Tweede conclusie P-G in de zaak WIKO tegen Philips
HR Conclusie P-G 2 juli 2021, IEF 20066; ECLI:NL:PHR:2021:669 (WIKO tegen Philips) Deze zaak is onderdeel van een aantal in het geding zijnde SEP octrooien. Philips is houder van een het octrooi EP525, dat de efficiëntie van de transmissie van datapakketten beoogt te verbeteren. Een SEP moet onder FRAND-voorwaarden in licentie worden gegeven. WIKO heeft een Frand-verweer gevoerd, omdat Philips EP 525 heeft aangemeld als standaard-essentieel voor de UMTS-standaard en zij de daaraan verbonden contractuele en mededingingsrechtelijke verplichtingen niet is nagekomen. WIKO heeft zich volgens het hof niet als een willing licensee getoond en daarnaast is niet voldaan aan de stel- en bewijsplicht die op WIKO rustte. De P-G concludeert tot verwerping van het cassatieberoep. Zie ook [IEF 20065].
Inhoudsopgave Berichten Industriële Eigendom
Inhoudsopgave van het tijdschrift Berichten Industriële Eigendom 3-2021.
Berichten uit het buitenland
Germany; a legal report: trade marks, designs, patents and unfair competition 2020 − Ulrich Hildebrandt 122
Terugblik
Ongeoorloofde mededinging 2020 − Rutger de Beer 136
Bedrijfsgeheimen − Maarten Schut 140
Rechtspraak
Conclusie P-G in de zaak WIKO tegen Philips
HR Conclusie P-G 2 juli 2021, IEF 20065, IT 3579; ECLI:NL:PHR:2021:670 (WIKO tegen Philips) Deze zaak is onderdeel van een aantal in het geding zijnde octrooien. Philips is houder van een SEP octrooi, dat voorkomt dat data bij een slechte kanaalkwaliteit met een excessief hoog vermogen worden verzonden. Een SEP moet onder FRAND-voorwaarden in licentie worden gegeven. WIKO heeft de vernietiging van het octrooi gevorderd, wegens gebrek aan inventiviteit. Ook voldoet volgens WIKO het licentie-aanbod van Philips niet aan de FRAND-voorwaarden. De P-G concludeert, dat WIKO niet heeft kunnen aantonen dat en waarom Philips misbruik maakt van haar machtspositie en dat de door Philips verleende licentie onder FRAND-voorwaarden discriminatoir is. Volgens het hof - en de P-G Van Peursem onderschrijft dit - zijn vergelijkbare gevallen niet zonder meer gelijk en kunnen er met verschillende afnemers verschillende FRAND-voorwaarden worden afgesproken. WIKO heeft daarnaast niet voldaan aan haar stel- en bewijsplicht. De P-G concludeert tot verwerping van het cassatieberoep.
Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, Renate Keijser en Geert Lokhorst, De Brauw Blackstone.
Onvoldoende bewijs voor normaal gebruik woordmerk
BOIP 29 juni 2021, IEF 20064, IEFbe 3244; CANC/3000225/DW (De Brauw tegen Forbitex) De Brauw vordert in deze zaak de doorhaling van het woordmerk AMALIA. Ze voert daartoe aan dat er geen sprake is van normaal gebruik van dit woordmerk. Het woordmerk wordt volgens eiser niet vermeld op facturen van Forbitex en is ook niet op de website te vinden. Forbitex heeft daarop twee relevante facturen overlegd, waar het woordmerk AMALIA wel wordt gebruikt. Volgens het bureau is dit echter onvoldoende om aan te nemen dat de commerciële exploitatie in het zakenleven reëel is. Zodoende is er volgens het Bureau geen sprake van normaal gebruik. De vordering tot vervallenverklaring wordt toegewezen.
Uitspraak ingezonden door Grégory Sorreaux en Matthieu Pierre, Thales.
Verzoek om schadedeskundige afgewezen
Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 25 mei 2021, IEF 20063, IEFbe 3243; A/20/00670 (Del Ponti tegen Tulplast) Deze zaak maakt deel uit van een breder geschil tussen Del Ponti (een onderneming naar Belgisch recht) en Tulplast (een onderneming naar Pools recht) dat in 2014 begon voor de stakingsrechter te Brussel werd aangespannen. Del Ponti beschuldigde Tulplast ervan een van zijn producten te hebben gereproduceerd en gekopieerd in strijd met haar bij het OHIM geregistreerde model. Zowel de eerste rechter als de beroepsrechter bevestigden de inbreuk van Tulplast en bevallen ze derhalve de staking ervan.
In een daaropvolgende schadevergoedingsprocedure die eind 2019 werd ingeleid vorderde Del Ponti vergoeding van de schade die zij beweerde te hebben geleden. Del Ponti verzocht, in hoofdorde, de veroordeling van Tulplast tot betaling van een schadevergoeding, provisioneel begroot op 1.000.000 (later in de procedure verminderd tot 250.000) EUR en, ondergeschikt, deskundige aan te stellen ten einde haar schade concreet te begroten.
Vacature: advocaat-stagiair(e) IE & media bij Kennedy Van der Laan
Kennedy Van der Laan is op zoek naar een advocaat-stagiair(e) IE & media.
Het IE-team van Kennedy Van der Laan adviseert over het volledige spectrum van intellectuele eigendomsrechten en procedeert in geval van inbreuk of andere IE-geschillen. Zij ondersteunen (inter)nationale ondernemingen bij het exploiteren en beschermen van merken, technologieën, innovaties en content. Als starter werk je mee in de volle breedte van de praktijk. Naast de sectie IE & Media heeft het kantoor gespecialiseerde secties op het gebied van privacy, dataprotectie & gereguleerde markten en IT, waarmee nauw wordt samengewerkt.
Uitspraak ingezonden door Jan Pot en Rutger Stoop, Brinkhof.
HR: Digital Revolution tegen Media Concept
HR 2 juli 2021, IEF 20061, IT 3576, RB 3532; ECLI:NL:HR:2021:1040 (Digital Revolution tegen Media Concept) Deze zaak tussen twee concurrenten (bekend als 123-inkt en prindo.nl) betreft oneerlijke handelspraktijken en misleidende (vergelijkende) reclame. Rechtbank en hof concludeerden dat hier geen sprake van is. Media Concept adverteert op Google Shopping met een lage prijs die slechts voor de aanschaf van één exemplaar geldt. Deze beperking kan niet worden vermeld op Google Shopping, maar blijkt indien vanuit Google Shopping wordt doorgeklikt naar de zogenaamde bestemmingspagina op de website van Media Concept waar het product kan worden gekocht. Wie de webwinkel van Media Concept (prindo.nl) rechtstreeks benadert, betaalt een andere (hogere) prijs dan de op Google Shopping vermelde prijs. In cassatie is aan de orde of het hof kon oordelen dat geen sprake is van misleiding, ECLI:NL:GHARL:2020:1556. De HR verwerpt het beroep. Zie ook de conclusie van A-G Wissink, ECLI:NL:PHR:2021:334.
Holla benoemt Kim de Bonth en Robbert Sjoerdsma tot equity partners
Holla heeft Kim de Bonth en Robbert Sjoerdsma tot nieuwe partner voor de sectie IE, IT & Privacy benoemd.
Kim de Bonth (42) is in 2002 bij Holla gestart en is per 1 juli als partner toegetreden. Kim heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot dé specialist op het gebied van het privacyrecht. Verder behoort het IT-recht tot haar expertise.
Robbert Sjoerdsma (37) is in 2016 overgestapt van De Brauw Blackstone Westbroek naar Holla Advocaten. Robbert is gespecialiseerd in het intellectueel eigendomsrecht en het (geneesmiddelen)reclamerecht. Hij houdt zich voornamelijk bezig met het adviseren, contracteren en procederen over IE- en reclamerechtelijke rechtelijke kwesties.
Elise Menkhorst benoemd tot associate partner bij Clairfort
Per 1 juli 2021 is Elise Menkhorst benoemd tot associate partner bij Clairfort Advocaten Mediators Projectjuristen. Elise is een ervaren advocaat binnen de sectie IE, IT & Privacy. De benoeming past goed bij de actieve rol die Elise heeft gespeeld bij de oprichting en uitbouw van Clairfort. Binnen haar nieuwe rol zal Elise zich onder meer toeleggen op de verder groei van haar sectie en het kantoor.
Inhoudsopgave Jurisprudentie Geneesmiddelen (JGR)
Inhoudsopgave van het tijdschrift Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht (JGR). Aflevering 2, 24 juni 2021, jaargang 22.
Aanvullend beschermingscertificaat
11. Een nieuw ABC kan niet worden verleend op basis van een octrooi voor een geheel nieuwe indicatie voor een geneesmiddel waarvoor eerder een ABC verleend is. Hof van Justitie van de Europese Unie (Grote Kamer) 9 juli 2020, C-673/18, ECLI:EU:C:2020:31 met annotatie van dhr. mr. drs. J.A. Lisman.
Drogist
12. Raad van State oordeelt dat een ‘drogist op afstand’ bij de terhandstelling van UAD-geneesmiddelen in supermarkten met drogist in strijd is met art. 62 Gnw. Fysieke aanwezigheid drogist vereist. Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 4 november 2020, 201909383/1/A3, ECLI:NL:RVS:2020:2631 met annotatie van mw. mr. K. van Lessen Kloeke.