IEF 22391
27 november 2024
Artikel

UPC overzicht: 19 t/m 25 november 2024

 
IEF 22394
26 november 2024
Uitspraak

Meta mogelijk schadeplichtig wegens tekortschietende licentieonderhandelingen met Pictoright

 
IEF 22390
25 november 2024
Artikel

Laatste plekken: Jurisprudentielunch Merken-, Modellen- en Auteursrecht op woensdag 27 november 2024

 
IEF 20863

Artikel ingezonden door Rudi Holzhauer, The Legal Group.

Vraagtekens bij het octrooirecht?

Onlangs zette ik vraagtekens bij de huidige werking van ons auteursrecht. Je kunt je afvragen of het wel “werkt” zoals het ooit bedoeld was, dan wel dat het een soort averechts recht is geworden. Een publicatie in NRC van 22 juli j.l. zette me weer eens aan het denken over de werking van ons octrooirecht. In deze blog zeg ik iets over de voorgeschiedenis van mijn bedenkingen, en over de actualiteit in NRC.

Vraagtekens bij het octrooirecht

In het NRC van 22 juli j.l. zet Joost Smiers (emeritus HKU) het octrooirecht aan de kant voor de farmaceutische industrie. Dat was voor mij extra interessant omdat ik in het verleden nu juist voor deze industrietak wellicht nog een rechtvaardiging vond voor het octrooirecht. Vooral (rechts)economisch onderzoek leerde mij het nut van het octrooirecht voor andere industrietakken verregaand in twijfel te trekken.

Deze blog gaat op beide aspecten in. Eerst Joost Smiers. Dan de meer algemene overwegingen.

Lees hier het gehele artikel van Rudi Holzhauer op Thelegalgroup.nl.

IEF 20862

Geen onrechtmatige verwerking persoonsgegevens

Raad van State 27 jul 2022, IEF 20862; ECLI:NL:RVS:2022:2173 (AP tegen VoetbalTV), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-onrechtmatige-verwerking-persoonsgegevens

Raad van State 27 juli 2022, IEF 20862, IT 4005; ECLI:NL:RVS:2022:2173 (AP tegen VoetbalTV)  De AP heeft bij besluit van 16 juli 2020 een boete opgelegd aan VoetbalTV voor het onrechtmatig verwerken van persoonsgegevens. De rechtbank verklaarde bij uitspraak van 23 november 2020 [IEF 19608] het tegen de besluit ingestelde beroep van VoetbalTV gegrond en vernietigde het besluit. De rechtbank oordeelde in haar uitspraak van 23 november 2020 dat de AP in het onderzoek dat ten grondslag ligt aan de boete, is gestopt bij de vaststelling dat VoetbalTV geen gerechtvaardigd belang heeft. De AP is niet ingegaan op de noodzakelijkheid. Daarnaast is er volgens de rechtbank geen afweging gemaakt tussen de tegengestelde rechten en belangen. De rechtbank oordeelde daarom dat het besluit niet voldoende zorgvuldig is genomen en het dus in strijd is met artikel 3:2 Awb. De rechtbank kwam om deze redenen tot de conclusie dat de boete niet in stand kan blijven. De AP stelde hoger beroep in tegen deze uitspraak.

IEF 20861

Verschuldigde licentievergoeding moet worden betaald

Rechtbank Gelderland 20 jul 2022, IEF 20861; ECLI:NL:RBGEL:2022:3641 (Eisers tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/verschuldigde-licentievergoeding-moet-worden-betaald

Ktr. Rb. Gelderland 20 juli 2022, IEF 20861; ECLI:NL:RBGEL:2022:3641 (eisers tegen gedaagde) Eiser 1 is de enige organisatie in Nederland die toestemming heeft verkregen tot het als bedrijf zonder winstoogmerk bemiddelen inzake het muziekauteursrecht. Eiser 2 is aangewezen als rechtspersoon die exclusief belast is met de inning en verdeling van de in artikel 7 WNR bedoelde vergoedingen. Gedaagde heeft een café waar hij muziek laat horen aan publiek. Eisers vorderen een veroordeling tot betaling van bedrag van € 1.072,71, gebaseerd op de licentieovereenkomst die zij met gedaagde hebben voor het afspelen van muziek in zijn café. Gedaagde betwist dat hij deze overeenkomst heeft gesloten met eisers. Ook geeft hij aan dat zijn café al 2 of 2,5 jaar gesloten is door de coronamaatregelen en vanwege gezondheidsredenen. Hij meent dat hij de gevorderde licentievergoeding dus niet hoeft te betalen. De kantonrechter oordeelt dat niet aannemelijk is geworden dat gedaagde de licentieovereenkomst heeft opgezegd. Hij is dus verplicht de verschuldigde licentievergoeding te betalen. Het door eisers gevorderde bedrag komt echter niet overeen met de facturen. De kantonrechter veroordeelt gedaagde tot betaling van het verschuldigde bedrag aan licentievergoeding dat uit de facturen voortvloeit en wijst het meer of anders gevorderde af.  

IEF 20860

Uitspraak ingezonden door Bart van Wezenbeek, Millipede.

Handhaving van octrooi is onrechtmatig

Rechtbank Den Haag 27 jul 2022, IEF 20860; ECLI:NL:RBDHA:2022:7627 (HE Licenties tegen Orchid Gardens), https://ie-forum.nl/artikelen/handhaving-van-octrooi-is-onrechtmatig

Vzr. Rb Den Haag 27 juli 2022, IEF 20860; ECLI:NL:RBDHA:2022:7627 (HE Licenties tegen Orchid Gardens) HE Licenties houdt zich bezig met het beheren van octrooirechten in de sierplanten industrie. Orchid Gardens kweekt planten, waaronder gekleurde orchideeën. HE Licenties riep haar octrooirechten in tegen afnemers van Orchid Gardens. Zij stuurde sommatiebrieven naar deze afnemers waarin zij stelde de afnemers inbreuk maakten op de octrooien door orchideeën van Orchid Gardens te kopen. Zij liet vervolgens conservatoir verhaalsbeslag leggen onder derden. HE Licenties vordert dat de rechtbank Orchid Gardens verbiedt inbreuk te maken op haar octrooien. Zij voert aan dat zij vanwege de inbreuk op haar octrooien spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorlopige voorziening. Orchid Gardens vordert onder meer opheffing van de gelegde conservatoire verhaalsbeslagen. Ook vordert zij dat het HE Licenties verboden wordt haar octrooien te handhaven tegenover afnemers van Orchid Gardens. Zij legt hieraan ten grondslag dat HE Licenties haar octrooien onrechtmatig heeft gehandhaafd, nu HE Licenties bij aanvraag van de octrooien wist of behoorde te weten dat er een grote kans bestond dat de octrooien geen stand zouden houden. 

IEF 20859

Gebruik handelsnaam moet worden gestaakt

Rechtbank Noord-Holland 22 jul 2022, IEF 20859; ECLI:NL:RBNHO:2022:6412 (Next Fatfreeze tegen First Fatfreeze), https://ie-forum.nl/artikelen/gebruik-handelsnaam-moet-worden-gestaakt

Vzr. Rb. Noord-Holland 22 juli 2022, IEF 20859; ECLI:NL:RBNHO:2022:6412 (Next Fatfreeze tegen First Fatfreeze) Next Fatfreeze houdt zich bezig met cryolipolyse en huidverstrakkingsbehandelingen en is onder meer gevestigd in Amsterdam. Ook First Fatfreeze houdt zich bezig met cryolipolyse en huidverstrakkingsbehandelingen en is sinds kort ook in Amsterdam gevestigd. Next Fatfreeze vordert dat First Fatfreeze door de voorzieningenrechter wordt veroordeeld tot het staken van het gebruik van de door haar gevoerde handelsnaam, domeinnaam en e-mailadressen. De voorzieningenrechter constateert dat Next Fatfreeze per 1 november 2019 haar vestiging opende in Amsterdam. De voorzieningenrechter oordeelt dat First Fatfreeze onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij op dat moment al actief was onder de handelsnaam ‘First Fatfreeze’. Daarom stelt de voorzieningenrechter vast dat Next Fatfreeze de oudere handelsnaam is. 

IEF 20858

Ook gevorderd verbod met betrekking tot dochtervennootschap toewijsbaar

Rechtbank Den Haag 19 jul 2022, IEF 20858; ECLI:NL:RBDHA:2022:7186 (Novartis tegen Pharmathen), https://ie-forum.nl/artikelen/ook-gevorderd-verbod-met-betrekking-tot-dochtervennootschap-toewijsbaar

Vzr. Rb. Den Haag 19 juli 2022, IEF 20858, LS&R 2090; ECLI:NL:RBDHA:2022:7186 (Novartis tegen Pharmathen) Novartis houdt zich bezig met de ontwikkeling en productie van geneesmiddelen. Pharmathen is een groep die bestaat uit verschillende farmaceutische ondernemingen op het gebied van generieke geneesmiddelen. Novartis meent dat Pharmathen met het produceren van haar octreotide LAR-producten inbreuk maakt op het octrooi van Novartis. Novartis vordert dan ook dat de voorzieningenrechter Pharmathen verbiedt inbreuk te maken op haar octrooi. Ook vordert zij dat Pharmathen derden (waaronder haar dochtervennootschap) instrueert de inbreuk op het octrooi van Novartis te staken. De voorzieningenrechter oordeelt dat het kenmerk zo opgevat moet worden dat in stap a van de geoctrooieerde werkwijze sprake moet zijn van op z’n minst een substantiële hoeveelheid lineair PLGA. 

IEF 20856

Vrijwaringsverklaring verplicht tot schadeloosstelling

Hof Den Haag 8 feb 2022, IEF 20856; ECLI:NL:GHDHA:2022:1292 (Van Caem Sports tegen EN-S Sports), https://ie-forum.nl/artikelen/vrijwaringsverklaring-verplicht-tot-schadeloosstelling

Hof Den Haag 8 februari 2022, IEF 20856; ECLI:NL:GHDHA:2022:1292 (Van Caem Sports tegen EN-S Sports) Van Caem Sports (hierna: VCS) heeft twee keer Converse schoenen ingekocht van EN-S Sports (hierna: EN-S). Converse c.s. heeft vervolgens VCS gedagvaard wegens merkinbreuk en EN-S in vrijwaring opgeroepen. VCS vorderde dat de rechter EN-S zou bevelen VCS te vrijwaren voor de schade die VCS diende te vergoeden. De rechtbank wees in haar vonnis van 20 maart 2019 [IEF 18494] de vorderingen van VCS af omdat zij niet was geslaagd in het aan haar opgedragen bewijs. In hoger beroep vordert VCS dat het vonnis van de rechtbank wordt vernietigd en haar oorspronkelijke vorderingen worden toegewezen. Het hof oordeelt dat VCS is geslaagd in het bewijzen dat de bij VCS in beslag genomen schoenen van EN-S afkomstig zijn. 

IEF 20855

Inhoudsopgave BMM Bulletin

Inhoudsopgave van BMM Bulletin 2-2022. Het BMM Bulletin wordt in opdracht van de Beneluxvereniging voor Merken- en Modellenrecht uitgegeven door uitgeverij deLex en verschijnt drie maal per jaar.

REDACTIONEEL • DE LA RÉDACTION
Internet en merk • Marques et internet I Maarten Rijks en Marjolein Driessen

I N T E R N E T   E N   M E R K   •   M A R Q U E S   E T   I N T E R N E T
From the offline world to the online world: Diversification of uses likely to infringe trade mark rights. An overview of recent
Belgian case law I Sophie Lens
Platformaansprakelijkheid in het Benelux-merkenrecht I Margot van Gerwen
Internationale bevoegdheid in merkenzaken – overwegingen voor het aanpakken van online merkinbreuk I Manon Rieger-Jansen

IEF 20854

Geslaagd in deel van bewijsopdracht

Rechtbank Gelderland 13 jul 2022, IEF 20854; ECLI:NL:RBGEL:2022:3549 (eiser tegen gedaagden ), https://ie-forum.nl/artikelen/geslaagd-in-deel-van-bewijsopdracht

Rb. Gelderland 13 juli 2022, IEF 20854; ECLI:NL:RBGEL:2022:3549 (eiser tegen gedaagden) In het tussenvonnis van 27 oktober 2021 werd eiser opgedragen te bewijzen dat de rekenmodellen uit de dagvaarding (waarop de vorderingen gebaseerd zijn) dezelfde rekenmodellen zijn (althans er hetzelfde uitzien) als de rekenmodellen die gedaagde 2 bij eiser heeft aangeschaft. Wat betreft rekenmodel ‘Cashflow-matrix’ is eiser volgens de rechtbank niet geslaagd in de bewijsopdracht. De rechtbank is van oordeel dat wat betreft rekenmodel ‘Cashflow-matrix’ ervan uit moet worden gegaan dat dit model nog geen onderdeel uitmaakte van de rekenmodellen die gedaagde 2 bij eiser heeft aangeschaft. Wat betreft rekenmodellen ‘Financieringsplan’, ‘Middeling’ en ‘Vaste activa en afschrijvingen’ is eiser wel geslaagd in de bewijsopdracht. Er is vast komen te staan dat deze modellen nagenoeg hetzelfde zijn als de modellen die gedaagde 2 bij eiser heeft aangeschaft. Al met al komt de rechtbank tot de conclusie dat gedaagden inbreuk hebben gemaakt op de auteursrechten van eiser.