IEF 22374
14 november 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Endstra

 
IEF 22373
14 november 2024
Uitspraak

Hof oordeelt over bevoegdheid octrooigemachtigde na vertrek opdrachtnemer

 
IEF 22332
14 november 2024
Uitspraak

Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen

 
IEF 17977

'Neuschwanstein' niet beschrijvend voor kwaliteit of plaats van herkomst

HvJ EU 6 sep 2018, IEF 17977; ECLI:EU:C:2018:673 (Bundesverband Souvenir tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/neuschwanstein-niet-beschrijvend-voor-kwaliteit-of-plaats-van-herkomst

HvJ EU 6 september 2018, IEF 17977; ECLI:EU:C:2018:673; C‑488/16 P (Bundesverband Souvenir tegen EUIPO) Merkenrecht. Freistaat Bayern heeft een inschrijvingsaanvraag gedaan voor 'NEUSCHWANSTEIN'. BSGE heeft daartegen een nietigheidsvordering ingesteld maar de EUIPO heeft dit afgewezen. Daartegen heeft BSGE beroep ingesteld bij het Gerecht. Het Gerecht heeft de vorderingen afgewezen. BSGE verzoekt het Hof van Justitie om vernietiging van het arrest van het Gerecht EU. Het Gerecht heeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting gegeven. Neuschwanstein kan geen aanduiding van de plaats van herkomst van de erdoor aangeduide waren en diensten zijn. Volgens de conclusie van de AG [IEF 17415] is Neuschwanstein geen aanduiding van de plaats van herkomst. Voor zover de benaming „Neuschwanstein” wijst op het kasteel met die naam, is geoordeeld dat enkel en alleen doordat die benaming is aangebracht op onder meer de betrokken waren, het relevante publiek deze gangbare consumptiegoederen ook als souvenirartikelen kan beschouwen. Dat het souvenirs worden enkel en alleen doordat die benaming erop wordt aangebracht, vormt op zich geen wezenlijk kenmerk dat die waren beschrijft. Het kasteel van Neuschwanstein als zodanig geen plaats is waar waren worden vervaardigd of diensten worden verricht, zodat het litigieuze merk geen aanduiding kan zijn van de plaats van herkomst van de erdoor aangeduide waren en diensten.  De hogere voorziening wordt afgewezen.

IEF 17976

Het enkel fysiek binnenbrengen van zonnepanelen wordt niet aangemerkt als in handel brengen

Hof Den Haag 18 sep 2018, IEF 17976; ECLI:NL:GHDHA:2018:2291 (Recom tegen TSS en Kingstone), https://ie-forum.nl/artikelen/het-enkel-fysiek-binnenbrengen-van-zonnepanelen-wordt-niet-aangemerkt-als-in-handel-brengen

Hof Den Haag 18 september 2018, IEF 17976; ECLI:NL:GHDHA:2018:2291(Recom tegen TSS en Kingstone) Merkenrecht. Recom en TSS hebben twee overeenkomsten gesloten waarin TSS zich heeft verplicht tot verkoop van respectievelijk twee en acht containers zonnepanelen. TSS heeft de zonnepanelen laten produceren bij Kingstone. Zowel op de verpakking als op het product zelf staat een teken afgebeeld dat identiek is aan het merk RECOM. Recom heeft de Douane verzocht om de vrijgave te schorsen van goederen die inbreuk maken op Recom en door de douane beslag laten leggen op de containers. De rechtbank [IEF 15721] oordeelde dat de zonnepanelen die de douane in beslag heeft genomen in opdracht van Recom zijn vervaardigd en met haar toestemming haar merk is aangebracht op de panelen en de verpakking. Van een merkinbreuk is geen sprake omdat het niet-communautaire goederen zijn en er geen feiten of omstandigheden zijn waarvan noodzakelijkerwijs kan worden aangenomen dat de goederen alsnog in de Europese Unie of de Benelux in het economisch verkeer zullen worden gebracht. In beroep vordert Recom dat het hof het bestreden vonnis vernietigt en opnieuw rechtdoende de oorspronkelijke vorderingen van Recom alsnog toewijst. Het enkele fysiek binnenbrengen van niet-communautaire goederen op het grondgebied van de Benelux kan niet worden aangemerkt als invoeren of in de handel brengen in de Benelux. Waardoor er geen sprake is van merkinbreuk. De contracten met TSS zijn destijds buitengerechtelijk ontbonden waardoor het beslag op de containers van de douane onrechtmatig is. De douane moet de containers vrijgeven. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank.

IEF 17972

Uitspraak ingezonden door Wim Maas en Nathalie Noesen, Taylor Wessing .

Boschproject.org is gemeenschappelijk goed, gedaagde hoeft inloggegevens niet te geven, maar wel meewerken aan doorontwikkeling

Rechtbank Amsterdam 12 sep 2018, IEF 17972; (Stichting Bosch tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/boschproject-org-is-gemeenschappelijk-goed-gedaagde-hoeft-inloggegevens-niet-te-geven-maar-wel-meewe

Vzr. Rechtbank Amsterdam 12 september 2018, IEF 17972 (Stichting tegen gedaagde) De stichting heeft als doel de verdieping van kennis van het werk van Jheronimus Bosch door middel van internationaal wetenschappelijk onderzoek. Vanaf 2010 heeft een door de stichting samengesteld team onderzoek gedaan naar het werk en de werkwijze van Jheronimus Bosch. Op enig moment is hij betrokken geraakt bij het Project. Gedaagde wilde niet alleen consulant zijn, maar als wetenschapper deelnemen aan het project. Gedaagde werd benoemd tot bijzonder hoogleraar en krijgt daarvoor een vergoeding van 30.000 euro per kalenderjaar. Hij houdt zich onder andere bezig met de Publieke Website. Ten tijde van de tentoonstelling was de Website niet gereed. Op 31 december 2016 is een rudimentaire versie van de Publieke Website (x-website) openbaar gemaakt onder domeinnaam boschproject.org. De Stichting heeft verzocht om de x-website aan te passen maar gedaagde heeft dit niet ingewilligd. De Stichting vordert afgifte van inloggegevens van boschproject.org. Vanwege het geschil heeft de Stichting een laatste factuur van € 30.000,00 van gedaagde niet voldaan. De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van een gemeenschappelijk goed als bedoeld in artikel 3:166 BW, waarbij iedere deelgenoot bevoegd is tot het gebruik van dat goed. Gedaagde hoeft niet de inloggegevens van de Website aan de Stichting te verstrekken, maar moet alsnog meewerken aan de doorontwikkeling van de Website tot een Publieke Website. Ook heeft de voorzieningenrechter een verbod tot vernietiging van de x-website toegewezen en overdracht aan de Stichting van de domeinnaam boschproject.org bevolen. De voorzieningenrechter veroordeelt de Stichting tot betaling  € 30.000,00.

IEF 17975

Oppervlaktepatroon Birkenstock valt samen met verschijningsvorm

HvJ EU 13 sep 2018, IEF 17975; ECLI:EU:C:2018:714 (Birkenstock tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/oppervlaktepatroon-birkenstock-valt-samen-met-verschijningsvorm

HvJ EU 13 september 2018, IEF 17975; IEFbe 2729; ECLI:EU:C:2018:714; C-26/17P (Birkenstock tegen EUIPO) Merkenrecht. Het verzoek van Birkenstock tot inschrijving van het beeldmerk dat een patroon van elkaar kruisende golvendelijnen weergeeft is geweigerd door de EUIPO. Birkenstock is hiertegen in beroep gegaan bij de eerste kamer van beroep van het EUIPO. Ze hebben de inschrijving ook afgewezen. Tegen deze beslissing is Birkenstock ook in beroep gegaan bij het Gerecht [IEF 16354]: het relevante publiek zou het teken opvatten als een eenvoudig oppervlakpatroon, dat wordt toegepast voor decoratieve of technische doeleinden, en niet als de aanduiding van een bepaalde commerciële herkomst. Conclusie AG [IEF 7747] luidt dat enkel wanneer het gebruik van een oppervlaktepatroon gelet op de aard van de betrokken waren weinig waarschijnlijk is, een dergelijk teken niet kan worden beschouwd als een oppervlaktepatroon voor de betrokken waren, en derhalve de rechtspraak die is ontwikkeld met betrekking tot driedimensionale merken die samenvallen met het uiterlijk van de waar, niet van toepassing is. Het hof oordeelt dat het Gerecht terecht heeft geoordeeld dat de rechtspraak van toepassing is. Gelet op de intrinsieke kenmerken van het afgebeelde teken, is het in beginsel voorbestemd om op het oppervlak van die waren te worden aangebracht. Het is eigen aan een teken bestaande in een repetitieve sequentie van elementen dat het waarschijnlijk wordt gebruikt als oppervlaktepatroon en dat het dus samenvalt met de verschijningsvorm van de betrokken waren. De vordering wordt afgewezen.

IEF 17971

Uitspraak ingezonden door Margriet Koedooder, De Vos & Partners Advocaten.

Eiser is enige en volledige rechthebbende van naburige rechten van fonogrammenproducent

Hof Den Haag 11 sep 2018, IEF 17971; (Tee set), https://ie-forum.nl/artikelen/eiser-is-enige-en-volledige-rechthebbende-van-naburige-rechten-van-fonogrammenproducent

Hof Den Haag 11 september 2018, IEF 17971 (Tee Set) Naburige rechten. Auteursrecht. Partijen hebben een geschil over de wie de rechthebbende is op de producentrechten en wie de naburige rechten heeft van de fonogrammenproducent. De rechtbank oordeelde [IEF 16241] dat de eiser de volledige en enige rechthebbende is op de naburige rechten. Met betrekking tot het auteursrecht twisten partijen over de vraag of bandlid 1 alle composities en teksten van de ‘Tee Set’ nummers heeft geschreven of niet. Omdat nadere onderbouwing op dit punt is uitgebleven kan niet vastgesteld worden dat bandlid 1 maker is van de composities en teksten. In hoger beroep vordert hij dat de auteursrechten en de naburige rechten hem alsnog toekomen. Door de overdrachten van auteursrechten van x in 2002, 2006 en 2013 is niet alleen het deel van x overgedragen maar de gehele rechten. Daardoor is eiser volledige en enige rechthebbende van de muziekuitgaverechten. Er is niet gebleken dat gedaagde de fonogrammenproducentenrechten heeft. Waardoor eiser volledige en enige rechthebbendeis van de naburige rechten van de fonogrammenproducent. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank.

IEF 17974

Samenwerking tussen het CvdM en het OM

Uit het persbericht: Het Commissariaat voor de Media en het Openbaar Ministerie hebben een samenwerkingsprotocol ondertekend. Het Commissariaat voor de Media hecht veel waarde aan de bescherming van minderjarigen en aan de rechtmatige besteding van mediagelden. Door goede werkafspraken met het Openbaar Ministerie te maken, verwacht het Commissariaat voor de Media beide belangen nog beter te waarborgen.

IEF 17973

CvTA stemt in met verbeterplan Buma Stemra

Op 18 september heeft Buma Stemra het onderzoeksrapport van de Onderzoekscommissie Nader Onderzoek Buma Stemra gepubliceerd. Naar aanleiding hiervan heeft de Raad van Toezicht van Buma Stemra maatregelen genomen, die zijn opgenomen in een verbeterplan (‘toezichtagenda’) van deze raad. U kunt het rapport van de Onderzoekscommissie en het persbericht van de Raad van Toezicht van Buma Stemra respectievelijk hier en hier inzien.

IEF 17969

Uitspraak ingezonden door Charlotte Meidersma, Charlotte's Law .

Inbreuk door silhouet van sint op paard af te beelden op inpakpapier

Kantonrechter 23 aug 2018, IEF 17969; ECLI:NL:RBDHA:2018:9945 (Eiseres tegen Keijzer Holland), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-door-silhouet-van-sint-op-paard-af-te-beelden-op-inpakpapier

Ktr. Rechtbank Den Haag 23 augustus 2018, IEF 17969; ECLI:NL:RBDHA:2018:9945 (Eiseres tegen Keijzer Holland) Auteursrecht. Eiseres is werkzaam al professioneel illustrator en ontwerper en creëert in dat kader onder meer illustraties voor kinderboeken. Keijzer Holland is producent van onder meer inpakpapier. VOF is een technisch teken- en adviesbureau voor de textiel- en papierindustrie. Keijzer Holland had de VOF opdracht gegeven om een aantal dessins te leveren. Eiseres vordert staking en schadevergoeding van 15.300 euro. Uit de overgelegde stukken van Keijzer Holland blijkt juist dat er eigen keuzes gemaakt kunnen worden bij sinterklazen op een paard, die tot een verschillend totaalbeeld kunnen leiden. Door het paard lopend af te beelden, sinterklaas ontspannend naar voren te laten leunen, de teugels toe te voegen en sinterklaas zonder staf af te beelden heeft de afbeelding een eigen, oorspronkelijk karakter met een persoonlijke stempel van de eiseres. De kantonrechter veroordeelt Keijzer Holland tot onthouden van auteursrechtinbreuk. Schadevergoeding van 5000 euro te betalen voor de geschonden persoonlijkheidsrechten en 2550 euro (3x 850 euro per dessin) voor inbreuk.

IEF 17968

Cassatie in belang der wet: Is rechtbank Den Haag ook in kort geding exclusief bevoegd?

Hoge Raad 31 aug 2018, IEF 17968; ECLI:NL:PHR:2018:957 (Spin Master tegen High5), https://ie-forum.nl/artikelen/cassatie-in-belang-der-wet-is-rechtbank-den-haag-ook-in-kort-geding-exclusief-bevoegd

Conclusie AG HR 31 augustus 2018, IEF 17968; ECLI:NL:PHR:2018:957 (Spin Master/High5) Cassatie in het belang der wet na IEF 16516. Is rechtbank Den Haag ook in KORT GEDING exclusief bevoegd in Gemeenschapsmodel inbreukzaken? Art. 90 en 81 GModVo en art. 3 Uitvoeringswet EG-verordening betreffende de Gemeenschapsmodellen. Zijn ook andere dan Haagse voorzieningenrechters bevoegd om kennis te nemen van Gemeenschapsmodelinbreuken? In bodemzaken is de als “rechtbank voor het Gemeenschapsmodel” aangewezen Haagse rechtbank exclusief bevoegd in Nederland, maar hoe zit dat in kort geding? Daarover bestaat al meer dan tien jaar ongewenste verdeeldheid in de rechtspraak, die wordt gevoed door een tekstverschil tussen art. 90 van de Gemeenschapsmodellenverordening (GModVo) en art. 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening betreffende de Gemeenschapsmodellen (Uvw): in art. 90 GModVo staat dat voor het treffen van voorlopige en bewarende maatregelen inzake Gemeenschapsmodellen “rechterlijke instanties, met inbegrip van de rechtbanken voor het Gemeenschapsmodel” bevoegd zijn, terwijl art. 3 Uvw bepaalt dat uitsluitend de voorzieningenrechter van de Haagse rechtbank, als aangewezen “rechtbank voor het Gemeenschapsmodel”, bevoegd is. Dezelfde kwestie speelt ook bij Uniemerken.

IEF 17967

Uitspraak ingezonden door Elisa Hendriksen en Niels Mulder, DLA Piper.

Vrijwaringsverzoek LB11 toegewezen vanwege vanwege het recht en belang om de nadelige gevolgen op leveranciers te verhalen

Rechtbank Den Haag 12 sep 2018, IEF 17967; (LB11 tegen Hennessy), https://ie-forum.nl/artikelen/vrijwaringsverzoek-lb11-toegewezen-vanwege-vanwege-het-recht-en-belang-om-de-nadelige-gevolgen-op-le

Rechtbank Den Haag 12 september 2018, IEF 17967 (LB11 tegen Hennessy) Vrijwaringsincident. Wanneer in de onderhavige bodemprocedure wordt geoordeeld dat LB11 inbreuk makend heeft gehandeld, betekent het dat haar leveranciers, Magnolia en Atlantic Dawn, haar niet-uitgeputte waar hebben geleverd. Wat een toerekenbare tekortkoming jegens LB11 oplevert. LB11 vordert in dit incident dat LB11 wordt toegestaan Magnolia en Atlantic Dawn in vrijwaring op  te roepen. LB11 heeft voldoende gemotiveerd en concreet gesteld dat ze krachtens rechtsverhouding met de leveranciers recht en belang heeft om de nadelige gevolgen van een ongunstie afloop van de hoofdzaak geheel of gedeeltelijk op de leveranciers te laten verhalen. De rechtbank staat het LB11 toe om Magnolia en Atlantic Dawn in vrijwaring te doen dagvaarden.