Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Hanneke van Lith, Van Kaam advocaten.
Vordering uitzendverbod tv-programma afgewezen
Vzr. Rechtbank Amsterdam 9 november 2020, IEF 19583, IT 3324; ECLI:NL:RBAMS:2020:5578 (Eiser tegen Fremantle) Kort geding. Onrechtmatige publicatie. Afwijzing preventief uitzendverbod van een aflevering van het programma 'Zeeman confronteert: Stalkers' waarin aandacht wordt besteed aan stalking. Eiser stelt dat de uitzending inbreuk maakt op zijn privacy en bescherming van zijn eer en goede naam. Er wordt overwogen dat een preventief verbod alleen kan worden toegewezen in uitzonderlijke omstandigheden waarbij sprake dient te zijn van een evidente onrechtmatigheid. Daarvan is in dit geval geen sprake. Geoordeeld wordt dat Fremantle aandacht mag besteden aan het onderwerp stalking en de zaak van eiser. Fremantle hoeft geen onomstotelijk bewijs te leveren van de stalking. De toets is of de uitlatingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal en dat is in casu het geval. Fremantle heeft daarnaast voldoende gelegenheid tot wederhoor geboden. Tevens zijn door Fremantle de nodige maatregelen getroffen om de privacy van eiser te waarborgen. De stem van eiser dient nog onherkenbaar te worden gemaakt. Voor zover personen uit zijn familie en kennissen- of werkkring hem zullen herkennen, geldt dat het verlies van zijn goede naam een voorzienbaar gevolg is van zijn eigen handelen. De uitingsvrijheid van Fremantle weegt in dit concrete geval gezien de omstandigheden zwaarder dan de privacybelangen van eiser.
Schrijf je nu in voor de Beroepsopleiding voor Merken- en Modellengemachtigden
In januari 2021 gaat bij voldoende aanmelding een nieuwe tweejarige Beroepsopleiding van start. De lessen zullen - afhankelijk van de ontwikkelingen - voor een deel digitaal worden gegeven.
De Beneluxstichting Beroepsopleiding voor Merken- en Modellengemachtigden organiseert deze beroepsopleiding voor merken- en modellengemachtigden in opleiding. Voor deelname aan de beroepsopleiding is vereist dat kandidaten met een afgeronde master minimaal 1 jaar relevante werkervaring hebben in de merken- en modellenpraktijk. Voor kandidaten met een HBO-opleiding of een afgeronde bachelor geldt een minimum van 3 jaar werkervaring.
Schending van auteursrechten op software is niet gebleken
Vzr. Rechtbank Amsterdam 27 mei 2020, IEF 19579; IT 3323; ECLI:NL:RBAMS:2020:5391 (PayingIT en PayingIP tegen Workrate) Auteursrecht. Kort geding. Workrate houdt 49% van de aandelen in Usemate BV (later: PayingIT). In 2016 wordt een koopovereenkomst gesloten van alle aandelen van Workrate in Usemate BV en verkoop en levering van ‘de Software’ aan PayingIP. In de koopovereenkomst wordt tevens een licentieovereenkomst opgenomen ten behoeve van Workrate en wordt bepaald dat alle IE-rechten op de software aan PayingIP toekomen. PayingIT meent dat Workrate inbreuk maakt op haar auteursrechten op de Usemate-software en de licentieovereenkomst schendt. Partijen zijn in geschil over de omvang van de beoogde overdracht van de auteursrechten. Dit vereist een nader onderzoek naar de feiten, hetgeen het kort geding te buiten gaat. Schending van de (beoogde) auteursrechten van PayingIT is niet gebleken. Evenmin kan worden aangenomen dat de licentieovereenkomst wordt overtreden. De gevraagde voorzieningen worden daarom geweigerd.
Inhoudsopgave Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht (JGR)
Inhoudsopgave van het tijdschrift Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht (JGR). Aflevering 3 – 19 november 2020 - Jaargang 21.
Bestuursrecht
16. Over bevoegdheden en het ontbreken ervan en andere processuele missers, oftewel: indien mogelijk, omkeren. Noot van mw. mr. I. Morrema bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 21 februari 2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:873.
Handelsvergunning
17. Moet een zelfzorggeneesmiddel aan de eisen voor een UR-geneesmiddel voldoen? Noot van dhr. mr. drs. J.A. Lisman bij Rechtbank Amsterdam, 14 mei 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:2976.
Artikel ingezonden door Martin Senftleben (UvA) en Christina Angelopoulos (University of Cambridge).
Senftleben en Angelopoulos over art. 17 DSM-richtlijn
Martin Senftleben en Christina Angelopoulos hebben een lezenswaardige bijdrage gescheven over de nieuwe DSM-richtlijn: 'In het actuele debat over art. 17 van de nieuwe Richtlijn auteursrecht in de digital single market (DSM-richtlijn) wordt vaak een belangrijk aspect van de nieuwe regeling buiten beschouwing gelaten: de filterverplichting die uit deze bepaling volgt (art. 17 lid 4 sub (b)) mag niet zo ver strekken dat een algemene monitoringverplichting ontstaat. Art. 17 lid 8 bepaalt uitdrukkelijk dat content platform aanbieders niet verplicht mogen worden hun dienst op een algemene manier te controleren om de illegale activiteiten van hun gebruikers op te sporen en te voorkomen. De focus van art. 17 lid 4 sub (b) op "specifieke werken" maakt dat niet anders. In het licht van fundamentele rechten ontstaat een verboden algemene monitoringverplichting wanneer voor de opsporing van potentieel inbreukmakende content - hoe specifiek die ook is gedefinieerd - elke content upload of alle content op het online platform moet worden onderzocht. Op het moment dat de inhoud van het platform in zijn geheel moet worden gescreend, krijgt de monitoringverplichting een buitensporig algemeen karakter. Tegen deze achtergrond kan een filterverplichting alleen toelaatbaar worden geacht als deze specifiek is ten aanzien van zowel het beschermde werk alsook de groep van potentiële inbreukmakers.'
Lees de bredere analyse van deze aspecten hier.
Aangepast programma Nationaal Reclamerechtcongres 2020
Zoals eerder aangekondigd gaat het Nationaal Reclamerechtcongres 2020 gewoon door.
We zijn ook deze keer enorm trots op het programma en het aanbod van sprekers dat dagvoorzitters Ebba Hoogenraad en Willem Leppink hebben georganiseerd, en kiezen voor een online versie. De onderwerpen blijven hetzelfde, maar we verdelen het programma over twee dagen.
Op de agenda
Inspiratie genoeg voor een volle agenda! Zo buigen de sprekers zich over stereotyping, en passeren vrijheid van meningsuiting, e-commerce en muziek in reclame de revue. Natuurlijk ontbreekt het jaarlijkse overzicht van hits and misses in de rechtspraak niet, evenals een terugblik op het beleid en de handhaving door de ACM.
Programma donderdag 10 december*
Amendement over inroepen nieuw uitgeversrecht tegen online platforms
CDA-Kamerlid Chris van Dam heeft een amendement ingediend over het kunnen inroepen van het nieuwe uitgeversrecht tegen online platforms die grootschalig hergebruik faciliteren.
Lees verder op Tweede Kamer.nl.
Doorgifte persoonsgegevens na Schrems II-uitspraak
De European Data Protection Board (EDPB) heeft aanbevelingen opgesteld voor de doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen, schrijft de Autoriteit Persoonsgegevens op haar website. 'Dat zijn landen waar persoonsgegevens minder goed beschermd zijn dan in de EU. De EDPB wil het bedrijfsleven hiermee meer duidelijkheid geven, nadat het Europese Hof van Justitie het EU-VS Privacy Shield ongeldig verklaarde.'
Lees verder.
Aanmelden voor Merken- Modellen- en Auteursrecht nog mogelijk
Zet laptop en lunch klaar, en schuif komende woensdag 18 november aan voor de online Jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht! Tobias Cohen Jehoram, Charles Gielen en Joris van Manen praten u bij met een compleet overzicht van actuele ontwikkelingen. Zo bent u in een korte tijd weer volledig op de hoogte van recente en relevante rechtspraak!
Voorbeelden van te behandelen uitspraken:
Merkenrecht
• Bundesgerichthof 23 juli 2020, IEF 19342, IEFbe 3111; 093/2020 (Ritter Sport tegen Milka)
• HvJ EU 18 juni 2020, IEF 19284, IEFbe 3089; ECLI:EU:C:2020:489 (Primart tegen EUIPO)
• BenGH 15 juni 2020, IEF 19264, IEF 3087; C 2019/5/6 (SPORTS DIRECT)
Uitleg artikel 8 lid 3 Uniemerkenverordening
HvJ EU 11 november 2020, IEF 19572, IEFbe 3147; ECLI:EU:C:2020:902 (EUIPO tegen John Mills) Merkenrecht. Het EUIPO komt in beroep tegen het arrest van het Gerecht EU [IEF 18095], waarin werd geoordeeld dat de conflicterende tekens niet gelijk zijn. Het HvJ EU doet de zaak zelf af. Geoordeeld wordt dat de Kamer van beroep terecht heeft geoordeeld dat John Mills moest worden beschouwd als ‘gemachtigde’ van de houder van het oudere merk in de zin van artikel 8 lid 3 Verordening 207/2009. Daarnaast is anders dan het Gerecht oordeelde, artikel 8 lid 3 van toepassing zowel wanneer het aangevraagde merk gelijk is aan het oudere merk, als wanneer het daarmee overeenstemt. Bovendien bestaat de specifieke voorwaarde voor de door deze bepaling gewaarborgde bescherming erin, dat de inschrijvingsaanvraag is gebeurd door een gemachtigde of vertegenwoordiger op eigen naam, zonder toestemming van de houder. Bijgevolg wordt de overeenstemming niet beoordeeld op basis van het bestaan van verwarringsgevaar. Het bestreden arrest wordt vernietigd en het beroep ingesteld door John Mills tegen de beslissing van de eerste Kamer van beroep wordt verworpen.