Toezichtsrapport 2022 collectief beheer
Het College van Toezicht Collectieve Beheersorganisaties Auteurs- en naburige rechten (CvTA) heeft een positief jaarrapport gepubliceerd over de 21 collectieve beheersorganisaties (cbo's) die in 2022 onder hun toezicht vielen. Ze informeerden rechthebbenden tijdig en de meeste cbo's keerden ruim binnen de gestelde termijnen uit. Het aantal klachten bleef zeer beperkt. De CvTA-voorzitter kondigt aan dat het tijd is voor een herijking van het toezichtsbeleid in overleg met stakeholders. De herijking zal zich richten op verlicht en meer risicogericht toezicht, met de resultaten van de verwachte wettelijke evaluatie in 2023 als leidraad. Hoewel er altijd ruimte is voor verbetering, zijn de huidige verbeterpunten voornamelijk details en interpretatiekwesties van de wet. Lees het volledige rapport hier.
Oppositie tegen Maison Jansen slaagt
BOIP 13 oktober 2023, IEF 21722; 2018302 (Salas Holland tegen Haecotia). De merken JANZEN en Maison Jansen zijn ingeschreven voor dezelfde waren en diensten. Opposant Salas Holland, houder van het merk JANZEN betoogt dat aan het woordelement ‘maison’ geen onderscheidend vermogen kan worden toegekend en dit als beschrijvend moet worden opgevat. Dit komt doordat het teken volgens Salas Holland rechtstreekse informatie bevat over het beoogde doel en de plaats van gebruik van de betrokken waren en diensten. Dat het woordelement ‘maison’ beschrijvend is, valt in lijn met eerdere beslissingen van het BOIP. Volgens opposant dient daardoor het woord ‘maison’ in de beoordeling over de overeenstemming buiten beschouwing gelaten te worden. Op het verschil tussen de letter ‘s’ en de letter ‘z’ na zijn de woorden identiek, waardoor ze visueel overeenstemmen. Daarnaast stemmen de woorden ook fonetisch gezien overeen, omdat de uitspraak van de woorden nagenoeg identiek is. Begripsmatig gezien zullen de woorden gezien worden als patroniem van ‘Jans zoon’. Gezien het gaat om waren en diensten waar de gewone consument bij betrokken is, zal het aandachtsniveau lager zijn. Door de grote overeenstemming tussen tekens, kan verwarringsgevaar ontstaan.
Prejudiciële vragen gesteld over geïmiteerde autojournalist in het kader van de AVG
De verweerder PTAC heeft een informatiecampagne gevoerd waarbij een video op verschillende websites werd verspreid. De hoofdrolspeler in de video waarschuwt consumenten voor belangrijke risico’s die ze kunnen lopen bij de aankoop van een tweedehandsauto. In de video imiteerde de hoofdrolspeler de stem en het uiterlijk van een bekende Letse autojournalist en -deskundige. De geïmiteerde journalist (verzoeker) was ontevreden over de manier waarop hij in de video werd afgebeeld en verzocht PTAC om de vertoning te stoppen, openbare excuses aan te bieden en een vergoeding te betalen voor geleden immateriële schade. PTAC weigerde dit verzoek, waarna verzoeker een rechtszaak aanspande om de handeling van PTAC onwettig te verklaren en compensatie te eisen voor immateriële schade. Het beroep werd gedeeltelijk toegewezen, maar verzoeker ging in cassatieberoep. Het Letse hof heeft hierop prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie in het kader van de AVG gesteld. Lees hier de verwijzingsuitspraak.
Oppositie van Tesla tegen Gigabier slaagt niet
EUIPO 20 september 2023, IEF 21723; 3 162 062 (Tesla tegen Juicyphant). Juicyphant heeft één dag na de aankondiging van het product 'Gigabier' door Tesla een merkaanvraag ingediend bij het EUIPO ten aanzien van het woordmerk 'Gigabier'. Tesla heeft hier oppositie tegen ingediend op basis van eerder reëel en relevant gebruik van niet-geregistreerde rechten. Tesla moet in de oppositieprocedure bewijzen dat het teken van meer dan alleen lokale betekenis is in Ierland en Denemarken en dat sprake was ven reëel gebruik op de markt. Tesla voert hiertoe nieuwsberichten aan omtrent de bouw van de nieuwe fabriek ‘gigafactory’ die verschenen voordat Juicyphant de merkaanvraag had verricht. In deze nieuwsberichten werd echter geen woord gerept over Gigabier. Tesla heeft daarnaast online publicaties van Engelse en Duitse websites, youtubevideo’s en tweets aangevoerd die eerder zijn verschenen dan de aanvraag van Juicyphant. Dit materiaal bevat de bekendmaking van het nieuwe product ‘gigabier’ door Elon Musk.
Uitspraak ingezonden door Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger.
Dyslexie font heeft geen auteursrechtelijke bescherming
Rb. Amsterdam 11 oktober 2023, IEF 21718; ECLI:NL:RBAMS:2023:6332 (Dyslexiefont tegen Gottmer). Eiser heeft een dyslexie font bedacht en gemaakt (hierna: het dyslexie font). Daarna heeft eiser Dyslexiefont B.V. opgericht (hierna samen te noemen: Dyslexie Font c.s.) en licenties daaraan verleend, zodat online via Dyslexiefont B.V. licenties kunnen worden afgenomen om het dyslexie font te gebruiken. Gottmer geeft kinderboeken uit zoals het boek ‘Blitz’. Dyslexie Font c.s. stelt dat Gottmer voor het uitgeven van het kinderboek Blitz gebruikmaakt van het dyslexie font zonder een daartoe strekkende licentie. Gottmer heeft aangegeven geen gebruik te maken van het dyslexiefont, maar van een vrij toegankelijk lettertype dat te krijgen is op het internet. Dyslexie Font c.s. vordert een inbreukverbod tegen Gottmer op grond van haar auteursrechten op het font. Zij stelt dat Gottmer van alle acht onderscheidende kenmerken van het dyslexie font gebruikmaakt. Gottmer voert verweer dat het dyslexie font geen auteursrechten toekomt, ofwel dat de beschermingsomvang zo gering is dat Dyslexie Font c.s. zich alleen kan verzetten tegen identieke kopieën. In dat geval verschilt het lettertype dat Gottmer heeft gebruikt dusdanig van het dyslexie font dat geen sprake is van een auteursrechtinbreuk.
Uitspraak ingezonden door Hidde Koenraad, Boekx advocaten.
Strong Energy is een algemeen bekend plantenras
Hof 3 oktober 2023, IEF 21716; ECLI:NL:GHDHA:2023:2103 (Holland Bolroy Markt tegen Kaagman-Schooneman). Kaagman heeft in 2011 een tulpenras ontwikkeld en ingeschreven in het register van de KAVB onder de naam ‘Strong Energy’. In 2013 heeft Holland Bolroy Markt (hierna: HBM) een kwekersrecht aangevraagd voor het tulpenras Strong Strike, dat in 2014 is verleend. Kaagman vorderde vernietiging van dit kwekersrecht. Het ras Strong Strike is volgens Kaagman niet duidelijk onderscheidbaar van het ras Strong Energy dat ten tijde van de verlening van het kwekersrecht een algemeen bekend ras was in de zin van art. 49 lid 4 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet 2005 (hierna: ZPW). De vordering van Kaagman is eerder door de rechtbank toegewezen [zie IEF 20557]. HBM heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis en wil dat de vorderingen van Kaagman alsnog afgewezen worden. In hoger beroep is wederom aan de orde of ‘Strong Energy’ een algemeen bekend tulpenras was ten tijde van de verlening van het kwekersrecht voor Strong Strike. Daarnaast is aan de orde of de vernietiging van het kwekersrecht terugwerkende kracht heeft.
'solextexel' en 'Solex Texel' zijn beschrijvende handelsnamen
Hof Amsterdam 22 augustus 2023, IEF 21715; ECLI:NL:GHAMS:2023:2313 (Appellant tegen gedaagden). Partijen verhuren solexen op Texel en stellen over en weer dat de ander inbreuk maakt op hun handelsnaam. Appellant is in een tussenarrest [zie IEF 20913] toegelaten te bewijzen dat hij al sinds 2011 de handelsnaam ‘solextexel’ gebruikt. In dit arrest wordt bekeken of appellant daarin is geslaagd. Appellant had verschillende informatie beschikbaar gesteld waaruit blijkt dat hij deze handelsnaam inderdaad effectief heeft gevoerd. De door appellant en verweerder gevoerde namen ‘solextexel’ en ‘solex Texel’ zijn in hoge mate beschrijvend. Deze handelsnamen hebben geen onderscheidend vermogen, waardoor ze in principe vrijgehouden moeten worden. Het relevante publiek bestaat vooral uit mensen die niet op Texel wonen en zullen niet bekend zijn met de handelsnamen. Het publiek zal het verhuren van solexen niet voornamelijk met appellant associëren. Doordat geen sprake is van onderscheidend vermogen en het feit dat het relevante publiek niet bekend is met de ondernemingen, is geen sprake van verwarringsgevaar. De daadwerkelijke verwarring die plaatsvindt, heeft te maken met beschrijvende karakter van de handelsnamen. Vorderingen van zowel appellant als gedaagde kunnen hierdoor niet worden toegewezen.
Licentieovereenkomst zelfsluitende vloeddeuren niet rechtsgeldig beëindigd
Vzr. Rb. Overijssel 9 oktober 2023, IEF 21710; ECLI:NL:RBOVE:2023:3942 (X tegen Y). X houdt zich in met het beheer van een verscheidenheid aan intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van ontwikkelde zelfsluitende vloeddeuren en is houdster van een Uniemerk. Y is in 2014 opgericht en houdt zich bezig met waterkeringen onder een merknaam. In 2018 hebben partijen een licentieovereenkomst gesloten, waardoor het Y is toegestaan om tegen betaling de zelfsluitende vloeddeuren verder te ontwikkelen. Y heeft op haar beurt sublicenties verschaft aan buitenlandse partijen. In 2022 heeft X per brief medegedeeld de overeenkomst te beëindigen. X geeft als reden voor beëindiging dat Y heeft nagelaten bepaalde informatie over de verkoop met betrekking tot het merk te verstrekken. X heeft na beëindiging van de overeenkomst alle aandelen verkocht aan een bedrijf die sublicentienemer is van Y. X vordert dat hij stopt met de productie en exploitatie van zelfsluitende vloeddeuren die onderwerp waren van de licentieovereenkomst. X legt onder andere ten grondslag aan haar vordering dat Y zich schuldig maakt aan merkinbreuk. Y betwist daarentegen dat X rechtsgeldig de licentieovereenkomst heeft opgezegd. Daarnaast voert Y aan dat X geen redelijke opzegtermijn in acht heeft genomen. Y vordert in reconventie inzage in de koopovereenkomst van de aandelen in X.
Najaarsagenda 2023
Last but not least: met nog drie maanden te gaan in 2023 staan we bij deLex klaar voor de najaarscongressen, jurisprudentielunches in de laatste drie maanden van het jaar.
Hoger beroep in tuchtprocedure tegen drie octrooigemachtigden
Hof Den Haag 2 mei 2023, IEF 21713; ECLI:NL:GHDHA:2023:1785 (Appellante tegen octrooigemachtigden). Drie octrooigemachtigden zijn samen kantoorgenoten. Een van de octrooigemachtigden heeft in opdracht van appellant een octrooi en een PCT-vervolgaanvraag voor een octrooi met een methode voor een sluis met onder andere een bruisinstallatie en een bepaald type deursamenstel ingediend. Op alleen het deursamenstel had appellant geen octrooi. Vervolgens heeft appellant tegen die octrooigemachtigde een tuchtklacht ingediend, omdat deze volgens hem tekort is geschoten in zijn zorgplicht tussen de Nederlandse octrooiaanvraag en PCT-vervolgaanvraag toen was gebleken dat de Nederlandse aanvraag onvoldoende bescherming bood. Appellant heeft vervolgens ook twee tuchtklachten ingediend tegen de andere octrooigemachtigden van zijn kantoor, omdat zij zich onvoldoende hebben ingespannen om de octrooigemachtigde te corrigeren. Het hof oordeelt dat de klachten ongegrond zijn en vernietigt de waarschuwing die aan de octrooigemachtigde is opgelegd.