu à son caractère descriptif au sens de l’article 7, paragraphe 1, sous c), du règlement n° 40/94. Il convient donc de rejeter le deuxième moyen comme étant non fondé.”

Lees het arrest hier.

IEF 6404

Eerst even voor jezelf lezen

mjh.gifRechtbank ’s-Hertogenbosch, 2 juli 2008, HA ZA 07-1648, Hoes tegen Mondiart B.V. (met dank aan Kees Berendsen, Croon Davidovich).

Boedddha-bodem. Auteursrecht, ontlening.

“4.4. De rechtbank is van oordeel dat, hoewel de werken van Hoes het portret van de bekende Boeddha betreffen en Boeddha-afbeeldingen nu eenmaal bepaalde kenmerken hebben, er sprake is van een dusdanige bewerking van de beeltenis van Boeddha dat sprake is van een oorspronkelijk karakter van de werken van Hoes, welke het persoonlijk stempel van de maker dragen. (…) Gesteld noch gebleken is dat het gebruikelijk is dat een beeltenis van Boeddha op een dergelijke wijze wordt afgebeeld Evenmin is gesteld of gebleken dat Mondiart dan wel derden Boeddha reeds eerder op een vergelijkbare wijze hebben afgebeeld. Dat Hoes haar werkzaamheden begint met het maken van een foto van een Boeddhabeeld en deze foto vervolgens bewerkt, leidt niet tot een ander oordeel. Het resultaat van deze bewerking, zoals hiervoor omschreven, is naar het oordeel van de rechtbank als oorspronkelijk en voldoende afwijkend te beschouwen van het Boeddhabeeld waar de foto van zou zijn genomen.

4.11. In het onderhavige geval is echter gelet op de hiervoor vastgestelde
overeenstemming, als er al sprake is van een bepaalde stijl of trend zoals Mondiart kennelijk
bedoelt te stellen, onvoldoende af stand genomen van de kunstwerken van Hoes en is op
onvoldoende eigen wijze uiting gegeven aan de betreffende stijl of trend.Dat de afbeeldingen van het Boeddha gezicht op de Paramount-schilderijen veel weg heeft van het Boeddha gezicht van het hiervoor genoemde beeld op een houten standaard, neemt niet weg dat het maken van een schilderij (met bovendien de eerder omschreven bijzondere kenmerken) heel iets anders is dan het maken van een beeld. (…) Aan de heer Dritty is het Paramount schilderij van Mondiart getoond, welk schilderij, zoals hiervoor al is vastgesteld, zeer veel gelijkenis heft met de schilderijen van Hoes. Uit de verklaring volgt voorts dat Dritty de neus, ogen wenkbrauwen, mond en kin heeft aangepast. (…) De wijzigingen die A. Dritty heeft aangebracht leiden er niet toe dat er een geheel andere indruk van het gehele werk bestaat. Dat de ogen van de Gouden Boeddha halfopen zijn maakt dat niet anders. De rechtbank is derhalve van oordeel dat zowel de Paramount-schilderijen als de nieuwe schilderijen van Mondiart niet als nieuwe oorspronkelijke werken in de zin van de auteurswet kunnen worden aangemerkt. 

(…) 4.1 8. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Hoes haar vorderingen onder 4 en 7 te ruim omschreven. Voor zover deze vorderingen zien op een verbod ten aanzien van het oude schilderij van Mondiart en de nieuwe schilderijen van Mondiart kunnen deze worden toegewezen. Niet goed valt echter in te zien op welke wijze Hoes gebaat zou zijn bij toewijzing zoals door haar gevorderd voor zover dat verbod zou zien op andere schilderijen dan die waar de onderhavige procedure betrekking op heeft. (…) De rechtbank zal de vorderingen van Haes onder 4 en 7 toewijzen onder weglating van de zinsnede '"schilderwerken identiek aan of in overwegende mate gelijkend op de schilderwerken van Hoes, in het bijzonder"'.”

Lees het vonnis hier. Zie voor kort geding: IEF 4151.

IEF 6403

Een diepgaand onderzoek

2k.bmpKamerstukken II 2007/08,31200 XIII, nr. 71. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2008; Motie over een onderzoek naar de financiën van auteursrechtenorganisaties

De Kamer,gehoord de beraadslaging,constaterende, dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit meedeelt dat na kritische analyse niet te beoordelen is of de tarieven van de auteursrechtenorganisaties reëel zijn; verzoekt de regering:

- een diepgaand en onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar de financiën van de auteursrechtenorganisaties, in ieder geval omvattend het kostenniveau, waaronder de salarissen en andere vergoedingen aan bestuurders, de uitbetalingen aan rechthebbenden en de heffingen;
- daarbij te kijken naar de noodzakelijkheid, doelmatigheid en efficiency;
- de Kamer daarover te informeren voor 1 november 2008,

en gaat over tot de orde van de dag. Aptroot, Teeven.

lees hier de motie en hier de stemmingsuitslag (aangenomen).