IEF 22207
30 augustus 2024
Artikel

Laatste plekken voor het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 22216
30 augustus 2024
Uitspraak

Follow the Money hoeft artikelen niet te rectificeren

 
IEF 22215
30 augustus 2024
Uitspraak

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

 
IEF 3884

Eerst even voor jezelf lezen

- Rechtbank ’S-Gravenhage, 25 april 2007, HA ZA 06-955. Koninklijke Philips Electronics N.V. tegen
Lg Electronics European Holding B.V. c.s.

Het aanbieden en leveren van de mobiele telefoons aan afnemers in Nederland, Oostenrijk, Italië en Zweden voor toepassing van de geoctrooieerde uitvinding is, zo stelt Philips, aan te merken als indirecte inbreuk op de conclusies 1, 3, 4 en 9 van Vogel. Voorts wordt direct inbreuk gemaakt op de conclusies 10, 12 en 15 van Vogel door het verkopen, leveren, aanbieden, importeren en in voorraad houden van mobiele telefoons die van die schakeling zijn voorzien.

Lees het vonnis hier.

- Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 april 2007, HA ZA 05-3435, 3M Company tegen Avery Dennison Materials Nederland B.V. (Met dank aan Vita Zwaan, Solv).

3M is houdster van een Europees octrooi voor weefsels  met meervoudig reliëf. 3M stelt dat de Easy Apply producten van Avery onder de beschermingsomvang van het octrooi vallen.

Lees het vonnis hier

IEF 3883

een volkomen nieuw terrein

NRC Handelsblad, zaterdag 21 april, Hollands Dagboek, Konrad Boehmer, componist, muziekcriticus en muziekfilosoof verbleef een week in Noord-Korea voor het bijwonen van een muziekfestival.

Woensdag 18 april: ”De telefoon rinkelt mij letterlijk het bed uit. Een hoge ambtenaar van het Noord-Koreaanse ministerie voor Cultuur wil mij spreken. Het hand is recentelijk toegetreden tot de Berner Conventie, de grondwet  van wereldwijde bescherming van auteursrechten. Ze hebben in hun ministerie een afdeling opgericht om  het project verder te ontwikkelen. Terwijl bij mijn vorige bezoek ministers of hoge ambtenaren langdradig de lof op de Grote Leider zongen omdat in de KVDR alles beter is, hoor ik nu volledig andere taal. Ze weten totaal niet hoe ze de zaak moeten aanpakken en vragen om hulp. 

Ik geef een geïmproviseerd college over de beginselen en de praktische inrichting van het auteursrecht, vertel uitvoerig over hoe wij liet bij BUMA doen en hoe het internationaal geregeld is. De ambtenaar stelt sommige vragen zelfs drie keer: hij betreedt een volkomen nieuw terrein.  Het is het allereerste gesprek dat Noord-Korea in deze materie met een buitenlander voert. Ik beloof ze alle hulp, geef de nodige adressen en druk ze nog eens op hun hart dat liet auteursrecht het  recht van de individuele auteur is. Ook tijdens deze lange ontmoetingen geen woord propaganda. Alweer heb ik het goede gevoel dat het land bezig is om zich in kleine stappen van binnenuit te openen.”

IEF 3882

Het object van bescherming

vva.bmpProgramma Ledenvergadering Vereniging voor Auteursrecht , 11 mei 2007. 

- Wetenschappelijk gedeelte: Het object van bescherming (voorzitter: Prof. mr. A.A. Quaedvlieg).

Professor Jaap Spoor signaleerde in 1990 een gestage groei van het intellectuele eigendomsrecht. Terwijl bepaalde zaken principieel buiten het domein van het auteursrecht worden gehouden (vertolkingen en sportprestaties), dijt het werkbegrip op andere fronten steeds verder uit. De enige eis die lijkt te worden gesteld is de oorspronkelijkheideis, in de rechtspraak hier en daar gereduceerd tot de eis dat er gebruik moet zijn gemaakt van een keuze (J.H. Spoor, De gestage groei van merk, werk en uitvinding, Rede VU 1990).

Nu, zeventien jaar later, kunnen we vaststellen dat de grenzen van het auteursrecht nog steeds niet zijn bereikt. Het werkbegrip blijkt nog steeds onderdak te kunnen bieden aan nieuwe, soms triviale en soms wonderlijke, objecten van bescherming. Valt er een lijn in deze ontwikkeling te ontdekken? Is er een grens?

Naast het auteursrecht, kennen we sinds de jaren negentig ook naburige rechten op uitvoeringen, fonogrammen, omroepprogramma’s en eerste vastleggingen van films. De eerste twee naburige rechten zijn succesvol gebleken, de laatste twee leiden een slapend bestaan. De laatste spruit in de aan het auteursrecht verwante rechten, het sui generis databankenrecht, dreigt na een onstuimig begin ook in de marge te verdwijnen. Hebben we hier een grens bereikt? Of biedt het auteursrecht wellicht reeds voldoende bescherming?

Tijd om de balans op te maken.

14.00 - 14.30  Antoon Quaedvlieg (RU Nijmegen)

Subjectieve werken van kunst, keuze en creatie: een verkenning van het ongrijpbare werkbegrip anno 2007

14.30 - 15.00  Jacqueline Seignette (Vogel en Ruitenberg advocaten)

Het object van het naburig recht en het sui generis databankenrecht

15.00 - 15.30  Discussie o.l.v. Antoon Quaedvlieg

15.30 - 16.00  Theepauze

16.00 - 16.30   Annemarie Beunen (Universiteit Leiden)

Auteursrecht op databanken: marginaal of niet?

16.30 - 17.00   Discussie o.l.v. Antoon Quaedvlieg

17.00 - 18.00   Borrel

IEF 3881

Nomineren

"I am writing to invite you to nominate someone who you believe should be considered for induction into the IP Hall of Fame.

The IP Hall of Fame was established by Intellectual Asset Management (IAM) magazine in 2006 and exists to honour those individuals who have made an outstanding contribution to the creation of today's global intellectual property system, which is a crucial engine for economic growth and prosperity, as well as something which helps to improve lives across the world."

"To view current inductees into the IP Hall of Fame, please visit this site.

Inductees for 2007 will be selected by the IP Hall of Fame Academy from the nominations it receives from the global IP community. The IP Hall of Fame Academy is a group of 38 recognised IP thought leaders from across the world. All nominations must be submitted by 15th June 2007. The names of inductees will be made public in September 2007. A gala dinner honouring the new IP Hall of Fame inductees is to be hosted by Ocean Tomo in Chicago on 24th October 2007.

In order to make a nomination, please fill in the online form and supply a paragraph of between 50 and 100 words to support your nomination. Please note that no nomination will be accepted without this supporting paragraph. All nominations will be treated as strictly confidential and your name, job title or place of work will not be attached to any nomination seen by the IP Hall of Fame Academy members.

To make your nomination, complete the online form here.

At a time when in many parts of the world the IP system is under attack as it has never been before, the IP Hall of Fame is a not-for-profit initiative designed to highlight the importance of IP rights to today's global economy. I very much hope that you can help support the IP Hall of Fame by submitting a nomination.

Kind regards, IAM Magazine"

IEF 3880

Met ABS (HB)

ABS.gifGerechtshof Amsterdam, 19 april 2007. B.V. International Business Seminars tegen de Universiteit van Amsterdam (met dank aan Jens van den Brink, Kennedy Van der Laan).

Beschikking in hoger beroep op artikel 6 Hnw-verzoek. Geen handelsnaam nu de UvA de Amsterdam Business School als dienst  aanbiedt. Richtlijnconforme proceskostenveroordeling van het Hof Amsterdam in een verzoekschriftprocedure.

De UvA handhaaft in hoger beroep haar verweer dat zij de woorden Amsterdam Business School niet gebruikt als handelsnaam, maar gebruikt ter onderscheiding van bepaalde onderwijsdiensten. Het Hof volgt het oordeel van de kantonrechter dat Amsterdam Business School als dienst wordt aangeboden door de UvA. Nu IBS een verzoek heeft ingesteld tot wijziging van een handelsnaam en er van de zijde van UvA dus geen sprake is van een handelsnaam, is het verzoek volgens het Hof gedoemd te stranden.

Interessant is de tweede grief die de UvA heeft gericht tegen de door de kantonrechter uitgesproken proceskostenveroordeling. Het gerechtshof verklaart artikel 14 van de handhavingsrichtlijn onder andere van toepassing op procedures krachtens artikel 5 van de Handelsnaamwet. Het is bovendien van oordeel dat een richtlijn conforme interpretatie met zich meebrengt dat in de onderhavige zaak IBS in beginsel in de volledige proceskosten van UvA dient te worden veroordeeld. Een dergelijke interpretatie is niet contra legem. Het Hof verklaart dat artikel 14 Handhavingsrichtlijn geen onderscheid maakt tussen een verliezende of een winnende eiser, evenmin tussen een dagvaardings- of een verzoekschriftprocedure.

Het hof bekrachtigt  de beschikking van de kantonrechter met uitzondering van de gedeeltelijke afwijzing terzake van proceskosten, welke gedeeltelijke afwijzing wordt vernietigd. Het Hof veroordeelt IBS in de resterende kosten van de procedure in eerste aanleg en de volledige kosten van de procedure in hoger beroep.

Lees de beschikking van het hof hier. Eerder bericht + beschikking kantonrechter: IEF 2993 (1 december 2006).

IEF 3879

Voor iedereen

pvi.bmpHet boek “Portretrecht voor iedereen”  van Gerard Schuijt en Dirk Visser gaat zijn titel waarmaken. Met dank aan de auteurs ligt voor iedere borrelaar op de IEForum.nl Wereld IE Dag een gratis exemplaar van deze handige portretrechtpocket klaar (zolang de voorraad strekt etc.). Auteur Dirk Visser zal aanwezig zijn en uw exemplaar desgevraagd signeren en voorzien van een persoonlijk stempel.

Wel graag even aanmelden voor de borrel, voor wie dat nog niet heeft gedaan.

IEF 3878

Por que los donuts tienen un agujero en el centro?

dnts.bmpGvEA,18 april 2007, gevoegde zaken T-333/04 en  T-334/04. House of Donuts International tegen OHIM / Panrico SA.

Net als het Duitse woord "Matratzen" zegt ook het Engelse woord "donut"  de gemiddelde Spaanse consument vrij weinig. In Spanje is "donut" dan ook niet beschrijvend voor donuts.

Panrico SA (“Panrico”) heeft op basis van haar oudere Spaanse woord- en beeldmerkregistraties DONUT en DONUTS (voor klasse 30, 32 en 42) oppositie ingesteld tegen de aanvraag van House of Donuts International (“House of Donuts”) voor twee Gemeenschapswoord/beeldmerken HOUSE OF DONUTS voor dezelfde klassen.

In oktober 2001 werd deze oppositie door het OHIM gehonoreerd op grond van artikel 8 lid 1 sub b GMVo (verwarringsgevaar). Deze beslissing wordt bekrachtigd door de Vierde Kamer van Beroep. House of Donuts gaat vervolgens in beroep bij het Gerecht van eerste aanleg, waarbij zij klaagt dat de Kamer van Beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat er sprake is van gevaar voor verwarring bij het relevante (lees: Spaanse) publiek met betrekking tot de herkomst van de waren en diensten afkomstig van enerzijds Panrico en anderzijds House of Donuts.

Het Gerecht stelt allereerst vast dat de betrokken waren identiek zijn, en dat het relevante publiek in deze zaak bestaat uit de gemiddelde Spaanse consument. Vervolgens buigt het Gerecht zich over de stelling van House of Donuts dat de oudere merken van Panrico onderscheidend vermogen missen omdat de woorden ‘donut’ en ‘donuts’ beschrijvend zijn. Het daartoe door House of Donuts aangedragen bewijs wordt door het Gerecht afgedaan als niet-ontvankelijk dan wel niet relevant of overtuigend.

Allereerst de kopieën uit woordenboeken Spaans-Duits en Spaans-Engels (met een vermelding van het woord ‘donut’), deze zijn volgens het Gerecht niet-ontvankelijk omdat ze pas in de onderhavige instantie waren overgelegd. Bovendien zou daaruit niet kunnen worden afgeleid dat de gemiddelde Spaanse consument bekend zou zijn met dat van oorsprong buitenlandse woord.

Ook het feit dat het zoekwoord ‘donuts’ in combinatie met het zoekwoord ‘Spanje’ vele treffers oplevert op het internet betekent volgens het Gerecht nog niet dat ‘donuts’ beschrijvend is, omdat deze treffers zowel beschrijvende als niet-beschrijvende aanduidingen kunnen betreffen. Ten slotte verwerpt het Gerecht een Spaans handelsnaam- registratiecertificaat waarop de betreffende producten als ‘donuts’ worden omschreven, omdat op ditzelfde certificaat tegelijkertijd de betekenis van dit woord in het Spaans uiteen wordt gezet. Volgens het Gerecht is dan ook in eerdere instanties terecht geoordeeld dat het element ‘Donuts’ in de oudere merken van Panrico niet als beschrijvend is aan te merken. Het Gerecht merkt in dit kader - onder verwijzing naar het Fifties-arrest uit 2002 (T104/01) – nog op dat het Spaanse publiek slechts in beperkte mate bekend is met de Engelse taal.

Nadat het Gerecht vervolgens vaststelt dat het element ‘Donuts’ het dominante element is in de merken van beide partijen bekrachtigt het Gerecht het oordeel van de Kamer van Beroep dat – gelet op de overeenstemming tussen merken en tekens –  er sprake is van gevaar voor verwarring onder het Spaanse publiek. 

Lees het arrest hier.

IEF 3877

Meest Recente Publicaties IViR

CLIP (a group of scholars in the fields of intellectual property and private international law) Comments on the European Commission's Proposal for a Regulation on the Law Applicable to Contractual Obligations ("Rome I") and the Legal Affairs' Draft Report. The Group recommends the following approach:

1- The European legislator should not introduce a rule on the law applicable to contracts relating to intellectual property rights in Art. 4 of the future Rome I-Regulation.

2- Should the European legislator prefer to insert such a rule in Art. 4, this rule should be drafted as a presumption and not as a fixed rule. Therefore, the future Art. 4 (1) (f) should rather be based on the European Parliament’s Rome I-Draft Report and not on the Commission’s Rome I-Proposal. The presumption should be refined in this case. Art. 4 (1) (f) should be drafted as follows:

“(f) a contract having as its main object the transfer or license of an intellectual or industrial property right shall be presumed to be most closely connected with the law of the country in which the person who transfers or licenses the rights has his habitual residence, unless the transferee or licensee has accepted a duty to exploit the rights.”

Lees hier meer.

CLIP Suggestions for amendment of the Brussels I regulation with respect to Exclusive jurisdiction and cross border intellectual property (patent) infringement.

“In consequence of ECJ judgments C-4/03 – GAT v. LuK and C-539/03 – Roche Nederland v. Primus, handed down on 13 July 2005, it appears no longer feasible for a national court to allow for consolidation of claims against a person infringing parallel intellectual property rights registered in different Member States, and/or to accept a joinder of claims against multiple defendants engaged in concerted actions. It is feared that this will entail considerable impediments for an efficient enforcement of intellectual property rights, in particular of patents.”

Lees hier meer.

S.J. van Gompel: Audiovisual Archives and the Inability to Clear Rights in Orphan Works, l, IRIS plus (Supplement to IRIS - Legal Observations of the European Audiovisual Observatory), 2007-4.

"Irrespective of whether a solution would be sought at the European or national level, it would in any event be desirable that a uniform approach be taken in the different European countries. If a solution were introduced at the national level, states would at least need to agree to mutually recognise the permitted use of orphan works under any legal mechanism established in another state. Such an agreement would attend to the licensing difficulties that may occur in case of a cross-border exploitation of orphan works. Hence, if the orphan works problem were to be dealt with at national level, this would require additional measures, or at least a coordinated approach, at European level. The orphan works issue can only be effectively addressed, if thisprecondition is fulfilled."

Lees hier meer.

Lees alle IViR publicaties hier.

IEF 3876

Nieuwe bezem

pls.gifKamerstukken. Minister Plasterk, OCW, brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal met betrekking tot de wetgeving publieke en commerciële omroep.

“In het regeerakkoord is aangekondigd dat het kabinet spoedig voorstellen zal indienen over de publieke omroep en om alcoholreclame bij de commerciële omroep te beperken. Ik heb besloten de benodigde wijzigingen van de Mediawet in twee fases te realiseren. In deze kabinetsperiode zal Nederland bovendien de herziene Europese Televisierichtlijn implementeren. In deze brief informeer ik u over de planning van wetgeving voor de publieke en commerciële omroep.

Nog dit jaar zal ik een wetsvoorstel indienen dat de multimediale taak van de publieke omroep beter regelt en de reclameregels voor commerciële omroep versoepelt. Deze wijziging van de Mediawet geef ik als roepnaam de ‘Multimedia- en reclamewet’. (…) Verder benut ik het wetsvoorstel om de reclame- en sponsorregels voor commerciële omroep te verlichten. Daar tegenover staat wel een verbod op het uitzenden van alcoholreclame voor 21.00 uur.

Volgend jaar zal ik een tweede wetsvoorstel indienen voor wijziging van de Mediawet. Dit gaat over de organisatie van de publieke omroep, en heeft de roepnaam ‘Organisatiewet’. (…) Implementatie Europese Televisierichtlijn.  Waarschijnlijk wordt de behandeling van de richtlijn door de Raad (van de Ministers van de EUlidstaten) en het Europees Parlement nog dit jaar afgerond. Ik zal vervolgens een wetsvoorstel maken voor implementatie van de nieuwe richtlijn in de Nederlandse Mediawet.”

Lees de volledige brief hier.

IEF 3875

26 januari jl.

Leo Kooy, Vriesendorp & Gaade, bericht dat het Ministerie van Economische Zaken naar aanleiding van verschillende vragen o.a. heeft gemeld:

"Bij Rijkswet van 17 november 2005 is onder andere uitvoering gegeven aan de bekrachtiging van het EOV voor de Nederlandse Antillen. De onderdelen die hierop betrekking hebben zijn bij besluit van 26 januari jl. inwerking getreden, te weten op 1 april jl.

• Dit betekent dat alle Europese octrooien met bescherming in het Koninkrijk die op of na 1 april 2007 zijn verleend direct en onverkort gelden voor de Nederlandse Antillen.

• Met betrekking tot de reeds verleende en op 1april 2007 geldende Europese octrooien met bescherming in het Koninkrijk geldt ook dat zij vanaf die datum ook gelding hebben op de Nederlandse Antillen."