Volgende week vindt het BIE-symposium plaats

Volgende week woensdag 8 oktober komen IE-professionals bijeen bij De Brauw Blackstone Westbroek voor een middag in het teken van de Unified Patent Court (UPC). Het symposium is in samenwerking met het tijdschrift Berichten Industriële Eigendom (BIE) en staat onder leiding van de voorzitter van de redactie van de BIE, prof. Mr. C.J.J.C van Nispen.
Centraal staan vier actuele onderwerpen rond het UPC, gevolgd door reacties van Willem Hoyng (HOYNG ROKH MONEGIER) en UPC-rechters Rian Kalden, Margot Kokke en Peter Blok.
Programma:
- Productie, communicatie, bewaring en inspectie van bewijs bij het UPC
door Wim Maas (Taylor Wessing)
- CM-hearings in SEP-zaken en vroege CM-hearings bij het UPC
door Edger Brinkman (Rechtbank Den Haag, UPC)
- UPC en farma: (inmiddels) onlosmakelijk verbonden?
door Stephanie de Beer (De Brauw Blackstone Westbroek)
- Het kort geding en voorlopige voorzieningen
door Daan de Lange (Brinkhof)
De bijeenkomst is bedoeld voor IE-specialisten die actief zijn in het octrooirecht en zich willen verdiepen in de werking en toepassing van het UPC in de praktijk.
Voorlopig verbod “Another Cotton Lab” wegens merkinbreuk op geldige ANOTHER-LABEL-merken

Rechtbank Den Haag 22 september 2025, IEF 22950; ECLI:NL:RBDHA:2025:17402 (Another-Label tegen Yarn Studios). Another-Label Brand B.V. ontwerpt en verkoopt kleding onder de merken ANOTHER-LABEL (Uniemerk en Beneluxmerk). Yarn Studios GmbH verkoopt online kleding via anothercotton.com en gebruikt daarop tekens met het element another, zoals “Another Cotton Lab”. Nadat Another-Label tevergeefs had gesommeerd en Yarn Studios slechts een beperkte onthoudingsverklaring had gegeven, startte Another-Label een kort geding. Zij vordert een verbod op het gebruik van de tekens “Another Cotton Lab” en soortgelijke aanduidingen, op straffe van een dwangsom, alsmede proceskosten ex art. 1019h Rv. Yarn Studios verweert zich met de stelling dat de merken ANOTHER-LABEL beschrijvend en niet onderscheidend zijn (art. 7 lid 1 sub b en c UMVo en art. 2.11 lid 1 jo. 2.2bis BVIE), zodat ze ongeldig zijn. Ook betwist zij verwarringsgevaar, omdat de tekens slechts beschrijvend zouden verwijzen naar katoen en andere labels en omdat zij een onthoudingsverklaring heeft afgelegd.
Geen verwarringsgevaar tussen “Monta” en “MONTACK” door duidelijk conceptueel verschil

Gerecht EU 10 september 2025, IEF 22946; IEFbe 3987; ECLI:EU:T:2025:854 (La Superquímica SA tegen EUIPO, Monta Klebebandwerk GmbH). In 2018 vroeg Monta Klebebandwerk GmbH de EU-woordmerkinschrijving Monta aan voor plak- en verpakkingsproducten in klassen 16 en 17. La Superquímica SA maakte oppositie op basis van haar oudere Spaanse merk MONTACK, ingeschreven voor lijmen in klasse 16 en klasse 1. De Oppositieafdeling erkende na een gebruiksverzoek alleen gebruik voor klasse 16 en wees de oppositie af wegens gebrek aan verwarringsgevaar; de Tweede Kamer van Beroep van het EUIPO bevestigde dat. Voor het Gerecht stelde La Superquímica dat de overeenstemming van waren en tekens onjuist was beoordeeld en dat ook voor klasse 1 gebruik was bewezen. Het Gerecht beschouwt het relevante publiek als Spaans, met een gemiddelde tot hoge mate van oplettendheid, en verklaart de nieuwe grief over klasse 1 niet-ontvankelijk omdat die niet eerder was aangevoerd. Waren in klasse 16 van het oudere merk zijn bovengemiddeld soortgelijk aan Monta’s klasse-16-waren, onder gemiddeld aan een deel van de klasse-17-waren en nauwelijks of niet aan specialistische industriële tapes.
Geen bescherming voor niet-ingeschreven teken “Confrasilvas” wegens gebrek aan gebruik van meer dan lokale betekenis

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22948; IEFbe 3988; ECLI:EU:T:2025:916 (Confrasilvas – Construções SA tegen EUIPO, Riccardo Zizioli). In 2022 vraagt Riccardo Zizioli de EU-woordmerkinschrijving Confrasilvas aan voor bouw- en onderhoudsdiensten in klasse 37. Confrasilvas – Construções SA maakt oppositie met beroep op het niet-ingeschreven teken Confrasilvas, dat zij naar eigen zeggen in meerdere EU-landen (onder meer Portugal, Spanje, Frankrijk, Duitsland, Hongarije en Roemenië) in het handelsverkeer gebruikt voor bouw- en vastgoedactiviteiten. De oppositie is gebaseerd op artikel 8 lid 4 UMVo, dat bescherming biedt aan oudere niet-geregistreerde tekens als die in het handelsverkeer worden gebruikt met meer dan louter lokale betekenis. Na een gebruiksverzoek zet de opposant de procedure alleen op eigen naam voort. De Oppositieafdeling wijst de oppositie af; de Tweede Kamer van Beroep van het EUIPO bevestigt dat, omdat het aangevoerde bewijs niet laat zien dat het teken door de opposant zelf in het handelsverkeer van meer dan plaatselijke betekenis wordt gebruikt. Voor het Gerecht voert Confrasilvas één middel aan: de Kamer zou het bewijs verkeerd hebben beoordeeld en ook het Portugese recht, dat haar zou toestaan het gebruik van het latere merk te verbieden, niet hebben onderzocht.
VVA studiemiddag “Vergoedingen voor makers en uitvoerende kunstenaars bij online exploitatie”

VVA studiemiddag “Vergoedingen voor makers en uitvoerende kunstenaars bij online exploitatie”
Graag informeer ik u dat de eerstvolgende studiemiddag van de VvA plaats zal vinden op vrijdag 17 oktober a.s. om 14.00 uur bij de Tolhuistuin in Amsterdam.
Datum: 17-10-2025
Tijd: 14.00 uur
Locatie: Tolhuistuin, Amsterdam
Tot 1 oktober vroegboekkorting voor het Nationaal Reclamerechtcongres 2025

Op donderdag 11 december 2025 nodigen we u uit voor dé dag rond reclamerecht: het Nationaal Reclamerechtcongres, dat ook dit jaar weer overzicht, verdieping en een blik op de toekomst biedt in Hotel Jakarta. Van Ebba Hoogenraad's ‘greatest hits’ tot prikkelende nieuwe ontwikkelingen: u hoort de laatste stand van zaken rond het toezicht door de ACM, de praktijk bij de Reclame Code Commissie en de rol van massaclaims in het reclame- en consumentenrecht. Ook onderwerpen als reclame gericht op minderjarigen en de invloed van AI op reclame passeren de revue. Met bijdragen van onder anderen Ebba Hoogenraad, Willem Leppink, Margreet Verhoef, Fiona Vening, Stijn de Jong, Wouter den Hollander, Sarith Jonker en Joost van Gorsel.
Meld u vóór 1 oktober aan en profiteer van de vroegboekkorting.
Laat u inspireren, netwerk met collega’s uit de IE-praktijk en verkrijg nieuwe inzichten die uw werk versterken. We zien ernaar uit u op 11 december te verwelkomen met een waardige afsluiting van het congresjaar.
Booking.com heeft beperkte verantwoordelijkheid als platform

Rb. Amsterdam 1 september 2025, IEF 22943; IT 4959; ECLI:NL:RBAMS:2025:6612 ([verzoeker] tegen Booking.com). [verzoeker] heeft via het platform Booking.com een accommodatie geboekt. Eenmaal aangekomen blijkt dit niet aan de verwachtingen te voldoen. [verzoeker] vordert terugbetaling van de kosten voor de accommodatie. Booking.com verweert zich en beroept zich op de beperkte verantwoordelijkheid die zij heeft als online platform. Ook beroept Booking.com zich op de algemene voorwaarden waarin staat dat zij geen partij is bij de reservering en hierom niet aansprakelijk is.
AFB betaalt proceskosten wegens ingetrokken kort geding

Hof Den Haag 14 januari 2025, IEF 22942; ECLI:NL:GHDHA:2025:191 (Hidalgo tegen AFB). Hidalgo is actief als groothandel in sportartikelen. AFB exploiteert fitnesscentra. In 2023 startte AFB een kort geding tegen Hidalgo wegens inbreuk op de handelsnaam en merkenrechten en het offline halen van de 'maartcampagne'. AFB trok de zaak een paar dagen voor de zitting in. Hidalgo vordert vergoeding van haar volledige proceskosten in eerste aanleg en hoger beroep, te begroten op grond van artikel 1019h Rv. De voorzieningenrechter heeft die vordering afgewezen. Hidalgo is het hier niet mee eens en gaat in hoger beroep.
HvJEU: partner van advocatenkantoor mag in beginsel eigen kantoor vertegenwoordigen

HvJ EU 4 september 2025, IEF 22940; IEFbe 3985; ECLI:EU:C:2025:644 (Studio Legale Ughi e Nunziante tegen EUIPO). Het Italiaanse advocatenkantoor Studio Legale Ughi e Nunziante wil dat het Hof een beschikking van het Gerecht vernietigt. In die beschikking werd het verzoek tot vervallenverklaring van het Uniewoordmerk ‘UGHI E NUNZIANTE’ afgewezen. Volgens het Gerecht was het verzoek niet-ontvankelijk, omdat het kantoor zich niet correct had laten vertegenwoordigen. Het Gerecht oordeelde dat de advocaten die het kantoor vertegenwoordigden, als partners onvoldoende onafhankelijk waren. Voor de vertegenwoordiging moet het een andere advocaat inschakelen. Het kantoor vraagt het Hof om de beschikking te vernietigen, of om te bevestigen dat het wél rechtsgeldig werd vertegenwoordigd door de advocaten die gemachtigd waren voor het beroep bij het Gerecht. Volgens het kantoor heeft het Gerecht ten onrechte geoordeeld dat een advocaat die partner is bij het kantoor, niet onafhankelijk genoeg is om het kantoor te vertegenwoordigen. Daarmee zou het Gerecht artikel 19 van het Statuut van het Hof en artikel 51 van het Reglement van het Gerecht onjuist hebben uitgelegd. Het EUIPO, met steun van de Europese Commissie, voert verweer.
Google hoeft gegevens niet te delen: reviews zijn niet onrechtmatig

Vzr. Rb. Noord-Nederland 15 september 2025, IEF 22939; IT 4957; ECLI:NL:RBNNE:2025:3760 ([eisende partijen] tegen Google). [eiser sub 2] is enig aandeelhouder, bestuurder en advocaat bij [eiser sub 1]. Bij [eiser sub 1] werken op dit moment meerdere mensen waaronder [eiser sub 2]. Op de Google-bedrijfspagina zijn negatieve reviews geplaatst. [eisende partijen] willen dat de reviews worden verwijderd en dat Google de gegevens van de reviewers bekendmaakt. Volgens hen zijn het overduidelijk valse reviews die schade brengen aan hun naam en reputatie. In korte tijd verschenen vijftien negatieve reviews, maar in dit kort geding ging het alleen om de vier reviews die nog online stonden. Volgens [eisende partijen] is er daarom sprake van een trendbreuk: eerder kwamen zulke reacties niet voor. Google laat weten dat de reviews binnen het beleid vallen en dus niet worden verwijderd. Ook deelt Google de gegevens van de betrokkenen niet.