IEF 22219
2 september 2024
Uitspraak

Prejudiciële vragen merkenrecht: is een verkeerd vermeld oprichtingsjaar misleidend?

 
IEF 22218
2 september 2024
Artikel

Openbare raadpleging over ambachtelijke en industriële geografische aanduidingen

 
IEF 22217
2 september 2024
Artikel

Artikel Bernt Hugenholtz: Prompts tussen vorm en inhoud: de eerste rechtspraak over generatieve AI en het werk

 
IEF 3990

Verborgen miljoenen

Webwereld bericht over de "verborgen miljoenen van De Thuiskopie". "We worden gestraft voor het feit dat we te voorzichtig zijn geweest met het verdelen van de thuiskopievergoedingen", verdedigt Andre Beemsterboer zich. Beemsterboer is directeur van stichting Centrum voor Dienstverlening Auteurs- en aanverwante Rechten, kortweg Cedar.

Dat het College van Toezicht Auteursrechten (CvTA) eind maart kritiek uitte op de resterende thuiskopiegelden, begrijpt Beemsterboer niet helemaal. "Ze klagen over overdeelde gelden, maar ze vergeten dat het verdeelreglement dat hiervoor is opgesteld, door hen zelf is goedgekeurd", aldus Beemsterboer. In dat regelement is vastgesteld dat rechthebbenden soms wel tot vijf jaar terug claims kunnen indienen. 

De Cedar-voorman kan zich erg opwinden over de media-aandacht waarin ongenuanceerd wordt gesproken over een bankrekening van 57 miljoen euro. "Dat klopt gewoon niet, omdat een aantal organisaties de thuiskopiegelden pas binnen drie tot vijf jaar uitkeert." Daardoor moet het tegoed dat als reserve wordt bewaard, groter zijn."

Lees hier meer.

IEF 3989

Niet aan het alfabet

Webwereld bericht dat Google Engeland een rechtszaak voorbereidt tegen een Nederlander die het woord 'google' in zijn domeinnamen gebruikt. “ De Nederlander Marcel van der Werf heeft een aantal domeinnamen op zijn naam staan waarin het woord 'Google' voorkomt, zoals Googledatingsite.nl, Googleonlineshop.com, Googlecommunity.nl en Googlestore.nl. Dit tot ergernis van het Amerikaanse internetbedrijf die dit bestempelt als inbreuk op het handelsmerk.

De Nederlander vindt het niet logisch dat Google boos reageert. "Een merk is gekoppeld aan een product, maar niet aan het alfabet. De naam in het adresbalk is een methode om een computer te bereiken. Het is slechts een aanduiding en geen merk", stelt Van der Werf.

Van der Werf heeft het conflict met Google in Engeland omdat enkele sites van hem, waaronder Googledatingsite.nl, werden gehost in Engeland. "De hostingprovider heeft daar - na aandringen van Google - de database losgekoppeld van de Googledatingsite, waarna ik de database heb verhuisd naar Rusland", vertelt Van der Werf, "want in Rusland hebben Amerikanen niet zoveel te vertellen."

Lees hier meer.

IEF 3988

Vijftig euro

“Carnavalsvereniging De Deurzetters boos over naheffing van Buma Stemra” bericht BN De Stem. “Vijftig euro moeten de organisatoren van de verlichte carnavalsoptocht betalen. ‘Wij organiseren de optocht wel, maar de muziek wordt gedraaid door de wagenbouwers en andere deelnemers. Daar kunnen wij verder niets aan doen’ zegt secretaris Wim Kokke van de vereniging.

‘Dat is ook niet belangrijk’, reageert woordvoerster Noortje Bakker van BumaStemra. ‘De organisatie moet ons betalen. Dat is zo geregeld.’ (…)  We schrijven geen organisaties aan. In principe moet iedereen die muziek gebruikt auteursrechten betalen. Dat staat in de Auteurswet en iedere Nederlander wordt geacht de wet te kennen.’

Lees hier meer.

IEF 3987

Vlaamse auteurs

“De Vlaamse auteurs en uitgevers willen een beter fiscaal statuut voor de inkomsten uit auteursrechten. Auteurs bevinden zich op dit moment in een onzekere situatie. Afhankelijk van de interpretatie van de lokale belastingcontroleur worden inkomsten uit auteursrechten aangegeven als beroepsinkomsten, diverse inkomsten of roerende inkomsten, wat telkens een verschillend nettoresultaat oplevert. Aan die rechtsonzekerheid moet een einde komen, vinden zowel auteurs- als uitgeversverenigingen."

Lees hier meer. (Knack.be).

IEF 3986

Standbeeld

Stichting Brein en kinderporno, column op Planet.nl van Arjan Dasselaar. “Dat idee is het volgende: geef de Stichting Brein de auteursrechten op alle tot dusver door de Nederlandse politie in beslag genomen kinderporno. (…) Ik kwam op dit (mag ik wel zeggen) ronduit briljante idee door het bericht dat Stichting Brein auteursrechtschenders mag laten gijzelen. (…)  Ik hoor u al roepen: maar dat betekent dat kinderporno legaal zou worden. Heb ik aan gedacht. Uiteraard nemen we tegelijkertijd een wet aan waarin de minimumprijs van één plaatje wordt gesteld op 100 miljoen euro. (…) Brein zou vervolgens dusdanige hoge schadevergoedingen kunnen eisen dat pedofielen geen geld meer overhouden voor een computer. Bij wanbetaling kunnen die pedofielen zelfs gegijzeld worden. (…) Alle Nederlandse gemeenten zouden een standbeeld oprichten ter ere van Tim Kuik, de man die Nederland kinderpornovrij maakte.”

Lees de volledige column hier.

IEF 3985

Een improviserende bijdrage

bs.JPGBjorn Schipper (Bousie advocaten): Crossover sessies uit de losse pols. Improvisatie door sessiemuzikanten in het schemergebied van jazz en dance. Eerder gepubliceerd in Muziekwereld 2007/2.

“In deze bijdrage ten behoeve van de Dag van de Nederlandse Jazz ga ik in op de auteursrechtelijke en nabuurrechtelijke aspecten ervan en sta ik stil bij de positie van de (jazz)sessiemuzikant die een improviserende bijdrage levert aan een dance productie. Aan de hand van het voorbeeld van de opname van een optreden van een DJ met een (jazz)sessiemuzikant wordt de juridische materie verduidelijkt. Wie komt in zo’n geval welke rechten toe en waarom eigenlijk?”

Lees het gehele artikel hier.

IEF 3984

Zig-zag

zig-zag.bmpRechtbank Haarlem, 16 mei 2007, HA ZA 06-1399. Cassini Spa tegen Loods 5 Zaandam B.V. c.s. (met dank aan Helen Maatjes, Intellectueel Eigendom Advocaten)

Geschil over Rietvelds Zig-Zag stoel, verkocht in Loods 5, maar niet door Loods 5, de beheerder van de loods/ woonfactory outlet, maar door een zelfstandige deelnemer in de loods. Overeenkomst met de al dan niet vertegenwoordigingbevoegde Stichting Beeldrecht.

Cassini is sinds 1927 een meubelfabrikante en verkoopt onder meer de Zig-Zag stoel van Rietveld, op basis van een overeenkomst tussen Stichting Gerrit Th. Rietveld, Stichting Beeldrecht en Cassini.

Stichting Beeldrecht heeft Halola, een van de deelnemers die door Loods 5 in de gelegenheid wordt gesteld om hun producten te verkopen, aangesproken op het zonder toestemming van Beeldrecht nabootsen van Rietvelds zig-zag stoel.

Bij brief van haar directeur laat Halola weten alle stoelen uit de winkel zijn gehaald en de verkoop te hebben gestaakt. Inmiddels waren 188 stoelen verkocht. Beeldrecht laat weten alsnog een vergoeding te ontvangen voor het ongeautoriseerd vermarkten van plexiglazen reproducties van de zizagstoel. Halola betaalt het voorgestelde bedrag. Twee maanden later worden Loods 5 en Halola door Cassina gesommeerd haar inbreukmakend en onrechtmatig handelen te staken. In deze procedure vordert Cassina onder meer dat Loods 5 en Halola wordt verboden inbreuk te maken op verschillende Rietveld meubelen.

Loods 5 en Halola betwisten de gestelde inbreuk niet. Zij beroepen zich erop dat zij reeds op de inbreuk op de auteursrechten van Rietveld zijn aangesproken door Beeldrecht en een minnelijke regeling ter zake hebben getroffen. Cassina stelt dat de minnelijke schikking uitsluitend namens de auteursrechthebbende is getroffen voor wat betreft de door haar geleden schade, te weten de gederfde royalty's.

De rechtbank overweegt dat onder omstandigheden geen beroep kan worden gedaan op de onbevoegdheid van de vertegenwoordiger, met name indien schijn van bevoegdheid is gewekt door verklaringen of gedragingen van de vertegenwoordigde, dan wel door andere feiten. In het onderhavige geval oordeelt de rechtbank dat het gerechtvaardigd vertrouwen van Loods 5 en Halola bescherming verdient, onder meer door de gevoerde correspondentie door (de advocaat van) Beeldrecht, waarin uitsluitend de term 'vergoeding' is gebruikt, en geen onderscheid is gemaakt tussen gederfde royalty's en schadevergoeding. De getroffen regeling tussen Halola en Beeldrecht geldt ook voor Loods 5, aangezien de eerste sommatiebrief van Beeldrecht aan Loods 5 was gericht. De vorderingen van Cassina worden afgewezen en Cassina wordt veroordeeld in de proceskosten.

Lees het vonnis hier (niet geheel scherpe verveelvoudiging).

 

IEF 3983

Sub b-gevallen

mni.JPGRechtbank 's-Gravenhage, 16 mei 2007, HA ZA 06-2956, Bayerische Motoren Werke AG tegen New Mini Parts B.V., tevens h.o.d.n. Mini Parts en Mini Parts International.

Merkinbreuk. Ontoelaatbaar refererend (auto)merkgebruik. BMW/Deenik-leer van toepassing. Gemeenschapsmerk MINI kan niet worden ingeroepen tegen oudere handelsnaam. Geen volledige proceskostenveroordeling.

Gedaagde voert reeds 15 jaar onder de naam Mini Parts een onderneming in de reparatie- en onderhoud van gebruikte auto's en onderdelen van het merk MINI. Zij maakt tevens gebruik van de domeinnaam miniparts.nl voor haar website. BMW vordert een verbod op het gebruik van haar merk MINI en beroept zich daarbij op haar Benelux- en gemeenschapsmerkregistraties. De rechter stelt de inbreuk echter alleen vast op grond van de door BMW ingeroepen Beneluxmerken.

Het beroep van gedaagde dat zij op grond van het arrest BMW/Deenik geoorloofd refererend gebruik maakt van de merken van BMW om bij het publiek aan te kondigen dat zij MINI-specialist is, faalt. De rechter merkt allereerst op dat gedaagde strikt genomen niet het merk MINI – een gelijk teken; “sub a-geval” – gebruikt, maar overeenstemmende tekens; een “sub b-geval”. (4.9.)

“Veronderstellenderwijs aannemend dat deze criteria (uit o.a. het BMW/Deenik-arrest, red.) voor refererend merkgebruik voor “sub a-gevallen” mutatis mutandis kunnen worden losgelaten op “sub b-gevallen” als de onderhavige, gebruikt New Mini Parts naar het oordeel van de rechtbank (de kenmerkende elementen uit) de woord- en gecombineerde woord/beeldmerken MINI inderdaad zodanig, dat geen sprake is van geoorloofd refererend merkgebruik, maar daarentegen van gebruik op een wijze die de indruk kan wekken dat een bijzondere relatie tussen BMW en New Mini Parts bestaat in de zin van vorenbedoelde commerciële band, zodat haar gebruik van het teken MINI te ver gaat (…).” (4.10.)

Het gegeven dat gedaagde al 15 jaar ongestoord haar handelsnamen voert, leidt er volgens de rechter toe dat BMW als Gemeenschapsmerkhouder daartegen geen bezwaar kan maken. “(…) Nu is komen vast te staan dat New Mini Parts haar handelsnaam Mini Parts al lang voorafgaand aan de registratiedata van de Gemeenschapsmerken van BMW hanteert, wordt in die zin het beroep van New Mini Parts op haar oudere handelsnaamrechten gehonoreerd, dat BMW’s vorderingen gebaseerd op de ingeroepen Gemeenschapsmerken moeten stranden en derhalve worden afgewezen. Dat laat BMW’s ook ingeroepen geldige Beneluxmerken als gezegd onverlet.” (4.20.)

Voor wat betreft het gebruik van de handelsnamen en de domeinnaam (het “ander gebruik”) merkt de rechter nog het volgende op: “ [de] aangevoerde merkinbreukgrond “ander gebruik” baseert BMW niet alleen op art. 2:20 lid 1 sub d BVIE, maar blijkens haar dagvaarding en pleitnota ter comparitie eveneens op art. 9 lid 1 sub d Gemeenschapsmerkenverordening. Dat laatste is tevens (vgl. ook 4.20.) ondeugdelijk, omdat dat artikellid niet bestaat en een Gemeenschapsmerk, anders dan een Beneluxmerk geen “sub d”-grondslag kent (…).” (4.23.)

De gevorderde proceskosten worden door de rechter aanzienlijk gematigd op basis van de billijkheid, omdat het merkgebruik van gedaagde al 15 jaar door (de rechtsvoorgangers van) BMW ongemoeid is gelaten. (4.25.)

Lees het vonnis hier.

IEF 3982

Een lichtblauwe rinkelende wekker

zvrx.JPGVoorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 26 april 2007, KG ZA 07-239. GlaxoSmithKline Consumer Healthcare B.V. tegen Pronovamedical B.V. c.s. (met dank aan Annemarie Kwaspen, Lovells).

Misleidende en vergelijkende reclame voor koortslipcrème. De televisiecommercial van gedaagde en de uitlatingen op haar website zijn denigrerend, onvoldoende onderbouwd en in strijd met artikel 6:194a lid 2 sub a, c en e BW.Geen verbod tot verhandeling créme. Een kop-staart vonnis is gewezen op 26 april,  de bijbehorende overwegingen dateren van 15 mei.

GSK, producent van Zovirax koortslip, is in Nederland marktleider op het gebied van producten tegen een koortslip en heeft een marktaandeel van meer dan 50%. In reclameuitingen voor  Zovirax gebruikt GSK een vrouwengezicht met op haar lippen een lichtblauwe (rinkelende) wekker, bedoeld als 'alarmbel' voor een opkomende koortslip.

Pronova brengt sinds januari 2006 de koortslippencrème Prevner op de markt. De televisiecommercial voor Prevner start met een afbeelding van een lichtblauwe rinkelende wekker met daarin de letter 'Z'. Vervolgens verschijnt tube Prevner koortslippencrème in beeld die boven op de rinkelende wekker valt en deze verbrijzelt. Op hetzelfde moment verschijnt de volgende tekst in beeld (die ook wordt gesproken): 'Het is tijd voor een koortslippencrème die werkt'.

GSK stelt dat er sprake is van vergelijkende en misleidende reclame. De reclamerechtelijke vorderingen, o.a verbod en rectificatie, worden grotendeels toegewezen. De vordering tot een verbod van verhandeling van Prevner, omdat gedaagde niet voldaan zou hebben aan de wet- en regelgeving voor medische hulpmiddelen, wordt afgewezen.

“Vast staat (en door Pronova is niet weersproken) dat in de in het geding zijnde commercial sprake is van vergelijkende reclame in de zin vat artikel 6:194, eerste lid, BW. De televisiecommercial voor Prevner verwijst volgens de voorzieningenrechter impliciet naar Zovirax Koortslip, door het gebruik daarin van een lichtblauwe rinkelende wekker die nagenoeg identiek is aan de Zovirax Koortslip wekker. Ook het Z-logo op de wijzerplaat van de 'Prevner'-wekker lijkt qua kleurstelling, schrijfwijze en vormgeving op de Zovirax zoals afgebeeld in de Benelux beeldmerken. De tekst ‘Het is tijd voor een koortslippencrème die werkt' verwijst impliciet naar de bestaande koortslipproducten, en in het bijzonder naar Zovirax. Hierbij speelt een rol dat zeer aannemelijk is dat Zovirax onder gebruikers van koortslipmiddelen een grote bekendheid geniet vanwege haar grote marktaandeel.” (5.3)

“Door de wijze waarop de Prevner tube de Zovirax Koortslip wekker verbrijzelt laat Pronova zich kleinerend uit over het product Zovirax Koortslip van GSK. Pronova breekt GSK en Zovirax Koortalip letterlijk en figuurlijk af. Volgens vaste rechtspraak mag dit alleen als 'de kritische noot' in de mededeling, advertentie of commercial gegrond is, dus op waarheid berust. Daarvan is in het onderhavige geval, zoals hierna zal worden besproken, onvoldoende gebleken. De  gevorderde veroordeling tot staking van de vertoonde televisiecommercial zal daarom worden toegewezen en zich ook uitstrekken tot een hieraan soortgelijke televisiecommercial waarin direct of indirect afbreuk wordt gedaan aan het merk Zovirax.” (5.4)

“De voorzieningenrechter volgt het standpunt van GSK dat de commercial door de combinatie van de tube Prevner die de Zovirax Koortslip wekker verbrijzelt met de tekst ‘Het is tijd voor een koortslippencrème die werkt', de suggestie wekt dat Prevner effectiever is dan en / of superieur is aan Zovirax. Sterker nog, er wordt zelfs de suggestie gewekt dat Zovirax in het geheel niet werkt. Deze vergelijking van Pronova is, in het licht van de voorgaande overweging, alleen geoorloofd indien deze ziet op alle wezenlijke en relevante kenmerken van de vergeleken producten en wordt onderbouwd door cotroleerbaar, extern en objectief wetenschappelijk bewezen onderzoek. In de onderhavige televisiereclame is er geen sprake van, maar ook nauwelijks ruimte voor een dergelijke objectieve vergelijking. Ook om deze reden kan de daarvan uitgaande suggestie als misleidend worden beoordeeld en de televisiereclame worden verboden.” (5.6)

De (wetenschappelijke) onderbouwing van de genoemde stelling op de website van Prevner, waarnaar in de commercial wordt verwezen, acht de voorzieningenrechter onvoldoende.

Lees het vonnis hier.

IEF 7740

Brein vs. Techno Design: Facilitating piracy deemed unlawful

The Court of Appeal of Amsterdam, 15 June 2006, Judgment in the summary proceedings, in the case between Stichting Brein and Techno Design “Internet Programmering” B.V.

"It must be pointed out that Techno Design obtained income from its search engine. Its income from advertising increased as it attracted more visitors to its website, and it had a larger market for the ringtones it was offering for sale. The number of visitors depended on the scope which its search enige offered for finding mp3 music files, largely unauthorised mp3 music files: more links to mp3 music files meant more visitors. Techno Design therefore not only enabled its visitors to download unauthorisex mp3 music files, it went one step further: its enterprises or the turnover made therewith was largely based, or at any rate to an important extent based on the availability of unauthorisex mp3 music files."

"The conclusion that Techno Design is acting tortiously is not impeded by the fact that it warned its visitors against downloading unauthorised mp3 music files. That warning is inadequate, as it wrongly ignores the reality – of which Techno Design was aware – that most of its visitors were looking for unauthorised mp3 music files and that they tended to completely ignore such a warning. Techno Design was therefore nog entitled to assume that its warning would prevent an infringement of copyrights and neighbouring rights."
"Finally, the fact that it is not yet easy, technically, to ensure that a search engine distinguishes between authorized and unauthorised mp3 music files under the conditions in which Techno Design operatesd does not give Techno Design any relevant excuse for its actions."

Read the entire judgment here (judgment made available by Bas Vissers, Stichting Brein).

 

IEFenglish