Column Henk Westbroek: grootstedelijke songfestivalliefde
Bij boksen is het verboden om onder de gordel te slaan en bij voetballen mag je niet met opzet iemand een doodschop geven. Bij deze twee wedstrijdsporten komen deelnemers soms goed weg met doen wat niet mag; maar er bestaan regels. Muziek is een wedstrijd zonder regels. En als er gesuggereerd wordt dat die regels wel degelijk bestaan, zijn ze lachwekkend onbenullig. Liedjes komen op de radio als de ballotagecommissie besluit dat ze ‘radiowaarde’ hebben. En in de serieuzere dagbladen krijgen platen een goede recensie als de muziek ‘urgentie’ bezit. Dat is op persoonlijke smaak gebaseerde willekeur. En dat zou helemaal niet kwalijk zijn als ruiterlijk werd toegegeven dat het zo was, maar dat hoor je zelden. Nooit eigenlijk. Bij wielrennen mag je renners niet de berg opduwen, maar in de muziek gebeurt niet anders. Grote uitgevers en platenmaatschappijen die financiële belangen bij artiesten en Spotify hebben, lukt het vrij makkelijk om ‘hun’ liedjes op lijstjes te krijgen. Dus om die bij voorrang onder de aandacht van luisteraars te brengen. Die aandacht garandeert geen succes, maar het helpt wel.
Programma en docenten Mr. S. K. Martens Academie
De Mr. S.K. Martens Academie is de officiële opleiding voor IE procesrecht-specialisten. In 10 masterclasses leer je alles over het intellectuele eigendomsrecht. Niet alleen leer je de essentie, maar je krijgt ook nieuwe inzichten en praktische tools om IE rechten te verkrijgen en te handhaven.
Kijk hier voor het volledige programma.
Conclusie AG: klachten van Spirits in wodka-zaak verwerpen
Conclusie AG HR 20 september 2019, IEF 18727; ECLI:NL:PHR:2019:1065 (Spirits tegen FKP) Tweede cassatie in de langlopende procedure tussen FKP en Spirits International over de eigendom van de beroemde Stolichnaya en Moskovskaya wodkamerken. Zie ook [IEF 17411, 16025 en 14795]. Spirits is in deze zaak bij tussenuitspraken in eerste aanleg (2006), appel (2012) en cassatie (2013) in het ongelijk gesteld. Daarin is o.a. geoordeeld dat er nooit sprake is geweest van een privatisering of enige andere overgang van de wodkamerken van het toenmalige Russische staatsbedrijf naar Spirits’ vermeende rechtsvoorganger VAO. Ook was Spirits niet te goeder trouw bij de verkrijging van de merken. De rechtbank Den Haag heeft vervolgens met inachtneming van deze uitspraken Spirits bevolen de wodkamerken op naam van FKP te laten stellen (2015). Daartegen heeft Spirits weer tevergeefs beroep ingesteld (2018).
Nu probeert Spirits het nogmaals in cassatie, op de grond dat het hof Den Haag in haar arrest van 2018 had moeten terugkomen op de in de eerdere cassatie al bekrachtigde eindbeslissingen. De AG volgt het hof in haar oordeel dat de regel van de onaantastbaarheid van cassatie zich daartegen verzet, en dat er ook geen (nieuwe) omstandigheden zijn die tot een andere uitspraak zouden moeten leiden. Ook de klachten van Spirits tegen de oordelen van het hof dat Spirits jongere merken te kwader trouw heeft gedeponeerd, en dat FKP recht heeft op winstafdracht en schadevergoeding moeten volgens de AG worden verworpen.
Follow the Money publiceert over Lolly-procedure
De website Follow The Money publiceert vandaag een groot overzichtsartikel over de Lolly-procedure [IEF 18397], die thans aanhangig is bij de Hoge Raad. Het artikel is onderdeel van een tweeluik. Volgende week volgt deel 2.
Noot Charles Gielen onder Capri Sun tegen Riha
Noot HR 28 juni 2019, NJ 2019/332 (Capri Sun/Riha) [IEF 18552]
1. Kan Capri Sun op grond van haar rechten op het vormmerk voor een zogenaamd sta-zakje voor vruchtensap met succes optreden tegen een soortgelijk sta-zakje dat door Riha op de markt wordt gebracht? Capri Sun zette niet alleen haar recht op een vormmerk in, maar bepleitte ook dat het Riha sta-zakje een onrechtmatige slaafse navolging van haar sta-zakje betrof. Het Hof Den Haag wees de vorderingen af. Wat het vormmerk betreft, luidde de conclusie van het hof dat dit merk nietig is omdat het uitsluitend bestaat uit een vorm die noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen (zie, thans, art. 2.2bis lid 1(e)(ii) BVIE). De slaafse navolgingsactie mislukte omdat het hof (onder meer) van oordeel was dat voor zover er door het sta-zakje van Riha verwarring ontstond deze niet vermijdbaar was zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid van de verpakking af te doen. De Hoge Raad bekrachtigt dit oordeel.
Advocaat beschikte over toereikende procesvolmacht
HR 30 augustus 2019, IEF 18724, IT 2886; ECLI:NL:PHR:2019:942 (Publicatie dagboek) Eiser houdt zich sinds 2009 bezig met onderzoek naar de moord op X. Eiser beheert de website www.rechtiskrom.wordpress.com, waarop hij onder meer over het onderzoek in deze moordzaak publiceert. Verweerster is de moeder van X die op 1 mei 1999 door een misdrijf om het leven is gekomen. Vanaf mei 1999 tot medio 2001 heeft verweerster een handgeschreven dagboek bijgehouden. Eiser heeft passages uit het dagboek van verweerster op zijn website geplaatst. Tevens had hij het voornemen om de inhoud van het dagboek, althans delen ervan te gebruiken voor een boek, dat hij tezamen met betrokkene Y als co-auteur, tevens uitgever, wilde publiceren. In deze zaak gaat het over de vraag of de advocaat van verweerster over een toereikende procesvolmacht beschikt. In de tweede plaats gaat het over de stelplicht en bewijslast bij de vraag of een rechterlijk gebod is nageleefd. Het cassatieberoep wordt verworpen. Er staat voldoende vast dat de advocaat over voldoende procesvolmacht beschikt. Ook heeft eiser niet aan zijn stelplicht voldaan.
De waarde van het auteursrecht
Het Auteurs- en naburig recht is flink in beweging. Het Europese Parlement nam een nieuwe Richtlijn aan, die de komende twee jaar in de Nederlandse wet geïmplementeerd moet worden. Volgend jaar staat evaluatie van het Auteurscontractenrecht op de agenda. Terwijl ook de Wet Toezicht op Collectief Beheersorganisaties (dat het wettelijk toezicht op onder meer Sena regelt) waarschijnlijk op enkele punten gewijzigd zal gaan worden. Toch blijkt – ook in de disussies over de nieuwe wetgeving – de kennis van het huidige recht bij velen beperkt te zijn, stelt Platform Makers (het samenwerkingsverband van beroepsorganisaties en vakbonden voor auteurs en artiesten).
Uitspraak ingezonden door Ruby Nefkens, Van der Steenhoven.
Mega Wonen moet iedere inbreuk op Gemeenschapsmodelrecht Connor-tafel staken
Vzr. Rechtbank Den Haag 1 oktober 2019, IEF 18723; ECLI:NL:RBDHA:2019:10247 (Eichholtz tegen Mega Wonen) Eichholtz exploiteert een meubelgroothandel. Onderdeel van de collectie zijn de door haar in 2015 ontworpen tafels uit de Connor-serie. Eichholtz is houdster van de Gemeenschapsmodellen op het uiterlijk van de Connor-tafels. Mega Wonen is een eenmanszaak in de verkoop van meubels vanuit zijn woning in Amsterdam, de meubels worden ook te koop aangeboden via Instagram en Facebook. Eichholtz stelt dat Mega Wonen inbreuk maakt op de auteurs- en gemeenschapsrecht op de Connor-tafels dan wel zich schuldig maakt aan slaafse nabootsing door verkoop van tafels via Facebook. Het verweer van Mega Wonen luidt o.a. dat de tafels zijn gekregen in het kader van een ruildeal, mogelijk Connor-tafels betreffen die als door Eichholtz zelf of met haar toestemming op de markt waren gebracht, waardoor er geen sprake is van een inbreuk. Dit wordt onvoldoende aannemelijk geacht. Ook plaatst Mega Wonen vraagtekens bij de originaliteit van de Connor-tafels en stelt dat er al heel veel van dit soort tafels op de markt zijn gebracht, maar onderbouwt dit verder niet.
Mega Wonen wordt onder meer bevolen om iedere inbreuk op het auteurs- en Gemeenschapsmodelrecht op de Connortafels in alle landen van de EU te staken en gestaakt te houden, waaronder het openbaar maken en verveelvoudigen, dan wel het (doen) fabriceren, aanbieden, verhandelen, importeren, promoten en/of daartoe in voorraad hebben van inbreukmakende tafels.
DesignEuropa Awards 2020 in Eindhoven
De DesignEuropa Awards worden volgend jaar uitgereikt in Eindhoven. Met deze prijs worden houders van ingeschreven Gemeenschapsmodellen gehuldigd die bijzondere prestaties hebben geleverd op het gebied van vormgeving en designmanagement.
Er zijn twee categorieën voor de aanvragen en nominaties. Kleine ondernemingen en ondernemingen in opkomst, en de gevestigde industrie. Ook is er een ‘life time achievement’ categorie voor ontwerpers met een significant oeuvre dat zij in de loop der tijd hebben ontwikkeld en die een aanzienlijke invloed hebben gehad op het beroep van ontwerper. Het evenement wordt georganiseerd door het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie.
Prejudiciële vragen over btw-richtlijn en muziekwerken
Înalta Curte de Casație și Justiție, Roemenië 8 augustus 2019, IEF 18719, IT 2884, IEFbe 2957; C-501/19 (UCMR-ADA) Via MinBuza. Verzoekster is een vereniging voor het collectieve beheer van de vermogensrechtelijke auteursrechten op muziekwerken. Verweerster is een rechtspersoon die actief is in de organisatie van optredens waarbij muziekwerken aan het publiek worden meegedeeld. Verweerster heeft een concert georganiseerd waarvoor zij een niet-exclusieve licentie voor het gebruik van muziekwerken heeft ontvangen. Hiervoor was verweerster verplicht aan verzoekster vergoedingen te betalen voor een bedrag dat was berekend in de licentie. Aangezien verweerster slechts een deel van deze vergoedingen had betaald, heeft verzoekster een vordering in rechte ingesteld. Zowel de bodemrechter als de rechter in tweede aanleg heeft verzoeksters vordering gegrond verklaard. Anders dan de rechter in eerste aanleg heeft de appelrechter vastgesteld dat de inning van de vergoedingen door verzoekster geen belastbare handeling uitmaakt en dat de verschuldigde vergoedingen niet aan btw zijn onderworpen. Daarom heeft de appelrechter het bedrag waartoe verweerster in eerste aanleg was veroordeeld, verminderd met het bedrag aan btw. Tegen de uitspraak van de appelrechter heeft zowel verzoekster als verweerster cassatieberoep ingesteld bij de verwijzende rechter. Verzoekster voert aan dat de btw nu voor rekening van de auteurs komt, en niet de eindgebruikers (wat in strijd zou zijn met de fiscale neutraliteit). Verweerster komt op tegen het bedrag van de vergoeding omdat het soort optreden onjuist zou zijn gekwalificeerd.