IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 18450

Uitspraak ingezonden door Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht, AKD  

Niet vermelden van hoeveelheid werkzame stof in product is misleidend

Rechtbank Amsterdam 9 apr 2019, IEF 18450; (Monster tegen Bang en Lucky Vitamin), https://ie-forum.nl/artikelen/niet-vermelden-van-hoeveelheid-werkzame-stof-in-product-is-misleidend

Vzr. Rechtbank Amsterdam 9 mei 2019, IEF 18450, RB 3311, LS&R 1705; ECLI:NL:RBAMS:2019:3386 (Monster tegen Bang en Lucky Vitamin) Monster is de Ierse dochtervennootschap van Monster Beverage, een Amerikaans bedrijf in de productie en verkoop van energiedranken onder de merknaam Monster. VPX is een Amerikaans bedrijf in de productie en verkoop van energiedranken onder de merknaam Bang. De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd om van de vorderingen jegens overige partijen LuckyVitamin, X en Predator kennis te nemen. Het geschil tussen Monster en Bang is uitgebreider inhoudelijk behandeld. Monster stelt onder andere dat op grond van onrechtmatige uitingen sprake is van oneerlijke handelspraktijken en van misleidende reclame, in de zin van artikel 6:194 lid 1 sub a BW. Het is Bang wel toegestaan een vergelijking te maken tussen haar suikervrije energiedrank en tal van andere energiedranken die wel suiker bevatten. De vergelijking overdrijft op een manier die gebruikelijk is in reclame voor energiedranken. Bang moet de verkoop van producten waarbij prominent op de verpakking L'Arginine staat afgebeeld staken en gestaakt te houden.

IEF 18441

Ellen Streekstra nieuwe merkengemachtigde bij Abcor

Sinds 1 mei versterkt Ellen Streekstra het team van Abcor in Leiden. Ellen is sinds 20 jaar actief als merkengemachtigde. Zij was werkzaam voor onder meer Considine, Merkenbureau Bouma, Bakker & Verkuijl en Kneppelhout. Zij heeft tevens een aantal jaar als in-house gemachtigde gewerkt voor de Berggruen Group, waar zij de merken voor het Duitse warenhuis Karstadt beheerde. Bij Abcor richt zij zich vooral op de internationale klanten praktijk van Abcor en het mkb.

IEF 18448

Conclusie AG: criteria modellenbescherming niet toepassen op auteursrechtelijke bescherming

HvJ EU 2 mei 2019, IEF 18448; (Cofemel tegen G-Star Raw CV), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-criteria-modellenbescherming-niet-toepassen-op-auteursrechtelijke-bescherming

Conclusie AG 2 mei 2019, IEF 18448, IEFbe 2878; ECLI:EU:C:2019:363 (Cofemel tegen G-Star Raw CV) Auteursrecht. Modellenrecht. G-Star stelde dat verzoekster inbreuk maakte op zijn auteursrecht door o.a. identieke kledingstukken. Cofemel bracht in dat de kledingstukken geen ‘artistieke creaties in juridische zin’ zijn, aangezien ze niet oorspronkelijk zijn en niet bekend is aan wie de desbetreffende auteursrechten toebehoren.
In tweede aanleg kwamen rechters tot de conclusie dat de broeken van het model ARC en het grafisch ontwerp van het model ROWDY auteursrechtelijk moeten worden beschermd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2(1)i van het Portugees wetboek van auteursrechten en de naburige rechten (hierna: CDADC). Gelet op de vernieuwende aard en oorspronkelijkheid ervan, evenals hun esthetische waarde, die vrucht is van de intellectuele schepping door de auteur ervan. Verzoekster Cofemel stelde cassatieberoep in bij de verwijzende rechter [IEF 17471].

IEF 18447

Reclame geneesmiddel Jardiance is misleidend

26 apr 2019, IEF 18447; (AstraZeneca tegen Boehringer Ingelheim), https://ie-forum.nl/artikelen/reclame-geneesmiddel-jardiance-is-misleidend

CGR 26 april 2019, IEF 18447, RB3309, LS&R 1704; K19.001 (AstraZeneca tegen Boehringer Ingelheim) AstraZeneca klaagt over de claims “Minder CV sterfte 38% relatieve risicoreductie”, “Jardiance® in de strijd tegen CV sterfte”, “Jardiance® verlaagt CV sterfte* bij patiënten met HVZ en diabetes type 2”, “Bij patiënten met HVZ en diabetes type 2 verlaagt Jardiance® cardiovasculaire sterfte” en “indicatie uitgebreid”, zoals gebruikt in de leave behind en over de claims “Minder CV sterfte, 38% relatieve risicoreductie”, “Jardiance® in uw strijd tegen CV sterfte”, “Voor patiënten met diabetes type 2 en HVZ biedt Jardiance® extra CV bescherming” en “Jardiance® heeft het bewijs en is geregistreerd om uw patiënt CV bescherming te bieden¹,²”, zoals gebruikt in de insteekkaart.
AstraZeneca stelt dat de uitingen onjuist, misleidend alsmede in strijd zijn met het verbod op het maken van ongeoorloofde vergelijkende reclame. Boehringer Ingelheim heeft gemotiveerd verweer gevoerd.

IEF 18445

Uitspraak ingezonden door Katelijn van Voorst van Foxwaldmeister en Bas de Jong van Jelsma De Jong.

Naam redlights is niet zuiver beschrijvend

Rechtbanken 7 mei 2019, IEF 18445; ECLI:NL:RBAMS:2019:5471 (Link Media tegen Siteways), https://ie-forum.nl/artikelen/naam-redlights-is-niet-zuiver-beschrijvend

Vrz. Rechtbank Amsterdam 7 mei 2019, IEF 18445, IT 2774, IEFbe 2879; ECLI:NL:RBAMS:2019:5471 (Link Media tegen Siteways) Handelsnaamrecht. Eiser Link Media exploiteert sinds 2009 een online advertentieplatform voor betaalde seks onder de domeinnaam redlights.be. In juni 2015 is Link Media BVBA ten behoeve van de Nederlandse markt eenzelfde soort platform begonnen met de domeinnaam redlights.nl. Op 29 juli 2016 is Siteways opgericht, zij houdt zich eveneens bezig met het beheren en exploiteren van advertentieplatforms voor betaalde seks, onder meer onder de naam redlight.nl. Link Media vordert het gebruik van het teken redlight en redlights te staken en gestaakt te houden. Siteways heeft aangevoerd dat enkel verwarringsgevaar te weinig is om gebruik van de naam redlight te verbieden omdat de naam alleen beschrijvend van aard zou zijn. De benamingen zijn niet zuiver beschrijvend voor een advertentieplatform op dit gebied. Ook op deze beperktere beschermingsomvang wordt een inbreuk gemaakt. Siteways zal het gebruik van de naam moeten staken.

IEF 18444

Uitspraak mede ingezonden door Wim Maas, Taylor Wessing.

Frand-verweer Asus faalt omdat zij niet bereid was te goeder trouw te onderhandelen

Gerechtshoven 7 mei 2019, IEF 18444; ECLI:NL:GHDHA:2019:1065 (Philips tegen Asus), https://ie-forum.nl/artikelen/frand-verweer-asus-faalt-omdat-zij-niet-bereid-was-te-goeder-trouw-te-onderhandelen

Hof Den Haag 7 mei 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:1065, IEF 18444; (Philips tegen Asus) Octrooirecht. Hoger beroep ingesteld door Philips naar aanleiding van de uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 22 maart 2017 (zie IEF 16669). Zaak draait om octrooirecht op het gebied van draadloze communicatie. Philips houdt octrooien op dit gebied waarop zij meent dat Asus inbreuk maakt, en vordert derhalve onder anderen een inbreukverbod. Asus heeft hiertegen verweer gevoerd, waaronder (en meest relevant) een Frand-verweer. De rechtbank heeft de vorderingen van Philips afgewezen en in reconventie het Nederlandse deel van het octrooi vernietigd wegens gebrek aan nieuwheid. Echter nu niet alle elementen van conclusie 1 van het octrooi ‘direct en ondubbelzinnig’ uit de stand van de techniek blijken moet worden geoordeeld dat er wel sprake is van nieuwheid. Ook lag gezien de stand van de techniek de uitvinding voor de gemiddelde vakman niet voor de hand, en dus moet deze inventief worden geacht. Asus voert een Frand-verweer aan. Dit verweer wordt verworpen wegens gebrek aan bereidheid om te goeder trouw over een licentie te onderhandelen. Het gedrag van Asus wordt gekwalificeerd als hold-out hetgeen in de weg staat aan een Frand-verweer, of dat nu op het mededingingsrecht, de pre-contractuele goede trouw/misbruik van recht of de Frand-verklaring wordt gebaseerd. Het hof oordeelt dat er sprake is van inbreuk en verbiedt Asus deze voort te zetten. Asus wordt veroordeeld in de proceskosten.

IEF 18446

Uitspraak ingezonden door Judith Krens, Charlotte Garnitsch en Marthe Riewald, Taylor Wessing.

Nederlandse rechter bevoegd bij zaken aangaande aangevraagde bescherming op Nederlands grondgebied

Rechtbanken 8 mei 2019, IEF 18446; (Pfizer tegen Roche c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/nederlandse-rechter-bevoegd-bij-zaken-aangaande-aangevraagde-bescherming-op-nederlands-grondgebied

Rechtbank Den Haag 8 mei 2019, IEF 18446; ECLI:NL:RBDHA:2019:4515 (Pfizer tegen Roche) Procesrecht. Octrooirecht. Bevoegdheid Nederlandse rechter bij octrooi-aanvragen. Pfizer en Roche houden zich beiden bezig met productie van geneesmiddelen. Wanneer het basisoctrooi van het hier betreffende geneesmiddel afloopt heeft Roche nog een aantal octrooi-aanvragen en toekomstige octrooi-aanvragen boven de markt hangen voor behandelingen die worden beschreven in het SmPC van het betreffende geneesmiddel. Pfizer wenst de markt te betreden met haar biosimilar van dat geneesmiddel, maar kan niet een klassieke clearing-the-way actie (nietigheidsactie) starten omdat de betreffende octrooi-aanvragen nog niet zijn verleend en/of er nog geen octrooi-aanvragen zijn ingediend. Zij tracht nu zogenoemde Arrow-verklaringen te verkrijgen. Roche betwist de bevoegdheid van de Nederlandse rechter. EVEX van toepassing. Rechter neemt bevoegdheid aan. Er zijn voldoende aanknopingspunten om Nederland als locus delicti aan te wijzen, nu Roche hier octrooirechtelijke bescherming wenst. Dat nog geen afsplitsingen vaststaan staat niet aan bevoegdheid in de weg. Roche zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Of dit een veroordeling moet zijn op grond van 1019h Rv staat ter discussie, nu niet duidelijk is of dit incident aangemerkt kan worden als een procedure ter handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Deze beslissing wordt aangehouden tot de beslissing in de hoofdzaak.

IEF 18442

Internetconsultatie standaardverpakking voor sigaretten en shag

Het doel van het conceptbesluit is het creëren van een delegatiegrondslag om bij ministeriële regeling eisen te stellen aan de standaardverpakkingen van sigaretten en shagtabak. Neutrale verpakkingen verminderen de aantrekkelijkheid van rookwaar en vergroten het bewustzijn van de schadelijkheid van roken. Het kabinet wil een rookvrije generatie realiseren in 2040, waarbij geen enkele jongere meer rookt. Neutrale verpakkingen is één van de maatregelen van dit akkoord.

Lees hier verder.

IEF 18443

Uitspraak ingezonden door Jesse Hofhuis, Hofhuis Alkema Groen

Late indiening productie leidt tot tussenarrest

Hof Den Haag 30 apr 2019, IEF 18443; (LB11 tegen Hennessy), https://ie-forum.nl/artikelen/late-indiening-productie-leidt-tot-tussenarrest

Hof Den Haag 30 april 2019, IEF 18443; ECLI:NL:GHDHA:2019:1537 (LB11 tegen Hennessy) Merkenrecht. Tussenarrest. Het concern Louis Vuitton Moët Hennessy houdt zich bezig met de handel in dranken. LB11 behoort tot de Van Caem Klerks Group, een groothandel van merkgoederen waaronder alcoholhoudende dranken. In eerste aanleg [IEF 16934] heeft Hennessy c.s. LB11 gevorderd om iedere inbreuk op Hennessy-merken te staken. In hoger beroep vordert LB11 dat het hof het vonnis vernietigt en komt met een aantal grieven. Hennessy heeft productie 87 op de laatst mogelijke dag ingediend. Het hof weigert de reactie van LB11 hierop vanwege te late indiening. LB11 krijgt de gelegenheid een akte te nemen met een inhoudelijke reactie op productie 87 van Hennessy c.s. en verwijst de zaak naar de rol.

IEF 18440

Uitspraak ingezonden door Patty de Leeuwe en Jacqueline Schaap, Visser Schaap & Kreijger.

Geen preventief verbod van tv-programma over oplichter

2 mei 2019, IEF 18440; (X tegen RTL Nederland B.V.), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-preventief-verbod-van-tv-programma-over-oplichter

Rechtbank Amsterdam 2 mei 2019, IEF 18440, IT 2771; (X tegen RTL Nederland B.V.) Privacyrecht. RTL heeft aangekondigd in een tv-programma aandacht te zullen schenken aan de oplichtingspraktijken van eiser. Eiser vordert een verbod van 3 jaar de beelden openbaar te maken, en het staken van het uitzenden van ‘promo’s’. Dit komt neer op een preventieve censuur, dat enkel gegeven kan worden in uitzonderlijke omstandigheden, waarbij een afweging moet worden gemaakt tussen de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van eiser en het belang van gedaagde bij het recht op vrijheid van meningsuiting. Nu er sprake is van goed onderzoek, en niet van lichtvaardige verdenkingen, het om een onderwerp van publiek belang gaat, en eiser in de beelden is geblurd, bestaat er geen grond voor een preventief verbod tot uitzending. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten.