IEF 22146
22 juli 2024
Uitspraak

Executiegeschil tussen Loendersloot en MHCS c.s.

 
IEF 22143
22 juli 2024
Uitspraak

Degene die zelf deelneemt aan publiek debat moet dulden dat deze uitingen verder verspreid worden

 
IEF 22135
19 juli 2024
Artikel

Memes in een juridische notendop: EU vs Amerika

 
IEF 19672

Bijdrage ingezonden door Antoon Quaedvlieg, RU Nijmegen en KLOS cs.

Antoon Quaedvlieg: VOD en de niet-EU filmmakers en -auteurs

Noot van Antoon Quaedvlieg, hoogleraar industriële eigendom en auteursrecht, bij het Eindrapport Evaluatie Auteurscontractenrecht.

Op 1 september 2020 hebben het IVIR en de Universiteit Leiden gezamenlijk het licht gegeven aan een lijvig Eindrapport Evaluatie Auteurscontractenrecht. Het rapport bespreekt onder meer de mogelijkheid van verruiming van de plicht tot wettelijke proportionele billijke vergoeding van art. 45d lid 2 Aw. Die plicht geldt (kort gezegd) in het geval van iedere uitzending van het filmwerk, maar niet in geval van (online) ter beschikking stelling. De huidige wet kent die vergoeding slechts toe aan een beperkte categorie van makers (de hoofdregisseur en de scenarioschrijver van het filmwerk); het rapport wil dat uitbreiden naar alle makers. Daarnaast zondert art. 45d, lid 2 in zijn huidige vorm als gezegd gevallen van (online) beschikbaarstelling met zoveel woorden uit. Het rapport hanteert in navolging van de praktijk de term VOD-exploitatie ((Video on demand). Voor VOD-exploitatie geldt de plicht om een proportionele billijke vergoeding krachtens art. 45d, lid 2 dus niet. Er bestaat echter wel een VOD-regeling op vrijwillige basis voor een proportionele vergoeding. Daarover bestaat, stelt het rapport, in de praktijk echter veel onvrede. Het rapport staat daarom de invoering voor van een wettelijke VOD-heffing.
Lees hier verder.

IEF 19669

Inbreuk dierenarmbandjes leidt alsnog tot proceskostenveroordeling

Hof Den Haag 8 dec 2020, IEF 19669; (Spin Master tegen X), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-dierenarmbandjes-leidt-alsnog-tot-proceskostenveroordeling

Hof Den Haag 8 december 2020, IEF 19669; C/09/564478/ HA ZA 18-1222 (Spin Master tegen X) Eiser is een wereldwijd opererende speelgoedproducent en heeft in februari 2018 het product Twisty Petz geïntroduceerd. Dat zijn verzamelbare armbanden die kunnen veranderen in dieren. Eiser is houdster van de Uniemerk en Gemeenschapsmodelrechten. Gedaagde exploiteert een groothandel in speelgoed. Zij heeft bij haar klanten reclame gemaakt met het product Twisty Petz en de verkoop hiervan op haar website aangekondigd. In eerste aanleg heeft de rechtbank het gevorderde verbod op het Uniemerk en de Gemeenschapsmodelrechten toegewezen, maar heeft op de auteursrecht gebaseerde vordering afgewezen, [IEF 18735]. Daarnaast werd gedaagde niet veroordeeld in de proceskosten omdat partijen over en weer op punten in het ongelijk waren gesteld. Nu gedaagde heeft erkend dat de producten auteursrechtelijk beschermde werken zijn, wordt de vordering op auteursrechtinbreuk alsnog toegewezen. Ook wordt geoordeeld dat gedaagde in eerste aanleg moet worden aangemerkt als in het ongelijk gestelde partij en dus veroordeeld moet worden in de proceskosten.

IEF 19679

Uitspraak ingezonden door Gino van Roeyen, LAWNCH.

Merkenrecht komt toe aan Sharpsight

Hof Den Haag 28 dec 2020, IEF 19679; (Sharpsight tegen Medical Workshop), https://ie-forum.nl/artikelen/merkenrecht-komt-toe-aan-sharpsight

Hof Den Haag 22 december 2020, IEF19679, LS&R 1898; C/09/575985 KG ZA 19-581 (Sharpsight tegen Medical Workshop) Zie ook [IEF 18761] en [IEF 18810]. Medical Workshop is een totaalleverancier op het gebied van de oogheelkunde. Sharpsight houdt zich bezig met het ontwerpen en vermarkten van optische apparaten. Arluso is bestuurder en enig aandeelhouder van Sharpsight. A. Gonçalves is bestuurder van Arluso. Gonçalves is oogarts en houder van een aantal octrooien in verband met oogheelkunde. Het octrooi ziet op een hulpmiddel voor het vereenvoudigen van intra-vitreale injecties. Op basis van de Licentieovereenkomst heeft Medical Workshop het alleenrecht gekregen het product te produceren en verkopen. Medical Workshop is daarnaast houdster van het Uniewoordmerk INVITRIA en is van plan om na afloop van de licentieovereenkomst de naam Invitria te gaan gebruiken voor andere producten.

IEF 19680

Manon Cordewener is nieuwe office managing partner bij Hogan Lovells in Amsterdam

Litigation partner Manon Cordewener (54) van het internationale advocatenkantoor Hogan Lovells is benoemd tot nieuwe Office Managing Partner van het kantoor in Amsterdam. Zij neemt deze rol per 1 januari 2021 over van Jan de Snaijer, die het kantoor ruim zes jaar heeft geleid.

Manon Cordewener is sinds 1997 aan Hogan Lovells verbonden en geeft leiding aan het Litigation team in Amsterdam. Zij is in het bijzonder gespecialiseerd in commerciële geschillen, ondernemingsrechtelijke geschillen, collectieve acties en faillissementsprocedures. Industriesectoren waarin zij actief is zijn onder meer: automotive, diversified industrials, financial institutions en consumer. Manon is eveneens verantwoordelijk voor al het door kantoor Amsterdam verrichte pro-bono werk en is als Citizenship partner mede verantwoordelijk voor al het vrijwilligerswerk dat door de medewerkers van kantoor wordt verricht.

IEF 19678

Mr. S.K. Martens Academie 2021

Na een bijzondere jaar waarin we 16 deelnemers mochten feliciteren met de afronding van de postacademische specialisatie-opleiding IE- en procesrecht in de commerciële praktijk aan de Mr. S.K. Martens Academie, staan we klaar voor de studenten van 2021!
 
We kijken met plezier terug op de zes fysieke en tien online bijeenkomsten die we organiseerden voor de eerste deelnemers. Bijeenkomsten waarin we ons hebben verdiept in niet minder dan 39 onderwerpen over het IE (proces)recht. Het was intensief, leerzaam en bracht goede onderlinge contacten.

IEF 19677

Uitspraak ingezonden door Jacqueline Schaap en Patty de LeeuweVisser Schaap & Kreijger.

Uitzending Kassa over matrassenverkoper niet onrechtmatig

Hof Arnhem-Leeuwarden 22 dec 2020, IEF 19677; ECLI:NL:GHARL:2020:10723 (X tegen BBN VARA), https://ie-forum.nl/artikelen/uitzending-kassa-over-matrassenverkoper-niet-onrechtmatig

Hof Arnhem-Leeuwarden 22 december 2020, IEF 19677: ECLI:NL:GHARL:2020:10723 (X tegen BNN-VARA) BNN-VARA produceert het consumentenprogramma Kassa. In een uitzending van 2015 is aandacht besteed aan appellant en zijn bedrijf. Het item is gebaseerd op een klacht van mevrouw die in juli 2014 een tweetal matrassen bij het bedrijf heeft besteld, zeer gunstige voor mensen met rugklachten. In het item komt naar voren dat de matrassen niet worden geleverd. In het item wordt appellant daarom geïnterviewd in zijn privéwoning. Appellant heeft een verklaring voor recht gevorderd dat de uitzending onrechtmatig is. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen. In hoger beroep is de vraag of BNN-VARA met het item in de uitzending van het televisieprogramma onrechtmatig tegenover appellant heeft gehandeld.

IEF 19676

Uitspraak ingezonden door Ranee van der Straaten en Floris de Vriend, Banning.

Label doTerra een auteursrechtelijk werk

Rechtbank Rotterdam 21 dec 2020, IEF 19676; C/10/606481 /KG ZA 20-983 ((doTerra c.s. tegen Y)), https://ie-forum.nl/artikelen/label-doterra-een-auteursrechtelijk-werk

Vzr. Rechtbank Rotterdam 21 december 2020, IEF 19676; C/10/606481 /KG ZA 20-983 (doTerra c.s. tegen Y) DoTerra Holdings is een Amerikaanse onderneming die essentiële oliën produceert en vermarkt. Zij verkoopt haar essentiële oliën ook in Nederland. DoTerra c.s. gebruikt in Nederland sinds 2009 labels op haar flesjes etherische oliën. DoTerra Holdings stelt rechthebbende te zijn op de vormgeving van het label. Gedaagde drijft sinds september 2013 een eenmanszaak. Zij handelt eveneens in essentiële oliën. De essentiële oliën worden onder andere online verkocht en gedaagde maakt daarbij gebruik van een etiket. De etiketten die gedaagde op de door haar verhandelde flesjes gebruikt, zijn volgens doTerra c.s. in hoge mate overeenstemmend met het label van doTerra c.s. DoTerra c.s. vordert om gedaagde te veroordelen om elke inbreuk op de auteursrechten van doTerra c.s. en iedere verhandeling van deze flesjes te staken. Nu de Amerikaanse doTerra Holdings stelt auteursrechthebbende op het label te zijn, dient eerst beoordeeld te worden of naar Amerikaans recht auteursrecht kan rusten op het label. Omdat het gaat om de bescherming van het label en niet van een gebruiksvoorwerp, kan de Nederlandse auteursrechtelijke werktoets worden toegepast. Daarbij wordt geoordeeld dat, mede gelet op de combinatie van kleurstelling, de vaste positionering van de merknaam en de positionering van de kaders, er gesproken kan worden van een auteursrechtelijk werk in de zin van artikel 10 van de Auteurswet. 

IEF 19675

Artikel ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird.

Wouter Pors: Beperking van processtukken in hoger beroep onjuist en onacceptabel

Per 1 april 2021 willen de Gerechtshoven de omvang van de Memorie van Grieven en de Memorie van Antwoord beperken tot 25 pagina’s (en in octrooizaken mogelijk tot 60 pagina’s). In omvangrijke en complexe zaken betekent dit dat partijen hun argumenten niet goed voor het voetlicht kunnen brengen, terwijl er geen wettelijke grondslag is voor deze maatregel. Het echte probleem is bovendien niet de omvang van processtukken, maar de kwaliteit. In dit artikel van Wouter Pors wordt uitgelegd waarom deze maatregel niet door mag gaan.

IEF 19667

Uitzending Human niet onrechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 9 nov 2020, IEF 19667; ECLI:NL:RBMNE:2020:4838 (Eiser tegen HUMAN), https://ie-forum.nl/artikelen/uitzending-human-niet-onrechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 9 november 2020, IEF 19667; IT 3363; ECLI:NL:RBMNE:2020:4838 (Eiser tegen Vereniging Investeer In Human) Medialogica is een programma dat wordt uitgezonden door Human. In het programma wordt onderzocht hoe publieke opinie tot stand komt. Op 26 mei 2020 is er een uitzending geweest met als thema de boerenprotesten en het stikstofdebat, en of dit kon omslaan in wantrouwen tegenover het RIVM en de overheid. In dat kader is eiseres geïnterviewd. Zij is freelance onderzoeksjournalist en heeft onderzoek gedaan naar de rekenmodellen die het RIVM gebruikt, die ten grondslag liggen aan het stikstofbeleid. Eiseres kan zich echter niet vinden in het beeld dat van haar is neergezet en vordert dat Human de reportage verwijdert. Human weerspreekt dat de uitzending onrechtmatig is. Om te oordelen of de publicatie onrechtmatig is, moeten twee maatschappelijke belangen worden afgewogen. Enerzijds, het recht op eerbiediging van de eer en goede naam en anderzijds het recht om met een programma publieke aandacht te kunnen vragen voor misstanden die de samenleving raken. Beoordeeld moet worden of de inhoud van de uitlatingen in het programma zodanig van aard is dat de aangevoerde bezwaren de verwijdering rechtvaardigen. De voorzieningenrechter komt tot het oordeel dat dit niet het geval is. De belangenafweging valt uit in het voordeel van de uitingsvrijheid.

IEF 19670

HvJ EU: beantwoording prejudiciële vragen over bewijslast gezondheidsclaims

HvJ EU 10 sep 2020, IEF 19670; ECLI:EU:C:2020:693 (Konsumentombudsman tegen Mezina AB), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-beantwoording-prejudici-le-vragen-over-bewijslast-gezondheidsclaims

HvJ EU 9 september 2020, IEF 19670, RB 3472, LS&R 1895, IEFbe 3163; ECLI:EU:C:2020:693 (Konsumentombudsman tegen Mezina AB) Mezina is actief op het gebied van het vervaardigen en het in de handel brengen van natuurlijke remedies en voedingssupplementen. Bij het in de handel brengen van deze producten, gebruikt Mezina gezondheidsclaims. De verordening nr. 1924/20061 regelt dat, bij etikettering van en de reclame voor levensmiddelen, er voor moet worden gezorgd dat de stoffen waarvoor een claim wordt gedaan, een bewezen heilzaam nutritioneel of fysiologisch effect hebben. De richtlijn 2005/29 beschermt de consument en verbiedt handelaren een verkeerde indruk te geven van de aard van producten. De Konsumentombudsman heeft beroep ingesteld om daarmee Mezina te verbieden deze gezondheidsclaims te gebruiken. De behandeling van de zaak is geschorst en het Hof wordt de prejudiciële vragen gesteld of de bewijslast op de handelaar rust die een bepaalde gezondheidsclaim doet of op de autoriteit die de nationale rechter verzoekt de handelaar te verbieden deze claim nog te gebruiken. Geoordeeld wordt dat de betrokken exploitant de gebruikte claim met algemeen aanvaard wetenschappelijk bewijs dient te onderbouwen.