PCT Nieuws
Twee mededelingen van de WIPO.
1. PCT Notification 180: Amendments to the Regulations
"The Director General of the World Intellectual Property Organization (WIPO) presents his compliments to the Minister for Foreign Affairs and, pursuant to Article 68(4) of the Patent Cooperation Treaty (PCT), done at Washington on June 19, 1970, amended on September 28, 1979, modified on February 3, 1984, and on October 3, 2001, has the honor to transmit herewith certified copies, in English and in French , of the amendments to the Regulations under the said Treaty, adopted by the Assembly of the International Patent Cooperation Union (PCT Union), on October 3, 2006, at its thirty-fifth (20th extraordinary) session, held in Geneva from September 25 to October 3, 2006, with effect from April 1, 2007." Lees hier meer.
2. PCT Notification 181: Amended Schedule of Fees Annexed to the Regulations.
"The Director General of the World Intellectual Property Organization (WIPO) presents his compliments to the Minister for Foreign Affairs and, pursuant to Article 68(4) of the Patent Cooperation Treaty, done at Washington on June 19, 1970, amended on September 28, 1979, and modified on February 3, 1984, and on October 3, 2001, has the honor to transmit herewith a certified copy in English and a certified copy in French of the amended Schedule of Fees Annexed to the Regulations under the said Treaty. The said amended Schedule of Fees was adopted by the Assembly of the International Patent Cooperation Union (PCT Union), on October 3, 2006, at its thirty-fifth (20th extraordinary) session, held in Geneva from September 25 to October 3, 2006, with effect from October 12, 2006." Lees hier meer.
Intellectuele Eigendomsrechten en volksgezondheid
Tweede Kamer, Kamervragen met antwoord. Vragen van het lid Kant (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over intellectuele eigendomsrechten en volksgezondheid in de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
1 Wat waren de overwegingen om tijdens de 59e WHO-conferentie de Europese Commissie namens de lidstaten te laten spreken over de resolutie met betrekking tot intellectueel eigendom?
2 Deelt u de mening dat de competentie van de Europese Commissie met betrekking tot intellectuele eigendomsrechten binnen de Wereld Handelsorganisatie (WTO) zich niet uitstrekt tot de WHO?
3 Klopt het dat het oorspronkelijke standpunt van de Europese Commissie zeer veel overeenkomsten vertoont met het standpunt van de farmaceutische industrie?
4 Bent u geheel tevreden met het uiteindelijke standpunt van de Europese Commissie? Welke invloed heeft de Nederlandse delegatie hierop gehad?
5 Gaat de Europese Commissie ook namens de lidstaten het woord voeren in de intergouvernementele werkgroep die zich zal buigen over «oplossingen om de huidige crisis in onderzoek en ontwikkelingen van geneesmiddelen voor ontwikkelingslanden het hoofd te bieden» zoals in de eerdergenoemde resolutie is bepaald?
6 Klopt het dat ook een Nederlandse afvaardiging zitting gaat nemen in deze werkgroep zoals u eerder aan Wemos in een brief meedeelde?
7 Bent u van plan vast te houden aan het spreekrecht van de Nederlandse afvaardiging ook als over intellectuele eigendomsrechten wordt gesproken?
8 Bent u bereid de bevoegdheidsverdeling tussen de Europese Commissie en de lidstaten, waar het gaat om volksgezondheid en intellectuele eigendomsrechten, waar mogelijk aan de orde te stellen bijvoorbeeld tijdens de voorbereidende bijeenkomsten van de WHO?
Antwoord van minister Hoogervorst (Volksgezondheid, Welzijn en Sport). (Ontvangen 6 november 2006)
1 De resolutie handelt niet zozeer over intellectuele eigendomsrechten alswel over de vraag op welke wijze onderzoek naar en ontwikkeling van medicijnen voor ziektes die ontwikkelingslanden disproportioneel raken gestimuleerd kan worden. Aangezien intellectuele eigendomsrechten wel in de titel van de resolutie stonden en een vorm van «beloning» zijn voor onderzoek en ontwikkeling stelde de Commissie in de voorbereiding van de World Health Assembly (WHA) in Brussel dat zij op veel onderwerpen die tijdens het overleg over de resolutie werden besproken exclusief bevoegd is. Nederland is daar niet van overtuigd, maar constateert dat de mandaatskwestie op gezondheidsgebied een grijs gebied is. Vanuit een pragmatische houding is Nederland akkoord gegaan met de eenmalige taakverdeling tussen Commissie en Raad (woordvoering door de voorzitter) tijdens de WHA in mei 2006. Dit moet in het licht gezien worden van een meer algemene discussie die momenteel gaande is over de woordvoering namens de Europese Unie bij de WHO. Tijdens de EU-voorbereiding gedurende deze WHA stelde de Commissie dat zij bij de onderhandelingen bij dit agendapunt op alle onderwerpen in plaats van de lidstaten zou spreken.
2 De Commissie is exclusief bevoegd op het terrein van intellectuele eigendomsrechten als zij handelsgerelateerd zijn, zoals bij TRIPs (Trade Related Aspects of Intellectual Property Rights) in de WTO. Binnen de WHO gaat het in de eerste plaats om gezondheid. In het geval van de genoemde resolutie gaat het om het stimuleren van onderzoek en ontwikkeling naar medicijnen voor ziektes die ontwikkelingslanden disproportioneel raken. De bescherming van intellectuele eigendomsrechten is hier slechts een deelonderwerp.
3 Ik constateer slechts dat de Europese Commissie het onderwerp «intellectuele eigendomsrechten en gezondheid» vooral vanuit het gezichtspunt van bescherming van intellectuele eigendomsrechten benadert.
4 Tijdens de WHA heeft Nederland, samen met andere Lidstaten, bij de Commissie aangedrongen op een constructieve houding ten opzichte van de resolutie. Dit heeft ertoe geleid dat er inderdaad een aanvaardbare en werkbare resolutie tot stand is gekomen. In de onderhandelingen heeft de Nederlandse delegatie een niet onbelangrijke en ondersteunende functie gehad in de totstandkoming van de tekst van de resolutie. In deze resolutie wordt de DG van de WHO gevraagd een werkgroep op te stellen die zich richt op het opstellen van een globale strategie en actieplan die een basis bieden voor essentieel gezondheidsonderzoek en ontwikkeling dat gedreven wordt door de behoeften die er bestaan en relevant is voor ziektes die ontwikkelingslanden disproportioneel raken. Bovendien wordt de WHO opgeroepen het door Nederland geïnitieerde priority medicines rapport periodiek te herzien.
5 De Commissie heeft gesteld dat zij overeenkomstig de vooraf in Brussel overeengekomen bevoegdheidsverdeling zal spreken op het terrein van intellectuele eigendomsrechten. Op de overige terreinen kunnen de Lidstaten dus het woord voeren, in afstemming met elkaar en de Commissie.
6 Ja, een Nederlandse afvaardiging zal deelnemen aan deze werkgroep.
7 Zie antwoord op vraag 5.
8 Nederland heeft dit reeds aan de orde gesteld tijdens voorbereidende bijeenkomsten in Brussel in juli en oktober van dit jaar en zal dit blijven doen.
Lees de Kamervragen hier.
Speltip
Eerste Kamer, Kamerstuk 30362, Wijziging van de Wet op de kansspelen houdende tijdelijke bepalingen met betrekking tot kansspelen via internet. Voorlopig verslag van de vaste commissie voor Justitie.
"Deze leden willen niet verhelen dat zij desondanks toch nog wel enkele voor hen belangrijke vragen houden met betrekking tot dit concrete wetsvoorstel waarin – uniek in Europa misschien – een experiment met legaal gokken op internet is gelegen."
In het verslag komen aan bod de monopoliepositie van Holland Casino, Europese aspecten, evaluatie van het wetsvoorstel, belangenverstrengeling, het tegengaan van kansspelverslaving, consumentenbescherming, handhaving als alternatief en ten slotte, het kansspelaanbod vanuit de Nederlandse Antillen en Aruba.
Lees het verslag hier.
Offline na bezoek BREIN
Stichting BREIN meldt op haar website dat zij maandagavond opnieuw in persoon een sommatie betreffende een illegale p2p-site heeft overhandigd. Het betrof een provider die hostingdiensten verleende aan de illegale p2p-site Extremepowertorrents. Gisteravond ging de site offline nadat zij nogmaals door hun hosting provider waren gesommeerd.
Op de website werden op gecontroleerde wijze ongeveer 1500 torrentlinks naar speelfilms, muziek, computerspellen en andere auteursrechtelijk beschermde werken aangeboden. De site met zo'n 20.000 geregistreerde gebruikers werd eerder dit jaar opgericht in reactie op het neerhalen door BREIN van een andere illegale bittorrentsite NLexperience.
Zowel site als provider waren reeds eerder door BREIN gesommeerd, maar de eigenaar van de website reageerde niet en de hosting provider betwistte zijn juridische verplichting mee te werken aan het beëindigen van de inbreuk en zijn klant te identificeren.
De later door de hosting provider overhandigde naam- en adresgegevens kwamen uit het domeinnaamregister en bleken onjuist. Omdat de service provider daar al enige weken van op de hoogte was en willens en wetens doorging met het hosten van de illegale site, eist BREIN schadevergoeding van de provider die voorlopig begroot is op tenminste 280.000 euro.
Verder eist BREIN de namen en adressen van de voornaamste uploaders en opgave van de inkomsten die de site heeft gegenereerd. Bij grootschalige inbreuk of volhardende inbreukmakers vordert BREIN schadevergoeding die in de honderdduizenden euro’s kan lopen. Schikkingen van BREIN schadeclaims liepen inmiddels op tot meer dan 100.000 euro. “Veel illegale sites vinden onderdak bij obscure hosting providers die het niet zo nauw nemen met de wet”, aldus BREIN-directeur Tim Kuik, “die kunnen op een harde aanpak rekenen”. Naast hoge schadeclaims is ook strafrechtelijke actie niet uitgesloten.
Lees hier iets meer.
Motormanagementsysteem
Gerechtshof Arnhem 7 november 2006, LJN: AZ2563
Geen gezamenlijk auteursrecht op tijdens een stage ontwikkelde software.
Appellant vordert dat het hof voor recht zal verklaren dat appellant en geïntimeerde gemeenschappelijk de auteursrechten van het motormanagementssteem ECU 3.00 bezitten. Vaststaat dat geïntimeerde in het kader van zijn afstudeeropdracht aan de HTS tijdens zijn stage bij appellant samen met appellant heeft gewerkt aan de ontwikkeling van een zogenaamd motormanagementsysteem, waarbij geïntimeerde zich heeft bezig gehouden met de ontwikkeling van de besturingssoftware daarvoor.
Nu uit de door de getuigen afgelegde verklaringen niet anders volgt dan dat geïntimeerde de software voor het motormanagementsysteem heeft ontwikkeld en evenmin blijkt dat tussen partijen over het auteursrecht van de software andersluidende afspraken zijn gemaakt dient ook volgens het hof geïntimeerde en niet appellant als maker, en daarmee als auteursrechthebbende, van de software te worden aangemerkt. De enkele omstandigheid dat "Dutch Radio Engineering" (kennelijk appellant, red. IEF) op de broncode staat vermeld kan niet tot een ander oordeel leiden, mede gelet op het feit dat geïntimeerde daartegen onder meer heeft aangevoerd dat hij met die vermelding slechts de samenwerking (in het kader van de stage) tussen hem en appellant heeft willen benadrukken en dat hij nimmer de bedoeling heeft gehad te erkennen dat appellant mede auteursrechthebbende zou zijn.
Ook de stelling van appellant dat uit de vermelding van "Dutch Radio Engineering" op de broncode van blijkt dat geïntimeerde uitdrukkelijk heeft erkend dat appellant in ieder geval voor de helft, althans gemeenschappelijk rechthebbende is ten aanzien van (de software van) het motormanagementsysteem kan hem niet baten. De tekst op de broncode vermeldt niet dat geïntimeerde en appellant de gezamenlijke makers van de software voor de ECU 3.00 zijn, en evenmin dat zij gezamenlijk houder zijn van de exclusieve rechten op die software.
Door appellant is overigens niets gesteld waaruit kan volgen dat hij er gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat geïntimeerde door de vermelding van 'Dutch Radio Engineering' op de broncode heeft willen erkennen dat hij en appellant gezamenlijk auteursrechthebbenden zouden zijn. Weliswaar heeft appellant in eerste aanleg bij herhaling gesteld dat (de software van) het motormanagementsysteem 'onder zijn leiding en toezicht en met behulp van zijn kennis en kunde' is ontwikkeld en dat 'het intellectuele gedeelte' van hem afkomstig is, maar in het midden is gebleven welke concrete bijdragen hij dan precies heeft geleverd aan de (gezamenlijke) ontwikkeling van die software, terwijl dat wel op zijn weg had gelegen. De enkele omstandigheid dat geïntimeerde tijdens zijn stageperiode met appellant heeft samengewerkt aan de ontwikkeling van een motormanagementsysteem waarbij geïntimeerde zich heeft beziggehouden met de ontwikkeling van de software daarvoor is onvoldoende, want het zegt niets over feitelijke bijdragen van appellant aan de ontwikkeling van die software. De grief faalt.
Tot slot nog een kennelijke verschrijving (zie immers het dictum): "4.9 Als de in het ongelijk gestelde partij zal [geïntimeerde] worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep."
Lees hier het arrest.
Gielen for President
Op 9 november hebben Charles Gielen en F. Jeannie Smith de International Trademark Association (INTA) President’s Award ontvangen.
Deze award is een van de hoogste onderscheidingen op het gebied van intellectuele eigendom en wordt uitgereikt aan personen die een uitzonderlijke bijdrage hebben geleverd aan de INTA en het vakgebied IE.
Gielen ontving deze onderscheiding omdat hij zich de afgelopen jaren o.m. als Board Member succesvol heeft ingezet om de focus van INTA, die voortkomt uit de US Trademark Association, te verleggen naar een meer internationaal perspectief. Deze Award is nog niet eerder aan iemand in de Benelux uitgereikt.
IEForum.nl feliciteert Charles Gielen van harte met deze onderscheiding.
Schone zaak
Beschikking kortgedingrechter Antwerpen, 15 november 2006, Unilever tegen Lindeteves
Parallel import, beslag te Antwerpen.
Lindeteves International BV, een in Nederland gevestigde parallelhandelaar, heeft LUX zeepblokken in Indonesië gekocht en heeft die door expiditeur Gerlach en Compagnie NV laten vervoeren naar Antwerpen. De goederen zijn authentiek en zijn onder T1-status geregistreerd. Desondanks heeft Unilever beslist de goederen onder sekwester te plaatsen. Cotton International en/of S.A.L. of Cottin BVBA de opdrachtgever te zijn.
Vervolgens dient een kort geding over de geldigheid van het beslag. Lindeteves vordert opheffing beslag en schade van Unilever. Cotton c.s. vorderen enkel opheffing beslag.
Volgens de Class uitspraak (lees uitspraak hier) dient Unilever te bewijzen dat Lindeteves, Gerlach, Cotton S.A.L. of Cottin BVBA de goederen ofwel effectief in het vrije verkeer hebben gebracht in de EG, ofwel de goederen derwijze verhandelen dat zij aldaar aldaar noodzakelijkerwijze verhandeld zullen worden.
In casu bevinden de goederen zich in transit. Omdat de goederen voor Libanon zijn bestemd en niet bewezen kan worden dat ze bestemd zouden zijn voor de EG, wordt de vordering van Unilever afgewezen. Ook Lindeteves krijgt nul op het rekest wat betreft de schade.
Lees de beschikking hier.
Werkafspraken
Tweede kamer, Kamerstuk 30482, nr 5 en twee bijlagen: Vijfentwintig medicijnen tegen te grote macht van de farmaceutische industrie; Brief minister ter aanbieding document met werkafspraken tussen de IGZ en den CGR.
Tussen de inspectie voor de Gezondheidszorg en de Stichting Code Geneesmiddelenreclame zijn werkafspraken gemaakt. Het doel is om te bewerkstelligen dat de regelegeving voor geneesmiddelenreclame zich op heldere en praktisch toepasbare wijze ontwikkelt en voor het veld kenbaar is, en dat de handhaving van zowel wettelijke regels als zelfregulering op het gebied van geneesmiddelenreclame effectief en efficient plaats vindt. Onderwerpen uit de werkafspraken betreffen normontwikkeling, omzetting in beleidsregels, voorlichting en educatie, monitoring en opsporing, melding bij/constateringen dor de inspectie, klachten bij CGR, informatie uitwisseling en afstemming en ten slotte de duur van de afspraken.
Lees hier de brief van de minister, hier de werkspraken en hier de toelichting.
Stoeipoes
"Ontwerper/architect Pi de Bruin is boos op de Partij voor de Dieren, die de door hem ontworpen blauwe Kamerzetel op haar verkiezingsposters heeft staan. Hij eist een gebruiksvergoeding van EUR 1000 voor elke keer dat 'zijn' stoel in beeld wordt gebracht.
Op de posters staat een katje op een Kamerzetel. De stoel is flink toegetakeld door de nagels van het beestje. De tekst erbij luidt: "Schud Den Haag nú wakker, kies Partij voor de Dieren".
De partij onder leiding van Marianne Thieme heeft De Bruin laten weten niet van plan te zijn om in te gaan op de claim. Volgens haar gaat het om overheidsmeubilair, dat deel uitmaakt van het publieke domein en bovendien heel vaak in de media te zien is.
De partij heeft Kamervoorzitter Weisglas gevraagd om te bemiddelen."
Voor de echte dierenliefhebbers is hier de raamposter.
Geneesmiddelentests ROW (2)
Eerste Kamer, Kamerstuk 30 663, B. Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 ter implementatie van Richtlijn nr. 2004/27/EG en Richtlijn nr. 2004/28/EG (eerder bericht hier)
"Eindverslag van de Vaste Commissie voor Economische Zaken. Vastgesteld 14 november 2006. Het onderzoek van dit voorstel heeft de commissie geen aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen.
De voorzitter van de commissie,
Luijten
De griffier van de commissie,
Nieuwenhuizen"