Eerste reactie op stukken Buma/Stemra jaarvergadering oktober
Reactie VCTN en Ntb/Kunstenbond op stukken en agenda Buma/Stemra jaarvergadering 29 oktober 2018. Reactie VCNT/Ntb/Kunstenbond op onderzoek. Opvallend aan de gepubliceerde agenda zijn vooral de voorstellen die de bestuurlijke organisatie aangaan en even opvallend de voorstellen en agendapunten die ontbreken:
1. Bestuur (invulling directie): geen voordracht tot benoeming
2. Positie oud bestuursleden in de interne Raad van Toezicht
3. Statutenwijziging tot uitbreiding van de interne Raad van Toezicht
4. Statutenvoorstel ‘jaarrekening tenminste 14 dagen vooraf ter beschikking stellen’
5. Benoeming tweede en derde onafhankelijk Raad van Toezicht-lid
Lees meer
HvJ EU: Houder van internetaansluiting kan zich niet aan filesharing auteursrechtinbreuk onttrekken door gewoon een gezinslid aan te wijzen dat toegang kon hebben
HvJ EU 18 oktober 2018, IEF 18043; IEFbe 2767; IT 2657; ECLI:EU:C:2018:841; C-149/17 (Audioboek Dan Brown; Lübbe tegen Strotzer)
Uit het persbericht: De houder van een internetaansluiting waarmee inbreuken op het auteursrecht zijn gemaakt door filesharing, kan zich niet onttrekken aan zijn aansprakelijkheid door gewoon een gezinslid aan te wijzen dat toegang kon hebben tot die aansluiting. De rechthebbenden moeten beschikken over een doeltreffende voorziening in rechte of over middelen op grond waarvan de bevoegde rechterlijke instanties kunnen gelasten dat de noodzakelijke informatie wordt verstrekt. HvJ EU:
Artikel 8, leden 1 en 2, [InfoSoc-Richtlijn], gelezen in samenhang met artikel 3, lid 1, van deze richtlijn, enerzijds, en artikel 3, lid 2,[Handhavingsrichtlijn], anderzijds, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale wettelijke regeling als in het hoofdgeding, zoals uitgelegd door de bevoegde nationale rechterlijke instantie, krachtens welke de houder van een internetaansluiting waarmee inbreuken op het auteursrecht zijn gemaakt door filesharing, daarvoor niet aansprakelijk kan worden gesteld, wanneer hij minstens één gezinslid aanwijst dat toegang had tot deze aansluiting, zonder dat hij meer preciseringen verstrekt over het tijdstip waarop deze aansluiting is gebruikt door dat gezinslid en over de aard van het gebruik ervan door dat gezinslid.
Octrooien printercartridges Samsung nietig door ontberen aan inventiviteit
Rechtbank Den Haag 17 oktober 2018, IEF 18041; ECLI:NL:RBDHA:2018:12290 (Samsung printercartridges) Octrooirecht. Samsung is houdster van meerdere octrooien met betrekking tot printercartridges: EP 2 037 327, EP 2 256 559 en EP 2 325 701. Yorcom, Maxperian en Digital Revolution zijn ieder voor zich actief op de Nederlandse en Belgische markt voor printers en tonercartridges. Zij bieden cartridges aan die door derden zijn gefabriceerd, maar geschikt zijn voor gebruik in printers van Samsung. Samsung kan echter niet motiveren welke maatregelen in de volgconclusies van EP 327 inventief zijn. Omdat de andere octrooien afsplitsingen zijn en het evenwel om dezelfde (type) cartridge(s), dezelfde problematiek en dezelfde oplossingen gaat en Samsung niet kan onderbouwen wat deze octrooien meer of anders brengen dan EP 327, ontberen deze ook aan inventiviteit. De octrooien van Samsung zijn nietig. Vorderingen zijn afgewezen.
Auteursrechtinbreuk: Coolbaby Pacifier aan het oog gelijk aan Moustache Pacifier
Vzr. Rechtbank Overijssel 17 oktober 2018, IE 18040; ECLI:NL:RBOVE:2018:3902 (Fiftytwoways c.s. tegen Multismart c.s.) Auteursrecht. Bitten B.V. heeft de "Moustache Pacifier" in Europa op de markt gebracht. Multi Smart c.s. heeft vanaf enig moment in 2017 fopspeen te koop aangeboden die nagenoeg gelijk is aan de Moustache Pacifier, in ieder geval via Bol.com met de naam "Coolbaby Pacifier". Op de website van Bol.com is het aanbod van de door Multi Smart c.s. aangeboden snorspeen voorzien van foto’s die de Amerikaanse distributeur van Fiftytwoways gebruikt om de ‘Moustache Pacifier’ in de VS op de markt te brengen. De vormgeving van het snorelement van de Moustache Pacifier wijkt zeer af van de vormgeving van de overige (snor)spenen, waardoor de de speen een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het een persoonlijk stempel van de maker draagt. De vormgeving van de door Multi Smart c.s. aangeboden Coolbaby Pacifier is op het oog gelijk, waardoor Multi Smart c.s. inbreuk op het auteursrecht maken. Vorderingen toegewezen.
Succesvolle oppositie tegen JAGUAR vanwege grote overeenstemming op auditief en begripsmatig vlak
Hof Den Haag 31 juli 2018, IEF 18039; ECLI:NL:GHDHA:2018:2669 (Jaguar tegen Compagnia Del Viaggio) Merkenrecht. Compagnia del Viaggio heeft een internationale beeldmerkaanvraag ingediend voor de Benelux. Jaguar heeft oppositie ingesteld tegen deze inschrijving, gebaseerd op haar oudere woord- en beeldmerken. Het woordmerk JAGUAR is identiek en op het beeldmerk van beide partijen staat een springende jaguar. Auditief en visueel is sprake van grote overeenstemming. De waren waarvoor het teken en de ingeroepen merken van Jaguar zijn gedeponeerd zijn deels identieke en deels in hoge mate soortgelijk. Hierdoor is er verwarringsgevaar aanwezig als bedoeld in art. 2.3 sub b BVIE (oud). Het hof wijst de oppositie toe.
Uitspraak ingezonden door Patty de Leeuwe en Jacqueline Schaap, Visser Schaap & Kreijger
Artikel Story over nieuwe partner bekende tv-presentatrice geen inbreuk privacy
Vzr. Rechtbank Amsterdam 12 oktober 2018, IEF 18038; IT 2702 (Eiser tegen Sanoma c.s.) Portretrecht. Mediarecht. De (nieuwe) partner van een bekende tv-presentatrice en nieuwslezeres vordert een verbod op het vastleggen van zijn portret en een verbod op (verdere) publicatie van zijn portret in weekblad "Story", uitgegeven door Sanoma. Hij is meerdere malen gevolgd en gefotografeerd. Sanoma c.s. hebben o.a. de toezeggingen gedaan hem niet meer te volgen voor foto's van hem alleen. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat deze toezeggingen geen gestand zullen doen. Eiser heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat de foto's en het artikel schadelijk zijn voor zijn reputatie. Het artikel bevat geen onjuistheden of grievende passages. De vorderingen zijn afgewezen.
Prejudicieel gestelde vragen over afgiftevoorwaarde art. 3a) ABC-verordening
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 17 oktober 2017, IEF 18036; IEFBE 2766; LS&R 1653; C-650/17 (Afgiftevoorwaarde ABC-verordening) Octrooirecht. Via Minbuza. Verzoekster is houdster van een Europees octrooi, dat inmiddels door tijdsverloop is vervallen. Het octrooi betreft een procedure voor de verlaging van de bloedglucosespiegel bij zoogdieren door het toedienen van zogenoemde DPPIV- remmers. De onder deze categorie van werkzame stoffen vallende werkzame stof sitagliptine werd na de datum van de aanvraag van het basisoctrooi door een licentiehoudster ontwikkeld die hiervoor een octrooi heeft verkregen op grond waarvan een aanvullend beschermingscertificaat aan haar werd afgegeven. Verzoekster verzocht bij het Duits octrooi- en merkenbureau op grond van het Duitse deel van het Europese octrooi om afgifte van een aanvullend beschermingscertificaat voor het product “sitagliptine in alle vormen die vallen onder de bescherming door het basisoctrooi”, subsidiair voor “sitagliptine, in het bijzonder sitagliptinefosfaat-monohydraat.” Ten aanzien van de vereiste vergunning voor het in de handel brengen als geneesmiddel baseerde zij zich hierbij op de toelatingen van het geneesmiddel Januvia van door het EMA. Bij besluit werd de aanvraag afgewezen, aangezien niet zou zijn voldaan aan de afgiftevoorwaarde overeenkomstig artikel 3a) van de ABC-verordening. De verwijzende rechter concludeert dat het Hof om richtsnoeren moet worden gevraagd over de uitlegging van artikel 3a) van de ABC-verordening.
IE-C online databank met artikelsgewijs commentaar
Er is een nieuw online artikelsgewijs commentaar op IE-wetten, -verordeningen en -verdragen: IE-C.nl geeft inzicht in de laatste stand van de rechtspraak en wordt bijgewerkt door haar 50 auteurs* als nieuwe ontwikkelingen zich voordoen. Bijzonder uitgebreid en met links naar andere online toegankelijke bronnen. De commentarendatabank IE-C.nl staat onder hoofdredactie van prof. mr. F.W. Grosheide, prof. mr. J.H. Spoor en mr. J.C.S. Pinckaers. Zo zijn er bijvoorbeeld commentaren geschreven door:
Peter Ras op de artikelen 15b, 16a t/m n Aw
Tjeerd Overdijk op artikel 13, 13a en 14 Aw
Bart Lenselink op artikel 9 WNR
Vordering afgewezen, Converse heeft administratie niet meer nodig
Vzr. Rechtbank 16 oktober 2018, IEF 18033 (Converse c.s. tegen curator Sporttrading c.s.) Merkenrecht. Sporttrading c.s. zouden volgens Converse c.s. grote partijen namaak Converseschoenen op de Nederlandse en Belgische markt hebben gebracht. Converse c.s. hebben met verlof van de voorzieningenrechter conversatoir beslag laten leggen op de schoenen en administratie. Zij vorderen de curator en FM Fashion te bevelen de tenuitvoerlegging van het vonnis, waaronder begrepen de terugname van de in bewaring gegeven schoenen en administratie te staken en gestaakt te houden totdat het vonnis kracht van gewijsde zal hebben gekregen. De voorzieningenrechter ziet geen reden dit toe te wijzen, omdat FM Fashion zelf zich niet echt druk lijkt te maken en Converse c.s. de administratie ook niet meer nodig blijkt te hebben ter onderbouwing van een vordering tegen FM Fashion. Het gaat hier om een complex (gemaakt) kort geding zodat bij het vaststellen van de kosten een maximumtarief geldt van €25.000,--. De vorderingen worden afgewezen.
Prejudicieel gestelde vraag: Geldt bescherming van de volledige benaming 'Aceto Balsamico di Modena' ook voor niet-geografische bestanddelen?
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 12 april 2018, IEF 18035; IEFbe 2765; C-432/18 (Balsamico) Oorsprongsbenamingen. Via Minbuza. Verzoekster vervaardigt op azijn gebaseerde producten en brengt deze in de handel in de regio Baden. Zij verkoopt al minstens 25 jaar producten onder de benaming “Balsamico” en “Deutscher Balsamico”. Verweerster is een vereniging van producenten van producten met de benaming “Aceto Balsamico di Modena”. Dit is een benaming als bedoeld in verordening 583/2009 voor azijn uit de streek Modena. Verweerster is van mening dat het gebruik van de benaming “Balsamico” door verzoekster in strijd is met de bescherming van de geografische aanduiding “Aceto Balsamico di Modena”. De verwijzende rechter concludeert dat het Hof om een richtsnoer moet worden gevraagd over de uitlegging van bescherming van een volledige oorsprongsbenaming indien niet-geografische bestanddelen gebruikt worden.