IEF 22374
14 november 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Endstra

 
IEF 22373
14 november 2024
Uitspraak

Hof oordeelt over bevoegdheid octrooigemachtigde na vertrek opdrachtnemer

 
IEF 22332
14 november 2024
Uitspraak

Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen

 
IEF 17127

De wezenlijke functie van een collectief Uniemerk is niet bedoeld om waren te onderscheiden op geografische oorsprong, maar zich te onderscheiden van andere ondernemingen

HvJ EU 20 sep 2017, IEF 17127; ECLI:EU:C:2017:702 (The Thea Board tegen Delta Lingerie), https://ie-forum.nl/artikelen/de-wezenlijke-functie-van-een-collectief-uniemerk-is-niet-bedoeld-om-waren-te-onderscheiden-op-geogr

HvJ EU 20 september 2017, IEF 17127; IEFbe 2349; ECLI:EU:C:2017:702; C-673/15 (The Tea Board tegen EUIPO/Delta Lingerie) Uniemerk. Delta Lingerie heeft Uniemerkaanvragen ingediend voor het beeldteken 'Darjeeling' voor o.a. lingerie. Oppositie is ingesteld door The Tea Board, gebaseerd op het oudere Uniewoordmerk DARJEELING, ingeschreven in de klasse thee. Het Gerecht heeft geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de wezenlijke functie van een collectief Uniemerk erin bestaat de waren of diensten van de vereniging die merkhouder is te onderscheiden van die van andere ondernemingen, en niet deze waren te onderscheiden op basis van de geografische oorsprong ervan. Evenmin heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat wanneer de conflicterende tekens enerzijds collectieve merken en anderzijds individuele merken zijn, de mogelijkheid dat het publiek kan aannemen dat de waren en diensten dezelfde plaats van herkomst hebben, geen relevante factor kan zijn om aan te tonen dat deze dezelfde of soortgelijk zijn. Niet valt uit te sluiten dat uit een gebied waarvan de geografische benaming als collectief Uniemerk is ingeschreven verschillende grondstoffen kunnen komen die worden gebruikt voor de vervaardiging van verschillende waren. Het Gerecht heeft juist vastgesteld dat de consument van de Darjeeling-thee niet zou kunnen aannemen dat de waren en diensten van Delta Lingerie uit het Darjeelinggebied afkomstig zijn. Ook zouden zij niet kunnen worden aangetrokken door de positieve waarden en eigenschappen door het Darjeelinggebied, aangezien de producten van Delta Lingerie geen uniek verband hebben met het Darjeelinggebied, welke de thee wel heeft. Er wordt geen ongerechtvaardigd voordeel getrokken uit de reputatie van het oudere merk. 

IEF 17126

Onmiddellijke inzage documentatie export Amerikaans verpakte Freestyle strips

Rechtbank Noord-Nederland 22 sep 2017, IEF 17126; ECLI:NL:RBNNE:2017:3618 (bbott Diabetes Care tegen HTG Health and Beauty en Kamstra), https://ie-forum.nl/artikelen/onmiddellijke-inzage-documentatie-export-amerikaans-verpakte-freestyle-strips

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 22 september 2017, IEF 17126; IEFbe 2348; ECLI:NL:RBNNE:2017:3618 (Abbott Diabetes Care tegen HTG Health and Beauty en Kamstra) Inzage en afgifte ex art. 843a Rv na bewijsbeslag. Abbott stelt dat HTG inbreuk op haar Uniemerkenrechten maakt en onrechtmatig handelt in die zin dat HTG profiteert van de inbreuk op de Amerikaanse merken van Abbott, de exporteur zou zonder toestemming (herverpakte) test strips voor diabetici op de Amerikaanse markt hebben gebracht die van oorsprong voor andere markten waren bedoeld, en op die manier profiteren van de prijsverschillen op de Europese en Amerikaanse markt. De voorzieningenrechter bepaalt dat Abbott onmiddellijk (binnen 48 uur) inzage krijgt over de beslagen documentatie over de Amerikaanse verpakte Freestyle Lite strips. 

IEF 17125

Partijen maken over en weer inbreuk op elkaars auteursrechten met De Organizing Agenda

Rechtbank Oost-Brabant 20 sep 2017, IEF 17125; ECLI:NL:RBOBR:2017:4944 (De Organizing Agenda), https://ie-forum.nl/artikelen/partijen-maken-over-en-weer-inbreuk-op-elkaars-auteursrechten-met-de-organizing-agenda

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 20 september 2017, IEF 17125; ECLI:NL:RBOBR:2017:4944 (De Organizing Agenda) Auteursrecht. Gedaagde geeft sinds 2006 de 'Homeplanner' uit. Eiseres heeft 'De Organizing Agenda' voor 2008 uitgebracht. In 2009 zijn partijen gaan samenwerken en ontwikkelden ze de Organizing Agenda 2011. Begin 2017 hebben partijen de samenwerking beëindigd. Beide partijen hebben een Organizing Agenda 2018 ontwikkeld. Over de vraag wie de auteursrechten heeft op de Organizing Agenda is een bodemprocedure aanhangig gemaakt. In afwachting daarvan oordeelt de voorzieningenrechter dat partijen over en weer inbreuk maken op elkaars auteursrechten. De Agenda uit 2011 vertoont gelijkenissen met de agenda uit 2008 en met de Homeplanner. Geen van beide partijen heeft voldoende aannemelijk gemaakt aan wiens zijde de auteursrechten op de huidige vormgeving van de Organizing Agenda rusten. De voorzieningenrechter acht het niet opportuun om de verboden toe te wijzen, aangezien er sprake geweest kan zijn van 'teamwork' en daarmee co-auteurschap en dus gezamenlijke auteursrechten. 

IEF 17124

Cassatieberoep inbreuk kwekersrecht AMSTERDAM gladiolen verworpen

Hoge Raad 30 jun 2018, IEF 17124; ECLI:NL:PHR:2017:656 (Conclusie Procureur-generaal Stichting Gladiolen Combinatie), https://ie-forum.nl/artikelen/cassatieberoep-inbreuk-kwekersrecht-amsterdam-gladiolen-verworpen

Hoge Raad 30 juni 2017, IEF 17124; ECLI:NL:PHR:2017:656 (Conclusie Procureur-generaal) Kwekersrecht. Zie eerder: IEF 13522 en IEF 15699. Rechtbank en Hof hebben geoordeeld dat een aanzienlijk deel van het in beslag genomen plant- en teeltmateriaal van eiser van het gladiolenras AMSTERDAM is, door eiser is inbreuk gemaakt op het kwekersrecht van Stichting Gladiolen Combinatie. Eiser klaagt dat het Hof heeft miskend dat het de vraag had moeten beantwoorden of het in beslag genomen materiaal zodanig door de gerechtelijke bewaarder was opgeslagen dat dit materiaal "preserved" was en/of materiaal "beschermd" was. Het Hof heeft met een uitgebreide motivering overwogen dat het materiaal bij de gerechtelijke bewaarder niet is vermengd. Volgens het Hof is onvoldoende hard gemaakt dat er sprake was van een goed doordacht plan leidend tot grootschalige vermenging. De Procureur-Generaal meent dat het Hof heeft onderzocht en vastgesteld dat het materiaal 'beschermd' c.q. 'preserved' was. De PG concludeert tot verwerping van het cassatieberoep. Dit wordt gevolgd door de Hoge Raad op 22 september 2017. De aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Volgens de Hoge Raad nopen de klachten niet tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. 

IEF 17123

Uitspraak ingezonden door Robin van Kleeff, Hoyng Rokh Monegier

Voorlopige blokkade The PirateBay voor abonnees Ziggo en XS4ALL

Rechtbank Den Haag 22 sep 2017, IEF 17123; ECLI:NL:RBDHA:2017:10789 (The PirateBay), https://ie-forum.nl/artikelen/voorlopige-blokkade-the-piratebay-voor-abonnees-ziggo-en-xs4all

Vzr. Rechtbank Den Haag 22 september 2017, IEF 17123; IT 2351; ECLI:NL:RBDHA:2017:10789 (Stichting Brein tegen Ziggo en XS4ALL) Auteursrecht. Peer-to-peer. Stichting Brein vordert een blokkade van de website The PirateBay voor abonnees van Ziggo en XS4ALL. Op 14 juni 2017 [IEF 16859] heeft het HvJ EU geoordeeld dat het beschikbaar stellen en het beheer, op internet, van een platform voor de uitwisseling van bestanden dat, door een index van meta-informatie inzake beschermde werken en de verstrekking van een zoekmotor, die gebruikers van dit platform in staat stelt deze werken te vinden en deze te delen onder het begrip "mededeling aan het publiek" valt. Deze uitspraak laat een ander licht op de zaak schijnen en de rechtbank beschouwd de uitspraak van het Hof Den Haag [IEF 13467] als achterhaald. De handelwijze van The PirateBay kan aangemerkt worden als een mededeling aan het publiek. De proportionaliteitsafweging van het Hof is onjuist geweest: onvoldoende gewicht is aan de belangen van Brein gegeven. De voorzieningenrechter beveelt Ziggo en XS4ALL om binnen tien werkdagen de toegang tot de website The PirateBay te blokkeren totdat in de bodemzaak, aanhangig bij de Hoge Raad, is beslist.  

IEF 17122

Bijdrage ingezonden door Margriet Koedooder, De Vos & Partners

Martin Garrix - Spinnin' Records en Music Allstars: 2 - 0

Woensdag 20 september 2017 [IEF 17116] werd door de rechtbank een tussenvonnis gewezen in een rechtszaak die door de wereldberoemde DJ Martin Garrix al weer enige tijd geleden was begonnen. Het vonnis is niet alleen goed nieuws voor Garrix, maar zeker ook voor entertainment advocaten. Hoe dat precies zit wordt hieronder uitgelegd.

WARNER MUSIC GROUP
Martin Garrix had in 2012 en 2013 een aantal contracten gesloten met het platenlabel Spinnin’ Records en het managementbureau Music Allstars. Van beide bedrijven was tot zeer recentelijk Eelko van Kooten de oprichter en (mede)eigenaar. Volgens berichten in de media is sinds kort de Warner Music Group voor 100 miljoen dollar eigenaar geworden van het platenlabel Spinnin’ Records. Of het management Music Allstars ook is overgenomen door Warner vertellen de berichten tot nu toe niet. Ook is onduidelijk of Warner een zelfstandig belang heeft gekregen in de uitkomst van de rechtszaak tussen Garrix en Spinnin’ c.s.

IEF 17121

Geen grond voor een Nederlandse octrooi-inbreukprocedure bij gebrek aan voldoende belang Synthon

Rechtbank Den Haag 6 sep 2017, IEF 17121; ECLI:NL:RBDHA:2017:10315 (Synthon tegen Yeda), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-grond-voor-een-nederlandse-octrooi-inbreukprocedure-bij-gebrek-aan-voldoende-belang-synthon

Rechtbank Den Haag 6 september 2017, IEF 17121; ECLI:NL:RBDHA:2017:10315 (Synthon tegen Yeda) Octrooirecht. Synthon ontwikkelt en produceert generieke geneesmiddelen. Aan Yeda is octrooi EP 749 verleend voor een specifiek "low frequency" doseringsregime voor GA voor behandeling van rrMS. Synthon heeft gevorderd voor recht te verklaren dat een doseringsregime voor GA voor de behandeling van RRMS niet inventief was. De vordering is afgewezen. In Nederland kan geen octrooirechtelijke bescherming voor het in de verklaring voor recht bedoelde doseringsregime verkregen worden, zodat er geen grond is voor een Nederlandse inbreukprocedure. De gevorderde verklaring voor recht heeft geen effect voor eventuele buitenlandse octrooirechten omdat deze door Synthon in zoverre is ingetrokken. Indien de vordering wordt toegewezen bindt deze Yeda buiten Nederland niet en kan Synthon er buiten Nederland geen rechtstreekse rechten aan ontlenen. Er is geen sprake van voldoende zelfstandig belang als bedoeld in art. 3:303 BW.  

IEF 17120

Uitspraak ingezonden door Astrid Janssen en Syb Terpstra, De Brauw Blackstone Westbroek

Merk Mall of the Netherlands vervalt door geen normaal gebruik in periode van 5 jaar

Rechtbank Noord-Holland 20 sep 2017, IEF 17120; (Hoogh Catharijne tegen Rodamco Nederland Winkels), https://ie-forum.nl/artikelen/merk-mall-of-the-netherlands-vervalt-door-geen-normaal-gebruik-in-periode-van-5-jaar

Rechtbank Noord-Holland 20 september 2017, IEF 17120; IEFbe 2347 (Hoogh Catharijne tegen Rodamco Nederland Winkels) Vervallenverklaring Benelux-merkenrecht. RNW is onderdeel van de Unibail-Rodamco Groep en is sinds 2008 houdster van het Benelux-merk 'Mall of the Netherlands'. In juni 2016 heeft Unibail-Rodamco aangekondigd dat zij haar winkelcentrum in Leidschendam gaat ontwikkelen tot Mall of the Netherlands. Hoogh Catharijne, winkelcentrum in Utrecht, vordert de vervallenverklaring van de inschrijving van het merk. De rechtbank wijst deze vordering toe. Gedurende een ononderbroken periode van vijf jaar is zonder geldige reden geen normaal gebruik van het oudere merk gemaakt binnen het Benelux-gebied. Het recht op het Benelux-merk wordt vervallen verklaard en de rechtbank haalt de inschrijving door voor alle waren en diensten waarvoor het is ingeschreven. Hoogh Catharijne maakt met het gebruik van de woorden 'Mall of the Netherlands' geen inbreuk op de Benelux-merkrechten van URNW. 

IEF 17119

Erik Thijssen - Nog weinig verschil na twee jaar auteurscontractenrecht

, IEF 17119; https://ie-forum.nl/artikelen/erik-thijssen-nog-weinig-verschil-na-twee-jaar-auteurscontractenrecht

Performers Magazine 3, 2017; Erik Thijssen - Nog weinig verschil na twee jaar auteursrechtencontract. Twee jaar geleden werd na een lange lobby het Auteurscontractenrecht, een wettelijke bescherming van auteurs en artiesten tegen wurgcontracten, ingevoerd. Nederland liep ver achter bij de ons omringende landen. In Frankrijk, Duitsland en België werden de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten al jaren eerder aangepast. De nieuwe wet, beloofde toenmalig staatssecretaris Fred Teeven, zou na vijf jaar geëvalueerd worden, met een tussenevaluatie na tweeënhalf jaar. Wat is, met de tussenevaluatie in aantocht, de tussenstand? Is de contractpraktijk werkelijk verbeterd? En zo niet, waarom niet?
 

IEF 17118

Het compenseren van snelheden op inktdrukpers is een standaard maatregel en niet inventief

Rechtbank Den Haag 13 sep 2017, IEF 17118; ECLI:NL:RBDHA:2017:10453 (SPG Prints tegen Dover Europe), https://ie-forum.nl/artikelen/het-compenseren-van-snelheden-op-inktdrukpers-is-een-standaard-maatregel-en-niet-inventief

Rechtbank Den Haag 13 september 2017, IEF 17118; ECLI:NL:RBDHA:2017:10453 (SPG Prints tegen Dover Europe) Octrooirecht. MS, onderdeel van de Dover groep, is houdster van Europees octrooi EP 159 voor "Digital printing and finishing method for fabrics and the like". SPG vordert nietigverklaring van het Nederlandse deel van EP 159 en verklaring voor recht van niet-inbreuk op het octrooi met betrekking tot de door SPG verhandelde inkjetdrukpers PIKE. Conclusie 1 van het octrooi ziet op een werkwijze voor het digitaal bedrukken van stoffen. De relevante vakman wist op grond van zijn algemene vakkennis met betrekking tot de aanvoerstap bij rotatiedrukpersen, dat het afstemmen van de aanvoersnelheid van de stof op de snelheid van de band essentieel is om een goede spreiding van de stof op de band te verkrijgen. Dat de compensatie van snelheden een niet-inventieve standaard maatregel is, wordt bevestigd door de omstandigheid dat in het octrooi niet is beschreven hoe de snelheden gecompenseerd worden. Het compenseren van de snelheden voor de relevante vakman lag op de prioriteitsdatum voor de hand. De rechter oordeelt dat conclusie 1 niet inventief is en vernietigt het Nederlandse deel van EP 159.