IEF 22922
17 september 2025
Artikel

Benelux Merkencongres 2025 spreker uitgelicht: Martin Senftleben

 
IEF 22924
16 september 2025
Uitspraak

Gerecht: geen link tussen ZARA en pastaZARA

 
IEF 22920
16 september 2025
Uitspraak

Geen vreedzame co-existentie voor merken CFA en CEFA

 
IEF 22906

Geheimhoudingsbeding negen keer geschonden

Rechtbank Oost-Brabant 13 aug 2025, IEF 22906; ECLI:NL:RBOBR:2025:5016 (Eiser tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/geheimhoudingsbeding-negen-keer-geschonden

Rb. Oost-Brabant 13 augustus 2025, IEF 22906; ECLI:NL:RBOBR:2025:5016 (Eiser tegen gedaagde). Partijen zijn publieke figuren die na beëindiging van hun relatie een vaststellingsovereenkomst met geheimhoudingsbeding hebben ondertekend. Partijen twisten o.a. over de uitleg van het geheimhoudingsbeding, over de vraag of het beding nietig is vanwege strijd met de goede zeden en/of vernietigbaar is vanwege wilsgebreken. Eiser legt aan zijn vordering ten grondslag dat gedaagde het geheimhoudingsbeding heeft geschonden en daardoor een boete is verschuldigd. Gedaagde betwist dit omdat zij vindt dat het raad recht op vrijheid van meningsuiting prevaleert boven het privacybelang van eiser. Voordat de rechter hierover kan oordelen moet er eerst onderzocht worden wat partijen hebben bedoeld met het beding. Bij deze uitleg komt het aan op wat partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen, hebben afgeleid en van hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De redelijkheid en billijkheid spelen hierbij een rol. Eiser beroept zich op de overtreding en moet dit dus ook bewijzen. 

IEF 22901

Geen onderscheidend vermogen voor 3D-merk inhalator van Glaxo: vorm en paarse kleurencombinatie zijn gebruikelijk

Gerecht EU (voorheen GvEA) 23 jul 2025, IEF 22901; ECLI:EU:T:2025:745 (Glaxo Group Ltd tegen EUIPO/Cipla Europe NV), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-onderscheidend-vermogen-voor-3d-merk-inhalator-van-glaxo-vorm-en-paarse-kleurencombinatie-zijn-gebruikelijk

Gerecht EU 23 juli, IEF 22901; IEFbe 3863; ECLI:EU:T:2025:745 (Glaxo Group Ltd tegen EUIPO en Cipla Europe NV). Het Gerecht van de EU verwerpt het beroep van Glaxo Group Ltd. De zaak gaat over een drie-dimensionaal Uniemerk voor de vorm van een doseerinhalator met de kleuren lila (Pantone 2645C) en dieppaars (Pantone 2617C), ingeschreven voor geneesmiddelen voor luchtwegaandoeningen (klasse 5) en inhalatoren (klasse 10). Cipla vraagt in 2014 om nietigverklaring. Na een eerdere vernietiging door het Gerecht in 2023 (alleen wegens gebrekkige motivering), beslist de Tweede Kamer van Beroep in 2024 opnieuw dat het merk geen onderscheidend vermogen heeft en geen onderscheidend vermogen door gebruik heeft verkregen. Het Gerecht bevestigt dat oordeel. De vorm van het merk is de standaardvorm van een inhalator; het gebruik van kleuren (ook twee kleuren verdeeld over kap en behuizing) is al gebruikelijk op de relevante markt op de relevante datum (12 april 2001). Daardoor wijkt het teken niet significant af van wat in de sector normaal is (art. 7(1)(b) Verordening 40/94 jo. art. 51(1)(a)). Bij productvormmerken geldt dat alleen een duidelijke afwijking van de norm kan wijzen op herkomst; louter originaliteit of noviteit is onvoldoende.

IEF 22900

Conclusie A-G Hartlief: Zembla-uitzendingen over granuliet niet onrechtmatig jegens producent

Hoge Raad 29 aug 2025, IEF 22900; ECLI:NL:PHR:2025:911 ([eiseres] tegen Omroepvereniging BNNVARA), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-hartlief-zembla-uitzendingen-over-granuliet-niet-onrechtmatig-jegens-producent

Conclusie AG 29 augustus, IEF 22900; ECLI:NL:PHR:2025:911 ([eiseres] tegen Zembla). De zaak draait om uitzendingen van Zembla over het storten van granuliet in natuurplassen. [eiseres] stelt dat Zembla haar reputatie had geschaad door te beweren dat granuliet geen grond is, dat het productcertificaat BRL 9321 niet passend is en dat granuliet (mede door toevoeging van polyacrylamide) schadelijk kan zijn voor mens en milieu. Ook verzet zij zich tegen de ernstige beschuldiging van een oud-officier van justitie dat zij zich aan valsheid in geschrifte en economische delicten schuldig zou hebben gemaakt. De rechtbank acht die laatste uitlating onrechtmatig, maar het hof vernietigt dat oordeel en wijst álle vorderingen af. Het hof past de EHRM-criteria toe voor de afweging tussen art. 10 EVRM (vrijheid van meningsuiting) en art. 8 EVRM (bescherming van reputatie), en oordeelt dat de uitlatingen van Zembla voldoende steun vonden in regelgeving, interne stukken en wetenschappelijke rapporten. Daarbij leest het hof Zembla’s boodschap als: granuliet kan schadelijk zijn. Voor dat standpunt biedt het RIVM-rapport 2023 voldoende basis, ondanks door [eiseres] ingeroepen onderzoeken die het tegendeel zouden suggereren.

IEF 22899

Uitspraak ingezonden door Paul Trapman, Ploum.

Nomadik maakt inbreuk op Nomad Company

Rechtbank Den Haag 3 sep 2025, IEF 22899; Zaaknummer: C/09/629949 / HA ZA 22-452, ECLI:NL:RBDHA:2025:16442 (Nomad Company tegen Nomadik), https://ie-forum.nl/artikelen/nomadik-maakt-inbreuk-op-nomad-company-1

Rb. Den Haag 3 september 2025, IEF 22899; C/09/629949 / HA ZA 22-452; ECLI:NL:RBDHA:2025:16442 (Nomad Company tegen Nomadik). Nomad Company is een Nederlandse onderneming die reis- en campingproducten produceert, opgericht in 1978. Hun producten worden wereldwijd verkocht. Nomadik is een Nederlandse dochtervennootschap van Nomadik Strech Tents CC, een wereldwijd erkende fabriek en leverancier van een stretchtent, opgericht in 2017. Nomad Company vordert een verklaring voor recht dat Nomadik inbreuk heeft gemaakt op de IE-rechten van Nomad Company, waardoor Nomadik schadeplichtig is. Daarnaast vordert ze een bevel om iedere inbreuk te staken en gestaakt te houden. Ook vordert Nomad Company een recall van alle producten van Nomadik binnen de gehele Europese Unie. Tenslotte vordert Nomad Company overdracht van domeinnamen. Aan de vorderingen legt Nomad Company ten grondslag dat Nomadik met het gebruik van het teken inbreuk maakt op de NOMAD-Merken als bedoeld in art. 2.20 lid 2 sub b en c BVIE en art. 9 lid 2 sub b en c UMVo (de sub b-inbreuk). Het gebruik van domeinnamen door Nomadik is eveneens merkinbreuk, althans is het ander gebruik in de zin van art. 2.20 lid 2 sub d BVIE.  

IEF 22896

Opname generiek in G-Standaard vóór einde ABC is inbreuk

Rechtbank Den Haag 27 aug 2025, IEF 22896; ECLI:NL:RBDHA:2025:16044 (Novartis tegen Glenmark), https://ie-forum.nl/artikelen/opname-generiek-in-g-standaard-voor-einde-abc-is-inbreuk

Rb. Den Haag 27 augustus 2025, IEF 22896; LS&R 2312; ECLI:NL:RBDHA:2025:16044 (Novartis tegen Glenmark). De voorzieningenrechter Den Haag heeft geoordeeld dat Glenmark inbreuk maakte op het aanvullend beschermingscertificaat (ABC) van Novartis voor het geneesmiddel eltrombopag (Revolade®) door haar generieke variant vanaf 1 september 2025 in de G-Standaard te laten opnemen, terwijl het ABC nog tot en met 14 september 2025 liep. Volgens vaste rechtspraak geldt opname in de G-Standaard als een “aanbieden” in de zin van art. 53 ROW, en dus als een inbreukhandeling. Het verweer dat het slechts om de laatste twee weken van de beschermingsperiode ging en dat Europese ontwikkelingen zoals de stockpiling waiver en een voorgenomen uitbreiding van de Bolar-exceptie ruimte laten voor voorbereidingshandelingen, werd verworpen: opname in de G-Standaard valt niet onder deze uitzonderingen en Novartis heeft recht op volledige exclusiviteit zolang het ABC geldt.

IEF 22898

POP MART krijgt gedeeltelijk ex parte bevel tegen AH-franchisenemers wegens namaak Labubu’s

Rechtbank Den Haag 25 jul 2025, IEF 22898; C/09/689039 (POP MART tegen gerekwestreerden), https://ie-forum.nl/artikelen/pop-mart-krijgt-gedeeltelijk-ex-parte-bevel-tegen-ah-franchisenemers-wegens-namaak-labubu-s

Rb. Den Haag, 25 juli 2025, IEF 22898; C/09/689039 (POP MART tegen gerekwestreerden). POP MART verzoekt in een ex parte procedure een verbod tegen meerdere franchisenemers van Albert Heijn. Eerder is een ex parte bevel verleend tegen andere supermarkten [Zie IEF 22858]. Volgens verzoekster maken de supermarkten inbreuk op hun merken door het aanbieden van namaak Labubu’s. De voorzieningenrechter acht zich bevoegd en stelt vast dat, voorshands oordelend, geen reden bestaat aan de geldigheid van de ingeroepen rechten te twijfelen en dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat gerekwestreerden inbreuk op die rechten maken, althans dat de voor artikel 194 lid 1 Rv vereiste rechtsbetrekking aanwezig is. Dit voorlopige oordeel komt tot stand na summier onderzoek waarbij alleen verzoekster is gehoord. Gelet op hetgeen in het verzoekschrift is aangevoerd ten aanzien van het spoedeisend belang van verzoekster en gelet op de mate van aannemelijkheid van de inbreuk, bestaat voldoende grond voor toewijzing van het gevraagde bevel tot staking van de inbreuk zonder gerekwestreerden voorafgaand te horen.

IEF 22893

Simmons & Simmons zoekt: Advocaat-medewerker Octrooirecht

Vacature: Advocaat Octrooirecht (3-6 jaar ervaring)
Locatie: Amsterdam

Wij zoeken een advocaat-medewerker octrooirecht met 3-6 jaar ervaring. Ons team is jong, ambitieus en klaar om weer te groeien. Met een uitstekende reputatie, een internationaal netwerk en uitdagend werk voor toonaangevende cliënten, bieden wij jou de kans om je carrière naar een hoger niveau te tillen.

IEF 22890

Overgebleven voorraad na eindigen sublicentie

Rechtbank Amsterdam 14 aug 2025, IEF 22890; ECLI:NL:RBAMS:2025:5897 (CC tegen A&P), https://ie-forum.nl/artikelen/overgebleven-voorraad-na-eindigen-sublicentie

Rb. Amsterdam 14 augustus 2025, IEF 22890; ECLI:NL:RBAMS:2025:5897 (CC tegen A&P). Concept Connection (hierna: CC) is een groothandel op het gebied van consumentenartikelen en souvenirs, bijvoorbeeld met de merknaam 'I Amsterdam'. Dit gebeurt in opdracht van Stichting Amsterdam & Partners (hierna: A&P) maar ook op eigen initiatief. Maar altijd na goedkeuring van licentiegever A&P. Dat is een publiek-private stichting die van de gemeente Amsterdam het exclusieve recht verworven om het woord- en beeldmerk 'I Amsterdam' te gebruiken en aan derden sublicentie te geven. Partijen hebben een overeenkomst tot verlening van sublicentie merkenrechten en distributie. Zij zijn deze aangegaan voor vijf jaar in 2020. In de overeenkomst is bepaald dat A&P eventueel overgebleven voorraad overneemt van CC na het aflopen van de overeenkomst. CC vordert een bevel om A&P te verbieden uitvoering te geven aan buitengerechtelijke partiële ontbinding van de overeenkomst en betaling van de verkoopprijs van de aanwezige voorraad, volgens CC een bedrag van € 1.569.492,00. 

IEF 22889

Lasterlijke review over factuur

Hof Amsterdam 26 aug 2025, IEF 22889; ECLI:NL:GHAMS:2025:2274 (Appellant tegen geïntimeerde), https://ie-forum.nl/artikelen/lasterlijke-review-over-factuur

Hof Amsterdam 26 augustus 2025, IEF 22889; ECLI:NL:GHAMS:2025:2274 (Appellant tegen geïntimeerde). Geïntimeerde heeft appellant als advocaat bijgestaan bij het instellen van twee hoger beroepsprocedures. Nadat onenigheid is ontstaan over de betaling van facturen, heeft appellant een negatieve beoordeling over geïntimeerde online geplaatst. Na de dagvaarding in kort geding heeft hij deze review aangepast. Hij is daarnaast diverse (tucht)procedures begonnen niet alleen tegen de advocaten die hem hebben bijgestaan maar ook tegen andere bij geïntimeerde betrokken personen. De voorzieningenrechter heeft geïntimeerde grotendeels in het gelijk gesteld. Appellant is het hier niet mee eens en gaat daarom in hoger beroep. Het door de voorzieningenrechter opgelegde verbod is, anders dan appellant lijkt stelt, niet zo ruim dat elke negatieve of kritische uitlating van appellant tegenover derden over geïntimeerde daaronder valt. Dat volgt al uit het feit dat de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de aangepaste online recensie (die ook negatief is) niet onrechtmatig is. 

IEF 22895

Conclusie A-G Puma/Monshoe: formstrip te weinig gelijkend, geen inbreuk

Hoge Raad 29 aug 2025, IEF 22895; ECLI:NL:PHR:2025:870 (Puma tegen Monshoe), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-puma-monshoe-formstrip-te-weinig-gelijkend-geen-inbreuk

Parket bij de Hoge Raad 29 augustus 2025, IEF 22895; ECLI:NL:PHR:2025:870 (Puma tegen Monshoe). In dit geding staat de vraag centraal of Monshoe met haar schoenontwerpen inbreuk maakt op Puma’s bekende formstrip-beeldmerken en of die merken nog wel normaal worden gebruikt. Puma baseert haar vorderingen op art. 9 lid 2 sub b en c UMVo en art. 2.20 lid 2 sub b en c BVIE. De b-grond ziet op verwarringsgevaar, de c-grond op bescherming van bekende merken tegen ongerechtvaardigd voordeel of afbreuk aan reputatie of onderscheidend vermogen. Monshoe vordert in reconventie vervallenverklaring wegens non-usus. De rechtbank wijst de vorderingen van Puma grotendeels toe en verwerpt de reconventie. Het hof komt tot een ander oordeel: Puma toont met facturen, promotiemateriaal en jaarverslagen voldoende normaal gebruik aan, ook in varianten die het onderscheidend vermogen niet wijzigen, zodat de vervallenverklaring faalt. De inbreukvorderingen stranden echter omdat de visuele overeenstemming tussen de formstrip en Monshoes teken zeer gering is en het publiek geen verband legt; marktonderzoeken in Nederland, België en Duitsland bevestigen dit.