Verstek in zaak betreffende inbreuk Belvedere-merken
Rb. Den Haag 22 november 2023, IEF 21921; ECLI:NL:RBDHA:2023:18035 (Polmos Zyrardów SP. ZO. O. tegen The Brewing & Distilling Group). POLMOS ZYRARDÓW SP. ZO. O. (hierna: eiseres) is merkhoudster van de Belvedere merken. Zij vordert in deze zaak een bevel tot staking van inbreuk van de Belvedere Merken door THE BREWING & DISTILLING GROUP (hierna: gedaagde). Tegen verweerder is verstek verleend. De rechtbank begint met het oordeel dat op grond van artikel 125 lid 5 jo artikel 126 lid 2 UMVo haar bevoegdheid betreffende Uniemerkinbreuk zich beperkt tot het Nederlandse grondgebied. Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat de vorderingen grotendeels worden toegewezen, maar beperkt het bevel om inbreuk te staken tot Nederlands grondgebied. Wat betreft de vordering tot schadevergoeding van € 50,- per gekocht en geleverd namaakproduct overweegt de rechtbank dat onvoldoende is onderbouwd waarom de schade op dit bedrag begroot kan worden. De schadevergoeding dient nader te worden opgemaakt bij staat. Eiseres vordert daarnaast nettowinstafdracht. Winstafdracht en schadevergoeding kunnen echter alleen cumuleren voor zover de gevorderde schadevergoeding niet bestaat uit gederfde winst. De winstafdracht wordt toegewezen met voorwaarde dat een nader bepaalde schadevergoeding slechts toegewezen wordt als deze de winstafdracht te boven gaat. Wat betreft de proceskosten kan de door eiseres op grond van artikel 1019h Rv gevorderde volledige procekostenveroordeling niet plaatsvinden, omdat niet is gebleken dat kosten aan gedaagde kenbaar zijn gemaakt.
Opnames Peter R. de Vries mogen onder voorwaarden gepubliceerd worden
Hof Amsterdam 29 januari 2024, IEF 21920; ECLI:NL:GHAMS:2024:428 (NVJ c.s. tegen verweerder). Het Algemeen Dagblad (AD) is in onderhavige zaak van plan een artikel te publiceren en hierbij gebruik te maken van opnamen die Peter R. de Vries vermoedelijk in het geheim heeft gemaakt. De opnames zijn van personen die op basis van de Advocatenwet en de Gedragsregels voor de advocatuur een geheimhoudingsplicht hebben. Eiser vordert een algemeen verbod om de opnamen openbaar te maken. De vordering is door de rechter in eerste aanleg toegewezen. Het hof gaat hier niet mee in en legt een verbod op openbaarmaking van slechts één onderdeel. Van betreffend onderdeel vindt het hof het voldoende aannemelijk dat publicatie van deze gegevens mogelijk ernstige risico's voor de veiligheid van Royce de Vries met zich kunnen meebrengen die niet opwegen tegen het belang van de vrijheid van meningsuiting. Voor de openbaarmaking van de overige onderdelen geldt – met inachtneming van de persvrijheid, het maatschappelijk belang en onvoldoende concrete vrees voor extra risico’s – geen verbod.
Verstek verleend in zaak tussen Stichting de Thuiskopie en JP Teck B.V.
Rb. Den Haag 20 december 2023, IEF 21919; ECLI:NL:RBDHA:2023:20330 (Stichting de Thuiskopie tegen JP TECK B.V.). Stichting de Thuiskopie is een procedure gestart tegen JP Teck B.V. wegens het niet doen van opgave van vergoedingsplichtige voorwerpen in de zin van art. 16f Aw. Tegen JP Teck B.V. is verstek verleend. Het gevorderde komt de rechtbank in hoofdzaak niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal grotendeels worden toegewezen. De rechtbank veroordeelt JP Teck B.V. tot betaling aan Stichting de Thuiskopie van de thuiskopievergoeding en verbiedt JP Teck om vergoedingsplichtige voorwerpen in Nederland te importeren of te verkopen waarvan geen opgave is gedaan.
Conclusie uit 1993 inzake de ontvankelijkheid van NVPI bij collectieve actie
Parket bij de Hoge Raad 29 januari 1993, IEF 21914; ECLI:NL:PHR:1993:42 (NVPI tegen verweerder). Nederlandse Vereniging Van Producenten En Importeurs Van Beeld- En Geluidsdragers (hierna: NVPI) is een belangenorganisatie en wil optreden tegen vermeende inbreuk door verweerder. De verweerder zou ongeautoriseerde geluidsdragers, waarvan de leden van NVPI rechthebbenden zijn, hebben gereproduceerd en verhandeld. In onderhavige conclusie gaat de AG in op de vraag of NVPI ontvankelijk te verklaren is. Het gerechtshof in Den Haag (hierna: hof) heeft een onjuiste maatstaf gebruikt, aldus de de AG. Het gaat er niet om of aan de ingestelde vordering óók belangen ten grondslag liggen voor de behartiging waarvan de NVPI niet representatief is. Die omstandigheid kan er op zichzelf slechts toe leiden de vordering niet in volle omvang toe te wijzen. Verder is de AG het met het hof eens dat NVPI in haar dagvaarding niet duidelijk had gemaakt dat zij als vertegenwoordiger en het niet toelaatbaar is dit achteraf nog te wijzigen. Het achteraf uitbreiden van het aantal vertegenwoordigen en het wijzigen van eigen partijpositie naar zaakwaarnemer is evenmin toelaatbaar.
Uitspraak ingezonden door Marga Verwoert en Nini Blom, Leeway.
Verpakkingsmerk van Izipizi is onvoldoende onderscheidend
Hof Den Haag 27 februari 2024, IEF 21918; ECLI:NL:GHDHA:2024:310 C/09/589661/ HA ZA 20-275 (Izipizi tegen Looplabb). Izipizi produceert en verkoopt lees- en zonnebrillen. Looplabb ontwerpt en verkoopt lees- en zonnebrillen. Izipizi is houdster van het Uniemerk, een 3D-vormmerk, met de naam “IZIPIZI READING Reading glasses Lunettes de lecture”. Izipizi stelde in eerste aanleg o.a. dat Looplabb met haar verpakking inbreuk maakt op de rechten van Izipizi aangezien zij houdster is van het Izipizi-Uniemerk. De rechtbank oordeelde dat er merkinbreuk was ten aanzien van de witte brilverpakkingen en niet ten aanzien van de gekleurde verpakkingen [zie IEF 20417]. De vorderingen gebaseerd op auteursrecht en slaafse nabootsing zijn door de rechtbank afgewezen. Izipizi is in hoger beroep gekomen tegen dit vonnis en wil dat haar vorderingen alsnog geheel worden toegewezen. Looplabb eist in incidenteel hoger beroep dat de vorderingen van Izipizi alsnog geheel worden afgewezen.
Uitspraak ingezonden door Thijs van Aerde en Jacqueline Seignette, Houthoff.
HR: Oordeel nadelige prijsdiscriminatie Buma/Stemra behoeft betere motivatie
Hoge Raad 1 maart 2024, IEF 21916; ECLI:NL:HR:2024:300 (Buma/Stemra tegen ABMD). Verweersters zijn leden van de vereniging Associated Business Music Distributors (hierna: ABMD, samen: ABMD c.s) en hebben een licentieovereenkomst afgesloten met Buma/Stemra op grond waarvan zij toestemming hebben gekregen muziekwerken te verveelvoudigen en ter beschikking stellen. Buma/Stemra stelt dergelijke licenties ook ter beschikking aan Spotify voor privégebruik. Het bedrag dat Spotify in rekening wordt gebracht is lager dan het bedrag dat de ABMD in rekening wordt gebracht, wat in beginsel geoorloofd is wegens het verschil van privégebruik tegenover zakelijk gebruik. Er zijn echter gebruikers van de streamingdienst Spotify die hun privéabonnement (ook) zakelijk gebruiken. ABMD c.s. hebben in de voorgaande procedures aangevoerd dat er sprake zou zijn van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties. De vraag die door de Hoge Raad beantwoord zal moeten worden, is of dit in strijd is met artikel 102, onder c, VWEU.
Uitspraak ingezonden door Reindert van der Zaal en Sophie van Loon, Kennedy Van der Laan.
Nordisk wel mede-auteursrechthebbende op TV-format 'Psychic Challenge'
Hof Amsterdam 7 november 2023, IEF 21830; ECLI:NL:GHAMS:2023:3318 (Nordisk tegen de curator). Nordisk houdt zich bezig met de ontwikkeling, productie en verkoop van films en televisieseries en is de producent van het televisieformat 'Sensing Murder'. TéVé Holland was een televisieproducent en hield zich bezig met consultancydiensten op het gebied van televisieformats. De creative directors van beide vennootschappen samen een format bible voor dit 'Sensing Murder' geschikt voor de internationale markt, wat leidde tot het TV-format 'Psychic Challenge'. Na faillissement van TéVé Holland is er een geschil ontstaan over de auteursrechten van dit format. Nordisk komt in deze zaak in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 3 maart 2021 [zie IEF 19812]. In dat vonnis oordeelde de rechtbank dat Nordisk geen mede-auteursrechthebbende was op TV-format 'Psychic Challenge'.
Uitspraak ingezonden door Allon Kijl, ABC Legal.
Beschrijving van misbruik in de biografie van Maxime Meiland niet onrechtmatig jegens eiser
Vzr. Rb. Den Haag 1 maart 2024, IEF 21915; C/09/658649 / KG ZA 23/1089 (Eiser tegen MM, de uitgever en de auteur). Kort geding. In maart 2023 is een boek verschenen met daarin het levensverhaal van MM. In dit boek vertelt MM dat zij op een avond in augustus 2010 is verkracht door iemand die in de gevangenis heeft gezeten. Eiser zegt dat voor iedereen duidelijk is dat het verhaal over die verkrachting over hem gaat, ook al wordt zijn naam niet genoemd in het boek. Volgens eiser heeft hij op die avond wel seks gehad met MM, maar was dat uit vrije wil; hij heeft haar zeker niet verkracht. Eiser vindt daarom dat het boek onrechtmatig is. In dit kort geding vordert eiser een verbod op het verspreiden van de valse beschuldiging van verkrachting en op de verkoop van het boek. Verder vindt eiser dat de beschuldiging moet worden gerectificeerd en dat gedaagden een voorschot op schadevergoeding moeten betalen.
HR: Tweestappenbenadering laat de uitvindingsgedachte van waterballonvullers voldoende tot haar recht komen
HR 1 maart 2024, IEF 21912; ECLI:NL:HR:2024:293 (Tinnus c.s. tegen verweerster). Tinnus Enterprises (hierna: Tinnus) is octrooihoudster van het octrooi EP 3 005 948 B1 (hierna: het octrooi) dat ziet op een methode om onder andere waterballonnen te vullen. Zij vordert in deze procedure een inbreukverbod jegens verweerster. Verweerster zou door het te koop aanbieden, verkopen en daarvoor in voorraad houden van de waterballonvullers directe inbreuk maken op het octrooi. Verweerster vordert in reconventie nietigverklaring van het Nederlandse deel van het octrooi en een veroordeling tot schadevergoeding. Al eerder vernietigde de rechtbank het Nederlandse deel van het octrooi en wees de vorderingen af [zie IEF 19647]. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd, het octrooi als geldig aangemerkt maar geoordeeld dat er geen sprake was van inbreuk hierop [zie IEF 20978]. De vraag die bij de Hoge Raad ligt, gaat in weze om de beschermingsomvang van het octrooi van Tinnus.
Uitnodiging Women in IP event – 18 April 2024 – Amsterdam
Op 18 april a.s. organiseert HOYNG ROKH MONEGIER in samenwerking met AIPLA en the FIPE de Benelux editie van het jaarlijkse “Women in IP” event, een netwerkevent voor vrouwen werkzaam in de IE-sector.
Als IE-professional ben je waarschijnlijk dagelijks bezig met de branding en ideeën van jouw bedrijf of cliënten, maar wat is jouw eigen handelsmerk?
Het antwoord op deze vraag zullen wij gaan ontdekken tijdens een inspirerende presentatie van Christ'l Dullaert, een vooraanstaande thought leader in de Nederlandse juridische wereld en onderhandelingsdeskundige, waarin zij ons meeneemt in de wereld van personal branding.
We sluiten de middag af met een borrel met hapjes en drankjes, bij mooi weer in de prachtige grachtentuin van huis Vasari.