ASML maakt geen inbreuk op octrooi Nikon, want octrooi is nietig in Nederland
Rechtbank Den Haag 6 juni 2018, IEF 17750; ECLI:NL:RBDHA:2018:6542 (ASML tegen Nikon) Octrooirecht. Nikon stelt dat ASML met versies van haar immersie-lithografiemachines (in)direct, letterlijk dan wel door equivalentie, inbreuk maakt op conclusies van EP 2 157 480 B1 (EP 480). Voor zover de machines niet in Nederland geassembleerd worden maar in het buitenland, bevordert en faciliteert ASML door het leveren van (vrijwel) alle onderdelen van die machines, inbreuk elders. In reconventie vordert ASML om het Nederlandse deel van EP 480 te vernietigen. De rechtbank is bevoegd kennis te nemen van alle vorderingen in conventie, maar wordt in de hoofdzaak aangehouden voor zover daarbij de geldigheid van de buitenlandse delen van EP 480 aan de orde komt, totdat daarop is beslist door de bevoegde buitenlandse rechters. EP 480 is niet inventief vanuit EP 470 in combinatie met EP 541, want de gemiddelde vakman kan begrijpen dat zowel een aperture stop als een DOE in de terminologie van het octrooi als afbuigelement kunnen fungeren. Nikon heeft dit niet, althans onvoldoende, weersproken. EP 480 is tevens niet inventief vanuit EP 067 gecombineerd met CGK/JP 120. Toepassing van een polarisatie-instelelement om het contrast te verbeteren behoorde tot de algemene vakkennis ten tijde van de prioriteitsdatum. EP 480 is nietig, zodat daarop geen inbreuk kan worden gemaakt. De vorderingen in conventie en de provisionele vorderingen worden afgewezen, voor zover die zien op onrechtmatig handelen wegens het bevorderen en faciliteren van inbreuk buiten Nederland, nu de rechtbank het aannemelijk acht dat ook de buitenlandse delen van EP 480 niet geldig zullen worden bevonden.
Conclusie AG: Geen vereist vermoeden van aansprakelijkheid voor houder van internetaansluiting bij auteursrechtinbreuk filesharing bij meerdere gezinsleden
Conclusie AG HvJ EU 6 juni 2018, IEF 17748; IEFbe 2594; IT 2582; ECLI:EU:C:2018:400 ; C‑149/17 (Audioboek Dan Brown; Lübbe tegen Strotzer) Schadevergoeding wegens een via filesharing gepleegde inbreuk op het auteursrecht. Internetaansluiting die toegankelijk is voor gezinsleden van de houder. Uitsluiting van aansprakelijkheid van de houder zonder dat de aard van het gebruik van de aansluiting door het gezinslid hoeft te worden gespecificeerd. Conclusie AG:
Artikel 8, lid 2 [InfoSoc-Richtlijn] en artikel 13, lid 1 [Handhavingsrichtlijn] moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet vereisen dat in het nationale recht van de lidstaten een vermoeden van aansprakelijkheid van de houders van een internetaansluiting wordt ingevoerd voor inbreuken op het auteursrecht die via deze aansluiting zijn begaan. Indien het nationale recht echter in een dergelijk vermoeden voorziet om de bescherming van die rechten te waarborgen, moet het consequent worden toegepast om de doeltreffendheid van die bescherming te waarborgen. Het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven, dat is neergelegd in artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, mag niet aldus worden uitgelegd dat de houders iedere reële mogelijkheid wordt ontnomen om hun in artikel 17, lid 2, van het Handvest van de grondrechten verankerde intellectuele-eigendomsrecht te beschermen.
Conclusie: Gebruik van oppervlaktepatroon is weinig waarschijnlijk gelet op betrokken waren
Conclusie AG HvJ EU 6 juni 2018, IEF 17747; IEFbe 2593; ECLI:EU:C:2018:397 ; C-26/17 P (Birkenstock) Merkenrecht.
Overeenkomstig het verzoek van het Hof zal ik mij in deze conclusie beperken tot het onderzoek van het eerste onderdeel van het eerste middel van de hogere voorziening. In het kader van dat onderdeel betoogt rekwirante in wezen dat het Gerecht ten onrechte de enkele „mogelijkheid” dat een teken dat wordt gevormd door een reeks elementen die op regelmatige wijze worden herhaald, als oppervlaktepatroon wordt gebruikt, heeft gehanteerd als criterium voor toepassing van de rechtspraak inzake tekens die samenvallen met de verschijningsvorm van de waar.
Net als het Gerecht meen ik dat enkel wanneer het gebruik van een oppervlaktepatroon gelet op de aard van de betrokken waren weinig waarschijnlijk is, een dergelijk teken niet kan worden beschouwd als een oppervlaktepatroon voor de betrokken waren, en derhalve de rechtspraak die is ontwikkeld met betrekking tot driedimensionale merken die samenvallen met het uiterlijk van de waar, niet van toepassing is.
Ouder fietsmandmodel beschikbaar voor datum van indiening
Gerecht EU 17 mei 2018, IEF 17746; T‑760/16; ECLI:EU:T:2018:277 (Basil fietsmanden) Gemeenschapsmodel. Nietigheidsprocedure. Fietsmanen. Openbaarmaking van het oudere model – Eigen karakter – Verschillende algemene indruk. Basil vraagt een gemeenschapsmodel aan voor fietsen. Het model wordt nietig verklaart vanwege gebrek aan eigen karakter. Het beroep wordt afgewezen, omdat het oudere model openbaar was vóór de datum van indiening van aanvraag en vanwege gebrek aan eigen karakter.
Uitspraak aangebracht door Lisbeth Depypere en Tom Heremans, CMS Law.
Inbreuk op het Puma-merk door grote mate van overeenstemming van de tekens en identieke waren
Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 24 mei 2018, IEF 17742; IEFbe 2591 (Puma tegen Excessive) Merkinbreuk. Puma is houdster van meerdere merken. Op 25 september 2017 tekende Puma oppositie aan tegen het merkdepot van gedaagde, op basis van het Puma-merk dat voor identieke waren is geregistreerd. Tegelijkertijd stelde Puma vast dat gedaagde ook sportartikelen adverteert en verkoopt via een Facebookaccount en op de website www.excessive.skyrock.com. Regelmatig wordt enkel het logo zonder het woordelement “Excessive” gebruikt op een identieke manier als het Puma-merk wordt gebruikt op de sportkleren van Puma. De grote mate van overeenstemming tussen de tekens, het feit dat de waren identiek zijn en het grote onderscheidend vermogen van het Puma-merk zal leiden tot verwarringsgevaar bij de consument. Er is sprake van merkinbreuk.
A-G Wathelet concludeert in Heksenkaassmaakzaak op (al) 25 juli
Update (d.d. 6 juni): Schriftelijk toelichting van Levola en Pleitaantekeningen Smilde foods prej. procedure 4 juni 2018, IEF 17739; 2589; C-310/17 (Smilde tegen Levola Hengelo) A-G Wathelet heeft aangekondigd (al) op 25 juli te zullen concluderen.
1. “Over smaak valt niet te twisten”, luidt een oud Nederlands gezegde (dat zijn evenknie kent in vele verschillende talen).
2. Daarmee wordt niet bedoeld dat over smaak niet van mening te verschillen is. Er worden juist verhitte debatten over gevoerd. Wat wél wordt bedoeld, is dat dergelijke meningsverschillen niet op een objectieve manier te beslechten zijn. Het Engelse 'there is no accounting for taste', of het Franse 'les gouts n'ont pas de valeur' zijn dus zuiverder uitdrukkingen. En dat raakt de kern van de vragen die nu ter beantwoording voorliggen. (...)
Papa Eatalia maakt handelsnaaminbreuk op Eatalia
Vzr. Rechtbank Den Haag 5 juli 2018, IEF 17741; ECLI:NL:RBDHA:2018:6464 (Eatalia tegen Papa Eatalia) Handelsnaaminbreuk. Eatalia is opgericht op 20 augustus 2014. Eatalia exploiteert sindsdien een winkel in Italiaanse delicatessen met eetgelegenheid. In het handelsregister staat Eatalia ingeschreven onder de handelsnamen ‘Eatalia Delicatessen’ en ‘Eatalia’. Papa Eatalia is opgericht op 13 juni 2017 en exploiteert onder de handelsnaam Papa Eatalia, die ook is ingeschreven in het handelsregister, een Italiaans restaurant. Beiden zijn gevestigd in Den Haag. De handelsnaam Eatalia heeft onderscheidend vermogen en is geen algemeen gebruikelijke aanduiding voor een onderneming die zich toelegt op Italiaans eten. De handelsnaam Papa Eatalia wijkt niet in meer dan geringe mate af van Eatalia. Er is als gevolg van het gelijktijdig gebruik van beide handelsnamen bij het publiek verwarring tussen partijen te duchten.
Forumshopping op grond van 102 Rv onaanvaardbaar bij auteursrechtinbreuk
Ktr. Rechtbank Den Haag 24 mei 2018, IEF 17745; ECLI:NL:RBDHA:2018:6549 (Flextension) Procesrecht. Bevoegdheid. Eiseres meent evenwel dat er een uitzondering aan de orde is, namelijk de bevoegdheid van de Rechtbank waar het uit de gestelde onrechtmatige gedraging voortvloeiende schadebrengende feit – inbreuk op auteursrecht - zich zou hebben voorgedaan (art. 102 Rv). De gestelde inbreuk vond volgens eiseres plaats in het gehele land en dus ook in Den Haag. Deze redenering volgende zou iedere rechter in ons land daardoor bevoegd zijn. Op deze wijze wordt de deur geopend voor forumshopping, een onwenselijk fenomeen. Uit de akte van eiseres blijkt bovendien dat er inderdaad sprake is van forumshopping, waar zij aangeeft zich tot de Haagse rechter te wenden omdat deze “meer bekend is met het auteursrecht dan de rechtbank Midden Nederland”. Dit standpunt is rechtens niet aanvaardbaar. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat de onderhavige zaak niet in goede handen zou zijn bij de rechtbank Midden Nederland, die zowel bevoegd is op grond van artikel 99 Rv als – volgens de stellingen van eiseres - artikel 102 Rv. Verwijzing naar Rechtbank Midden Nederland.
Betoog over geldigheid van octrooi in ruime vorm achterhaald na centrale beperking
Hof Den Haag 5 juni 2018, IEF 17744; ECLI:NL:GHDHA:2018:1271 (High Point tegen KPN) Octrooirecht. Betoog over geldigheid octrooi EP0522772 zoals verleend achterhaald door centrale beperking van octrooiconclusies en in strijd met de goede procesorde. Proceskosten. Na de centrale beperking van het octrooi is het bij de memorie van grieven door High Point naar voren gebrachte betoog over de geldigheid van het octrooi in ruime vorm achterhaald. Het octrooi wordt in ruime vorm door High Point niet meer verdedigd, het betoog over de geldigheid van het octrooi in de beperkte vorm is in hoger beroep te laat naar voren gebracht en dus buiten beschouwing moet worden gelaten. Er zijn dus geen doeltreffende grieven tegen het oordeel van de rechtbank dat het octrooi niet geldig is. De rechtbank heeft in de nietigheidszaak de vorderingen van KPN terecht toegewezen en heeft in de inbreukzaak de vorderingen van High Point terecht afgewezen. Proceskostenveroordeling €527.307,87.
Update Nederlands Octrooicongres (12juni) - geen plaatsen meer
Update 7 juni 2018: er zijn geen plaatsen meer, u kunt zich nog opgeven voor een plaats op de wachtlijst via info@delex.nl. Op dinsdag 12 juni 2018 vindt het 10e Nederlandse Octrooicongres plaats in Amsterdam. Het programma is samengesteld door mr. drs. Gertjan Kuipers en prof. mr. Peter Blok. Tijdens het Congres worden alle recente ontwikkelingen in wetgeving en rechtspraak besproken en wordt stilgestaan bij de impact daarvan op de praktijk. De onderwerpen van de 10e editie in 2018 worden op dit moment voorbereid, in de afgelopen editie stonden centraal: - kwekersvrijstelling, - FRAND, - EOB, - UPC, - Panelpresentatie van rechtbank en Hof Den Haag. Lees verder