IEF 22191
16 augustus 2024
Uitspraak

Inbreuk op auteursrecht op haakpatronen

 
IEF 22189
15 augustus 2024
Uitspraak

Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.

 
IEF 22190
15 augustus 2024
Uitspraak

Restaurants gaan de strijd aan: rechter constateert verwarrende handelsnaam

 
IEF 6167

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank 's-Gravenhage 28 mei 2008, KG ZA 08-493. Present Time B.V. tegen Blokker B.V.

Niet-ingeschreven Gemeenschapsmodelrecht, auteursrecht en slaafse nabootsing. "4.32. Uit het voorgaande vloeit voort dat een verbod op inbreuk op rechten van intellectuele eigendom en of slaafse nabootsing toewijsbaar is. Anders dan eisers betogen, is er echter geen grond voor een verbod ten aanzien van alle  producten die zijn afgebeeld in de catalogi van Present Time uit de afgelopen zeven jaar en alle nog te verschijnen catalogi. Gesteld noch gebleken is immers dat eisers intellectuele eigendomsrechten bezitten met betrekking tot al deze producten en dat Blokker en Dake daarop inbreuk maken of dreigen te maken. Evenmin is voldoende gesteld om te kunnen beoordelen of er ten aanzien van al die producten sprake kan zijn van slaafse nabootsing."

Lees het vonnis hier.

Gerechtshof 's-Gravenhage 24 april 2008, rolnr. 06/398. Ragasco AS tegen Kompozit-Praha S.R.O.

Octrooirecht. "11. Het hof zal Ragasco toelaten tot tegenbewijs tegen zijn voorlopige oordeel dat de gascontainer Compolite CS tenminste vanaf einde 1995 in de handel is gebracht."

Lees het arrest hier.

Gerechtshof 's-Gravenhage 28 februari 2008, rolnr. 05/1708. Roland International B.V. tegen Agripa Holdings Ltd.

Octrooirecht. "5. Als uitgangspunt heeft te gelden dat, nu in de bodemzaak vonnis is gewezen, de (appèl)rechter in kort geding zijn beslissing in beginsel dient af te stemmen op het oordeel van de  bodemrechter, ongeacht of het vonnis al dan niet in kracht van gewijsde is gegaan. Daarbij behoeft de kort-gedingrechter niet de eventuele kans op vernietiging van het bodemvonnis in beroep te betrekken. Onder omstandigheden kan er plaats zijn voor het aanvaarden van een uitzondering op dit beginsel, hetgeen het geval zal kunnen zijn indien het vonnis van de bodemrechter klaarblijkelijk op een misslag berust en de zaak dermate spoedeisend is dat de beslissing op een tegen dit vonnis aangewend rechtsmiddel niet kan worden afgewacht."

Lees het arrest hier.

Gerechtshof 's-Gravenhage 27 september 2007, rolnr. 04/1486. Zilka c.s. tegen Kesselreinigung Rüegg GmbH

Octrooirecht. "10. Gelet hierop zal het hof - ten einde het risico van een verrassingsbeslissing te voorkomen - de zaak naar de rol verwijzen opdat beide partijen zich bij akte desgewenst kunnen uitlaten over het genoemde arrest en hun stellingen/verweer, zo nodig, kunnen aanpassen."

Lees het arrest hier.

Rechtbank 's-Gravenhage 23 mei 2008, KG RK 08/893. Container Centralen c.s. tegen L. Schalkoort Beheer B.V. c.s.

Ex parte. "Met betrekking tot de in het verzoekschrift onder 9 afgebeelde klem stelt de voorzieningenrechter vast dat op de foto is te zien dat de bovenzijde van het rechterdeel is omgeboden, maar dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat de klem hetzelfde uiterlijk vertoont als het model van Container Centralen. De voorzieningenrechter zal het verzoek toestaan voorzover het is gebaseerd op het Beneluxmerk en het Beneluxmodel van Container Centralen."

Lees de beschikking hier.

IEF 6166

Familie- en handelsnaam

Vrz. Rechtbank Breda 19 mei 2008, KG ZA 08-204. Renovatie Voegwerken J.C. Albers B.V. tegen Gebr. Albers B.V. (Met dank aan Martin Hemmer, AKD)

Handelsnaamrecht. Verbod op voeren van de eigen familienaam als handelsnaam. Matiging daadwerkelijke proceskosten aangezien de zaak feitelijk en juridisch niet ingewikkeld is.

Wel gemeld, nog niet besproken. De ondernemingen J.C. Albers uit Etten-Leur en Gebr. Albers uit het nabijgelegen Sint Willebrord zijn beiden actief op het gebied van voegwerken. De directeuren van Gebr. Albers zijn de broers van de vader van de huidige eigenaar van J.C. Albers en zij hebben tot 14 jaar geleden in dienst van hun broer gewerkt. Feit is dat Gebr. Albers haar handelsnaam later is gaan voeren dan J.C. Albers. J.C. Albers vordert in kort geding een verbod op het voeren van de handelsnaam Gebr. Albers B.V., dan wel een handelsnaam waarin is opgenomen het woord Albers of een overeenstemmend teken voor een onderneming die zich bezig houdt met voegwerken of soortgelijke diensten.

De voorzieningenrechter stelt vast dat beide ondernemingen op steenworp afstand van elkaar zijn gevestigd en in hetzelfde marktsegment actief zijn en dat er bij een normaal oplettend publiek verwarring tussen de beide ondernemingen is te duchten. De vordering wordt toegewezen. 3.4"(…) Nu beide ondernemingen zich bezighouden met voegwerken, brengt dat met zich dat de aanduiding Renovatie Voegwerken geen onderscheidende kracht heeft. Het kenmerkende deel van de handelsnamen is de naam Albers. Dat de naam Albers een familienaam is rechtvaardigt het (latere) gebruik (door Gebr. Albers, IEF) als handelsnaam niet.(…)"

De voorzieningenrechter gaat niet mee in het verweer van Gebr. Albers, dat er in Sint Willebrord nog meer bedrijven gevestigd zijn die in hun handelsnaam identieke familienamen voeren en daar geen nadeel van ondervinden.

J.C. Albers heeft op grond van artikel 1019h Rv gevorderd Gebr. Albers te veroordelen in de daadwerkelijke proceskosten ad € 11.500,--. De rechter veroordeelt Gebr. Albers echter tot betaling van in totaal € 6.000,--, omdat de onderhavige zaak “binnen het IE-veld feitelijk en juridisch niet ingewikkeld is”. De voorzieningenrechter heeft hiermee het bedrag toegekend “dat volgens de gebruikelijke tarieven (maximaal) toewijsbaar is nu geen bijzondere omstandigheden zijn gesteld of gebleken die een hoger bedrag rechtvaardigen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6165

Lounging

Rechtbank 's-Gravenhage 20 mei 2008, KG ZA 08-316. Dedon Gmbh tegen Sprento B.V. c.s

Modelrechten. Auteursrechten. Slaafse nabootsing.

Dedon vordert een inbreukverbod op de Gemeenschapsmodellen ter zake van de Lounge collectie en de Daydream collectie, alsmede een verbod deze collecties slaafs na te bootsen, een en ander te versterken met dwangsommen, alsmede een kostenveroordeling conform art. 1019h Rv.

“4.2 De spoedeisendheid van de gevorderde voorzieningen vloeit wat de Lounge collectie betreft voort uit de gestelde voortdurende inbreuken op de Gemeenschapsmodelrechten en auteursrechten van Dedon. Met betrekking tot de Daydream collectie is van een voortdurende inbreuk of van dreiging van inbreuk niet gebleken. Dedon stelt dat met de op het internet onder het nummer BGB-N011 aangeboden meubelstuk inbreuk wordt gemaakt op haar Gemeenschapsmodel met het nummer 103296-0001. De afbeelding van het onder het nummer BGB-011 aangeboden meubelstuk is eind januari 2008, meteen na de eerste aanschrijving, van de website www.lekkerdezomerin.nl verwijderd. Gesteld noch gebleken is dat Suprento B.V. en/of De Schiffart nadien inbreukmakende handelingen met betrekking tot de Daydream collectie hebben verricht. Gesteld noch gebleken is dat en waarom te vrezen is dat dit alsnog zal gebeuren. De voorzieningenrechter wijst er bovendien op dat De Schiffart een onthoudingsverklaring heeft ondertekend, welke weliswaar niet afzonderlijk aan Dedon is toegezonden, maar zich wel bij de stukken bevindt. Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat een spoedeisend belang bij de gevorderde voorziening ontbreekt voor zover dit de Daydream collectie betreft. De vorderingen worden gelet op het voorgaande afgewezen voor zover dit Gemeenschapsmodel 103296-0001 (de Daydream collectie) betreft.”

Lounge collectie

Het nieuwheidsverweer van De Schiffart wordt gepasseerd. “4.4 (…) De voorzieningenrechter dient ingevolge art. 85 lid 1 GMoVo uit te gaan van de geldigheid van de Gemeenschapsmodellen, tenzij dit door de gedaagde bij een reconventionele vordering tot nietigverklaring wordt bestreden. Deze bepaling ziet allereerst op de bodemprocedure en kan in deze procedure, die gericht is op het treffen van voorlopige en beschermende maatregelen, niet onverkort worden toegepast omdat een reconventionele vordering tot nietigverklaring in deze procedure niet mogelijk is. Niettemin is het vermoeden van geldigheid ook in deze procedure tot uitgangspunt te nemen.

4.5 De Schiffart en Suprento kunnen ook los van enige procedure in Nederland bij het in de GMoVo bedoelde Bureau een vordering tot nietigverklaring instellen. Zolang dat niet is gebeurd - hetgeen gesteld noch gebleken is - brengt het vermoeden van geldigheid mee dat in deze procedure moet worden uitgegaan van de geldigheid van de Gemeenschapsmodellen.”

“4.7 De volgende vraag die de voorzieningenrechter gelet op het voorgaande dient te beantwoorden, is de vraag of de onder 2.7 bedoelde Sofa's inbreuk op de Gemeenschapsmodellen van Dedon maken. Het gaat er daarbij om of de betreffende modellen een andere algemene indruk wekken dan die van Dedon. Bij de beoordeling van
de draagwijdte van de bescherming wordt ingevolge art. 10 lid 2 GMoVo rekening gehouden met de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van het model. De Schiffart heeft niet gesteld dat de mate van vrijheid van de ontwerper van de in geding zijnde Gemeenschapsmodellen beperkt was. Bij de bepaling van de beschermingsomvang is tevens van belang vast te stellen in hoeverre een model een eigen karakter heeft, dus in hoeverre de algemene indruk die het model bij de geïnformeerde gebruiker wekt verschilt van de algemene indruk van modellen die reeds eerder voor het publiek ter beschikking zijn gesteld. De Schiffart heeft geen echter inzicht gegeven in het van belang zijnde omveld ten tijde van het depot. De voorzieningenrechter ziet gelet hierop voorshands geen aanleiding de beschermingsomvang beperkt op te vatten.”

Vierkante tafel

“4.9 (…) De Schiffart heeft ten onrechte een vergelijking gemaakt met de modellen zoals Dedon die op de markt brengt. De door Marisch B.V. geïmporteerde tafel moet worden vergeleken met het door Dedon geregistreerde Gemeenschapsmodel. Voor deze vergelijking is in dit geval niet van belang dat de tafel van Marisch B.V. van een andere kunststofvezel is vervaardigd. Gesteld noch gebleken is waarom dit van invloed is op de algemene indruk. Ook de afmetingen zijn in het onderhavige geval niet van belang. Op basis van de modelregistratie is niet duidelijk welke afmetingen het Gemeenschapsmodel heeft. Mogelijk dat iets valt te zeggen over de diverse verhoudingen tussen bijvoorbeeld de hoogte en de breedte van de tafel, maar daarover stelt De Schiffart niets. De voorzieningenrechtser is voorshands bovendien van oordeel dat op dit punt geen verschillen zijn waar te nemen tussen de registratie van Dedon en de tafel van Marisch B.V. Gedeponeerd is een lage vierkante tafel betreft, met een strakke belijning en rechte hoeken, gesloten zijkanten tot bijna aan de grond, vlechtwerk en lage poten. De tafel van Marisch B.V. is eveneens vierkant en wordt net als het Gemeenschapsmodel van Dedon
gekenmerkt door gesloten zijkanten, strakke lijnen en rechte hoeken, vlechtwerk en lage poten. Van een andere algemene indruk is gelet hierop voorshands geen sprake. Dat Marisch B.V. haar model heeft gebaseerd op een Aziatische of enig andere stijl is, gelet op hetgeen de voorzieningenrechter onder 4.7 heeft overwogen omtrent de beschermingsomvang en gelet op het ontbreken van een andere algemene indruk, niet van belang.”

Hoekmodule

“4.11 (…) Een aantal van de door De Schiffart genoemde verschillen valt bij vergelijking met het geregistreerde model van Dedon op. Dat de hoekmodule van Marisch B.V. in verhouding tot het zitvlak een smallere rug- en zijleuning kent en de kleine (vierde) poot van Dedon bij de module van Marisch B.V. hetzelfde formaat heeft als de andere drie poten en de poten bij Dedon iets naar binnen verspringen, is in het onderhavige geval (met inachtneming van hetgeen onder 4.7 is overwogen) echter onvoldoende om van een andere algemene indruk te kunnen spreken. Ondanks genoemde verschillen blijft in beide modellen sprake van een hoekmodule, welke wordt gekenmerkt door dezelfde strakke lijnen, tot bijna aan de grond gesloten zijden, vlechtwerk en platte poten.”

Tussenmodule

De tussenmodule wordt eveneens inbreukmakend geacht (r.o. 4.12).

Fauteuil

“4.14. Anders dan bij de Gemeenschapsmodellen het geval is, is van een vermoeden van geldigheid (een vermoeden dat sprake is van een voortbrengsel met een eigen oorspronkelijk karakter dat het persoonlijk stempel van de maker draagt) geen sprake.2 Het is gelet hierop Dedon die, omdat De Schiffart gemotiveerd betwist dat de fauteuil een eigen oorspronkelijk karakter heeft, zal moeten bewijzen dat de fauteuil een voortbrengsel is met een eigen, oorspronkelijk karakter dat het persoonlijk stempel van de maker draagt. Gelet op het feit dat eerst ter zitting duidelijk is geworden dat Dedon ook de fauteuil aan haar vordering ten grondslag legt, zal het niet verbazen dat het dossier geen aanknopingspunten biedt om te kunnen oordelen dat de fauteuil een werk is in de zin van de auteurswet. Zijdens Dedon is aangeboden op dit punt nader bewijs over te leggen, maar omdat de onderhavige procedure niet geschikt is voor nadere bewijsvoering, wordt daar niet aan toegekomen en dient het
gevorderde in zoverre te worden afgewezen.”

Het beroep op slaafse nabootsing van de fauteuil wordt afgewezen (r.o. 4.15).

Wie maken inbreuk?

"4.18 Uit hetgeen onder 2.4 tot en met 2.6 is overwogen valt op te maken dat de wijze waarop een en ander op de website is en wordt weergegeven ertoe heeft geleid dat niet duidelijk is wie wat namens wie doet. Deze onduidelijkheid wordt nog vergroot doordat de vermelde adressen, telefoonnummers en namen voeren naar andere (rechts)personen dan de aangeduide rechtspersoon, dan wel naar rechtspersonen die niet (langer) bestaan. De voorzieningenrechter kan er niet omheen dat de op de site genoemde gegevens in ieder geval ook zijn te herleiden tot De Schiffart en Suprento. De Schiffart heeft bovendien in persoon een onthoudingsverklaring getekend nadat Marisch B.V. was aangesproken op inbreukmakend handelen. Suprento en De Schiffart hebben ter zitting getracht een en ander op te helderen. Dat er op de site onjuistheden staan, heeft volgens betrokkenen te maken met onzorgvuldigheden. Oude gegevens zouden zijn ten onrechte op de site zijn blijven staan. Voorts - althans zo begrijpt de voorzieningenrechter - is het op de site genoemde telefoonnummer weliswaar aangesloten op het huisadres van De Schiffart, maar is dit niet zijn privé-nummer. Het betreffende nummer zou zowel het nummer van zijn handelsonderneming als dat van zijn B.V. zijn. Zijdens Suprento is er voorts op gewezen dat De Schiffart de aandelen in Marisch B.V. heeft overgedragen nadat de B.V. was leeggehaald en is de naam nadien gewijzigd in Suprento B.V. Suprento handelt sindsdien volgens Schoute alleen nog maar in kerstpakketten. De Schiffart en Suprento onderbouwen een en ander echter in het geheel niet. De verklaringen kunnen voorts niet overtuigen. Zo stelt Schoute weliswaar dat hij de aandelen in een lege B.V. heeft gekocht en dat die B.V. (Suprento) zich richt op de verkoop van kerstpakketten, maar dit verhoudt zich slecht met het handelsregister. Daaruit blijkt dat Suprento een holdingmaatschappij is.

4.19 Het voorgaande leidt ertoe dat de voorzieningenrechter voldoende aanleiding ziet om de vorderingen met betrekking tot de Gemeenschapsmodellen met de nummers 103296-0038, 103296-0039 en 103296-0041 als nader in het dictum bepaald jegens zowel De Schiffart als Suprento toe te wijzen. Gelet hierop heeft Dedon (met betrekking tot deze modellen) geen belang meer bij een afzonderlijke beoordeling van de gestelde slaafse nabootsing. Het gevorderde zal in zoverre worden afgewezen. Voor een hoofdelijke veroordeling als gevorderd ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding.” Lees het vonnis hier.

IEF 6164

Eerst even voor jezelf lezen

Gerechtshof 's-Gravenhage 8 november 2007, rolnummer 07/842. Sky-Lite Holland B.V. tegen Audipack Verkoop B.V. (Met dank aan Ricardo Dijkstra, Van Doorne)

Auteursrecht. Arrest gewezen in spoedappel vijf maanden na het vonnis van de voorzieningenrechter.

Lees het arrest hier. Lees het vonnis hier. Lees het vonnis in het executiegeschil hier.

Rechtbank Arnhem 22 mei 2008, KG ZA 08-252. De Roode Roos B.V. tegen Reform- en Vitaminecentrum De Rooij B.V.

Geen auteursrecht of databankenrecht. Wel onrechtmatig handelen.

"De Rooij heeft erkend de in het geding zijnde foto’s van de website van De Roode Roos te hebben gehaald. Daarnaast is voldoende aannemelijk geworden dat De Rooij ook (delen) van de bijbehorende teksten van De Roode Roos heeft overgenomen, onder meer omdat op de websites van De Rooij dezelfde spelfouten voorkomen. De Rooij heeft door het bewust op zeer grote schaal zonder toestemming overnemen van de foto’s en teksten van de website van De Roode Roos naar het oordeel van de voorzieningenrechter in zodanige mate geprofiteerd van de inspanningen en investeringen van De Roode Roos dat dit handelen moet worden beschouwd als in strijd met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt."

Lees het vonnis hier.

Rechtbank 's-Gravenhage 6 mei 2008, KG RK 08/0809. G-Star International B.V. tegen Mondo Bazaar-Men's Fashion c.s.

Ex parte beschikking. "Voorshands uitgaande van de bescherming uit hoofde van zowel het niet-ingeschreven gemeenschapsmodel als het auteursrecht, constateert de voorzieningenrechter op zoveel punten overeenstemming, dat de vorderingen kunnen worden toegewezen op de wijze als hierna verwoord."

Lees de beschikking hier.

Rechtbank 's-Gravenhage 22 april 2008, rolnummers KG RK 08/0717, 08/0718 en KG RK 08/0719. Deere and Company c.s. tegen VR-Products B.V. c.s.

"Anders dan door verzoekers in het petitum wordt gesteld strekt het beslag op administratieve bescheiden niet tot afgifte maar tot verzekering van het beschikbaar zijn van die gegevens indien op een later moment de inzage wordt toegestaan. De voorzieningenrechter zal het verlof verlenen met dien verstande dat het zich ook uitstrekt over beschikbare digitale gegevens en alsdan zal bestaan uit het maken van een back-up of image van
die gegevens zonder daarin verder inzage te nemen dan noodzakelijk is."

Lees de beschikkingen hier, hier en hier.

Rechtbank 's-Gravenhage 29 april 2008, rolnummer 08/0789. G-Star International B.V. tegen Gull Trading B.V.

Ex parte beschikking. "Voorshands uitgaande van  auteursrechtelijke bescherming voor zowel de broek als de jas, constateert de voorzieningenrechter op zo veel punten een overeenstemming dat de vorderingen, in elk geval op de auteursrechtelijke grondslag, kunnen worden toegewezen op de wijze als hierna verwoord."

Lees de beschikking hier.

Rechtbank 's-Gragenhage 8 mei 2008, rolnummer KG RK 08/0808. Johnson & Johnson c.s. tegen de heer S. c.s.

Ex parte beschikking. Merkenrecht.

Lees de beschikking hier.

Rechtbank Amsterdam 22 mei 2008, KG ZA 08-615. Consolidated Artists B.V. c.s. tegen We Netherlands B.V.

Opheffingskortgeding. "Nu voorshands kan worden vastgesteld dat Mango met haar tekens inbreuk maakt op het merk HE en op die grond het ex parte bevel niet kan worden herzien, behoeft de vraag of de tekens van Mango tevens inbreuk maken op de overige (beeld)merken waarop WE Netherlands zich in dit geding heeft beroepen (HIJ, WE en WE STORE) en op haar handelsnaamrechten geen verdere bespreking."

Lees het vonnis hier.

IEF 6163

Onder de aandacht brengen

Kamerstukken II 2007/08, 21501-34, nr. 98. Raad voor Onderwijs, Jeugdzaken en Cultuur; Brief Minister met geannoteerde agenda van de OJC-raad (delen audiovisueel, cultuur en onderwijs) op 21 en 22 mei 2008.

Mededeling en consultatie over creatieve online-inhoud -gedachtewisseling (Fiche: Tweede Kamer (2007-2008) 22 112, nr. 609.) Nederlandse inzet:

"Het genoemde «position paper» vormt één van de lijnen waarmee het kabinet uitvoering geeft aan de motie Dittrich c.s. van 27 juni 2006 (TK 2005-2006, 28 989, nr. 37). Naast aandacht voor het behoud van een cultureel divers aanbod bij veranderend grensoverschrijdend auteursrechtenbeheer gaat dit «paper» ook in op het belang van harmonisatie van de diverse nationale thuiskopiestelsels in Europa. Tijdens de OJC-Raad van 21 mei zal ik beide thema's nogmaals onder de aandacht van mijn collega's brengen." Lees hier meer.

IEF 6162

Betaling thuiskopie vergoeding

thuiskopie.jpgRechtbank 's-Gravenhage 21 mei 2008 (bij vervroeging), HA ZA 07-3581. Stichting de Thuiskopie tegen Erdinc Cakiroglu en Ilknur Cakiroglu
 
De Thuiskopie vordert van Cakiroglu betaling van de thuiskopie vergoeding. De vordering wordt toegewezen. Eerder gemeld, nog niet besproken.

E. Cakiroglu drijft een eenmanszaak onder zijn eigen naam. Hij houdt zich bezig met de markthandel in herenkleding en computersupplies. E. Cargikoglu is in gemeenschap van goederen gehuwd met I. Cakiroglu. De in Lommel, België, gevestigde onderneming Direkt Supplies heeft vanaf het eerste kwartaal van 2005 diverse facturen betreffende (in totaal) 420.909 stuks blanco informatiedragers verzonden aan E. Cakiroglu. De meest recente van die facturen is van 4 januari 2006. Het bedrag dat over deze blanco informatiedragers aan thuiskopievergoeding verschuldigd is, bedraagt € 140.288,57. De Thuiskopie heeft op 10 oktober 2007, krachtens een daartoe verleend verlof, conservatoir beslag gelegd ten laste van E. Cakiroglu.  E. Cakiroglu is bij brief gesommeerd het bedrag van € 139.648,50 aan verschuldigde thuiskopievergoeding aan De Thuiskopie te voldoen. E. Cakiroglu betwist dat hij de gestelde hoeveelheid blanco infiormatiedragers daadwerkelijk heeft geimporteerd. Dit zou onvoldoende uit de overgelegde facturen blijken.
 
De rechtbank oordeelt dat "niet wordt betwist dat E. Cakiroglu blanco informatiedragers heeft geïmporteerd. Ook de juistheid van de overgelegde facturen wordt niet betwist.  Tijdens de comparitie is zijdens E. Cakiroglu bovendien te kennen gegeven dat de rechtbank het wat de aantallen betreft “moet nemen zoals het is”. De rechtbank gaat er gelet hierop vanuit dat E. Cakiroglu de in de overgelegde facturen tot uitdrukking komende aantallen blanco informatiedragers heeft geïmporteerd. Niet in geding is dat E. Cakiroglu voor de door hem geïmporteerde blanco informatiedragers de thuiskopievergoeding dient te betalen. Nu ook de door De Thuiskopie gegeven nadere onderbouwing (tot een hoger bedrag dan zij thans vordert) niet is betwist, zal de rechtbank de gevorderde hoofdsom toewijzen." (rov. 4.1)
 
De vordering tot het over leggen van bescheiden (waaronder de verkoopfacturen) wordt afgewezen, nu de gespecificeerde opgaven en een daarop betrekking hebbende verklaring van een registeraccount (als gevorderd) volstaan. De rechtbank ziet evenmin aanleiding om E. Cakiroglu te veroordelen tot het betalen van de thuiskopievergoeding aan Stichting de Thuiskopie welke correspondeert met de opgaven welke E. Cakiroglu op grond van dit vonnis zal moeten doen. Dit is prematuur. Er is nog geen opgave gedaan en niet duidelijk is of en in welke mate de door De Thuiskopie in deze genoemde aantallen zullen worden overschreden. Lees het vonnis hier.

IEF 6161

Jaarverslag (2)

Kamerstukken II 2007/08, 31 444 VI, Jaarverslag en slotwet Ministerie van Justitie 2007; Jaarverslag.
 
Uit het Jaarverslag van Justitie:

Ontwikkelingen in 2007 in het privaatrecht: In 2007 zijn naast de implementatiewetgeving de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke zaken, de Wet teruggave cultuurgoederen uit bezet gebied, het verbod op het gebruik van geweld in de opvoeding, de nieuwe pachtregeling van boek 5 titel 7 BW, de nieuwe schuldsaneringsregeling en de aanpassing van de subsidieregeling voor het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) tot stand gekomen. Verder zijn beleidsnota's verschenen op het terrein van het ondernemingsrecht, het auteursrecht en de fundamentele herbezinning burgerlijk procesrecht. Lees hier verder.

IEF 6160

Willem van Manen overleden

wvm.JPGVanochtend bereikte de redactie het bijzonder droevige bericht dat Willem van Manen dit weekeinde is overleden. Voor nu alleen een kort citaat uit de inleiding van een liber collegarum ter gelegenheid van zijn afscheid van NautaDutilh in 1998: 

“Willem van Manen gaat weg. De luis verlaat de pels, de Pinguïn zoekt een eigen schots (…). Daarmee komt en einde aan een tijdperk. (…) waarin hij evenveel stof deed opwaaien als hij zijn omgeving tot nadenken bood. Stof tot nadenken over het recht en de wijze waarop dat gehaald moet worden, maar ook over onrecht, zowel het grote als het kleine.(..) Zijn grote verdiensten als opleider, inspirator, stylist en niet te vergeten complottist zijn van minstens zo grote waarde en verdienen het te worden geboekstaafd. Scripta manent.”

Lees hier een In Memoriam in het Parool van vandaag. 

IEF 6159

Uit het EZ jaarverslag:

Kamerstukken II 2007/08,  31444 XIII, nr. 1. Jaarverslag en slotwet van het Ministerie van Economische Zaken 2007; Jaarverslag

Toekomst communautair Europees octrooibestel: De discussie over een Europees geschilbeslechtingssysteem voor octrooizaken is in 2007 weer op gang gekomen in het verband van de Raadswerkgroep Intellectuele eigendom (octrooien). Met betrekking tot het Londonprotocol (vertalingenprotocol) is voortgang geboekt nu ook Frankrijk het verdrag heeft geratificeerd. Het London-protocol, dat ertoe strekt het aantal vertalingen van Europese octrooien terug te dringen, zal op 1 mei 2008 in werking treden.

 

Toekomst mondiaal octrooibestel: Besprekingen over verdere harmonisatie van het materiële octrooirecht bevinden zich in een impasse. Veel landen hechten sterk aan hun eigen stelsels. Wat Nederland betreft moeten oplossingen worden gevonden voor de noodzakelijke harmonisatie van de inhoud van het octrooirecht tussen alle octrooibureau's. Daarnaast bestaat wereldwijde bezorgdheidover de sterke toename van het aantal octrooiaanvragen gerelateerd aan de afnemende kwaliteit daarvan, wat kan leiden tot «verstopping van het systeem» en vermindering van het innovatieve vermogen.

 

Ethische aspecten octrooirecht: Bij de behandeling van het wetsvoorstel ter implementatie van richtlijn 98/44/EG betreffende de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen is aan de Eerste en Tweede Kamer indertijd een notitie toegezegd over de ethische aspecten bij octrooiverlening voor biotechnologische uitvindingen. Deze notitie is vertraagd omdat de interdepartementale afstemming meer tijd vergde dan was voorzien. Naar verwachting zal de notitie in de loop van 2008 kunnen verschijnen. Lees hier verder.

IEF 6158

Prioriteiten

Kamerstukken II 2007/08, 21501-30, nr. 183. Raad voor Concurrentievermogen; Brief minister met verslag van de informele Raad voor Concurrentievermogen van 14 t/m 16 april in Brdo, Slovenie.

"In reactie op de oproep van Commissaris Kroes om voortgang te boeken op het terrein van het gemeenschapsoctrooi gaf het komende Franse EU-voorzitterschap aan een Europese oplossing voor intellectueel eigendom als een prioriteit te zien en hier een concreet resultaat na te streven. Een aanzienlijk aantal lidstaten, waaronder Nederland, ondersteunde dit streven."

Lees hier meer.