Artikel ingezonden door Dirk Visser en Paul Kreijger, Visser, Schaap & Kreijger.
Consultatie Wet wijziging auteurscontractenrecht
Op 4 april jl. is de internetconsultatie voor het voorstel voor de ‘Wet wijziging auteurscontractenrecht’ gestart.
Op het eerste gezicht technische materie voor de absolute IE-specialist. Maar het raakt tal van branches en bedrijven die contracteren met auteurs en andere makers over de exploitatie van hun werk, zoals educatieve en literaire uitgeverijen, nieuwsuitgevers, audiovisuele producenten, platenmaatschappijen, televisie-aanbieders, omroepen en freelance makers (fotografen, schrijvers, journalisten etc.).
Lees hier het artikel 'Consultatie Wet wijziging auteurscontractenrecht' van Dirk Visser en Paul Kreijger uit Bedrijfsjuridische berichten (Bb).
De internetconsultatie vindt u hier.
Verzoek aan minister om toelichting op status wetsvoorstel Auteurscontractenrecht
Minister Weerwind voor Rechtsbescherming is verzocht de Kamer een brief te doen toekomen met daarin een toelichting op de status van de Wet wijziging auteurscontractenrecht. Ook wordt gevraagd in deze brief in te gaan op de vraag of de minister bereid is een bemiddelende rol te vervullen in de discussie over het schrappen van de uitzondering voor video on demand van artikel 45d, tweede lid van de Auteurswet.
Bron: Tweede Kamer.nl
Life Sciences Patent Litigation team stapt over naar Pinsent Masons
Door enkele recente overstappen is het voormalige Life Sciences Patent Litigation team van Taylor Wessing overgestapt naar Pinsent Masons. Pinsent Masons heeft onder andere door deze aanwinsten een unieke groep van Life Sciences-specialisten bij elkaar gebracht, om cliënten binnen die sector over de volle breedte te kunnen bedienen. Met de overstap van het Taylor Wessing team (Judith Krens, Marthe Riewald en Maud de Haas) heeft Pinsent Masons zijn positie in de Nederlandse Life Sciences-advocatuur versterkt.
Google niet aansprakelijk voor nepadvertenties
Rb. Amsterdam 18 mei 2022, IEF 20723, IT 3937; ECLI:NL:RBAMS:2022:2638 (Eiser tegen Google) Zie primair ook het eerste vonnis in deze reeks: [IEF 20722] In dit tweede vonnis inzake de Jort Kelder nepadvertenties en tweets, staan de advertentiediensten van Google centraal. De omstandigheden van het eerdere vonnis zijn vergelijkbaar met dit vonnis. Er worden nepadvertenties verspreid met de foto en naam van Jort Kelder met het doel gebruikers over te halen om te investeren in cryptovaluta. Kelder stelt vervolgens dat Google te weinig heeft gedaan om de nepadvertenties met gebruik van zijn portret en naam te verwijderen. De rechtbank oordeelt daarentegen dat dit niet het geval is en benadrukt, net zoals in het geval van Twitter, dat de partij achter de advertenties dient te worden aangesproken. In tegenstelling tot het vonnis van Twitter, lukt het Kelder in deze procedure jegens Google wel om de gegevens te verkrijgen van diegene achter de advertenties.
Twitter niet aansprakelijk voor nepadvertenties
Rb. Amsterdam 18 mei 2022, IEF 20722, IT 3936; ECLI:NL:RBAMS:2022:2637 (Eiser tegen Twitter) Kort geding. Jort Kelder heeft zowel Twitter als Google [IIEF 20273] voor de rechter gedaagd in verband met nepadvertenties die werden geplaatst met gebruik van hun advertentiediensten. In dit eerste vonnis van de rechtbank staan de advertentiedienst en tweets van Twitter centraal. Op het platform van Twitter zouden nepadvertenties en tweets worden verspreid met de foto en naam van Jort Kelder met het doel gebruikers over te halen om te investeren in cryptocurrency en andere financiële producten. Volgens Kelder had Twitter te weinig gedaan om te voorkomen dat de nepadvertenties en tweets werden verspreid op het platform. De rechter oordeelt dat Twitter hiervoor niet aansprakelijk is, omdat voldoende voorzorgsmaatregelen zouden zijn getroffen om de verspreiding van nepadvertenties en tweets te voorkomen. Hierdoor kan Twitter geen verwijt worden gemaakt. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de partijen achter de advertenties en tweets. De eis om Twitter te verplichten om gegevens van de partijen achter de advertenties en tweets te verschaffen aan Kelder wordt afgewezen, gezien de vordering onvoldoende zou zijn onderbouwd.
In-house day voor IE-studenten
Are you a Dutch-speaking, enthusiastic and curious law student, in the third year of your Bachelors or Master's degree? And are you keen to explore the IP practice of our firm? This is your chance to "try out De Brauw". Apply for our IP In-house Day on Friday 3 June 2022!
Lees verder >>
Ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.
Geen rectificatie uitzending Marktplaatsoplichter
Ktr. Rb. Noord-Nederland 3 mei 2022, IEF 20720, IT 3935; zaaknr.: 9372487 CV EXPL 21-6048 (Eiser tegen NoordKaap TV Producties) In het TV-programma "Stegeman op de Bres" uit 2020, dat geproduceerd wordt door Noordkaap TV Producties, staat het onderwerp oplichting op Marktplaats centraal. In deze uitzending kwamen diverse gedupeerden van een bepaalde 'Marktplaatsoplichter' aan het woord die hun verhaal deden over de misstanden van de gekochte producten. Eiser vordert onder meer rectificatie van de beschuldigingen binnen de aflevering en een schadevergoeding. Voor aanvang van de civielrechtelijke zitting wordt de betreffende eiser veroordeeld voor oplichting van een groot aantal mensen, waaronder gedupeerden die in de aflevering te zien zijn. Volgens de kantonrechter heeft de uitzending een maatschappelijk belang, waarbij de inbreuk in de privacy van eiser beperkt blijft. Immers is het gezicht van eiser geblurd en is zijn achternaam niet genoemd. Dat zijn woonplaats is genoemd is functioneel, net als de opnamen die zijn gemaakt in de woning van eiser. De kantonrechter concludeert tot slot, dat het uiten van de mening van Noordkaap, art. 10 EVRM, prevaleert boven het recht van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van eiser, art. 8 EVRM. De rechtbank wijst de vorderingen van eiser vervolgens af, waaronder de schadevergoeding.
Ingezonden door: Paul Reeskamp, DLA Piper
Platform aansprakelijk voor merkinbreuk
Hof Den Haag 17 mei 2022, IEF 20718; ECLI:NL:GHDHA:2022:7645 (Light In The Box tegen Hikvision) De beveiligingsproducten van Hikvision worden vanuit een Aziatische website aangeboden binnen de EU. In eerste aanleg, zie [IEF 19337], heeft de rechtbank geoordeeld dat het aanbieden van de beveiligingsapparatuur inbreuk maakt op het merkenrecht van Hikvision. Light In The Box (LITB) brengt vier grieven tegen het vonnis van de rechtbank in, maar het gerechtshof verwerpt de aangevoerde grieven en bekrachtigt het vonnis. Met de eerste grief stelt LITB dat niet zij aansprakelijk dient te worden gehouden voor het aanbieden van de producten, maar dat zij slechts het aanbieden ervan faciliteert. Op grond van jurisprudentie wordt deze grief verworpen. Ook de omstandigheid dat LITB impliciete toestemming had van Hikvision is volgens zowel de rechtbank als het hof in hoger beroep onvoldoende onderbouwd en slaagt tevens niet.
Alv en studiemiddag Vereniging voor Auteursrecht op 17 juni
De alv en studiemiddag van de Vereniging voor Auteursrecht vindt plaats op vrijdag 17 juni a.s. om 13.30 uur bij de Tolhuistuin in Amsterdam. De middag zal in het teken staan van het Auteurscontractenrecht.
Tot 4 juli 2022 ligt het voorontwerp tot wijziging van het auteurscontractenrecht ter consultatie voor. De wijzigingen hebben tot doel de positie van de maker tegenover de exploitant nader te versterken. In het voorontwerp worden onder andere de volgende wijzigingen voorgesteld:
Aanpassing vormvereisten om de kloof tussen theorie en praktijk te dichten
- Schending aktevereiste voor overdracht auteursrecht wordt gesanctioneerd (artikel 2 Aw)
- Voor exploitatieovereenkomsten (overdracht en exclusieve licentiering) wordt schriftelijkheidsvereiste geïntroduceerd. Bij ontstentenis van een schriftelijke overeenkomst wordt geacht een niet exclusieve licentie te zijn verleend (art. 25ba Aw).
Juridische inbedding van de “herroeping” van het auteursrecht ingeval van non usus
- ontbinding exploitatieovereenkomst wegens non usus wordt vervangen door opzegging exploitatieovereenkomst wegens non usus (artikel 25e Aw)
HvJ EU conclusie A-G: uitspraak over reconventionele vordering is mogelijk
HvJ EU Conclusie A-G 5 mei 2022, IEF 20715, RB 3654, IEFbe 3450; ECLI:EU:C:2022:366 (KP tegen Gemeinde Bodman-Ludwigshafen) In september 2018 heeft Gemeinde Bodman-Ludwigshafen reclame gemaakt voor het plukken en proeven van appels in het kader van een rit met een aanhangwagen van een tractor die bestemd is voor de appeloogst, een "Apfelzügle". De term "Apfelzügle" is tevens een ingeschreven Uniewoordmerk van KP. KP is vervolgens naar de Duitse rechter gegaan in verband met het gebruik van diens merk in het reclamespotje van de Gemeinde Bodman-Ludgwigshafen. Vervolgens staat de vraag centraal binnen de procedure of de rechtbank nog bevoegd is om uitspraak te doen over de reconventionele vordering tot nietigverklaring van het merk, nadat de houder van dat merk de oorspronkelijke hoofdvordering wegens inbreuk heeft ingetrokken. De A-G concludeert dat dit mogelijk zou moeten zijn in het licht van art. 124 onder d en art. 128 van verordening 2017/1001.