Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Antoon Quaedvlieg, Sven Klos, Allard Ringnalda, Klos c.s. en Syb Terpstra, Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek.
Vragen aan HvJ EU over de auteursrechtelijk bescherming van smaak en wat de eisende partij dient te stellen
Hof Arnhem-Leeuwarden 23 mei 2017, IEF 16815; IEFbe 2184; ECLI:NL:GHARL:2017:6698; C-310/17 (Levola tegen Smilde) Auteursrecht op smaak. Levola stelt dat het product 'Witte Wievenkaas' en auteursrechtelijke verveelvoudiging vormt van de smaak van haar 'Heks'nkaas'. De rechtbank [IEF 15013] heeft de vraag of smaak van een voedingsmiddel auteursrechtelijk beschermd kan worden in het midden gelaten omdat Levola had nagelaten de elementen van de smaak leiden tot bescherming van het EOK/PS. Minbuza. Het Hof stelt hiertoe prejudiciële vragen:
1.(a) Verzet het Unierecht zich ertegen dat de smaak van een voedingsmiddel - als eigen intellectuele schepping van de maker - auteursrechtelijk beschermd wordt?
In het bijzonder:
Nederlandse rechter bevoegd ondanks woonplaats gedaagde in China
Rechtbank Den Haag 12 mei 2017, IEF 16814; ECLI:NL:RBDHA:2017:5087 (Philips tegen Ningbo Youhe) Auteursrecht. Gemeenschapsmodelrecht. Verstek. Internationale bevoegdheid jegens Chinese gedaagde. Gedaagde is niet verschenen in de procedure, maar het is voldoende aannemelijk geworden dat gedaagde van de terechtzitting op de hoogte was en dat zij de dagvaarding tijdig heeft ontvangen. Er daarom met toepassing van artikel 15 lid 3 van het Haags Betekeningsverdrag worden overgegaan tot verstekverlening. Nu gedaagde woonplaats heeft in China is de voorzieningenrechter in beginsel slechts bevoegd op grond van artikel 6 sub e Rv (forum locus delicti). Indien zou worden aangenomen dat er in China geen voorziening voorhanden is om de inbreuk tegen te gaan, valt niet in te zien waarom van eiseressen (die onderdeel zijn van een groot concern) niet kan worden gevergd om in de relevante EU-lidstaten een procedure aanhangig te maken. Eiseressen kunnen in Nederland op grond van de Gemeenschapsmodelrechten wel een grensoverschrijdend verbod verkrijgen. Belang om daarnaast een verbod op basisc van auteursrechten en slaafse nabootsing is minder gewichtig. De voorzieningenrechter beveelt gedaagde iedere inbreuk op de gemeenschapsmodelrechten te staken, onder dwangsom van €10.000 per dag(deel) of €200 per verkocht inbreukmakend product, met een maximum van €250.000.
Vraag aan HvJ EU: Is met toestemming plaatsen op openbare website beschikbaarstelling voor het publiek, wanneer het werk op een server wordt gekopieerd en van daaruit op website wordt geüpload?
Prej. vragen aan HvJ EU 23 februari 2017, IEF 16813; IT 2289; IEFbe 2183; C-161/17 (Land Nordrhein-Westfalen tegen Dirk Renckhoff) Auteursrecht. Via Minbuza: Verzoeker is beroepsfotograaf. Verweerder is de deelstaat Nordrhein-Westfalen als zijnde belast met onderwijsinspectie. Het gaat om een foto van verzoeker van de stad Cordoba die een scholiere van een school die onder verantwoordelijkheid van verweerder valt (als onderwijsinspectie) bij een in het Spaans gesteld werkstuk op de website van de school heeft geplaatst. Onder de foto staat een verwijzing naar de website waaraan verzoeker de foto voor gebruik (‘eenvoudig gebruiksrecht’) heeft afgestaan. Hij stelt dat de school zijn auteursrechtelijk reproductierecht en het recht op beschikbaarstelling voor het publiek heeft geschonden. Hij eist een verbod op het vertonen van de foto en een schadevergoeding. Verzoeker wordt in eerste twee instanties in het gelijk gesteld. De appelrechter oordeelt dat de foto valt onder auteursrechtelijke bescherming van de DUI auteurswet en dat verzoeker recht heeft op bescherming van naburige rechten. Door plaatsing op de website van de school had verzoeker niet meer de uitsluitende zeggenschap over beschikbaarstelling van zijn foto voor het publiek. Hij stelt vast dat de leerkracht Spaans aansprakelijk is omdat zij de in het kader van haar onderwijsactiviteiten op haar rustende toezicht- en controleverplichtingen niet is nagekomen.
Hof bekrachtigt dat gegevens over advocaat uit zoekresultaten Google verwijderd moeten worden
Gerechtshof Den Haag 23 mei 2017, IEF 16812; IT 2288; ECLI:NL:GHDHA:2017:1360 (Google tegen X) Mediarecht. Privacy. Vonnis waarin Rechtbank Rotterdam [IT 2043] bepaalt dat Google tweetal links uit zoekresultaten moet verwijderen, wordt bekrachtigd. De grieven gaan over: de stelling dat het feit dat de bronpagina strafrechtelijke persoonsgegevens bevat, nog niet maakt dat Google die gegevens verwerkt, dat los daarvan door de opname van de URL in de resultatenlijst, die de naam en foto van verweerder bevat, slechts sprake is van verwerking van 'gewone' persoonsgegevens en geen 'strafrechtelijke' gegevens, dat de rechtbank ten onrechte het bevel niet heeft beperkt tot google.nl maar ook google.com, en het bevel daarmee een extra-territoriale werking heeft gekregen waarvoor geen recht bestaat en dat de dwangsomoplegging niet nodig was als prikkel om de beschikking na te leven.
Uitspraak ingezonden door Margriet Koedooder, De Vos & Partners.
Sprake van duurovereenkomst nu 7-Agency bemiddelt in totstandkoming van boekingen
Rechtbank Oost-Brabant 17 mei 2017, IEF 16810 (7-Agency tegen DJ) Muziekcontracten. De vraag is of partijen feitelijk gewoon uitvoering hebben willen geven aan de inhoud van de (verlengde) overeenkomst, inclusief opzeggingsformaliteiten (standpunt 7-Agency) of dat sprake is van een (nieuwe) overeenkomst van onbepaalde tijd die op ieder moment, althans met en opzegtermijn van twee maanden, opzegbaar is (standpunt DJ). 7-Agency heeft onvoldoende aangevoerd dat de overeenkomst van 1 oktober 2012 stilzwijgend met telkens een jaar is verlengd. Aangezien 7-Agency bemiddelde in de totstandkoming en het verzorgen van boekingen van DJ, wat een steeds voortdurende prestatie betreft, is er sprake van een duurovereenkomst. Het hanteren van een opzegtermijn bij een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd dient veelal als compensatie voor de opzegging voor de wederpartij. Een opzegtermijn van twee maanden is in dit geval redelijk. 7-Agency heeft aangegeven dat artiesten worden geboekt op een termijn van een half jaar tot een jaar. Volgens 7-Agency is, als wordt uitgegaan van telkens een overeenkomst met een looptijd van een jaar, een opzegtermijn van twee maanden voldoende om de negatieve gevolgen van vroegtijdig vertrek van de artiest op te vangen. Niet in te zien is waarom een termijn van twee maanden niet toereikend is bij een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Ook dan is nog steeds sprake van boeken van de artiest op een termijn van een half jaar of een jaar. De DJ mocht de overeenkomst opzeggen met deze opzegtermijn; de opzeggingsbrief dateert van 29 september 2015, en de overeenkomst is per 1 december 2015 rechtsgeldig beëindigd.
Wist voormalige contractspartij buitenkeukenproducent van geheimhouding met derde?
Rechtbank Amsterdam 2 februari 2017, IEF 16811; ECLI:NL:RBAMS:2017:2911 (SHM tegen Boretti) Auteursrecht product en handleiding. Geen slaafse nabootsing. Geheime bedrijfsinformatie van haar voormalige contractspartij. Profiteren van toerekenbaar tekortschieten van geheimhouding derde tegenover diezelfde contractspartij. Sure Heat produceert en verkoopt barbecue- en grillapparatuur. Boretti brengt diverse gelijke producten op de markt. Sure Heat laat voor Boretti enkele serie buitenkeukens tot 2012 vervaardigen in China. Met de Chinese partij CHant heeft ze een geheimhoudingsovereenkomst. Op een beurs in 2014 worden sterkgelijkende Boretti-buitenkeukens ontdekt. Boretti betwist dat zij op de hoogte was van het bestaan en de inhoud van de tussen Sure Heat en Chant gesloten geheimhoudingsovereenkomst. SHM biedt bewijs aan en wordt toegelaten deze te leveren. De zaak wordt verwezen naar de rol. Omdat SHM geen eigen producten onder haar eigen naam op de markt brengt, is er geen sprake van slaafse nabootsing. SHM slaagt niet in het van haar gevraagde bewijs te leveren van de gestelde inbreuk op de auteursrecht op de buitenkeukens. De oorspronkelijke handleidingen zijn door Boretti openbaargemaakt, zonder naamsvermelding. Er zijn geen afspraken die derogeren aan artikel 8 Aw.
Conclusie AG: Toevoeging Charlotte aan de term Port doet op ernstige wijze afbreuk aan de BOB Porto/Port
Conclusie AG HvJ EU 18 mei 2017, IEF 16809; IEFbe 2182; ECLI:EU:C:2017:394 ; C‑56/16 P (EUIPO tegen Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto) Geografische aanduidingen. Woordmerk ‚Port Charlotte’. Mogelijkheid van erkenning van een aanvullend niveau van bescherming door het nationale recht. BOB voor wijn en een Uniemerk dat volgens de houders van de BOB op ongerechtvaardigde wijze gebruik heeft gemaakt van de kenmerkende geografische naam van de BOB Porto/Port. Het EUIPO heeft eerst het onderscheidende teken „Port Charlotte” ingeschreven als Uniemerk ter aanduiding van whisky, en wijst de door het IVDP ingestelde vordering tot nietigverklaring af. Gerecht EU wijst het beroep van IVDP gedeeltelijk toe; de hogere voorziening geeft blijk van een onjuiste opvatting dat, a) volgens EUIPO, BOB's bescherming ook door nationaal recht wordt geregeld en, b) volgens IVDP, bevestiging dat het merk PORT CHARLOTTE verenigbaar is met BOB Porto/Port. Conclusie AG: vernietig de beslissingen.
Reclame met lookalike levert geen schadevergoeding op
Hof Amsterdam 2 mei 2017, IEF 16808; RB 2868; ECLI:NL:GHAMS:2017:1722 (Mavic tegen Picnic) Zie eerder IEF 16619. Lookalike en portretrecht. Hof bekrachtigt afwijzende beschikking. Kan er bij het gebruik van een 'lookalike' in een commercial een beroep worden gedaan op artikel 21 Auteurswet en de onrechtmatige daad? Het hof oordeelt dat de commercial van Picnic duidelijk is bedoeld als parodie op de eerdere reclame van Jumbo waarin de echte appellant een rol speelt. Het is duidelijk dat de makers van de commercial niet hebben beoogd dat het publiek de 'lookalike' als de echte appellant identificeert. Bovendien staat het appellant niet vrij om met een concurrent van Jumbo in zee te gaan. Er kan daarom niet van worden uitgegaan dat er sprake is van omzetderving. Het beroep op artikel 21 Auteurswet faalt, evenals het beroep op artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek. Appellanten hebben niet concreet toegelicht dat en in welke omvang zij schade hebben geleden, gezien er geen sprake is van omzetderving en er ook niet is aangevoerd dat er sprake is van reputatieschade.
Uitvoeringsverordening en gedelegeerde Verordening bij de EUMVo
FR ci-dessous. De nieuwe Uitvoerings- en de gedelegeerde verordening van de Uniemerkverordening zijn inmiddels door de Commissie goedgekeurd en kunnen hier geraadpleegd worden: uitvoeringsverordening en gedelegeerde verordening (de documenten worden pas officieel gepubliceerd en in werking treden indien het Europees Parlement en de Raad geen bezwaren uiten binnen de wettelijk voorziene termijn).
Le nouveau Règlement d’exécution et le Règlement délégué du Règlement sur la marque de l’Union européenne ont entretemps été approuvés par la Commission. Pour consulter ces documents cliquez sur ces liens: règlement d’exécution en règlement délégué (les textes ne seront officiellement publiés et n’entreront en vigueur que si le Parlement européen et le Conseil ne font pas valoir des objections dans le délai légal prévu).
Uitspraak ingezonden door Wim Maas en Charlotte Garnitsch, Taylor Wessing en Thijs van Aerde, Houthoff Buruma.
HR: Eigen gezicht van hangers kan afnemen, en zelfs ‘verwateren’
HR 19 mei 2017, IEF 16806; ECLI:NL:HR:2017:938 (All round tegen Simstars). Zie Conclusie AG. Onrechtmatige daad. Intellectuele eigendomsrecht. Slaafse nabootsing van Mi Moneda-hangers. Hof [IEF 15462] en Rechtbank [IEF 13915]. Slaafse nabootsing van een product dat een 'eigen gezicht' heeft op een wijze die nodeloos verwarring veroorzaakt, is een vorm van oneerlijke mededinging, waartegen een onrechtmatige daad kan worden ingeroepen. Dit eigen gezicht kan afnemen, en zelfs verdwijnen (‘verwateren’) naarmate meer soortgelijke producten op de markt verschijnen en zich handhaven. Voor artikel 10bis lid 3, onder 1 VvP bestaat er geen onderscheid tussen directe (product) en indirecte (herkomst) verwarring. De mate van populariteit of bekendheid en de grootte van het marktaandeel kunnen ook het gevolg zijn van bekendheid van de naam of het merk waaronder het product op de markt wordt gebracht. De wel overeenstemmende aspecten (de maatvoering in klein, midden en groot, de drie kleine ringen, waardoor de ketting wordt geleid en de drie verkrijgbare kleuren) wegen niet op tegen de verschillen. Consument zal de verschillen opmerken. De HR verwerpt het beroep.