‘Defender’-auto geen werk in de zin van de Auteurswet
Vzr. Rb Gelderland 18 februari 2022, IEF 20543; ECLI:NL:RBGEL:2022:864 (Jaguar Land Rover tegen Ineos) Jaguar Land Rover (JLR) heeft de ‘Defender’ als model voor een auto. Ineos heeft de auto ‘Grenadier’ op de markt gebracht en naar de mening van JLR maakt Ineos hiermee een inbreuk op haar auteursrechten. Zij vordert dat dit wordt gestaakt en gestaakt wordt gehouden. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de totaalindruk van de Land Rover Series in essentie steeds hetzelfde is gebleven. Er is dus geen sprake van een werk. Bovendien kan het werk waarvoor auteursrechtelijke bescherming wordt ingeroepen niet voldoende nauwkeurig en objectief worden geïdentificeerd, nu de genoemde elementen in wisselende samenstelling op de diverse Defender modellen zijn toegepast. De vorderingen van JLR worden afgewezen.
HvJ EU: BVV tegen Dr. Oetker
HvJ EU 11 november 2021,IEF 20536, RB 3613, IEFbe 3383; ECLI:EU:C:2021:913 (BVV tegen Dr. Oetker) Het verzoek om een prejudiciële beslissing is ingediend in het kader van een geding tussen de Duitse federatie van consumentenorganisaties (BVV) en Dr. August Oetker Nahrungsmittel KG, waarbij wordt gevorderd dat deze onderneming wordt gelast de voedingswaarde-etikettering op de voorkant van muesliverpakking in overeenstemming te brengen met de vereisten van verordening nr. 1169/2011. Het Bundesgerichtshof heeft het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:
1) Moet artikel 31, lid 3, tweede alinea, van verordening nr. 1169/2011 aldus worden uitgelegd dat deze bepaling uitsluitend van toepassing is op levensmiddelen die moeten worden bereid en waarvoor de bereidingswijze vooraf is vastgesteld?
2) Indien de eerste vraag ontkennend moet worden beantwoord, wordt dan met de uitdrukking ‚per 100 g’ in artikel 33, lid 2, tweede alinea, van verordening nr. 1169/2011 uitsluitend 100 g van het product zoals dit wordt verkocht bedoeld of – ten minste ook – 100 g van het levensmiddel na bereiding?”
Beantwoording van de prejudiciële vragen:
NFT’s en IE op donderdag 31 maart
NFT: een hype or here to stay? Nieuwe berichten over het gebruik en de verkoop van Non-fungible tokens in kunst, mode en de entertainment industrie volgen elkaar in snel tempo op. Maar wat houden NFT’s nu werkelijk in? Hoe functioneren ze in de praktijk, hoe zijn ze juridisch te kwalificeren en wat zijn (onder meer) de merken- en auteursrechtelijke implicaties? En, spreken we over een tijdelijk fenomeen of een blijvende ontwikkeling?
Op 31 maart behandelen de volgende sprekers deze onderwerpen tijdens een boeiend middagprogramma op een passende locatie:
- Jetse Sprey, Versteeg, Wigman Sprey Advocaten, gaat in op de praktische en juridische ‘ins en outs’ van NFT’s
- Michiel van Ast & Michiel Odink, (Leeway) behandelen de IE-rechtelijke aspecten
- Denis Doeland, expert in ‘digitaal vermogen’ heeft met een achtergrond bij onder meer ID&T ruime praktijkervaring in de muziek- en entertainmentindustrie. Deze ervaring koppelt hij aan een strategische blik op digitale ontwikkelingen, nu en in de toekomst.
Afwijzing handhavingsverzoek PACE tegen Buma/Stemra
Autoriteit Consument & Markt, 7 februari 2022, IEF 20541; ACM/21/167630 / ACM/UIT/571632 (Handhavingsverzoek PACE) Besluit op handhavingsverzoek PACE tegen Buma/Stemra. De ACM stopt het verkennend onderzoek naar Buma/Stemra. Daarmee wijst de ACM het handhavingsverzoek van PACE af. PACE vroeg de ACM om onderzoek te doen naar misbruik van machtspositie van Buma/Stemra op het gebied van het beheer en de exploitatie van muziekauteursrechten. Buma/Stemra zou het flexibel rechtenbeheer bemoeilijken en een onredelijke tariefstructuur hanteren. De ACM heeft onvoldoende aanwijzingen dat Buma/Stemra haar machtspositie misbruikt. PACE is bemiddelaar voor bijvoorbeeld auteursrechten van artiesten, waaronder ook Nederlandse artiesten. Buma/Stemra is een collectieve beheersorganisatie voor het beheer en de exploitatie van muziekauteursrechten in Nederland.
Bron: ACM.
Geen rechtsgeldige overdracht van octrooirechten
Vzr. Rb Rotterdam 28 januari 2022, IEF 20540; ECLI:NL:RBROT:2022:636 (XSP IP tegen Diamond Building en XSP) XSP is veroordeeld een groot bedrag te betalen aan Diamond Building. Vervolgens is aan Diamond Building verlof verleend om, ten laste van XSP, beslag te leggen op o.a. octrooirechten. XSP IP heeft gesteld dat de beslagen moeten worden opgeheven, omdat de octrooirechten van XSP zijn overgedragen aan XSP IP en dus niet meer in het vermogen van XSP vallen. Diamond Building betwist dat er een rechtsgeldige overdracht van de octrooirechten heeft plaatsgevonden en weigert de beslagen op te heffen. De rechtbank oordeelt dat uit de activa-overeenkomst niet volgt dat ook de octrooirechten zijn overgedragen. Er wordt dus aangenomen dat XSP nog steeds eigenaar is van de octrooirechten, waardoor Diamond Building met de gelegde beslagen ten laste van XSP geen misbruik maakt van haar bevoegdheid. De vorderingen van XSP IP worden dan ook afgewezen.
Uitspraak ingezonden door Dimitri de Graaf, Stichting Brein.
Verkoop IPTV-pakketten is 'mededeling aan publiek'
Rb Zeeland-West-Brabant 19 januari 2022, IEF 20538; C/02/378025 / HA ZA 20-629 (BREIN tegen gedaagde) Via een website zijn IPTV-pakketten verkocht waarmee volgens stichting Brein inbreuk wordt gemaakt op de auteursrechten van de bij haar aangesloten rechthebbenden. Stichting Brein stelt vervolgens dat gedaagde deze website exploiteerde of daar in elk geval in grote mate bij betrokken was. Dit wordt eerst door gedaagde betwist, maar tijdens de mondelinge behandeling erkend. De rechtbank oordeelt dat met het verhandelen en verschaffen van toegang tot IPTV-pakketten op een wijze zoals staat in de dagvaarding, een openbaarmaking c.q. een ‘mededeling aan het publiek’ is verricht. Gedaagde moet het met winstoogmerk aanbieden van hyperlinks of andere technische verwijzingen, al dan niet in de vorm van IPTV-abonnementen of softwarepakketten, staken en gestaakt houden op straffe van een dwangsom. Daarnaast moet gedaagde opgave doen van de gegevens van andere partijen die hierbij betrokken zijn geweest.
Aanvraag niet te kwader trouw of onrechtmatig
Vzr. Rechtbank Den Haag 10 februari 2022, IEF 2053; ECLI:NL:RBDHA:2022:988 (Hizlipara tegen PayPorter) Kort geding. Het Turkse bedrijf Hizlipara is actief op het gebied van internationale geldovermakingen. PayPorter verleent betaaldiensten, waaronder geldtransfers en moneytransfers in binnen- en buitenland. Tijdens de aanvraag van het Uniemerk was tussen partijen sprake van een verregaande vorm van samenwerking. Hizlipara was niet te kwader trouw bij het aanvragen van het Uniemerk op haar naam. Het Uniemerk is geldig en Hizlipara is gerechtigd zich hierop ten opzichte PayPorter te beroepen. PayPorter wordt onder meer veroordeeld het gebruik binnen de Europese Unie van het Uniemerk of een daarmee overeenstemmend teken te staken en gestaakt te houden.
Gebruik Ritual-tekens niet zuiver beschrijvend
Rb Den Haag 2 februari 2022, IEF 20531; ECLI:NL:RBDHA:2022:642 (Rituals tegen The Body Shop) The Body Shop maakt in haar nieuwe huidverzorgingslijn gebruik van het woord ‘ritual’. Rituals meent dat The Body Shop hiermee inbreuk maakt op haar merkrechten. Zij voert aan dat er verwarring wordt gecreëerd bij de consument, onder meer doordat The Body Shop de indruk wekt dat er een commerciële band bestaat tussen partijen. Hiermee brengt The Body Shop schade toe aan de reputatie en het onderscheidend vermogen van Rituals. Volgens The Body Shop is van een inbreuk geen sprake nu het woord ‘ritual’ zuiver beschrijvend wordt gebruikt.
Verbod om gebruik te maken van handelsnaam
Vzr. Rechtbank Den Haag 15 februari 2022, IEF 20535; ECLI:NL:RBDHA:2022:944 (Celeste) Kort geding. Eiseres en gedaagde hebben op dit moment een zaak in Den Haag waarvoor zij een vrijwel zelfde naam gebruiken: eiseres gebruikt de handelsnaam Celeste en Celeste Parfums en gedaagde de handelsnaam Celeste Dermacare. Eiseres verkoopt luxe parfums en huidverzorgingsproducten, gedaagde verricht schoonheidsverzorgingsdiensten en biedt ook laserbehandelingen aan, terwijl ook zij huidverzorgingsproducten verkoopt. Eiseres zit al ruim 20 jaar met haar zaak in Den Haag en gedaagde pas sinds 2020. Eiseres wil dat gedaagde een andere naam gaat gebruiken, omdat het verwarrend is voor het publiek als zij op korte afstand van elkaar een zaak hebben met dezelfde naam. De voorzieningenrechter beslist dat gedaagde voorlopig moet stoppen met het gebruik van de handelsnaam Celeste Dermacare. Eiseres dient binnen 6 maanden na dit vonnis een procedure bij de bodemrechter te starten. Als zij dat niet doet, kan het aan gedaagde opgelegde verbod haar kracht verliezen.
Vacatures: advocaat-medewerker octrooirecht en patent litigator bij Brinkhof
Brinkhof is op zoek naar advocaat-medewerker octrooirecht en een patent litigator.
- Brinkhof zoekt een scherpe en ambitieuze advocaat-medewerker of gevorderde stagiair met 3 tot 5 jaar ervaring om de groeiende octrooipraktijk te komen versterken. De praktijkgroep bestaat nu uit 17 advocaten. Het is een ambitieus team dat zich kenmerkt door een informele collegiale sfeer. Dit alles doen wij vanuit een modern kantoor gelegen op een unieke locatie in het centrum van Amsterdam, waarbij ook het nieuwe werken tot de mogelijkheden behoort. Het is een echte procespraktijk met complexe vraagstukken.
- Brinkhof is op zoek naar mensen met een technische universitaire opleiding (MSc of PhD) die juridische affiniteit hebben. Heb je een achtergrond in de natuurkunde, informatica of elektrotechniek en lijkt het je leuk om die kennis aan te wenden om procedures bij de rechtbank te winnen? Dan is de functie van patent litigator iets voor jou. Veel van onze procedures gaan over software, elektronica en telecommunicatie. Wij werken daarbij in teams om met de optimale mix van juridische en technische argumenten het beste resultaat voor onze cliënten te bereiken.