IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22663
29 april 2025
Uitspraak

Hof bevestigt dat verzameling van productgegevens door Tracpartz geen databank vormt

 
IEF 22671
29 april 2025
Uitspraak

Geen verwarringsgevaar tussen handelsnamen IMPRO B.V. en Impro Techniek B.V.: voldoende onderscheid in werkzaamheden

 
IEF 1890

NUVjes

Nieuwe 'Copyright Notice': Nieuwsbulletin van het NUV over auteursrecht en aanverwante juridische aangelegenheden, uitsluitend bestemd voor medewerkers van ledenbedrijven van het Nederlands Uitgeversverbond. Editie april 2006. Met o.a:

- Evaluatie Auteursrechtrichtlijn. Het IViR heeft van de Europese Commissie een tweetal belangrijke studieopdrachten gekregen. Het eerste onderzoek ‘The Recasting of copyright for the knowledge economy’ betreft een evaluatie van het auteursrechtbeleid van de EU, dat sinds 1991 heeft geresulteerd in een zevental harmonisatierichtlijnen. Deze studie moet resulteren in concrete aanbevelingen voor de Europese wetgevingsagenda van de komende jaren. Het tweede onderzoek betreft een analyse van de Auteursrechtrichtlijn en de wijze waarop de richtlijn door de lidstaten is geïmplementeerd. Met de opdrachten is ruim € 300.000 gemoeid. Beide studies moeten in oktober 2006 worden opgeleverd en zullen onder leiding van Prof. mr. P.B. Hugenholtz worden verricht.

- Ongenuanceerde aanval op collectief beheer. Kamerleden Aptroot en Luchtenveld gaan voorbij aan het feit dat auteursorganisaties zijn opgericht, worden bestuurd en gecontroleerd door de rechthebbenden voor wie zij optreden. De wat makkelijke kritiek op kosten en inhoudingen lijkt meer te zijn ingegeven door de lobby van het bedrijfsleven om minder voor auteursrechten te gaan betalen. Klanten van ondernemers die een product kopen hoeven ook geen vragen te stellen over de marges en inkomsten van de verkoper, waarom zouden auteursrechtexploitanten, die rechten verkopen, dat wel moeten?
 
- Modelcontracten voor tijdschriftauteurs in zicht. Een UVW/SURF-werkgroep is al geruime tijd in gesprek over een gezamenlijk modelcontract voor wetenschappelijke auteurs van tijdschriften. Het bestuur van de Groep Uitgevers voor Vak en Wetenschap (UVW) is voorstander van een flexibel model met een aantal opties, omdat een dergelijk model bruikbaar moet zijn voor alle vak- en wetenschappelijke tijdschriften. Zo zouden er opties moeten komen voor overdracht en licentie en diverse opties voor de rechten die een auteur aan zich voorbehoudt. Stichting SURF, die hierbij in feite met name namens de universiteiten als gebruikers praten en niet zozeer namens auteurs, heeft echter als voorwaarde gesteld dat wetenschappelijke auteurs per definitie toestemming moeten hebben om hun werk via de universiteit en internet vrij te verspreiden (open access).

- Uitgevers versus of samen met Google? Een juridische discussie over zoekmachines raakt al snel het hart van de internetcommunity. Het motto van dit artikel is: ken uw recht, maar bedenk dat u het allemaal nog zelf in de hand heeft.

- Handhaving van IE-rechten. De richtlijn moet op 29 april 2006 in wetgeving zijn omgezet. Volgens BREIN betekent het voorstel een ernstige verslechtering ten opzichte van de huidige, al tekortschietende situatie.

- De Russische Bibliotheek in veelvoud. Uitgeverij Van Oorschot is ontstemd en laakt de handelwijze van haar concurrent Foreign Media Group m.b.t. de aanduiding Russische Bibliotheek. Wat is de status van het geschil? Is de naam van een verzameling titels juridisch beschermd?

Inhoudsopgave digitale editie hier.

IEF 1889

Voor eens en altijd

HvJ EG, 6 april 2006, opinie AG Sharpston, in zaak C-348/04. Boehringer Ingelheim KG c.s. tegen Swingward Ltd en Boehringer Ingelheim KG c.s. tegen Dowelhurst Ltd. 
 
In haar uitgebreide conclusie probeert AG Sharpston voor eens en altijd duidelijkheid te scheppen over de regels voor ompakken en stickeren bij de parallelimport van geneesmiddelen, in de hoop dat het Hof van Justitie dan in het vervolg verschoond zal blijven van verzoeken tot nadere uitleg: "I would then hope that national courts will play their part robustly in applying the principles to the facts before them without further requests to fine-tune the principles. Every judge knows that ingenious lawyers can always find a reason why a given proposition does or does not apply to their client’s situation. It should not however in my view be for the Court of Justice to adjudicate on such detail for evermore".

De zaak is een vervolg op de eerdere zaak Boehringer I (zaak C-143/00 [2002]) en betreft de parallel import van farmaceutische producten (inhalers en pillen). Het Engelse Court of Appeal heeft een aantal vragen voorgelegd over de juiste uitleg van de eerdere ompakkingsjurisprudentie van het Hof van Justitie, onder meer met betrekking tot de noodzaak tot ompakking ('reboxing'),  de bewijslast ten aanzien van de verschillende voorwaarden voor ompakking zoals neergelegd in het arrest Bristol-Myers Squibb uit 1996 (gevoegde zaken C-427/93, C-429/93 en C-436/93), de toepasselijkheid van de voorwaarden uit dit arrest op gestickerde producten ('overstickered products') en de gevolgen van het niet waarschuwen van de merkhouder (failing to give notice).

De AG adviseert het Hof van Justitie om de voorgelegde vragen als volgt te beantwoorden:
 
- The five conditions set out in Bristol-Myers Squibb (‘the BMS conditions’) do not apply where a parallel importer markets in one Member State a pharmaceutical product imported from another Member State in its original internal and external packaging to which the parallel importer has applied an additional external label printed in the language of the Member State of importation.

– The requirement that repackaging be necessary (the first BMS condition) applies merely to the fact of reboxing and does not extend to the precise manner and style thereof.

– The requirement that the presentation of the repackaged product be not such as to be liable to damage the reputation of the trade mark or its owner (the fourth BMS condition) is not limited to defective, poor quality or untidy packaging: the issue is whether there is a serious risk that the reputation of the trade mark will be damaged.

– Both inappropriate presentation of the trade mark and incorrect suggestion of a commercial link are capable in principle of damaging the trade mark’s reputation. Whether particular forms of repackaging cause such damage and whether the damage is sufficiently serious to amount to a ‘legitimate reason’ within the meaning of Article 7(2) of First Council Directive 89/104/EEC of 21 December 1988 to approximate the laws of the Member States relating to trade marks is a question of fact for the national court.

– In circumstances where the importer has failed to give notice but has complied with the other BMS conditions, he infringes by every subsequent importation. It is for the national court to determine the appropriate sanction, which should be effective and dissuasive. It should also be proportionate and therefore should not be equal to the sanction that would apply if the other BMS conditions had also been breached.

– The parallel importer bears the burden of proving compliance with the first, second, third and fifth BMS conditions. The trade mark owner bears the burden of proving serious risk of damage to the reputation of the trade mark or himself (the fourth BMS condition)."

Lees de conclusie hier (Geen Nederlandse tekst beschikbaar).

IEF 1888

Wereld IE Dag Borrel

Dr. Kamil Idris, WIPO's Director General, reminds us on this occasion that: "World Intellectual Property Day is an opportunity to encourage people to think about the role played by intellectual property in everyday life, and about its importance in stimulating and safeguarding innovation and creativity. This year we celebrate the starting point of all intellectual property, the seeds from which all innovations and creative works grow - ideas."

Een van de betere ideeën van Dr. Kamil Idris van dit jaar was ongetwijfeld de instelling van de vanaf nu traditionele IEForum-borrel om deze heugelijke dag te vieren. Dat Dr. Kamil Idris zelf aanwezig zal zijn, om eens flink van gedachten te wisselen met de fine fleur van de Nederlandse IE-wereld (we verheugen ons nu al op het persbericht), lijkt dan ook niet ondenkbaar.

Wie de grote roerganger wil ontmoeten, anderszins aanwezig wil zijn, of gewoon lekker wil borrelen zonder powerpointpresentaties of forumdiscussies  is van harte welkom. Om de omvang van de drank- en voedselvoorraad juist in te kunnen schatten, bij deze het verzoek om je, onverplicht, even aan te melden voor de borrel per email.

De borrel zal plaats vinden op Wereld IE Dag, woensdag 26 april, tussen 17.00 en 20.00 uur in het prachtige grachtenpand (en deo volente de prachtige grachtentuin) van Van der Steenhoven advocaten aan de Herengracht 582-584 in Amsterdam, (zie de website met routebeschrijving hier). Nadere informatie volgt. Meer over Wereld IE Dag hier.
IEF 1887

3 Moties

1- Kamerstuk 24515, nr. 75, 2e Kamer. Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting ; Motie van de leden De Wit en Van Gent, voorgesteld 5 april 2006, over een verbod op het maken van reclame op televisie en radio voor consumptief krediet  (eerdere berichten hier).
 
“De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende, dat het afsluiten van consumptieve kredieten een belangrijke oorzaak is van het grote aantal mensen met problematische schulden; overwegende, dat het aangaan van een consumptief krediet sterk wordt gestimuleerd door de frequente, vaak agressieve en misleidende reclame voor dit product; verzoekt de regering een verbod uit te werken voor het maken van reclame voor consumptief krediet op televisie en radio en de Kamer hierover nader te rapporteren. En gaat over tot de orde van de dag. De Wit, Van Gent."

2- Kamerstuk 24515, nr. 77, 2e Kamer. Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting; Motie van het lid Van Gent over een preventieve toets door de Autoriteit Financiële Markten op reclames voor consumptieve kredieten.

"De Kamer, gehoord de beraadslaging,overwegende, dat kredietverstrekkers in reclames voor consumptieve kredieten hun potentiële klanten op een rustige, duidelijke en eerlijke manier dienen te informeren over de voorwaarden en mogelijke risico's van de aangeprezen lening; overwegende, dat zowel kredietverstrekkers als consumenten gebaat zijn bij een preventieve toets op mogelijke misleiding in reclame-uitingen;verzoekt de regering de Autoriteit Financiële Markten een dergelijke preventieve toets te laten verrichten voordat reclame-uitingen worden uitgezonden of anderszins gepubliceerd. En gaat over tot de orde van de dag. Van Gent."

3- Kamerstuk 24515, nr. 78, 2e Kamer. Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting ; Motie van de leden Koomen en Huizinga-Heringa over het op verzoek preventief toetsen van leenreclames door de Autoriteit Financiële Markten.

"De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende, dat de schuldenproblematiek, mede ten gevolge van overmatig leengedrag, steeds grotere vormen aanneemt; overwegende, dat er op dit moment nog steeds misleidende en agressieve leenreclames worden vertoond op tv, ten gehore gebracht op de radio en te lezen zijn in de geschreven media; overwegende, dat de Wet Financiële Dienstverlening per 1 januari 2006 in werking is getreden en de mogelijkheden biedt om misleidende en agressieve reclames te weren; verzoekt de regering naast de repressieve toetsing de Autoriteit Financiële Markten op verzoek van een financiële instelling preventief te laten toetsen of een reclame voldoet aan het kader waaraan een verantwoorde leenreclame moet voldoen. En gaat over tot de orde van de dag. Koomen, Huizinga-Heringa."

IEF 1886

Sans frontières

Kamerstuk 22112, nr. 429 2e Kamer. Brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over informatievoorzieining aan de Tweede Kamer over nieuwe Commissievoorstellen.
 
Fiche 4: Richtlijn inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten. Het Commissievoorstel behelst een actualisering van de EU-Richtlijn ‘Televisie Zonder Grenzen’ uit 1989 (herzien in 1997). De verwachting is dat het totale besluitvormingsproces circa 1,5 jaar in beslag neemt. De bedoeling van de Commissie is om het voorstel uiterlijk in 2010 in werking te laten treden.

De ratio achter de uitbreiding is dat met de hedendaagse technologische mogelijkheden audiovisuele inhoud niet langer alleen via de traditionele omroepdiensten het publiek bereikt, maar dat een veelheid van (oude en nieuwe) distributiewijzen dezelfde audiovisuele inhoud naar de gebruiker kan brengen. Om een gelijk speelveld op de markt van audiovisuele mediadiensten te creëren is het volgens de Commissie van belang dat vergelijkbare diensten op dezelfde wijze gereguleerd worden, ongeacht de technische distributiewijze.

Nederlands commentaar betreft o.a. het reclamerechtelijk gedeelte: “Ten aanzien van de modernisering en versoepeling van de reclameregels voor lineaire diensten heeft Nederland nog geen definitief standpunt. Wel erkent Nederland de noodzaak van hervorming van de reclameregels van de huidige Richtlijn met het oog op voortschrijdende technische en economische ontwikkelingen en de opkomst van nieuwe diensten. N.a.v. het lopende onderzoek van EZ en OCW naar nieuwe reclametechnieken (opleverdatum begin mei) zal Nederland een standpunt innemen t.a.v. de specifieke onderdelen van de reclameregels. Ook moet goed beoordeeld worden of de toepassing van de reclameregels bij bepaalde lineaire diensten (zoals IP-TV) niet op handhavingsproblemen stuit."

Lees hier meer.

IEF 1885

Ondertussen in de Europese Unie (2)

Morgen vanaf 11.00 uur is het dan eindelijk zover. Binnen de Europese Unie kan iedereen een beschikbare .eu domeinnaam registreren. Wees er wel snel bij: EURid verwacht enkele honderdduizenden nieuwe .eu-domeinnamen. En ook nu geldt: registratie geschiedt op een 'first come, first served basis'.
IEF 1884

Eerst even voor jezelf lezen

HvJ EG, 6 april 2006, opinie AG Sharpston, in zaak C-348/04. Boehringer Ingelheim KG c.s. tegen Swingward Ltd en Boehringer Ingelheim KG c.s. tegen Dowelhurst Ltd. (Geen Nederlandse tekst beschikbaar.)

"Questions have been put in the present case on two methods of reboxing the products in new exterior cartons designed by one of the defendants and bearing some or all of its own logo or trade mark or a house style or get-up.

- The first is described by the referring court as ‘cobranding’: the parallel importer reaffixes the original trade mark to the new exterior carton.

- The second is described by the referring court as ‘debranding’: the original trade mark is not reaffixed to the new exterior carton, although it will remain on the pills and inhalers themselves and on any blister packs; instead, the generic name of the drug is indicated." Lees de conclusie hier.

IEF 1883

Persberichten

- “Een coalitie van samenwerkingsverbanden uit de ICT-, consumentenelektronica en digitale media-industrie, waaronder de Business Software Alliance, gaat zich sterk maken voor een dringende hervorming van Europese copyrightheffingen. De Copyright Levies Reform Alliance (CLRA) wil meer eerlijkheid en transparantie in copyrightheffingen op professionele en consumentenproducten in de Europese Unie, zodat consumenten eerlijk behandeld worden en contentleveranciers een eerlijke vergoeding krijgen.” Lees hier meer (BSA), bericht op webwereld hier.

- "Opnieuw zijn diverse illegale bittorrentsites op sommatie van BREIN door de eigenaren of hun service providers offline gehaald. De afgelopen twee weken werden zes sites afgesloten, waaronder movieget.nl, weplog.nl en torrents4you.com, met in totaal ongeveer 10.000 gebruikers. Inmiddels zijn 45 van de ruim 90 door BREIN gelokaliseerde Nederlandse bittorrentsites offline. Daarmee werden tot op heden ongeveer 410.000 p2p-gebruikers afgesloten." Lees hier meer.

IEF 1882

Geen gedoe dus

Artikeltje in de Volkskrant over games en merk- en portretrechten: “Sensible Soccer zou goed beschouwd een computerspel kunnen zijn zoals een advocaat dat zou ontwerpen. Waarom? In tegenstelling tot de felrealistische voetbalgames Fifa van Electronic Arts en Pro Evolution Soccer van Konami lijken de spelers in Sensible Soccer helemaal nergens op. (…) Geen gedoe dus met de portretrechten van voetballers of het merkrecht van een club.

Klopt, zegt John Hare van uitgever Codemasters (In kleine kring bekend van dit vonnis in  de zaak Tellegen- Codemasters) . ‘We zouden veel geld kwijt zijn aan het recht om de echte clubs en echte spelers af te beelden.’En met een knipoog voegt hij er aan toe: ‘Als je de legale valkuilen weet te vermijden, kun je nog een heel eind komen.’ Het merk- en portretrecht is geen onderwerp dat gamesmakers lichtvaardig aan hun laars lappen.”

Lees het hele artikel hier.

IEF 1881

Prebiotisch (2)

pb.bmpRechtbank ’s-Gravenhage, 5 april 2006, KG ZA 06-134. N.V. Nutricia tegen Kruidvat Retail B.V.

Nutricia spreekt Kruidvat aan op octrooi-inbreuk vanwege de verkoop van babyvoeding door Kruidvat (eerder bericht hier).

Het octrooi van Nutricia openbaart een uitvinding welke ziet op het gebruik van specifieke koolhydraatmengsels met prebiotische werking (uitleg in  r.o. 4.1-4.2) voor diëtische voedingen en farmaceutica. Het mengsel kan worden toegevoegd aan, bijvoorbeeld, zuigelingenvoeding. In het octrooi wordt aangegeven dat de mengsels de gezondheid bevorderende micro-organismen, die in de natuurlijke dikke darmflora aanwezig zijn, stimuleren.

Bij de beoordeling van de inbreukvraag neemt de rechtbank in aanmerking dat de uitvinding specifieke combinaties van koolhydraten betreft die in die combinatie de voordelen van de uitvinding zouden moeten opleveren.

Conclusie 1 leert dat de specifieke combinatie moet zijn samengesteld uit in elk geval een A-component, bestaande uit een kortketenige oligosaccharide en een B-component, bestaande uit een langketenige polysaccharide. Voor de duidelijkheid: kortketenig is gedefinieerd als korter dan 7 saccharideneenheden en langketenig als meer dan 6 eenheden.

De rechtbank concludeert dat de A-component aanwezig is. De vraag of er ook sprake is van een B-component beantwoord de rechtbank ontkennend. In het Kruidvat-product is gebruik gemaakt van het handelsproduct Fibrulose’97 en dat is volgens de rechtbank niet aan te merken als de B-component, omdat slechts een deel (63%) van dit product uit langketenige saccharideneenheden bestaat:

“Uit deze bewoordingen volgt dat een koolhydraat eerst als een B-component kwalificeert indien deze bestaat uit een polysaccharide met een DP in de range van 7 tot en met 100. Op deze wijze wordt de B-component dan ook gesteld tegenover de A-component welke moet bestaan uit een saccharide met een DP in de range van 2 tot en met 6. Naar voorlopig oordeel kan Fibrulose’97, waarvan 37 gew. % buiten de door de uitvinder gedefinieerde grenzen valt, dan ook niet als een B-component worden gekwalificeerd. Door Fibrulose’97 toe te passen in haar zuigelingenvoeding maakt Kruidvat dan ook geen inbreuk op conclusie 1 van het octrooi en evenmin op de volgconclusies die alle uitgaan van de toevoeging van een B-component met prebiotische werking zoals die is gespecificeerd in de eerste conclusie.”

Nutricia doet nog tevergeefs een poging door te stellen dat het deel met een lager DP (de voornoemde 37%) weggedacht moet worden:

“De stelling van Nutricia slaagt ook niet onder de veronderstelling dat van de toegevoegde Fibrulose’97 het deel met een DP lager dan zeven moet worden weggedacht, zodat nog steeds een hoeveelheid – 63 gew. % – als polysaccharide met een DP groter dan 6 resteert. Onder die aanname dreigt immers dat de gewichtsverhouding in het mengsel niet meer voldoet aan de grens dat ten minste 5 gew % van het mengsel langketenig is. De kwantitatieve bepalingen van dr. Stahl zijn onvoldoende nauwkeurig om daar uitspraken over te doen. Voorts is onder die aanname het kortketenige deel van de Fibrulose’97 als een derde component aan te merken, hetgeen in strijd is met de vooronderstelling dat het
mengsel is samengesteld uit twee componenten.”

De vorderingen van Nutricia worden afgewezen. 

Lees het vonnis hier. Mediaberichtgeving hier.