IEF 22189
15 augustus 2024
Uitspraak

Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.

 
IEF 22188
15 augustus 2024
Uitspraak

Alternatieve visolie-behandeling voor kanker is octrooieerbaar

 
IEF 22187
13 augustus 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Football Dataco/Yahoo

 
IEF 7997

Dagvaardt de Staat

Webwereld bericht: “ Stichting de Thuiskopie begint een rechtszaak tegen de Staat en de SONT om alsnog een heffing op harddisks te forceren en geleden schade te verhalen.

De Thuiskopie eist onder meer dat de Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) die een heffing op mp3-spelers en harddiskrecorders in de weg stonden, buiten werking worden gesteld en dat een dergelijke heffing alsnog wordt ingevoerd. Bovendien eist zij een schadevergoeding voor de misgelopen inkomsten, zo blijkt uit de dagvaarding.

Bovendien vraagt zij de rechter vast te stellen dat de Staat door deze handelwijze "schadeplichtig is jegens Stichting de Thuiskopie", dat de Staat niet bevoegd is "voorwerpen" aan te wijzen waarvoor een thuiskopievergoeding verschuldigd is of in ruimere zin te bepalen of een vergoeding al dan niet verschuldigd is.

Met haar actie treedt Stichting de Thuiskopie in de voetsporen van NORMA, de organisatie voor naburige rechten van artiesten en musici. Die startte in juni vorig jaar al een bodemprocedure tegen de Staat, na een eerder verloren kort geding. De argumenten zijn dezelfde: de verschillende AMvB's die het heffingensysteem hebben bevroren zijn onrechtmatig en moeten worden teruggedraaid."

Lees het artikel (met dagvaarding) hier.

IEF 7996

Familierecht

Vzr. Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 9 juni 2009, KG ZA 09-272, Eiseres tegen Gedaagde / Domeinnamen en merkregistratie fotomodel (met dank aan Lars Bakers, Bingh Advocaten).

Merkenrecht. Domeinnamen. Fotomodel vordert dat haar moeder o.a. merkregistratie en domeinnamen aan haar overdraagt. Vordering toegewezen.  Het gebod tot overdracht geldt als onherroepelijke volmacht ter bewerkstelliging van de overdracht van de domeinnamen. Ook een verbod op onrechtmatige en nodeloos grievende uitlatingen door gedaagden over het persoonlijke leven van eiseres wordt toegewezen. 1019h proceskosten: €8000,-.

Lees het vonnis hier.

IEF 7995

Of er sprake is van knip- en plakwerk

Flodder 3Rechtbank Amsterdam, 17 juni 2009, Maas tegen Armada Productions BV. (met dank aan Jacqueline Schaap, Klos Morel Vos & Schaap & Roland Wigman, Versteeg Wigman Sprey).

Auteursrecht. Eindvonnis in geschil over de echtheid van een akte van overdracht m.b.t. de formatrechten op het oorspronkelijke Flodder-concept (zie Rechtbank Amsterdam, 17 juni 2007, IEF 5436). Eiser Maas stelt dat het niet gaat om de vraag of de handtekening van hem afkomstig is, maar of hij die heeft gezet  onder de overeenkomst zoals die thans is overgelegd. “Met andere woorden: de vraag of er,  zoals Maas stelt, sprake is van knip- en plakwerk’.”  De rechtbank ziet onvoldoende concrete aanwijzingen die op knoeien kunnen duiden en gaat derhalve uit van de  echtheid van de akte van overdracht. 

2.3. De rechtbank overwoog in voornoemd tussenvonnis met betrekking tot  overeenkomst III dat de inhoud daarvan geen andere uitleg toelaat dan dat Maas hiermee  erkent dat de rechten op het format bij "de producent" berusten, en dat een redelijke uitleg  van artikel 2 lid 2 AW met zich brengt dat ook een in een latere akte opgenomen erkenning  van de overdracht voldoet aan de eisen van dat artikel voor rechtsgeldige overdracht. Nu  echter Maas tot dat moment de echtheid van de betreffende akte betwistte en stelde de  overeenkomst in de overgelegde vorm nimmer te hebben ondertekend, werd vervolgens  Armada mede om die reden toegelaten tot het hiervoor onder 2.1. bedoelde bewijs.  

2.4. Nadat Maas in zijn hoedanigheid van getuige al de mogelijkheid had  opengehouden dat de handtekening onder overeenkomst III de zijne is ("ik zeg niet dat ik  niet getekend heb, dit zou goed kunnen"), heeft hij bij conclusie na enquête naar voren  gebracht dat hij "niet [heeft] gesteld dat de handtekening onder het Zonnedael contract  (overeenkomst III, rechtbank) niet zijn handtekening is". Wat er ook zij van de vraag of  Maas nu wel of niet zijn standpunt hieromtrent heeft gewijzigd, vastgesteld kan in ieder  geval worden dat de echtheid van de betreffende handtekening niet (meer) ter discussie  staat.

2.5. In het tussenvonnis is het antwoord op de vraag of overeenkomst III kan dienen tot  bewijs van overdracht van formatrechten, afhankelijk gesteld van de echtheid van de aan  Maas toegeschreven handtekening. Uit het voorgaande volgt reeds dat deze vraag  bevestigend kan worden beantwoord. Maas heeft zich echter op het standpunt gesteld dat het  niet gaat om de vraag of de handtekening van hem afkomstig is, maar of hij die heeft gezet  onder de overeenkomst zoals die thans is overgelegd. Met andere woorden: de vraag of er,  zoals Maas stelt, sprake is van "knip- en plakwerk".
 
2.6. Zo er ondanks het tussenvonnis nog ruimte is voor die stelling, die door Maas eerst  na afloop van het getuigenverhoor enigszins is gesubstantieerd, dan nog kan dat Maas niet  baten. Speculeren over hetgeen mogelijk met de overeenkomst is gebeurd is immers niet  gelijk te stellen aan het genoegzaam onderbouwen van de betreffende stelling. Er zal  tenminste sprake moeten zijn van concrete aanwijzingen die op knoeien kunnen duiden, en  die zijn niet gelegen in de omstandigheid dat Maas en Geels zich deze overeenkomst niet  kunnen herinneren of in het feit dat bij het Filmfonds uiteindelijk een andere overeenkomst  voor Flodder III  (waar overeenkomst III op ziet) is ingediend. Ook de stelling dat het  gebruikelijk was om in dit soort overeenkomsten "te knippen en te plakken" vormt niet zo'n  aanwijzing. Dat is alleen al niet het geval omdat daarmee nog niet is gezegd dat met  overeenkomst 111 buiten medeweten van Maas is geknoeid.

Lees het vonnis hier.

IEF 8007

Pijpleidingen

Gerechtshof Leeuwarden , 16 juni 2009, LJN: BI8910, Ameron International Corporation tegen Autonational B.V.

Geheimhoudingsovereenkomst. Know how aangewend voor bouw van een fabriek voor de fabricage van pijpleidingen. In dit geval echter geen know how die onder de geheimhoudingsovereenkomst valt.

24. Het hof laat in het midden of Autonational van Autonational B.V. (oud) de door Ameron c.s. gestelde know how heeft overgenomen. Het hof ziet namelijk in het licht van de verklaringen van [betrokkene 1] en [betrokkene] niet in dat deze geacht kan worden te vallen onder de in artikel 1 van de overeenkomst genoemde know how, aangezien - in de woorden van [betrokkene 1] - "Ameron wist dat dit niet te beschermen kennis was en een en ander van algemene bekendheid was".

Lees het arrest hier.

IEF 7993

Schrapen

Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, Ex parte beschikking van 2 juni 2009, KG RK 09-1374, Worldyacht B.V. tegen Bohil Media B.V.

Databankenrecht. Botensite stelt dat andere botensite middels ‘scraping’ de advertenties van botenmakelaars die bij beide partijen betaald adverteren uit de databank van eiser opvraagt en hergebruikt op haar eigen site en in haar tijdschrift. Spoedeisendheid is gelegen in de door het scrapen veroorzaakte overbelasting van de systemen van eiser.

"2.2. Naar voorlopig oordeel maakt Bohil door het opvragen of hergebruiken van een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van de databank van Yachtfocus, zonder dat zij daarvoor van Yachtfocus toestemming heeft verkregen, inbreuk op het databankrecht van Yachtfocus. Gelet op hetgeen in het verzoekschrift onder randnummer 29 is aangevoerd, is voldoende aannemelijk dat uitstel onherstelbare schade voor Yachtfocus zou kunnen veroorzaken. Het verzoek zal dan ook worden toegestaan en wel op de wijze zoals hierna is verwoord.

(...) De voorzieningenrechter: 3.1. beveelt Bohil binnen drie dagen na de dag van betekening van deze beschikking de in het verzoekschrift bedoelde inbreuken op de databankrechten van Yachtfocus te staken en gestaakt te houden, in het bijzonder door te staken en gestaakt te houden het via internet opvragen en hergebruiken van de databank, al dan niet door tussenkomst van websites en/of databanken van derden, zoals in het verzoekschrift omschreven."

Lees de beschikking hier.

IEF 7992

Dat de gegevens voor derden ter beschikking komen

‘De volgende editie’. Rapport van de Tijdelijke Commissie Innovatie en Toekomst Pers (Commissie Brinkman)

Bevindingen en aanbevelingen over innovatiemogelijkheden binnen de pers en over de toekomst van nieuws en opinievoorziening in Nederland, toegespitst op de rol van de pers. Kort gezegd: Hoe moet dat nou verder met de journalistiek in Nederland? Meer vrijheid, ruimte voor samenwerking omroepen en uitgevers en meer ondersteuning (de internetheffing)  moeten uitkomst bieden. De meest IE-relevante aanbevelingen:

Programmagegevens:  De commissie vindt het voor de zuiverheid van de samenwerking tussen publieke omroep en pers die ze voorstelt, noodzakelijk dat er een speelveld ontstaat waarin coöperatie op eigen merites en expertises centraal staat. Daarin passen in de ogen van de commissie geen barrières voor productinnovaties binnen de gedrukte media door de publieke omroep. Kranten en weekbladen zien interessante mogelijkheden om op basis van wekelijkse publicatie van programmagegevens productvernieuwing door te voeren. De commissie vindt het ongepast dat zulks niet mogelijk is door een de facto verbod op publicatie door de publieke omroep, zeker waar de gegevens selectief wel aan derden ter beschikking worden gesteld, zoals in het geval van Veronica. De commissie acht het voor de hand liggend dat de publieke omroep zich eerder inspant om haar uitzendschema bij zo veel mogelijk Nederlanders onder de aandacht te brengen, met het oog op haar publieke taak om zo veel mogelijk burgers in Nederland te bedienen, dan ze met verwijzing naar eigen commerciële exploitatie aan derden te onthouden. De commissie verzoekt de overheid te bevorderen dat de gegevens voor derden ter beschikking komen opdat zij daarop productinnovaties kunnen stoelen.

Beeldmateriaal publieke omroep: De commissie adviseert de overheid te bevorderen dat de publieke omroep tegen redelijke condities videomateriaal levert voor de websites van derden die primair gericht zijn op journalistieke informatie. In de praktijk zal het vaak, maar zeker niet exclusief om nieuwsitems gaan. Ook het delen van livebeelden van belangrijke evenementen, zolang rechtenkwesties dat niet in de weg staan, is een optie Een dergelijke activiteit zal in de regel onder het huidige regime als toegestane nevenactiviteit kunnen plaatsvinden. Wanneer verdergaande samenwerking tussen publieke omroep en printuitgevers tot stand komt, verwacht de commissie dat de publieke omroep deze dienst in de samenwerking zal kunnen inbrengen.

Lees het rapport hier. Website commissie hier.

IEF 7991

Omdat er zo weinig ruimte is voor het persoonlijk stempel van de maker

K&S TelescoopkraanRechtbank Alkmaar, 17 juni 2009, HA ZA 07-260, De Meij c.s. (met dank aan Adonna Alkema, Klos Morel Vos & Schaap).

Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Geheimhoudingsbeding in arbeidsovereenkomst. Onrechtmatige concurrentie. Voormalig werknemer van gedaagde begint eigen bedrijf en vervaardigt, evenals gedaagde, technische tekeningen voor scheepsbouwkundige onderdelen, zoals hijskranen, lieren en lichtmasten. Gedaagde stelt dat voormalig werknemer gedurende zijn dienstbetrekking technische tekeningen en berekeningen van gedaagde heeft gekopieerd en deze binnen het eigen bedrijf gebruikt voor het vervaardigen van technische tekeningen van met name hijskranen. Na door gedaagde op grond van gestelde auteursrechten gelegd bewijsbeslag, vorderen eisers opheffing van het beslag. Gedaagde stelt reeks reconventionele vorderingen in op grond van auteursrecht, slaafse nabootsing, schending van geheimhoudingsbeding en onrechtmatige concurrentie.

Geen auteursrechtinbreuk: de vorm van de betreffende kranen is niet het gevolg van creatieve keuzes maar wordt bepaald wordt door ondermeer techniek, functie, internationale veiligheids- en kwaliteitseisen, productiemethode en specificaties van de klant.

2.37. De Ontwerpen en Berekeningen waarvan K&S in de onderhevige procedure de auteursrechtelijke bescherming inroept, kunnen niet als auteursrechtelijk beschermde werken worden aangemerkt. In verband hiermee dienen de vorderingei in conventie voor zover deze gestoeld zijn op het auteursrecht te worden afgewezen, behoudens ten aanzien van de proceskostenveroordeling als is vermeld in het dictum van dit vonnis. De vorderingen in reconventie voor zover deze gestoeld zijn op het auteursrecht dienen te worden afgewezen als is vermeld in dit dictum. Dat de ontwerpen en berekeningen auteursrechtelijke bescherming ontberen, brengt tevens met zich dat de aan de door K&S gelegde beslagen, voor zover deze gebaseerd zijn op. inbreuken op de auteursrechten van K&S, is komen te vervallen.

Geen slaafse nabootsing wegens ontbreken van onderscheidend vermogen. Geen strijd met geheimhoudingsbeding in arbeidsovereenkomst omdat de technische tekeningen in casu openbaar zijn.

2.45. De rechtbank is van oordeel dat dit beding bij letterlijke lezing het recht op vrije arbeidskeuze van de ex-werknemer te veel beperkt. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van schending van het geheimhoudingsbeding zal de rechtbank daarom aanhaken bij de bedoeling van een geheimhoudingsbeding, te weten het veilig stellen van bedrijfsgeheimen: gegevens, kennis en informatie waarvan de geheimhouding voor de werkgever van essentieel belang is in het kader vin de concurrentiestrijd.

2.46. K&S kan niet volhouden dat de bij K&S vervaardigde tekeningen van ontwerpen bedrijfsgeheim zijn, nu onweersproken is gelaten dat deze tekeningen per email aan de klant werden toegezonden en ter inzage bij de betreffende werf of in het betreffende schip werden gelegd.

2.47. Ten aanzien van de vraag of de berekeningen die bij de betrokken ontwerpen hoorden vallen onder het bedrijfsgeheim overweegt de rechtbank als volgt. Waar het het gebruik van berekeningen los van tekeningen met bijbehorende ontwerpen betreft, geldt dat kennis van structuur van berekeningen en de mogelijkheid om - bij wege van voorbeeld - die kennis op te roepen eerdere berekeningen te kunnen gebruiken zozeer in het domein van de functie van technisch tekenaar ligt dat dit niet met beroep op geheimhoudingsbeding kan worden verboden. (…)

(…) 2.49. Anders dan geldt voor het bestaan van een concurrentiebeding, brengt opname ven een geheimhoudingsbeding in een arbeidsovereenkomst niet mee dat ter beantwoording van de vraag of concurrentie met schending van dat beding ongeoorloofd is, striktere maatstaven moeten worden aangelegd dan wanneer dit beding niet in de overeenkomst zou zijn opgenomen. (…)

Geen onrechtmatige concurrentie nu niet is gebleken dat het gestelde gebruik door eisers van tekeningen en berekeningen van gedaagde ertoe heeft bijgedragen dat een belangrijke klant van gedaagde naar eisers is overgestapt en niet is gebleken van actief optreden van de voormalig werknemer gericht op het binnenhalen van de voormalig klant van gedaagde. Vorderingen in conventie worden toegewezen. Alle reconventionele vorderingen worden afgewezen. Proceskostenveroordeling van € 17.570,67.

Lees het vonnis hier.

IEF 7990

Een gratis nieuwheidsonderzoek

Raad van State, 17 juni 2009, 200806821/1/H3, Octrooicentrum Nederland tegen Systemate Group B.V. (met dank aan Leo Kooy, Vriesendorp & Gaade).

Aan octrooiverlening gerelateerd bestuursrecht. Vraag of een brief van het Octrooicentrum Nederland (OCN) waar in wordt medegedeeld dat een octrooiaanvrager niet in aanmerking komt voor een gratis nieuwheidsonderzoek een besluit is. De Haagse rechtbank oordeelde eerder van wel en de Raad van State bevestigt nu deze uitspraak.

Het geschil valt onder de bepalingen van de Rijksoctrooiwet 1995, zoals deze vóór 5 juni 2008 luidden.

Het vijfde lid van artikel 6 van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995 (Uitvoeringsbesluit), bepaalt dat de taksen voor het verrichten van een nieuwheidsonderzoek niet hoeven te worden betaald, indien bij het verzoekschrift tot het verrichten van een nieuwheidsonderzoek het resultaat wordt overgelegd van een reeds eerder door het bureau op een overeenkomstige octrooiaanvrage ingesteld overeenkomstig onderzoek naar de stand van de techniek.

Systemate Group heeft in 2006 de Nederlandse octrooiaanvrage 1032347 ingediend als afgesplitst gedeelte van de in 2005 ingediende Nederlandse octrooiaanvrage 1028457. Systemate Group heeft bij de laatste aanvrage verzocht om een onderzoek naar de stand van de techniek onder toepassing van het vijfde lid van artikel 6 van het Uitvoeringsbesluit onder overlegging van het rapport van het onderzoek dat was verricht voor aanvrage 1028457.

Het OCN aanvaardde dit rapport niet als het resultaat van een op een overeenkomstige aanvrage ingesteld overeenkomstig nieuwheidsonderzoek en deelde bij brief van 2 april 2007 aan Systemate Group mede dat zij niet in aanmerking kwam voor een gratis nieuwheidsonderzoek, dat de taks alsnog diende te worden betaald indien een nieuwheidsonderzoek gewenst was en dat, indien betaling niet tijdig werd ontvangen, een octrooi met een duur van zes jaar zou worden verleend.

Bij besluit van 11 mei 2007 heeft het OCN het door Systemate Group daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard en zich op het standpunt gesteld dat het hier gaat om een mededeling van feitelijke aard en niet om een besluit. Het rechtgevolg van verlening van een octrooi van zes jaar treedt, aldus het OCN, niet in door de mededeling zelf maar is afhankelijk van de keuze van Systemate Group de taks al dan niet te betalen.

Bij uitspraak van 28 juli 2008, heeft de Rechtbank 's-Gravenhage het door Systemate Group ingestelde beroep tegen de beslissing op het bezwaar gegrond verklaard (vonnis aangehecht), dat besluit vernietigd en geoordeeld dat alsnog inhoudelijk moet worden beoordeeld of het gratis nieuwheidsonderzoek terecht is geweigerd. De Raad van State bevestigt nu deze uitspraak.

2.3. De brief van 2 april 2007 bevat het oordeel van het OCN dat de aanvraag niet aan de vereisten voor toepassing van artikel 6, vijfde lid, van het Uitvoeringsbesluit 1995 voldoet. De rechtbank heeft met juistheid overwogen dat als gevolg van dit oordeel een betalingsverplichting is ontstaan voor het verrichten van een nieuwheidsonderzoek, ten einde een octrooi voor twintig jaar te verkrijgen. Daarmee is die beslissing op enig rechtsgevolg gericht en die brief een besluit, als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft met juistheid overwogen dat het OCN het door Systemate Group gemaakte bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Lees de uitspraak hier.

IEF 7989

Is the ECJ ruling in L'Oréal v Bellure….

- an affirmation of the need for honesty in business practices?
- a policy ruling which is intended to protect the French perfume industry?
- a timely recognition of the importance of anti-dilution protection?
- a harsh restriction on the freedom of commercial speech?
- an inconvenience that competitors will soon work around?

You may select multiple answers. Stem hier (IPkat).