IEF 22374
14 november 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Endstra

 
IEF 22373
14 november 2024
Uitspraak

Hof oordeelt over bevoegdheid octrooigemachtigde na vertrek opdrachtnemer

 
IEF 22332
14 november 2024
Uitspraak

Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen

 
IEF 16885

OvJ moet Powned vervolgen wegens heimelijke opname ex-burgemeester Hoes

14 jun 2017, IEF 16885; ECLI:NL:GHAMS:2017:2226 (Powned), https://ie-forum.nl/artikelen/ovj-moet-powned-vervolgen-wegens-heimelijke-opname-ex-burgemeester-hoes

Hof Amsterdam 14 juni 2017, IEF 16885; ECLI:NL:GHAMS:2017:2226 (Powned) Strafrecht. Mediarecht. Art. 12 Sv. Hof gelast vervolging van Powned voor maken en uitzenden heimelijke audio-visuele opnamen Onno Hoes. Afweging belangen conflicterende grondrechten ( 8 en 10 EVRM). Openbare behandeling doet meeste recht aan zorgvuldige bepaling van evenwicht tussen beide belangen. Het hof beveelt de officier van justitie te Amsterdam om beklaagden te vervolgen ter zake van de feiten waarop het beklag betrekking heeft.

5. beoordeling van het beklag:

Klager heeft op 12 december 2014 aangifte en klacht gedaan tegen beklaagden [naam beklaagde 1] en [naam beklaagde 2] in verband met het maken van heimelijke audiovisuele opnames, het uitzenden van die heimelijke opnames en smaad c.q. laster door de beelden uit te zenden en door de verdraaide toelichting in een televisie-uitzending en het plaatsen van vertrouwelijke informatie op het internet/blog door een ander, strafbaar gesteld in de artikelen 139b, 139c, 139d, 261, 262 en 441b Wetboek van Strafrecht (verder: Sr).

5.1. (...)

b) Op 9 oktober 2014 ontmoetten klager en beklaagde [naam beklaagde 1] elkaar voor een diner in Maastricht. Ook bij deze gelegenheid werden door beklaagde [naam beklaagde 1] – voor dat doel door beklaagde [naam beklaagde 2] voorzien van apparatuur – audiovisuele opnamen gemaakt van klager. Omdat de apparatuur die beklaagde [naam beklaagde 1] droeg niet goed werkte werden door een of meer medewerkers van [naam beklaagde 2] vanaf een nabij staande tafel beeldopnamen gemaakt van beklaagde [naam beklaagde 1] en klager. Geluid werd door de apparatuur die beklaagde [naam beklaagde 1] op zich droeg wel opgenomen. Er zijn geluidsopnames van een gesprek, buiten bij het restaurant, tussen beklaagde [naam beklaagde 1] en een onbekende vrouw, die beklaagde [naam beklaagde 1] instructies lijkt te geven over het te voeren gesprek met klager. Nadat beklaagde [naam beklaagde 1] en klager het restaurant verlieten, dronken zij nog wat op een terras. Van het gesprek dat beklaagde [naam beklaagde 1] en klager, lopend naar en zittend op het terras, hebben gevoerd zijn geluidsopnames gemaakt.

IEF 16884

Bewijsopdracht is geen bindende eindbeslissing, tenzij...

Rechtbank Rotterdam 7 jun 2017, IEF 16884; ECLI:NL:RBROT:2017:4720 (bewijsopdracht is geen eindbeslissing), https://ie-forum.nl/artikelen/bewijsopdracht-is-geen-bindende-eindbeslissing-tenzij

Rechtbank Rotterdam 7 juni 2017, IEF 16884; IT 2306; ECLI:NL:RBROT:2017:4720 (bewijsopdracht is geen eindbeslissing) Procesrecht. Bewijs. Een bewijsopdracht is als zodanig geen bindende eindbeslissing, tenzij bij de opdracht uitdrukkelijk en zonder voorbehoud is overwogen hoe over de zaak zal worden beslist ingeval het opgedragen bewijs wel respectievelijk niet geleverd wordt. De rechtbank is in een eerder tussenvonnis teruggekomen op een dergelijke bindende eindbeslissing door te overwegen dat een deel van de bewijsopdrachten ruimer moest worden opgevat. De rechtbank heeft ten onrechte verzuimd partijen voorafgaand aan dat tussenvonnis in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over het voornemen om de bewijsopdrachten ruimer op te vatten. Dit verzuim is hersteld door de nadere brieven van partijen.

 

IEF 16880

Rechtbank bevoegd nu deel van vorderingen verklaringen van onbepaalde waarde betreffen

Rechtbank Den Haag 7 jun 2017, IEF 16880; ECLI:NL:RBDHA:2017:6574 (Warmgarant tegen CKI-Groep), https://ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-bevoegd-nu-deel-van-vorderingen-verklaringen-van-onbepaalde-waarde-betreffen

Rechtbank Den Haag 7 juni 2017, IEF 16880; ECLI:NL:RBDHA:2017:6574 (Warmgarant tegen CKI-Groep) Auteursrecht. Bevoegdheidsincident. Gedaagde stelt dat de zaak naar de kamer voor kantonzaken moet worden verwezen. Dit wordt afgewezen omdat een deel an de verklaringen voor recht zien op auteursrechtinbreuk waarbij de waarde kan worden bepaald op een bedrag onder € 25.000,- en een deel van de vorderingen betreffen echter verklaringen voor recht waarbij de waarde onbepaalbaar is, zodat team Handel bevoegd is van de vorderingen kennis te nemen.

IEF 16883

Vrijwaringsincident jegens derden toegewezen

Rechtbank Den Haag 14 jun 2017, IEF 16883; ECLI:NL:RBDHA:2017:6580 (Planet Safe tegen PON c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/vrijwaringsincident-jegens-derden-toegewezen

Rechtbank Den Haag 14 juni 2017, IEF 16883 (Planet Safe tegen PON c.s.) Bodemzaak in eerste aanleg. Intellectuele eigendom. Vrijwaringsincidenten. Planet Safe houdt zich bezig met de productie van verkoop van Roofclix-daktegels. PON is een van de aandeelhouders van Planet Safe. X, uitvinder en enig bestuurder van PON, vordert in het incident de Stichting en Roofscaping in vrijwaring op te roepen. De incidentele vordering jegens derden wordt toegewezen.

 

IEF 16882

Conclusie AG: Rechter is pas bevoegd kennis te nemen van vordering wegens inbreuk tot uitspraak is gedaan op vordering tot nietigverklaring

HvJ EU 20 jun 2017, IEF 16882; ECLI:EU:C:2017:479 (Hansruedi Raimund tegen Michaela Aigner), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-rechter-is-pas-bevoegd-kennis-te-nemen-van-vordering-wegens-inbreuk-tot-uitspraak-is-ge

Conclusie AG HvJ EU 20 juni 2017, IEF 16882; ECLI:EU:C:2017:479 (Hansruedi Raimund tegen Michaela Aigner) Zie eerder IEF 16230. Uniemerk – Verhouding tussen een vordering wegens inbreuk en een reconventionele vordering tot nietigverklaring”. Gaat om Uniemerk BAUCHERLWÄRMER.

Conclusie:
93. Gelet op een en ander geef ik het Hof in overweging de door het Oberste Gerichtshof gestelde vragen te beantwoorden als volgt:
    „1) Artikel 99, lid 1, van verordening nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk moet aldus worden uitgelegd dat, wanneer een reconventionele vordering strekkende tot nietigverklaring van het Uniemerk op grond van de kwade trouw van de merkhouder bij inschrijving ervan is ingesteld, de rechter die kennis neemt van de hoofdvordering wegens inbreuk op dat merk deze bij exceptie opgeworpen nietigheidsgrond niet kan toewijzen tot uitspraak is gedaan op de reconventionele vordering.
    2) De rechtbank voor het Uniemerk kan de vordering wegens merkinbreuk afwijzen op grond van de kwade trouw van de aanvrager van dat merk, wanneer minstens tegelijkertijd de reconventionele vordering strekkende tot nietigverklaring van dat merk op dezelfde grond wordt toegewezen. Het Unierecht verplicht deze rechtbank niet om voor de beslechting van de vordering wegens inbreuk te wachten totdat de beslissing over de reconventionele vordering definitief is geworden, maar verzet zich evenmin daartegen.”

IEF 16881

Uitspraak ingezonden door Annelot Sitsen, Bingh Advocaten.

Bewijslast m.b.t. uitputting merk ligt mogelijk bij merkhouder zelf

Rechtbank Den Haag 20 jun 2017, IEF 16881; ECLI:NL:RBDHA:2017:6675 (TrendyHair c.s. tegen Shops4youonline c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/bewijslast-m-b-t-uitputting-merk-ligt-mogelijk-bij-merkhouder-zelf

Vzr. Rechtbank Den Haag 20 juni 2017, IEF 16881 (TrendyHair c.s. tegen Shops4youonline c.s.) Vonnis in kort geding. Merkenrecht. Farouk produceert en verhandelt haarverzorgingsproducten en is houdster van de Farouk-merken. De volgende Uniewoordmerken vallen hier onder: BIOSILK, CHI, CHI INFRA en DEEP BRILLIANCE. TrendyHair importeert deze producten en distribueert ze vervolgens. Shops4youonline verkoopt haarverzorgingsproducten. TrendyHair c.s. vorderen dat Shops4youonline c.s. de merkinbreuk staken. De merkinbreuk is niet aannemelijk nu TrendyHair c.s. geen stukken in het geding gebracht hebben waaruit het gestelde merkinbreuk zou kunnen volgen. Bewijslast ligt bij TrendyHair c.s.. Het is onvoldoende zeker dat de bodemrechter de bewijslast van uitputting van de merkrechten bij Shops4youonline c.s. zal leggen, nu aannemelijk is dat reëel gevaar bestaat dat de handelspraktijken van TrendyHair c.s. de nationale markt afschermen. De Rechtbank wijst de vorderingen af.

IEF 16878

Kostenschatting 50% boven indicatietarief vanwege tweede zitting

30 mei 2017, IEF 16878; ECLI:NL:GHAMS:2017:2055 (Businesscompleet tegen The Valley), https://ie-forum.nl/artikelen/kostenschatting-50-boven-indicatietarief-vanwege-tweede-zitting

Hof Amsterdam 30 mei 2017, IEF 16878; ECLI:NL:GHAMS:2017:2055 (Businesscompleet tegen The Valley) Proceskosten 1019h Rv. Businesscompleet heeft zonder succes in eerste aanleg [IEF 15587] gevorderd The Valley bij wijze van voorlopige voorziening te bevelen de inbreuken op de databankrechten van Businesscompleet te staken. De proceskosten zijn door de voorzieningenrechter begroot op een bedrag van in totaal €51.556,20, samengesteld uit een bedrag van €1.909,- aan griffierecht en, op basis van een door The Valley overgelegde specificatie, een bedrag  €49.647,20 aan salaris advocaat (hof: inclusief kosten deskundige ad €9.075,-). Kosten van de deskundige kunnen worden meegenomen in de veroordeling. De toepassing van indicatietarieven in IE-zaken wordt naar boven toe afgeweken met 50% omdat er een tweede zitting plaatsvond. De kosten worden op €31.909 begroot.

IEF 16877

Prej. vragen over bedrijfsgeheimen van een geprivatiseerde bank en toegang tot overheidsinformatie

HvJ EU 11 apr 2017, IEF 16877; (Nova KBM tegen Slovenië), https://ie-forum.nl/artikelen/prej-vragen-over-bedrijfsgeheimen-van-een-geprivatiseerde-bank-en-toegang-tot-overheidsinformatie

Prej. vragen aan HvJ EU 11 april 2017, IEF 16877; IEFbe 2213; IT 2305; C-215/17 (Nova KBM tegen Slovenië) Openbaarheid. Overheidsinformatie. Auteursrecht. Hergebruik. Verzoekster (bank) heeft verzocht om herziening van een uitspraak op een verzoek van een journaliste tot openbaarmaking van een lijst van de consultancyfirma’s, advocatenkantoren en vennootschappen die intellectuele prestaties leveren waarmee verzoekster in de periode van 01-10-2012 tot en met 17-04-2014 overeenkomsten heeft gesloten. De lijst zou ook inhoudelijke gegevens van de overeenkomsten moeten bevatten. Volgens de SLV wetgeving zijn deze gegevens absoluut openbaar waarbij aangetekend dat het belang van het publiek bij openbaarmaking niet zwaarder weegt dan het belang van de tot openbaarmaking verplichte persoon om de toegang tot de gevraagde informatie te beperken. Dit geldt met name voor (rechts)personen die onder de overheersende invloed staan dan wel de laatste vijf jaar hebben gestaan van publiekrechtelijke lichamen, zoals in casu verzoekster, waarin SLV een meerderheidsaandeel had en die door SLV in beduidende mate is geherkapitaliseerd. Met name dit laatste vergroot het openbaar belang van controle. Sinds 21-04-2016 is verzoekster een privaatrechtelijke vennootschap op aandelen. Zij staat niet meer onder de overheersende invloed van de Staat maar is nog wel verplicht vijf jaar lang gegevens te verstrekken op grond van de Wet op de toegang tot overheidsinformatie.

IEF 16876

EHRM verwerpt klacht: 'surrounded by brown rats' van satirisch tv-programma is toegestaan

2 mei 2017, IEF 16876; ECLI:CE:ECHR:2017:0502DEC005553710 (Haupt tegen Oostenrijk), https://ie-forum.nl/artikelen/ehrm-verwerpt-klacht-surrounded-by-brown-rats-van-satirisch-tv-programma-is-toegestaan

EHRM 2 mei 2017, IEF 16876; IEFbe 2212; ECLI:CE:ECHR:2017:0502DEC005553710 (Haupt tegen Oostenrijk) Mediarecht. Mr. Haupt is voorzitter van de FPÖ en Vice-premier van de federale regering. In een aflevering van de satirische comedy show 'Das Letze der Woche' had de gastheer gesuggeerd dat Mr. Haupt 'usually surrounded by little brown rats'. Dit werd gezien als een verwijzing naar neo-Nazis. Mr Haupt had initieel succes met een claim tegen ATV, de televisiezender die het programma uitzondt. De uiteindelijke vordering werd afgewezen in hoogste instantie. Het EHRM wijst de klacht omdat deze kennelijk ongegrond is, de Oostenrijkse gerechten hadden een fair balance tussen Mr. Haupts bescherming van reputatie en ATV's vrijheid van meningsuiting. De verwijzing naar 'brown rats' was geen persoonlijke kritiek op hem, maar een politiek kritiek tegen zijn houding tegenover andere leden van zijn partij. Dit satirische waardeoordeel had voldoende feitelijke basis.

IEF 16875

Bijdrage ingezonden door Ruben Tavernier, Arnold & Siedsma.

'Open Patent Office' - alternatief voor of aanvulling op traditionele octrooien?

De Belgische onderzoekers Frederik Questier en Wim Schreurs hebben eerder dit jaar het "Open Patent Office" in het leven geroepen. Dat is een non-profitorganisatie, waar je een zogenoemd "open patent" kan krijgen door een beschrijving van je innovatie te publiceren. Zo verkrijg je internationale defensieve bescherming. Bovendien laat je toe dat anderen direct voortbouwen op jouw idee — open innovatie dus.

De naamkeuze "open patent" is misschien een beetje ongelukkig, omdat je helemaal geen octrooi (in het Engels: patent) in handen krijgt en dus geen intellectuele eigendomsrechten verwerft. Wat je krijgt, is dat derden in principe geen eigen octrooi meer kunnen aanvragen op de innovatie die is beschreven in de als "open patent" gepubliceerde beschrijving. Dit is een defensieve publicatie, dat wil zeggen een openbaarmaking van je innovatie om je vrijheid van handelen (freedom to operate) veilig te stellen. Door defensieve publicatie van je innovatie kan je verhinderen dat derden die na het moment van jouw publicatie een octrooiaanvraag indienen een octrooi verkrijgen op jouw innovatie. Daarmee verhinder je dat derden jou achteraf met hun eigen octrooi beletten om jouw innovatie op de markt te brengen. Je verhindert dat zij een octrooi verkrijgen omdat een octrooi enkel mag worden verleend voor een uitvinding die nog niet openbaar is gemaakt. Als een onderzoeker van een traditioneel octrooibureau (zoals het European Patent Office EPO of het United States Patent and Trademark Office USPTO) dergelijke defensieve publicaties kan vinden, dan mag voor daarin beschreven innovaties geen octrooi meer worden verleend.