IEF 22191
16 augustus 2024
Uitspraak

Inbreuk op auteursrecht op haakpatronen

 
IEF 22189
15 augustus 2024
Uitspraak

Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.

 
IEF 22190
15 augustus 2024
Uitspraak

Restaurants gaan de strijd aan: rechter constateert verwarrende handelsnaam

 
IEF 5606

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank ’s-Gravenhage, 13 februari 2008, HA ZA 07-1689, Merck Sharp & Dohme Manufacturing tegen Ratiopharm Nederland B.V.

“5.2. Ook het betoog van de Generieken dat sprake zou zijn van ontoelaatbare "dubbele octrooiering" faalt. Merck voert terecht aan dat de herroeping van EP 292 terugwerkende kracht heeft, zodat formeel thans geen sprake meer is van het gelijktijdig van kracht zijn van twee octrooien die dezelfde uitvinding onder bescherming stellen. In het vigerende octrooirechtstelsel is het primair een taak van de verlenende instantie, in dit geval het EOB, om te waken tegen dubbele octrooiering. Het gevaar van dubbele octrooiering heeft in het onderhavige geval overigens bepaald bestaan, nu het EOB de vrijwillig afgesplitste aanvraag voor EP 904 ondanks verscheidene third party observations die wezen op verboden dubbele octrooiering in verband met EP 292, desalniettemin in behandeling heeft genomen, onder naar het wil voorkomen rechtens onjuiste verwerping van dit bezwaar.

Lees hier meer.

HvJ EG, 14 februari 2008, C-244/06, Dynamic Medien Vertriebs GmbH tegen Avides Media AG

“Artikel 28 EG verzet zich niet tegen een nationale regeling als aan de orde in het hoofdgeding, houdende een verbod op de verkoop en de overdracht per postorder van beelddragers die niet door een hoogste autoriteit van het Land of een nationale instantie voor zelfregulering zijn gekeurd en geclassificeerd met het oog op de bescherming van de minderjarigen en waarop geen van deze autoriteit of instantie afkomstige vermelding is aangebracht van de leeftijd vanaf welke de beelddragers kunnen worden bekeken, tenzij blijkt dat de bij de betrokken regeling vastgestelde procedure voor keuring en classificatie van en het aanbrengen van een vermelding op beelddragers niet gemakkelijk toegankelijk is of niet binnen een redelijke termijn kan worden afgesloten, dan wel dat tegen het besluit tot weigering niet in rechte kan worden opgekomen.”

Lees het arrest hier.

GvEA, 14 februari 2008, zaak T-189/05, Usinor SA tegen OHIM/Corus UK Ltd.

Oppositie nationaal woordmerk GALVALLIA tegen Gemeenschapswoordmerkaanvrage GALVALLOY.

“71. In the present case, since the goods in question are identical and there are significant visual, phonetic and conceptual similarities between the marks at issue, it cannot be ruled out that even an attentive public, such as the relevant public in this case, could be led to believe that the goods in question come from the same undertaking or economically-linked undertakings, despite the limited distinctiveness of the earlier mark. That is particularly so as the mark applied for contains an element, ‘alloy’, which is even less distinctive than the element that is common to the marks at issue, ‘galva’; the market is oligopolistic; and the mark applied for may appear to be a simple translation of the earlier mark.”

Lees het arrest hier(geen Nederlandse versie beschikbaar). 

GVEA, 14 februari 2008, zaak T-378/04, Orsay GmbH tegen OHIM / José Jiménez Arellano.

Oppositie ouder woord/beeldmerk D’ORSAY tegen Gemeenschapswoord/beeldmerkaanvrage Orsay.

“45. Die Beschwerdekammer hat daher zu Recht das Bestehen von Verwechslungsgefahr bejaht und folglich dem Widerspruch gegen die Eintragung der Wortbildmarke „Orsay“ für die Waren „Bekleidungsstücke; Stiefel, Schuhe und Hausschuhe; Kopfbedeckungen“ der Klasse 25 unter Bestätigung der Widerspruchsentscheidung stattgegeben.”

Lees het arrest hier (geen Nederlandse versie beschikbaar).

GVEA, 14 februari 2008, zaak T-39/04, Orsay GmbH tegen OHIM / José Jiménez Arellano, SA.

Oppositie ouder woord/beeldmerk D’ORSAY tegen Gemeenschapswoord/beeldmerkaanvrage ‘O Orsay’

“55. Die Beschwerdekammer hat daher zu Recht das Bestehen von Verwechslungsgefahr bejaht und folglich dem Widerspruch gegen die Eintragung der Wortbildmarke „O orsay“ für die Waren „Bekleidungsstücke; Stiefel, Schuhe und Hausschuhe; Kopfbedeckungen“ der Klasse 25 unter Bestätigung der Widerspruchsentscheidung stattgegeben.”

Lees het arrest hier(geen Nederlandse versie beschikbaar).

GVEA, 14 februari 2008, T-146/06, Sanofi-Aventis SA tegen OHIM / GD Searle LLC.

Oppositie ouder nationaal woordmerk URION tegen Gemeenschapswoordmerkaanvrage ATURION.

“73.  Dans ces conditions, et eu égard aux circonstances de l’espèce, il y a lieu de considérer que, selon une appréciation globale, il n’existe pas de risque que le public pertinent soit amené à croire que les produits revêtus de la marque verbale ATURION proviennent de l’entreprise titulaire de la marque verbale antérieure URION ou d’une entreprise économiquement liée à cette dernière. C’est donc à bon droit que la chambre de recours a conclu à l’absence de risque de confusion entre ces marques, au sens de l’article 8, paragraphe 1, sous b), du règlement n° 40/94.”

Lees het arrest hier (geen Nederlandse versie beschikbaar). 

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 31 januari 2008, rolnr. 06/971, Holierhoek tegen Rob Hauwer Film & TV Producties B.V. c.s. (met dank aan  Marc de Kemp, Houthoff Buruma).

“Ook indien rekening wordt gehouden met de in de latere arresten van toepassing geachte Haviltex-maatstaf is het naar het oordeel van het hof de bedoeling van partijen geweest dat Holierhoek zich heeft verbonden alle rechten over te dragen betreffende alle tegenwoordige en toekomstige (exploitatie)vormen, systemen van de cinematografie, hun toepassingsmogelijkheden, met inbegrip van het recht van overbrenging of uitzending per draad, door radio en televisie, de vergunning tot publieke ontvangst en het recht van overbrenging/exploitatie op videocassette/beeldplaten en heeft hij deze rechten overgedragen, waarbij wordt opgemerkt dat de term ‘etc’ klaarblijkelijk ziet op beeld/geluiddragers die door de voortgeschreden technische ontwikkeling in de plaats van de videocassette komen.”

Lees het arrest hier.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 12 ebruari 2008, KG C0700233/RO, Driessen tegen Europochette(met dank aan Diederik Stols Diederik Stols, DLA Piper).

“4.7. Driessen heeft zich ten slotte op het standpunt gesteld dat de uiterlijke kenmerken van de Europochette uitsluitend door de technische functie worden bepaald. Ook dat standpunt verwerpt het hof. Reeds uit het enkele feit dat - zoals uit de producties van Driessen blijkt - er andere bestekhouders, dan die waarvoor Europochette haar modelrecht verkreeg, op de markt zijn die voor hetzelfde gebruik geschikt zijn, doch een andere vorm hebben, volgt dat de vormgeving van de bestekhouder van Europochette niet noodzakelijk is voor het bereiken van het technische effect (het op gemakkelijke, snelle en smaakvolle wij ze presenteren van bestek, al dan niet tezamen met een servet). Blijkens die producties zijn vele variaties en mogelijkheden denkbaar, zoals een ander maatvoering, andere lengte/breedteverhouding, gesloten modellen (waarin het bestek geheel verdwijnt) of juist geopende (waarbij het bestek uitsteekt), de wij ze waarop het voor- of onderblad zijn afgesneden en het al dan niet omvouwbaar maken van het onderblad. Het valt dan ook niet in te zien dat het slaapzakmodel met een recht afgesneden voorblad, waarop Europochette het modelrecht houdt, noodzakelijk is voor het verkrijgen van bovenomschreven technisch effect en dat het model op die grond geen bescherming zou genieten.”

Lees het arrest hier.

Rechtbank Utrecht, 13 februari 2008, KG ZA 07-1271, Verbond van Verzekeraars c.s. tegen Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn(Met dank aan Arnout Groen, De Brauw Blackstone Westbroek).

“4.26. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter hebben de Verzekeraars onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het publiek aan de confrontatie met de naam ‘PGGM’een onjuist indruk op het gebied van de aard, het karakter, de betekenis of de voortbrengselen van de onderneming zal overhouden en daardoor zal worden misleid.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5605

Een nog vertrouwelijk rapport

trib.gifVandaag in het FD: Rapport voor Justitie over de wenselijkheid van een 'copyright-tribunaal' pleit voor transparantieplicht. “Ondoorzichtig, nattevingerwerk, te hoog, en naar wie gaat al dat geld eigenlijk? Bedrijven die auteursrechten moeten afdragen aan auteursrechtenorganisaties als Buma/Stemra en Reprorecht klagen steen en been over de vergoedingen die ze moeten betalen.

(…) In een nog vertrouwelijk rapport dat is opgesteld voor het ministerie van Justitie, in bezit van deze krant, pleiten specialisten van de Universiteit van Amsterdam en de Rijksuniversiteit Leiden na veldonderzoek voor het instellen van een geschillencommissie. Dat moet geen zware organisatie worden als de Opta, die daadwerkelijk kan ingrijpen op de telecommarkt door tarieven vast te stellen en boetes uit te delen. De wetenschappers bepleiten een lichtere commissie die dient als voortraject voor een gang naar de rechter. De geschillencommissie komt met een niet-bindend advies, dat in de praktijk wel zeer zwaarwegend zal blijken, verwachten de onderzoekers.

(…) De onderzoekers pleiten er dan ook voor om tot een normering van de tarieven te komen, om nattevingerwerk te voorkomen. Verder moeten contracten, tarieven, grondslagen, kortingen en andere voorwaarden openbaar worden.

(…) Bedrijven die gaan procederen tegen auteursrechtenorganisaties over de hoogte van vergoedingen voor het gebruik van muziek, foto's of andere artistieke uitingen, krijgen soms te maken met 'oneigenlijke druk'. Dat staat in een rapport van wetenschappers van de universiteiten van Amsterdam en Leiden, dat is gemaakt voor het ministerie van Justitie.

'Betalingsplichtigen hadden het idee dat auteursrechtenorganisaties veel oneigenlijke druk uitoefenden als procedures aanhangig waren gemaakt, bijvoorbeeld het meer dan gebruikelijk opvragen en controleren van informatie van de betalingsplichtigen', schrijven de wetenschappers.

Lees hier meer (fd.nl).  Lees het gehele rapport (fd.nl/auteursrechten) hier.

IEF 5604

Het concept betreft een recht

Rechtbank Leeuwarden, sector kanton, 5 februari 2008, LJN: BC4312, De Groene Leguaan v.o.f. tegen Friesland Bank N.V.

Eerst even voor jezelf lezen, bodem in Leguaanwoningenzaak: Eiser heeft een aantal eigenzinnig vormgegeven bio-ecologische woningen doen ontwerpen en bouwen, om bij te dragen aan vergroting van het ecologisch bewustzijn in de maatschappij. De bank heeft, zonder toestemming of medeweten van eiser, foto's van deze woningen gebruikt voor een reclamecampagne voor hypotheken. Geoordeeld wordt dat de woningen een auteursrechtelijk werk zijn en dat eiser rechthebbende op dit werk is. Hem komt echter, gelet op het openbaarheidsaspect, geen bescherming krachtens de Auteurswet toe. Wel is er sprake van onrechtmatig handelen door de bank.

“Het enige bewustzijn waaraan Friesland Bank met deze campagne wil appelleren is dat van financieel voordeel. Op deze wijze heeft Friesland Bank het oorspronkelijk concept geweld aangedaan. Dit concept betreft, zoals hierboven uiteengezet is, een recht dat De Groene Leguaan, in persoon van [eiser], toekomt. Aldus is inbreuk gemaakt op een recht van De Groene Leguaan c.s. en is onrechtmatig gehandeld door Friesland Bank.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5603

Eerst even voor jezelf lezen

Gerechtshof 's-Gravenhage, 7 februari 2008, LJN: BC4085, Mr. N. Hijmans in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van  Hartman Groep B.V. tegen Garden Impressions B.V.,

“12. Zoals het hof in r.o. 9 heeft overwogen, is het aan degene die schadevergoeding op de voet van artikel 6:104 BW vordert, om te stellen en voldoende aannemelijk te maken dat de aangesprokene winst heeft genoten als gevolg van (in dit geval) door deze gepleegde merkinbreuk. In het licht van het verweer van Garden Impressions, zoals hiervoor weergegeven en reeds bij conclusie van antwoord ingenomen, kon Hartman niet volstaan met de veronderstelling dat Garden Impressions winst zal hebben genoten evenredig aan het aantal bladzijden in haar catalogi waarop de aanduiding “Prestige” voorkomt. Het betoog van Garden Impressions, zoals hiervoor weergegeven, was en is niet zo onaannemelijk dat Hartman daar in het geheel niet op in hoefde te gaan. Nu Hartman in dit opzicht niet aan haar stelplicht heeft voldaan en ook anderszins niet aannemelijk heeft gemaakt dat Garden Impressions als gevolg van het gebruik van de aanduiding “Prestige” meer winst heeft gemaakt dan zij zonder dat gebruik genoten zou hebben, komt de door Hartman verlangde wijze van schadebegroting niet voor toewijzing in aanmerking, althans ziet het hof deswege geen aanleiding om gebruik te maken van de hem in artikel 6:104 BW gegeven discretionaire bevoegdheid. De grieven 3 tot en met 5 falen derhalve.”

Lees het arrest hier.

IEF 5602

Rechthebbenden onderhandelen met distributeurs

vbl.gifKamervragen met antwoord,  nr. 1204 2e Kamer. Vragen van het lid Van Dam (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Economische Zaken over het bod van de kabelmaatschappijen Casema, Essent en @Home op de voetbalrechten. (Ingezonden 16 januari 2008); Antwoord.

“Zover mij bekend wordt hierover op Europees niveau geen discussie gevoerd. Rechthebbenden van radioen tv-programma’s kunnen zelf bepalen of ze distributierechten aan derden willen verstrekken en of de distributierechten van hun programma’s al dan niet exclusief worden verleend. De Auteurswet beschermt de rechten van rechthebbenden en maakt ongeoorloofde distributie van programma’s strafbaar. Rechthebbenden onderhandelen met distributeurs van programma’s. Vaak Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, Aanhangsel 2574 worden de distributierechten van radio- en tv-programma’s exclusief verleend. Dergelijke exclusiviteitscontracten zijn op grond van de Europese regelgeving in principe toegestaan.”

Lees alle vragen en antwoorden hier.

IEF 5601

Straks in Zeist

zst.bmpProgramma Symposium Zeist ,12 maart 2008, met als inhoudelijke hoogtepunten:

- Beschermingsomvang van modellen in Europa, Prof. mr. Jaap Spoor.

- Een jaar implementatie Handhavingsrichtlijn, Mr. Christof Hensen, Vice President Rechtbank Den Haag, Mr. Ruprecht Hermans, Brinkhof  Advocaten, Simon Dack, barrister, De Brauw Blackstone Westbroek.

- Industriële vormgeving, Prof. Bruno Ninaber van Eyben, TU Delft.

- Debat 1: Multiplicité des formes, Philips/Remington in de praktijk; de betekenis voor de slaafse nabootsing, Voorzitter: Prof. mr. Constant van Nispen, De Brauw Blackstone Westbroek en VU.

- Debat 2: Double dipping? Kan de octrooihouder iedere conclusie van zijn octrooi
afzonderlijk licenseren? Voorzitter: Dr. Koenraad Wuyts, Chief Intellectual
Property Officer KPN.

- Debat 3: Benelux inburgering: moeten we terug naar een nationale merkenwet? Voorzitter: Prof. mr. Dirk Visser, Klos Morel Vos & Schaap en RU Leiden.

Lees het gehele programma hier of hier.

IEF 5600

Designradiatoren

rad.gifVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 12 februari 2008, KG ZA 07-1477, The Heating Company BVBA tegen Instamat Watertechniek B.V.

Vorderingen eiser m.b.t. inbreuk model- en auteursrecht op designradiatoren worden afgewezen. Na bestudering prior art zorgen de overblijvende kenmerken voor een andere algemene indruk. Afbeeldingen in het vonnis. Productnamen spelen geen rol. Opgave proceskosten moet gemotiveerd worden weersproken.

Eiser The Heating Company brengt op basis van een internationaal en een Gemeenschapsmodel radiatoren op de markt onder de naam Carré en Carré Bath. Gedaagde Instamat brengt radiatoren op de markt onder de naam Quadro en Quadro Bath. Eiser stelt dat stelt dat gedaagde hiermee inbreuk maakt op het haar toekomende model- en auteursrecht.

De voorzieningenrechter volgt deze stelling niet. Na aftrek van prior art ziet de voorzieningenrechter onvoldoende overeenkomsten. Over de vergelijking tussen de Carré en de Quadro stelt hij onder andere:

“4.7. De breedte en diepte van de elementen van het model van The Heating Company verhouden zich grofweg als 1:2 terwijl de tussenruimte grofweg gelijk is aan de breedte van het element. De breedte, diepte en tussenruimte van de elementen van de Quadro verhouden zich meer als 1:1:½. Voorshands wordt geoordeeld dat de Quadro door deze verschillen op de geïnformeerde gebruiker niet dezelfde algemene indruk maakt als het gedeponeerde model, ongeacht of de verhouding tussen lengte en breedte van de Quadro en van het model overeenstemt. Dit laatste heeft The Heating Company overigens niet uitgewerkt.”

En over de Carré Bath en de Quadro Bath, ook weer na aftrek van prior art::

4.9. The Heating Company heeft desgevraagd erkend dat het gedeponeerde model in dat opzicht niets nieuws heeft gebracht. Hiervan uitgaande schuilt het eigen karakter van het door The Heating Company gedeponeerde model, en dus ook de beschermingsomvang, vooral in het gebruik van – voor zover dat uit het depot is op te maken - vierkante elementen waarbij de tussenruimte zodanig gering is, dat een vrijwel gesloten vlak ontstaat. De elementen van de Quadro Bath zijn daarentegen rechthoekig en verder uit elkaar geplaatst, met de korte kant bevestigd aan de collector. Als gevolg oogt het minder massief. Een en ander is waarneembaar in onderstaande, door Instamat overgelegde foto’s.

4.10 The Heating Company wijst er terecht op dat vergeleken moet worden, niet tussen de door haar op de markt gebrachte radiatoren en die van Instamat, maar tussen haar model en de door Instamat verhandelde radiatoren. Dat neemt niet weg dat de foto’s een beeld geven van dit aspect van die vergelijking. Ook in dit verband wordt in aanmerking genomen dat er ten tijde van het depot al radiatoren met rechthoekige elementen op de markt waren. Met inachtneming van wat hiervoor over de beschermingsomvang van het model is overwogen, moet dan ook voorshands moet worden geoordeeld dat de radiator van Instamat een andere algemene indruk wekt. De ingeroepen modelrechten kunnen dus niet tot toewijzing van de vorderingen leiden.”

Om min of meer dezelfde redenen ziet de voorzieningenrechter m.b.t. de auteursrechtelijke vordering ook niet in dat de ontwerpen van Instamat niet als zelfstandig werk kunnen worden aangemerkt. Daar komt bij dat onvoldoende aannemelijk is dat het auteursrecht bij eiser berust. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat de ontwerper, die niet in dienst is bij eiser,  het auteursrecht, of zijn aandeel daarin, aan haar heeft overgedragen. Ook van slaafse nabootsing kan geen sprake zijn.

Ook de productnamen spelen i.c. geen rol. "4.12 Het bezwaar dat The Heating Company in dit verband heeft tegen de op haar (niet als merk gedeponeerde) productnamen gelijkende aanduidingen Quadro en Quadro Bath kan in ieder geval niet leiden tot een verbod die radiatoren op de markt aan te bieden, hoogstens om dit te doen onder die benamingen."

Over de gevraagde proceskostenveroordeling stelt de voorzieningenrechter tot slot:

“4.13. (…) Deze bedragen volgens Instamat aan haar zijde in totaal € 23.637,57 exclusief B.T.W. voor circa 80 gewerkte uren. The Heating Company heeft tegen deze opgave aangevoerd dat zij het aantal gewerkte uren te hoog vindt. Dit verweer is echter niet nader uitgewerkt. Zo geeft zij niet aan welke van de door Instamat gespecificeerde werkzaamheden onnodig zijn geweest of om andere redenen vraagtekens bij haar oproepen. Het verweer wordt als te weinig gemotiveerd verworpen. De proceskosten aan de zijde van Instamat moeten worden vastgesteld op € 23.888,57 (€ 23637,57 + € 251 griffierecht).  

Lees het vonnis hier.

IEF 5599

Objectbeschrijvingen

vnot.gifVzr. Rechtbank Almelo 11 februari 2008, KG ZA 08-27, Internetnotarissen B.V. tegen Openbareverkopen.nl B.V.

Auteursrecht. Databankenrecht. Geschriftenbescherming. Objectbeschrijvingen op veilingsite en veilingvoorwaarden vallen onder de geschriftenbescherming.

Eiser Internetnotarissen exploiteert de website www.veilingnotaris.nl. Op deze website kunnen deelnemende notarissen op handen zijnde veilingen van onroerend goed aankondigen door middel van een advertentie. Gedaagde Openbareverkopen heeft 131 publicaties van www.veilingnotaris.nl rechtstreeks overgenomen en op haar eigen website www.openbareverkopen.nl geplaatst. Hiertegen komt Internetnotarissen op in het onderhavige kort geding.

De Voorzieningenrechter oordeelt dat de overgenomen objectomschrijvingen tezamen met de adresgegevens en de bijzondere veilingvoorwaarden een onvoldoende eigen oorspronkelijk karakter hebben om als werk in de zin van artikel 1 van de Auteurswet te kunnen worden aangemerkt. Het gaat veeleer om feitelijke informatie over het object en de daarbij verstrekte gegevens.

Wel is de Voorzieningenrechter van mening dat de objectbeschrijvingen en veilingvoorwaarden vallen onder de geschriftenbescherming als bedoeld in artikel 10 lid 1 sub 1 Auteurswet. Openbareverkopen is heeft hierop volgens de Voorzieningenrechter inbreuk gemaakt. Zij heeft immers de volledige veilingadvertentie overgenomen en daarmee herhaald op haar website. Het zou anders kunnen zijn als Openbareverkopen (gedeeltelijk) zou hebben geciteerd. Dat is ook het verschil met de zaak zoekallehuizen.com. Ook had zoekallehuizen.com op haar website een deeplink toegevoegd welke rechtstreeks naar de betreffende advertentie op de website van de makelaar verwijst. De handelswijze van Openbareverkopen is anders: zij kopieert de veilingadvertenties van Internetnotarissen 1 op 1.

Wat betreft de foto’s neemt de Voorzieningenrechter auteursinbreuk aan. Artikel 15b Aw jo. art. 516 Rv doet hier niets aan af. Immers, wanneer de bekendmakende partij de bekendmaking optuigt met een uitgebreidere objectbeschrijving, foto’s en bijzonder veilingvoorwaarden, valt deze bekendmaking niet langer onder de werking van artikel 15b Aw.

Het beroep op het databankenrecht strandt volgens de Voorzieningenrechter op het ontbreken van een substantiële investering. Het publiceren van veilingadvertenties behoort tot de kerntaken van de notaris. Dit gebeurt tegenwoordig doorgaans digitaal (tekstverwerker/fotoprogramma). Het vergt alsdan slechts een kleine moeite om deze reeds digitale documenten ook via het internet te publiceren.

Openbareverkopen handelt aldus eveneens onrechtmatig jegens Internetnotarissen. De vorderingen van Internetnotarissen worden derhalve toegewezen en Openbareverkopen wordt veroordeeld in de volledige proceskosten ad EUR 20.000,-.

Lees het vonnis hier.

IEF 5598

Gextraheerde logfiles

Vzr. Rechtbank Amsterdam 9 januari 2008, HA ZA 07-477, Web Measurement Services B.V. c.s. tegen Weborama S.A.

Vonnis in verzet. Auteursrecht. Databankenrecht. Geen inbreuk op databankenrecht vanwege het niet substantiële karakter van het opvragen en/of hergebruiken. Ook geen sprake van uitmelken van een databank door het opvragen en/of hergebruiken van niet substantiële gedeeltes. Geen strijd met de gebruikersvoorwaarden.

WMS en Weborama houden zich bezig met internetmarketing. Beide ondernemingen exploiteren een softwareapplicatie die metingen en treffers op internetpagina’s genereert en registreert. Weborama heeft via een geautomatiseerde browser zonder toestemming gegevens van de database van WMS verzameld. WMS vordert hierop in kort geding een verbod op basis van databankenrecht en de gebruikers voorwaarden.

De Voorzieningenrechter is van oordeel dat als er al sprake zou zijn van een databank in de zin van artikel 1 Dbw, Weborama geen inbreuk heeft gemaakt op het databankenrecht van WMS. Weborama heeft 27.8000 logfiles gextraheerd, waarvan zij 110 files hebben overgelegd, zodat van opvragen en hergebruiken van de gehele databank van WMS geen sprake is.

“Volgens de memorie van toelichting is van het opvragen of hergebruiken van een substantieel gedeelte van de inhoud van een databank sprake wanneer een zodanig gedeelte van de databank wordt overgenomen dat de opvrager of hergebruiker daardoor substantieel profiteert van de commerciële waarde van de databank, dan wel substantiële schade toebrengt aan de databankproducent. Gesteld noch gebleken is dat Weborama met het opvragen van de gegevens geprofiteerd heeft van, dan wel substantiële schade toegebracht heeft aan WMS c.s. Gezien het geringe aantal files (27.800, althans 110 van 1 miljoen) dat Weborama heeft opgevraagd, derhalve nog geen 3%, heeft zij in kwantitatief opzicht geen substantieel deel van de op Webstats aanwezige gegevensverzameling geraadpleegd. Van een substantieel deel in kwalitatief opzicht is naar het oordeel van de rechtbank ook geen sprake, nu slechts URL’s zijn opgevraagd.”

Volgens de Voorzieningenrechter is voorts mening dat ook geen sprake is van herhaald en systematisch opvragen en hergebruiken van niet substantiële delen van de inhoud van een databank in de zin van artikel2 lid 1 sub b Dbw. Weborama heeft immers slechts één keer opdracht gegeven om URL’s van de databank van WMS op te vragen. Van “uitmelken” van de databank van WMS is geen sprake.

Ook is handelen in strijd met artikel 5a Dbw niet vast komen te staan. Op grond van artikel 5a Dbw handelt degene die doeltreffende technische voorzieningen omzeilt en dat weet of redelijkerwijs behoort te weten, onrechtmatig. WMS heeft onvoldoende gesteld waaruit zou moeten blijken dat het bestand robot.txt. een doeltreffende technische voorziening is en Weborama deze voorziening heeft omzeild.

Met betrekking tot de overige vorderingen van WMS overweegt de rechtbank als volgt:

“Ten aanzien van het handelen van Weborama in strijd met de gebruikersvoorwaarden van WMS c.s. is de rechtbank met Weborama van oordeel dat WMS c.s. door het op haar website vermelden van gebruikersvoorwaarden c.q. algemene voorwaarden niet eenzijdig een recht kunnen voorbehouden dat zij anders niet bezitten. Zij kunnen ook niet zonder meer door het gebruik van gebruikersvoorwaarden de rechten van anderen beperken. WMS c.s. hebben niet duidelijk gemaakt op grond waarvan zij dat wel zouden kunnen doen anders dan door het claimen van rechten waarvan het bestaan in het voorgaande al is afgewezen.”

Ook acht de rechtbank de mogelijkheid van schade voor WMS niet aannemelijk. De vorderingen van WMS worden dan ook afgewezen met veroordeling van WMS in de volledige proceskosten ad EUR 14.818,88.

Lees het vonnis hier.

IEF 5597

Faits Divers

Vakbondsinspanningen. “FNV KIEM breekt nadrukkelijk een lans voor het komen tot betere afspraken op het terrein van auteursrechten en naburige rechtentoepassingen. (…) FNV KIEM vindt het van het grootste belang dat de wereld onder ogen ziet dat werkenden in de kunst-, cultuur en mediasector vaak voor hun primaire inkomen mede afhankelijk zijn van deze geldstroom. Goede voorbeelden hiervan -als gevolg van vakbondsinspanningen – zijn te vinden in een zogenaamde mediaregeling voor orkestmusici in de cao voor orkesten. En verder is ook door toedoen van de vakbond veel opgebouwd in regelingen rond auteursrechten voor musici en uitvoerende kunstenaars die door instellingen als Norma, Buma/Stemra etc. worden uitgevoerd.”

Lees hier meer (fnv.nl).

Links naar rechts. “Latexfalt leidde Chinese werknemers op, zodat ze zelf het asfalt aan konden brengen. ,,Natuurlijk moet je dan een afweging maken, want Chinezen schrijven van links naar rechts: ’copyright’ wordt ’right to copy’. Als je een westerse machine ziet staan, zijn ernaast een stuk of vijf lokale duplicaten te vinden. Chinezen zijn scherpe zakenmensen.”

Lees hier meer (ad.nl).

Logo Deventer heeft lookalikes. “Toeval? Absoluut. Toch is het opmerkelijk dat het nieuwe logo van de gemeente Deventer - het verbeeldt water, de brug en stad en land - wel iets wegheeft van dat van Rijkswaterstaat. (…) Voor de duidelijkheid: er is hier absoluut geen sprake van plagiaat. (…) “voor  een leek lijken ze inderdaad wel op elkaar, maar er zijn ook aanzienlijke verschillen'', meldt een woordvoerder. 

Lees hier meer (destentor.nl).

Niet nu. “De SP gaat een andere naam kiezen voor haar landelijke kwartaalkrant. De naam NU-krant is namelijk een inbreuk op het merkrecht van Ilse Media, uitgever van de bekende onafhankelijke nieuws website NU.nl.  De SP en Ilse Media hebben als onderdeel van hun regeling afgesproken dat de SP de eerste aflevering van de krant mag verspreiden, maar daarna verder zal gaan onder een andere naam. De SP vergoedt de juridische kosten van NU.nl en maakt daarnaast een bedrag van EUR 10.000 over aan Amnesty International.”

Lees hier meer (sp.nl).

Buma.  “Weblogs die muziekfilmpjes van videosites integreren op hun site hebben voorlopig nog niets te vrezen van de Buma/Stemra.  Donderdag ontstond opschudding onder bloggers omdat de organisatie een naar eigen zeggen 'premature' e-mail verstuurde waarin stond dat het op die manier aanbieden van filmpjes een licentie vereist.  Buma/Stemra liet weten die inbedding van de filmpjes als een 'nieuwe openbaarmaking' te zien 'waarvoor een regeling moet worden aangegaan'.

(...) Noortje de Bakker van Buma/Stemra zegt dat het niet de bedoeling was dat MOMI deze tweede mail zou krijgen. "Het is zo dat we sinds begin dit jaar een nieuwe afdeling hebben die zich bezighoudt met online muziek. In dat kader worden de sites aangeschreven," zegt ze. "Een aantal van die aanbieders is nu aangeschreven over die geïntegreerde opname van filmpjes, maar dat was prematuur." Buma/Stemra onderzoekt wel hoe ze met dat fenomeen om moet gaan.

Lees hier meer (nu.nl). 

Politie-logo. De Rotterdamse ondernemer Marco Tomassen moet 12 februari voor de rechter verschijnen voor het verkopen van T-shirts met daarop een parodie op het logo van de politie.
 (…) Op de shirts staan respectievelijk de woorden ‘Corrupt’ en ‘Poep’. Op de O is een logo geplaatst dat iets weg heeft van het politielogo.

Lees hier meer (ad.nl).