IE-klassieker: HR Decca/Holland Nautic
HR 27 juni 1986, IEF 22123; ECLI:NL:HR:1986:AD7158 (Holland Nautic/Decca) [IEF 19198].
Onderwerp:
Onrechtmatige mededinging, quasi- octrooirecht.
Feiten:
Decca heeft een radio-navigatiesysteem ontwikkeld, dit systeem is niet beschermd door een IE-recht. Holland Nautic importeert en verkoopt ontvangers voor dit systeem.
Rechtsregel (rechtsoverweging 4.2):
Het enkel profiteren van het bestaan van een ander product is op zichzelf niet onrechtmatig, ook niet als de andere partij daarvan nadeel ondervindt. In bijzondere omstandigheden kan dit anders zijn. Een terughoudende toets is vereist, omdat anders een quasi-octrooirecht tot stand komt.
IE-klassiekers vernieuwd
De pagina Klassiekers wordt vernieuwd. Naast onze reguliere artikelen zullen wij een paar keer per week IE-klassiekers op een nog bondigere manier samenvatten door kort het onderwerp, de feiten en de rechtsregel inclusief rechtsoverweging weer te geven. Handig indien u een snelle opfrissing nodig heeft en ideaal voor studenten.
Gedeeltelijke intrekking van beroep
UPC CoA 4 juni 2024, IEF 22122; UPC_CoA_183/2024 (Daedalus tegen Xiaomi DE en Xiaomi NL). In eerste aanleg waren vijf verweerders partij, maar wees het Gerecht in Eerste Aanleg af om de memorie van eis te betekenen aan drie van de vijf verweerders. Hiertegen gaat Appellant, Daedalus, in beroep. Aan twee verweerders, te weten Xiaomi DE en Xiaomi NL, is wel betekend. In de verklaring van beroep worden echter alle vijf de verweerders genoemd. Later heeft Daedalus het verzoek ingediend om het beroep met betrekking tot Xiaomi NL en Xiaomi DE in te trekken.
‘Academischer Stammbaum’ Charlotte Vrendenbarg
Ter gelegenheid van de oratie van Charlotte Vrendenbarg op 5 juli 2024 presenteerde haar Doktorvater Dirk Visser bijgaande Academischer Stammbaum van prof. Vrendenbarg.
De voorlopige conclusie was dat Charlotte en haar academische voorvaderen afstammen van grootheden als Cleveringa en Meijers, maar (voorlopig) uiteindelijk van Johan Westenberg die in 1687 in Harderwijk promoveerde. De Universiteit van Harderwijk bestond van 1648 tot 1811 en had een reputatie die aanleiding gaf tot het volgende rijmpje: “Harderwijk is een stadje van negotie, men koopt er bokking en bullen van promotie”.
Met dank aan allen die input en inmiddels al enkele correcties verstrekten wordt deze versie hier gepubliceerd met het uitdrukkelijke verzoek om verdere correcties en aanvullingen door te geven aan d.j.g.visser@law.leidenuniv.nl. Dirk Visser en Michiel Smit zullen een en ander verwerken tot een wetenschappelijke publicatie.
Aankondiging Jaarlijkse BIE-Scriptieprijs
De redactie van Berichten Industriële Eigendom organiseert met ingang van dit jaar een jaarlijkse competitie voor de “BIE-Scriptieprijs”. Met de instelling van deze prijs beogen wij studenten te stimuleren zich te verdiepen in IE-vraagstukken en kennis te laten maken met het tijdschrift BIE. Onder IE verstaan wij hier het recht van de industriële eigendom (octrooi-, merken-, modellen-, handels- naam-, databanken- en kwekersrecht plus het recht inzake geografi- sche aanduidingen) alsmede het recht van de ongeoorloofde mede- dinging, inclusief de bescherming van bedrijfsgeheimen. Ook scripties over auteursrecht kunnen meedingen voor zover deze (mede) betrekking hebben op de hiervoor genoemde gebieden, zoals industriële vormgeving, technische excepties, cumulatie van beschermingsregimes, e.d. De prijs voor de beste IE-scriptie bedraagt € 1000. Daarnaast wordt de auteur uitgenodigd voor BIE een artikel te schrijven op basis van zijn of haar scriptie. De jury bestaat in 2024 uit prof. mr. Tobias Cohen Jehoram (voorzitter), prof. mr. Peter Blok, mr. dr. Lotte Anemaet en mr. dr. Alexander Tsoutsanis.
Eiser beschuldigt voormalig mede-vennoot van het zich onrechtmatig (laten) toe-eigenen en re-directen van domeinnaam
Rb. Den Haag 29 november 2023, IEF 22118; IT 4576; ECLI:NL:RBMNE:2023:7733 (H.O.D.N.). Eiser exploiteert sinds 1 oktober 2020 een eenmanszaak die gericht is op de verkoop van machines en apparaten voor de warmte-, koel- en vriestechniek voor de horeca. Hiertoe runt eiser een webshop, waarvan de domeinnaam op 24 oktober 2023 zonder diens toestemming op naam is gezet van gedaagde, de voormalige vennoot van eiser. Het gevolg is dat eiser zijn webshop niet langer kan exploiteren en de domeinnaam nu doorverwijst naar de website van gedaagde. De actie zou te kwader trouw hebben plaatsgevonden, aldus eiser, omdat gedaagde het succes van eiser niet zou kunnen verkroppen. In dat kader zou gedaagde de website-ontwikkelaar van eiser (gedaagde 2) hebben gecontacteerd, om hem te overtuigen de domeinnaam aan gedaagde over te dragen. Vast staat dat de website-ontwikkelaar een dergelijke autorisatie inderdaad had, aangezien hij het domein zonder medeweten van eiser op naam van zijn vriendin had gezet.
Britse merkhouder behoudt belang bij EU-oppositieprocedure
HvJ EU 20 juni 2024, IEF 22119; ECLI:EU:C:2024:528 (EUIPO tegen Indo European Foods Ltd). Indo European Foods Ltd (hierna: Indo) stelt de niet-geregistreerde merkhoudster te zijn van het woordmerk ´BASMATI´, met betrekking tot rijstproducten. Op 13 oktober 2017 heeft zij een bezwaarschrift ingediend tegen een vlak daarvoor bij het EUIPO geregistreerd Uniemerk (zoals afgebeeld). De oppositie loopt stuk. Ook het door Indo ingestelde hoger beroep bij de Board of Appeal van het EUIPO faalt. Indo gaat daartegen in beroep bij het Gerecht. Tijdens de procedure bij het Gerecht verliep de overgangsperiode van de Brexit, waardoor de Britse rechten waarop Indo zich beriep, ophielden effect te hebben in de EU. Het EUIPO voerde bij het Gerecht aan dat Indo's beroep ontoelaatbaar was geworden wegens verlies van legitiem belang, maar het Gerecht ging daar niet in mee. Het EUIPO gaat in beroep bij het Hof.
HvJ EU: GEMA tegen GL
HvJ EU 20 juni 2024, IEF 22120, IEFbe 3753; ECLI:EU:C:2024:526 (GEMA tegen GL) [IEF 21951] GEMA vordert schadevergoeding van GL, de exploitant van een gebouw met 18 appartementen. GL levert in de appartementen namelijk televisietoestellen die zijn uitgerust met een binnenantenne die signalen kan opvangen en uitzendingen (van muziek) kan verzorgen in de appartementen. Het Amtsgericht Potsdam (lokale rechtbank, Potsdam), de verwijzende rechter, twijfelt of een dergelijke praktijk een mededeling aan het publiek is in de zin van de InfoSoc-Richtlijn en legt de kwestie voor aan het Hof. Het Hof merkt op dat dat de exploitant van het appartementencomplex opzettelijk een tussenkomst doet om zijn klanten toegang te geven tot de uitzendingen. Deze ‘handeling van mededeling’ is tevens van winstgevende aard. Het Hof oordeelt verder dat de huurders worden aangemerkt als een 'publiek', aangezien zij samen een onbepaald aantal potentiële ontvangers vormen. Het Hof concludeert dat het begrip 'mededeling aan het publiek' ook betrekking heeft op een verhuurder van een appartementencomplex die opzettelijk televisies met een binnenantenne beschikbaar stelt aan de huurders waarmee signalen kunnen worden opgepikt en uitzendingen kunnen worden bekeken, mits de huurders als een 'nieuw publiek' worden beschouwd.
Uitnodiging oratie Charlotte Vrendenbarg
Middels deze weg willen we u uitnodigen voor een bijzondere academische plechtigheid. Professor Charlotte Vrendenbarg, hoogleraar aan de Radboud Universiteit / Faculteit der Rechtsgeleerdheid, zal op vrijdag 5 juli 2024 haar inaugurele rede uitspreken. Met haar leeropdracht Burgerlijk recht, in het bijzonder Intellectueel Eigendomsrecht, zal zij spreken over een zeer actueel en belangrijk thema:
"Duurzaamheid via IE: nog een wereld te winnen"
De ceremonie begint om 15.45 uur in de Aula van de Radboud Universiteit, Comeniuslaan 2, 6525 HP te Nijmegen. Aansluitend is er een receptie waar we samen kunnen napraten en een toast uitbrengen. Kunt u niet persoonlijk aanwezig zijn? Geen zorgen, de oratie is ook te volgen via een livestream. Voor informatie over bereikbaarheid en parkeermogelijkheden op de Universiteitscampus kunt u terecht op de website van Radboud Universiteit.
Behandeling van intrekkingsprocedure voor het UPC hoeft niet te worden opgeschort
UPC CoA 28 mei 2024, IEF 22117, IEFbe 3756; UPC_CoA_22/2024 (Carrier Corporation tegen BITZER Electronics). In deze zaak tussen Carrier Corporation, appellant, en BITZER Electronics, verweerder, verzoekt appellant het UPC om een intrekkingsprocedure tussen partijen op te schorten. Appellant heeft een octrooi en verweerder heeft een bezwaarschrift tegen dit octrooi ingediend bij het Europees Octrooibureau (hierna: EOB). Daarnaast heeft verweerder herroeping van conclusie 1 van het octrooi gevorderd bij het UPC. Op grond van artikel 33, lid 10, van de UPC Agreement, in combinatie met Rule 295 (a) RoP kan een rechter van het UPC de behandeling van de intrekkingsprocedure opschorten als er ook al een zaak aanhangig is bij het EOB en wanneer er een snelle beslissing van het EOB kan worden verwacht.