Uitspraak ingezonden door Manon Rieger-Jansen en Clemens Molle, Bird & Bird.
Geen verwarringsgevaar door beschrijvende bestanddelen tekens en merken
BenGH 15 juni 2022, IEF 20799, IEFbe 3475; C 2021/8 (The a2 Milk Company tegen MJN U.S. Holdings) Zie ook C 2020/19, C 2020/20. Mead Johnson Nutrition ontwikkelt en verkoopt zuigelingenvoeding, en is deposant van drie verschillende “A2”-merken. The a2 Milk Company ontwikkelt en verkoopt allerhande melkproducten die het zogenoemde “A2-bèta-caseine-eiwit” bevatten, en is houder van verschillende “a2”-merken. Het BBIE heeft de oppositie van The a2 Milk Company tegen de merkaanvragen afgewezen, met als spil in haar overwegingen de beschrijvendheid van het element “A2” / “a2” voor melk en melkproducten. The A2 Milk Company heeft beroep ingesteld. Naar aanleiding van het HvJ EU Equivalenza-arrest rees de vraag op welke momenten een beschrijvend karakter van een merk een rol speelt; bij de beoordeling van de overeenstemming tussen teken en merk, of pas bij de globale beoordeling van het verwarringsgevaar.
HR Conclusie A-G: belang van verdediging betrokken standpunt prevaleert
HR Conclusie A-G 3 juni 2022, IEF 20797, IT 3977; ECLI:PHR:2022:529 (Eiser tegen verweerder en Springfield) Eiser is een advocaat die onrechtmatige uitlatingen gedaan zou hebben over verweerder. Verweerder is eveneens advocaat. In deze zaak gaat het over de vraag of eiser onrechtmatig heeft gehandeld jegens verweerder. Ter beoordeling van deze vraag dient een afweging gemaakt te worden tussen enerzijds het belang van verweerder om verschoond te blijven van beschadigingen van zijn eer of goede naam en anderzijds het belang van eiser bij het in een procedure naar voren kunnen brengen van hetgeen men dienstig acht ter verdediging van het betrokken standpunt. Bij deze beoordeling dient er groot gewicht toe te komen aan de vrijheid van advocaten en hun partijen. Advocaten moeten in staat zijn om hun eigen belang en dat van hun cliënten te dienen. Aan deze vrijheid zitten echter wel grenzen. Het hof oordeelde in deze zaak dat het belang van verweerder zwaarder weegt dan het belang van eiser. Het hof wees de vordering van verweerder tot rectificatie van door eiser gedane uitlatingen toe. Eiser stelt cassatie in tegen deze uitspraak van het hof. A-G Snijders meent dat het cassatieberoep gegrond is onder meer omdat het niet gaat om of de inschattingen van de bijdrage die de uitlatingen zouden kunnen hebben in deze zaak, juist waren. Het gaat er enkel om of eiser heeft kunnen en mogen menen dat het belang van zijn cliënten werd gediend. A-G Snijders roept op tot vernietiging van het arrest van het hof.
Met dank aan Bas Kist, Chiever.
Conflict tussen supermarkten Lidl enTesco
In het Verenigd Koninkrijk is een interessant conflict ontstaan tussen discounter Lidl en Tesco, de grootste supermarkt van het land. Volgens het Duitse Lidl maakt Tesco met zijn nieuwe logo voor een kortingskaart inbreuk op de merkrechten van Lidl.
Lidl logo zonder tekst
Lidl heeft niet alleen zijn logo met de merknaam Lidl als merk laten beschermen, maar bezit ook een merkregistratie van het logo zonder tekst: een gele cirkel met rode rand tegen een blauwe achtergrond. Lidl meent dat Tesco probeert te profiteren van de reputatie van dit Lidl-merk. Ter ondersteuning van zijn claim heeft Lidl een marktonderzoek laten doen, waaruit moet blijken dat consumenten het Lidl-logo ook herkennen zonder het woord Lidl.
Inhoudsopgave IER
Inhoudsopgave van het tijdschrift Intellectuele Eigendom en Reclamerecht (IER), nummer 2022-03.
Vizier
Nr. 17. Consultatie voorontwerp auteurscontractenrecht / Mr. dr. J.M.B. Seignette, p. 143
Artikelen
Nr. 18. Upcycling – op het snijvlak van duurzaamheid en intellectuele eigendom / N.Q. Dorenbosch, p. 147
Uitlatingen over medewerkers ING vinden onvoldoende steun in feiten
Vzr. Hof Amsterdam 10 mei 2022, IEF 20793, IT 3975; ECLI:NL:GHAMS:2022:1414 (Vrouwe Justitia in Verval tegen ING en Rox Legal) Vrouwe Justitia in Verval heeft op haar website een aantal uitlatingen gedaan over medewerkers van ING, een advocaat en een drietal notarissen. De te beoordelen vraag is of deze uitlatingen onrechtmatig zijn en moeten worden verwijderd. De voorzitter van Vrouwe Justitia in Verval heeft al jarenlang een conflict met ING, waarover vele juridische procedures zijn gevoerd. De voorzitter is in bijna alle procedures in het ongelijk gesteld. Zij is het daar niet mee eens en noemt op haar website de bankmedewerkers, advocaat en notarissen ‘misdrijfplegers’, ‘bedriegers’ en ‘machtsmisbruikers’ en beschuldigt hen van ‘intimidatie’ en ‘corruptie’. De voorzieningenrechter in eerste aanleg heeft geoordeeld dat bepaalde uitlatingen op de website onrechtmatig zijn jegens de betrokkenen en dat Vrouwe Justitia in Verval die uitingen en foto’s moet verwijderen op straffe van verbeurte van een dwangsom. De bedoelde uitlatingen vinden volgens de voorzieningenrechter onvoldoende steun in de feiten. Het hof bekrachtigt de uitspraak van de rechtbank en benadrukt dat de vrijheid van meningsuiting wordt beperkt bij uitingen die onnodig grievend of onrechtmatig zijn.
Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.
Uitzending tv-programma niet onrechtmatig en onzorgvuldig
Rb. Midden-Nederland 15 juni 2022, IEF 20792; zaaknr. 9246026 MC EXPL 21-3571 FB!22 154 (X tegen Vincent en Talpa) Meneer X verwijt producent Vincent en zender Talpa onrechtmatig te hebben gehandeld, omdat hij in het televisieprogramma Betrapt! valselijk zou zijn beschuldigd van het kopen van een auto zonder de aankoopprijs te voldoen. Hij stelt dat Vincent en Talpa hem aldus schade hebben berokkend en hij vordert in deze procedure onder meer een verklaring voor recht dat onrechtmatig is gehandeld en een rectificatie.
De rechtbank oordeelt op de eerste plaats dat meneer X heeft nagelaten te concretiseren dat en waarom Talpa onrechtmatig heeft gehandeld zodat de vorderingen tegen die partij hoe dan ook moeten stranden. De verwijten van meneer X zien op de inhoud van de uitzending, waarvoor Vincent verantwoordelijk is.
Uitspraak ingezonden door Jaap Bremer en Allard van Duijn, BarentsKrans.
Gerede kans dat octrooi wordt herroepen of vernietigd
Rb. Den Haag 21 juni 2022, IEF 20791, LS&R 2081; ECLI:NL:RBDHA:2022:5898 (Novartis tegen Mylan) In dit vonnis heeft de voorzieningenrechter alle vorderingen van Novartis afgewezen en Novartis in de proceskosten veroordeeld. In het tussenvonnis [IEF 20617] en [IEF 20619] had de voorzieningenrechter het door Novartis gevorderde verbod (gebaseerd op onrechtmatige daad) op verhandeling van het generieke product van Mylan vóór verlening van het octrooi (EP 894) al afgewezen. Nu wijst de rechter ook het gevorderde inbreukverbod (voor de periode na octrooiverlening) af, omdat er een serieuze, niet te verwaarlozen kans is dat EP 894 in oppositie zal worden herroepen of in een bodemprocedure voor de Nederlandse rechter zal worden vernietigd.
Geen auteursrechtelijke bescherming in land van oorsprong
Rb. Amsterdam 13 april 2022, IEF 20790; ECLI:NL:RBAMS:2021:8068 (Coast Cycles tegen Phatfour) Coast Cycles heeft een fiets ontworpen genaamd de Buzzraw. Op een later moment brengt Phatfour het FLB-model op de markt. Op grond van het auteursrecht en slaafse nabootsing komt Coast Cycles op tegen het produceren en verkopen van de fatbikes van Phatfour. De Amsterdamse rechter wijst de vorderingen af. Er kan in dit onderhavige geval geen beroep worden gedaan op het auteursrecht, gezien er geen auteursrechtelijke bescherming wordt toegekend aan de ontworpen fietsen van Coast Cycles in het land van oorsprong, de Verenigde Staten. Op grond van de slaafse nabootsing wordt de vordering ook verworpen, omdat de gelijkenissen tussen beide fietsen zijn gegrond in de stijl waarin deze zijn ontworpen.
Kamerbrief over inbreukverboden en proportionaliteit in octrooirecht
Minister Adriaansens (EZK) informeerde gister de Tweede Kamer over inbreukverboden en proportionaliteit in het octrooirecht. Ook beschrijft zij de Nederlandse praktijk en welke omstandigheden de rechter laat meewegen en zij gaat in op de bestaande Belgische en recent gewijzigde Duitse wetgeving.
De 'kamerbrief over inbreukverboden en proportionaliteit in octrooirecht' kunt u hier downloaden.
Spoedeisend belang wegens stroom van klachten over website
Vzr. Rb. Den Haag 16 mei 2022, IEF 20787, IT 3971; ECLI:NL:RBDHA:2022:5503 (KVK tegen de B.V.) De B.V. suggereert op het internet dat zij vergelijkbare diensten aanbiedt als de Kamer van Koophandel omtrent het inschrijven binnen de registers van het KVK en het voorzien van uittreksels van het handelsregister. De Kamer van Koophandel vordert van de B.V. dat haar websites offline worden gezet en de domeinnamen van deze websites op naam van het KVK worden gesteld, en het stoppen van het gebruik van het woordmerk KVK in de advertenties van de B.V. Aldus de rechtbank heeft de KVK in dit geval spoedeisend belang bij behandeling van dit geschil, gezien er een grote hoeveelheid klachten over de dienstverlening van de B.V. bij haar binnenkomt. Vervolgens oordeelt de rechter dat het daarnaast aannemelijk is, dat de KVK schade leidt door de kwaliteit van de diensten van de B.V. Hierdoor worden de eerder besproken vorderingen van de KVK toegewezen.