IEF 22210
28 augustus 2024
Uitspraak

Magenta kleurmerk nietig verklaard in de Benelux (III)

 
IEF 22209
28 augustus 2024
Uitspraak

Magenta kleurmerk nietig verklaard in de Benelux (II)

 
IEF 22208
28 augustus 2024
Uitspraak

Magenta kleurmerk nietig verklaard in de Benelux (I)

 
IEF 5687

De (hoofd)regels van bewijslastverdeling

alaparfurmerie.gifHoge Raad, 22 februari 2008, rolnr. C07/044HR, conclusie A-G Verkade. Lancaster Group GmbH c.s. tegen Uijtdewillegen (met dank aan Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek).

Conclusie van AG Verkade met veel passages uit het arrest Van Doren/Lifestyle. “Het arrest van het HvJ van 8 april 2003 laat zich m.i. mede lezen als een professoraal college of een conclusie van een advocaat-generaal. Ik zal zwaar op dit arrest leunen.”

“1.2. De zaak betreft door Uijtdewillegen parallel geïmporteerde en verhandelde cosmetica. Dat is, ingevolge vaste rechtspraak van het HvJ EG, Uijtdewillegen toegestaan als die producten door of met toestemming van Lancaster binnen de EER in de handel zijn gebracht, maar niet als dat daarbuiten geschiedde. In cassatie staat centraal de vraag of Lancaster zou moeten bewijzen dat de producten buiten de EER in het verkeer zijn gebracht (aldus het hof), dan wel Uijtdewillegen zou moeten bewijzen dat zij door of met toestemming van de betrokken merkhouder in de EER in het verkeer zijn gebracht (aldus het cassatiemiddel).

1.3. Deze zaak begon in het jaar 2000. Aan de hand van nadere rechtspraak sindsdien (met name: HvJ EG 8 april 2003, Van Doren/Lifestyle) moet geconcludeerd worden dat het middel slaagt.”

Lees de conclusie hier en - voor de fijnproevers - het cassatiemiddel hier. Eerder bericht (arrest van het hof Den Bosch) IEF 2915.

IEF 5686

Op naar een Europese Geschillenkamer

Koedooder.gifMargiet Koedooder (De Vos & Partners): Korte reactie op het rapport ‘Geschillenbeslechting en collectief rechtenbeheer’

“Monopolisten zoals Buma en Sena spreken tarieven af met de gebruikers van auteursrechten en naburige rechten. De hoogte van deze tarieven geeft regelmatig aanleiding voor geschillen. Gebruikers vinden de tarieven vaak te hoog, terwijl de collectieve rechtenorganisaties de tarieven eerder te laag vinden. Kom daar maar eens uit. In de afgelopen jaren is gebleken dat noch de Nma, noch het College van Toezicht Auteursrechtorganisaties noch de gewone rechter goed uit de voeten konden met tariefgeschillen. Een impasse is het gevolg.”

Lees de gehele reactie hier. Eerder bericht over het rapport: IEF 5605
 

IEF 5685

Geen significante afwijking van de bestaande “veelheidsnorm”

Pleisters.gifGerechtshof ’s-Gravenhage, 21 februari 2008, R07/1029, Cederroth International AB tegen BBIE.

Merkweigering vormmerk. Het gedeponeerde teken bestaat uitsluitend uit de vorm van de waar die noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen. Geen onderscheidend vermogen. Introductie begrip “veelheidsnorm”.

Beslissing van het hof op de weigering van het BBIE: “7.  Het onderhavige teken betreft een navulverpakking voor een pleisterdispenser. De navulverpakking bestaat uit een (kartonnen) mapje met meerdere compartimenten, waarin pleisters zitten. Doordat de voorkant naar voren hangt en de voorkant lager is dan de achterzijde, zijn de pleisters (in verschillende maten) duidelijk zichtbaar en kunnen deze gemakkelijk worden gebruikt. De geometrische basisvormen van het mapje, zijnde recht- en driehoeken, vormen bij elkaar een waaier. Deze wezenlijke kenmerken van het door Cederroth gedeponeerde teken zijn naar het oordeel van het hof uitsluitend tot stand gekomen op grond van technische overwegingen. De vorm van de navulverpakking is zodanig ontworpen dat een pleister vlug en gebruiksvriendelijk uitgenomen en aangebracht kan worden. Niet is gebleken dat (één van de) wezenlijke kenmerken niet is bepaald door het gebruiksdoel.”

Voor wat betreft het (gebrek aan) onderscheidend vermogen oordeelt het hof: “13.  Met inachtneming van het vorenoverwogende is het hof van oordeel dat het door Cederroth gedeponeerde teken niet over onderscheidend vermogen beschikt. Er is geen sprake van een significante afwijking ten aanzien van de bestaande “veelheidsnorm” voor navulverpakkingen van pleisters. Er bestaan immers verschillende vormen van navullingen voor pleisters, zoals langwerpige vormen, doosjes, zakjes, rolletjes, ronde vormen, rechthoeken en driehoeken. De waaiervorm van de gedeponeerde navulverpakking van Cederroth kan aan deze veelheid van vormen worden toegevoegd. Het in aanmerking komende publiek zal de herkomst van het teken niet uit de vorm kunnen afleiden.”

Lees het arrest hier

IEF 5660

Een oligopolistische markt

GvEA, 14 februari 2008, zaak T-189/05, Usinor SA tegen OHIM/Corus UK Ltd. Oppositie nationaal woordmerk GALVALLIA tegen Gemeenschapswoordmerkaanvrage GALVALLOY.

De zaak draait om de vraag of de twee woordmerken overeenstemmen. Visueel en auditief is dit het geval, volgens het Gerecht. Langer wordt stilgestaan bij de begripsmatige overeenstemming. Ook deze is aanwezig, aldus het Gerecht. Het relevante publiek is een beperkt aantal oplettende professionals, gespecialiseerd in de Franse staalmarkt die als oligopolistisch moet worden beschouwd. Deze groep, die ook kennis heeft van de Engelse taal, zal beide tekens interpreteren als verwijzend naar de concepten van galvanisering en alluminium.

Weliswaar is het onderscheidend vermogen van beide merken beperkt, toch is er, gelet op de visuele, auditieve en begripsmatige overeenstemming en het feit dat beide merken daarnaast voor dezelfde waren zijn aangevraagd c.q. geregistreerd, een gevaar voor verwarring tussen beide merken.

“71. In the present case, since the goods in question are identical and there are significant visual, phonetic and conceptual similarities between the marks at issue, it cannot be ruled out that even an attentive public, such as the relevant public in this case, could be led to believe that the goods in question come from the same undertaking or economically-linked undertakings, despite the limited distinctiveness of the earlier mark. That is particularly so as the mark applied for contains an element, ‘alloy’, which is even less distinctive than the element that is common to the marks at issue, ‘galva’; the market is oligopolistic; and the mark applied for may appear to be a simple translation of the earlier mark.”

De beslissing van de Board of Appeal wordt vernietigd. Lees arrest hier (geen Nederlandse versie beschikbaar).

IEF 5659

Het voorgaande laat onverlet

Rechtbank ’s-Gravenhage, 20 februari 2008, HA ZA 06-4100, Koninklijke Philips Electronics B.V. tegen Duplico 2000 S.L.

Vonnis in incident. “ 3.1. Duplico baseert haar vordering op artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordermg (hierna: Rv). Op grond van dat artikel kan Duplico, indien zij daarbij rechtmatig belang, een afschrift vorderen van bepaalde stukken aangaande een rechtsbetrekking waarin zij of haar rechtsvoorgangers partij zijn.

3.4. Duplico voert in dit verband aan dat zij op grond van contacten in de markt” reden heeft om te vermoeden dat Philips haar benadeelt ten opzichte van andere licentiehouders.

3.2. De stukken waarvan Duplico een afschrift vordert, hebben — naar zij zelf stelt — betrekking op de rechtsbetrekking tussen Philips en licentiehouders die in een vergelijkbare positie verkeren als Duplico. De stukken betreffen dus een rechtsbetrekking waarbij Duplico en haar rechtsvoorgangers geen partij zijn. Voor de verstrekking van een afschrift van dergelijke stukken, biedt artikel 843a Rv geen grond.

3.9. Het voorgaande laat onverlet dat de rechtbank inziet dat het er op grond van de stellingname van Duplico in het incident naar uitziet dat het debat tussen partijen in de hoofdzaak zich zal toespitsen op de vraag of Philips Duplico op gelijke wijze heeft behandeld als Philips haar andere licentiehouders heeft behandeld. Met het oog op de proceseconomie is het gewenst dat dit debat direct vanaf de conclusie van antwoord wordt gevoerd op basis van alle relevante stukken die bij partijen beschikbaar zijn. Aangenomen moet worden dat Philips de beschikking heeft over documenten die in dit verband relevant kunnen zijn, zoals haar overeenkomsten met licentiehouders die zich in een vergelijkbare positie bevinden als Duplico. Derhalve zal de rechtbank Philips in de gelegenheid stellen de relevante stukken, voorzien van een korte toelichting, bij akte in het geding te brengen, nog voordat Duplico haar conclusie van antwoord heeft ingediend. Daarbij laat de rechtbank het vooralsnog aan Philips over om te bepalen welke delen van welke documenten zij in dit verband in het geding zal brengen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5658

Ex Parte

olda.JPGRechtbank ’s-Gravenhage, 14 februari 2008, KG RK 08/0243, Westland Kaas-Groep B.V tegen Roos.

“Westland heeft van een tipgever vernomen dat Roos producten heeft opgeslagen in een pakhuis, die voorzien zijn van een teken dat identiek, dan wel soortgelijk is aan de merken van Westland, zonder daartoe toestemming te hebben gekregen. Het is tevens bekend dat Roos, een marktkoopman op verschillende markten in Nederland zijn waren aanbiedt. Het is dan ook aannemelijk dat hij voornoemde inbreukmakende producten aldaar aanbiedt. In het pakhuis heeft de tipgever van Westland een foto van de betreffende kazen van Roos gemaakt met zijn mobiele telefoon.

(…) De voorzieningenrechter: beveelt Roos, onmiddellijk na betekening van deze beschikking de inbreukmakende handelingen van Roos op het merkrecht van Westland te staken en gestaakt te houden, meer in het bijzonder ieder gebruik van het teken OLD AMSTERDAM, althans enig hiermee verwarringwekkend overeenstemmend teken te staken en gestaakt te houden.”

Lees de beschikking hier.

IEF 5657

Schuldsanering

Rechtbank Haarlem, 22 januari 2008, LJN: BC4926. Verzoekschriftprocedure. 

Louter financieel vervolg op eerder vonnis over auteursrecht en echtheidscertificaten (IEF 1893). Verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoek afgewezen.

“…binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis aan de raadsman van Microsoft schriftelijk en gedetailleerd opgave te doen van namen en adressen van de personen en/of bedrijven van wie zij deze inbreukmakende Echtheidscertificaten heeft betrokken alsmede aan wie deze inbreukmakende Echtheidscertificaten zijn doorverkocht, een en ander onder overlegging van kopieën van alle documenten die betrekking hebben op aan- en verkoop of distributie van Microsoft Echtheidscertificaten alsmede kopieën van alle documenten die betrekking hebben op de aan- en verkoop of distributie van alle andere Microsoft software.”

Verzoeker heeft ter zitting verklaard niet aan voornoemde veroordeling te hebben voldaan omdat hij in het buitenland verbleef ten tijde van de uitspraak, mede als gevolg van een “burn-out”. Voorts heeft hij verklaard dat hij weliswaar het vonnis per e-mail van zijn raadsman heeft ontvangen, maar dat hij er niet toe gekomen is om dit te lezen. Ten gevolge hiervan is een dwangsom van € 100.000,- verbeurd. Verzoeker heeft geen rechtsmiddel ingesteld tegen het vonnis.

(…) Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de schuld aan Microsoft, die tweederde van de totale schuldenlast uitmaakt, niet te goeder trouw is ontstaan. Door niet te voldoen aan het vonnis, ten gevolge waarvan een dwangsom van € 100.000,- is verbeurd, heeft verzoeker blijk gegeven van onverantwoord ondernemerschap en zijn crediteuren ernstig benadeeld”

Lees de beslissing hier.

IEF 5656

Ex parte

chcht.JPGBeschikking Rechtbank ’s-Gravenhage, 22 februari 2008,  rolnummer: KG RK 08/0313, Perfetti Van Melle S.p.A.tegen Mulder & Schneider.

“M&S heeft getracht in een pornografische context een toespeling op het begrip lollie te maken. Zij heeft gemeend dit te moeten doen door aan te haken bij de bekende CHUPA CHUPS Merken. De toespeling door M&S op de zorgvuldig door Verzoekster opgebouwde reputatie is bijzonder schadelijk. Dit geldt temeer daar hier het een product betreft dat doorgaans door kinderen wordt geconsumeerd. Het Inbreukmakende Teken worden in het economisch verkeer gebruikt daar de website (deels) een platform vormt voor betaalde pornosites. Deze pornosites betalen aan M&S een vergoeding voldoen voor het weergeven van de link. Aldus is sprake van merkinbreuk op basis van artikel 2.20 lid 1 sub c BVIE en artikel 9 lid 1 sub c GMVO.

(...) De voorzieningenrechter beveelt Mulder & Schneider, binnen 24 uur na betekening van deze beschikking, de in het lichaam van het verzoekschrift omschreven inbreuken op de Gemeenschapsbeeldmerken van Perfetti Van Melle te staken en gestaakt te houden, met name door zich te onthouden van ieder gebruik van het hierboven afgebeelde logo “Chupa Tolly”.

Lees de ex parte beschikking hier.

IEF 5655

En nog meer verse rechtspraak...

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 21 februari 2008, rolnr. 06/669, Meadwestvaco Packaging Sytems LLC. Tegen A & R Carton B.V.(met dank aan Ricardo Dijkstra, Van Doorne).

Octrooirecht, doos met een aantal blikken. “25. Uit het voorgaande volgt dat in conclusie 1 van het verleende octrooi een in de oorspronkelijke aanvrage als essentieel omschreven kenmerk is weggelaten en dat mitsdien het onderwerp van het octrooi niet wordt gedekt door de inhoud van de ingediende aanvrage. Het octrooi is daarom nietig (dient vernietigd te worden). Dc door A & R nog gestelde vernietigbaarheid wegens gebrek aan inventiviteit behoeft hierna niet meer behandcld te worden.”

Lees het arrest hier.

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 21 februari 2008, rolnr. 06/1466, Ranbaxy U.K. Ltd. c.s. tegen Warner-Lambert Company(met dank aan Simon Dack, De Brauw Blackstone Westbroek).

Octrooirecht, ABC farmaoctrooi. “25. Uit het voorgaande vloeit voort dat het onderhavige octrooi EP 0.247.633 B1 terecht als basisoctrooi is ingeroepen, zodat het ABC (ook) voldoet aan het bepaalde van artikel 3, aanhef en onder a, Verordening en derhalve niet nietig is. Dit brengt mee dat in het principale beroep de grieven 1-7 niet kunnen leiden tot vernietiging van het vonnis. Grief 8 in het principale beroep heeft naast voormelde grieven geen zelfstandige betekenis.”

Lees het arrest hier.

Vzr. Rechtbank Amsterdam, 21 februari 2008, KG ZA 08-31 Odc/PvV, Sanoma Uitgevers B.V. tegen Wegter Consumenten B.V.(met dank aan Wim Maas, Howrey).

Merkenrecht, “4.3. Niet in geschil is echter dat het woord- en beeldmerk VT Wonen buiten de Benelux niet door Sanoma als merk is geregistreerd, hetgeen tot gevolg heeft dat het Wegter - evenals een ieder ander - in beginsel is toegestaan om het VT Wonen woord- en beeldmerk buiten de Benelux te gebruiken. Daarnaast is niet gebleken dat het Wegter in de op 4 september 2006 gesloten licentieovereenkomst, dan wel in de nadere aanvulling daarop van 21juni 2006, expliciet is verboden om het woord- en beeldmerk VT Wonen buiten de Benelux te gebruiken. Anders dan door Sanoma gesteld, kan evenmin uit artikel 1.2 van de Licentieovereenkomst (impliciet) een dergelijk verbod worden afgeleid. Dat, zoals in artikel 1.2 is vermeld, de licentie uitsluitend betrekking heeft op de Benelux betekent voorshands niet meer dan dat de overeenkomst en de daarin neergelegde afspraken van toepassing zijn in het Benelux gebied. Dit houdt dus geen verbod in voor Wegter het merk VT Wonen buiten de Benelux te gebruiken.”

Lees het vonnis hier.

HvJ EG, 21 februari 2008, zaak C-328/07, Commissie tegen Luxemburg.

Luxemburg berispt wegen niet-implementeren Handhavingsrichtlijn. “En n’ayant pas pris, dans le délai prescrit, les dispositions législatives, réglementaires et administratives nécessaires pour se conformer à la directive 2004/48/CE du Parlement européen et du Conseil, du 29 avril 2004, relative au respect des droits de propriété intellectuelle, le Grand-Duché de Luxembourg a manqué aux obligations qui lui incombent en vertu de celle-ci.”

Lees het arrest hier(alleen beschikbaar in het Frans).

Rechtbank Assen, 30 januari 2008, LJN: BC4878, Eiser tegen Gedaagde.

Namaakzaak, maar geen IE-zaak. Niet is bewezen dat schilderijen vals/niet authentiek zijn “2.2.  De rechtbank is van oordeel dat de in deze procedure overgelegde rapporten weliswaar twijfels oproepen over de authenticiteit van de schilderijen. Echter, op basis van die rapporten kan naar het oordeel van de rechtbank niet voor juist worden gehouden dat de schilderijen daadwerkelijk vals/niet authentiek zijn. De rapporten zijn, mede in het licht van het door [gedaagde] gemotiveerd gevoerde verweer, onvoldoende helder en consistent gemotiveerd om die conclusie te kunnen dragen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5654

Zonder de blokjes

rijkslogo.JPGO.a. het AD bericht over een obscuur IE-recht, als je het al zo mag noemen: “ Het 60.000 euro kostende nieuwe logo van de rijksoverheid deugt niet. De Hoge Raad van Adel heeft het afgekeurd. (…) ,,Als er een willekeurig beeldmerk als logo van de overheid was gekozen, speelde dit probleem niet. Maar doordat er is gekozen voor een logo dat zo sterk op het officiële rijkswapen lijkt, moet het ook aan de eisen voldoen,’’ stelt E. Wolleswinkel, secretaris van de Hoge Raad van Adel.

Het rijkswapen waar het logo zo sterk op lijkt is net als de vlag en het volkslied een nationaal symbool. Voor het afbeelden gelden strenge regels. Op het rijkslogo van Studio Dumbar zijn de vereiste onderdelen van het rijkswapen weggelaten. Zo draagt de leeuw in het wapenschild geen kroontje en ontbreken de verplichte gouden blokjes in het wapenschild. Die blokjes zijn een verwijzing naar het huis van Nassau en dus naar het koninklijk huis. ,,Zonder de blokjes is het eerder het wapen van de Republiek der Verenigde Nederlanden,’’ concludeert Wolleswinkel.”

Lees hier meer.