Verwarringsgevaar tussen handelsnamen beveiligingsbedrijven
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 17 augustus 2020, IEF 19952; ECLI:NL:OGEAC:2020:331 (Sparta tegen Spartan) Sparta en Spartan exploiteren allebei een beveiligingsbedrijf. Zowel Sparta als Spartan houden kantoor in de wijk Pietermaai te Curaçao. Sparta, als bedrijf met het oudere handelsnaamrecht, vordert dat Spartan het gebruik van de handelsnaam 'Spartan' staakt. Het Gerecht oordeelt dat het gebruik door partijen van hun handelsnamen tot verwarring bij het publiek kan leiden. Hierom stelt zij Sparta in het gelijk en veroordeelt zij Spartan tot het kiezen van een andere handelsnaam.
Uitspraak ingezonden door Olivier Vrins, ALTIUS.
Hoger beroep merkinbreuk afgewezen
Hof van beroep Brussel 6 mei 2021, IEF 19947, IEFbe 3217, 2014/AR/217 (Appellante tegen Louis Vuitton) Appellante meent dat Louis Vuitton een inbreuk heeft gepleegd jegens haar eigen merk. In eerdere aanleg is geoordeeld dat dit niet het geval was gezien het onderscheidend vermogen en de reputatie van Louis Vuitton. Hier is appellante tegen in beroep gegaan, maar tevergeefs. Het hof van beroep heeft deze afgewezen in dit vonnis.
Vacature: merkengemachtigde bij DLA Piper
DLA Piper zoekt een Merkengemachtigde ter versterking en uitbreiding van het IP-team en in het bijzonder het merkenbureau. In deze rol adviseer je over de bescherming van merken, modellen, domeinnamen en auteursrecht. Je dagelijkse werkzaamheden bestaan o.a. uit het uitvoeren van merkonderzoeken, merkregistraties en merkbewakingen, wereldwijd. Je bent betrokken bij onderhandelingen, het opstellen en beoordelen van juridische documenten, zoals verklaringen en overeenkomsten, het voeren van opposities en het begeleiden of opstarten van andere juridische procedures, zowel in binnenland als buitenland (via DLA Piper collega’s of correspondenten). Als Merkengemachtigde werk je intensief samen met DLA kantoorgenoten in binnen- en buitenland en ben je samen met de Partner, een medewerker en de twee merkassistenten verantwoordelijk voor de uitvoering van het merkenbureau.
Lees verder.
Uitspraak ingezonden door Emmanuel Cornu en Eric De Gryse, Simont Braun en Andreas Reygaert, Fencer.
Gebruikelijk tegelpatroon leidt niet tot modelinbreuk
Hof van beroep Brussel 30 maart 2021, IEF 19943, IEFbe 3214; 2015/AR/1943 (Grosfillex tegen Dumaplast) Grosfillex is sedert 2012 houder van een Gemeenschapsmodel voor een decoratief paneel, voornamelijk gebruikt in badkamers. Dumaplast brengt eveneens quasi identieke decoratieve panelen op de markt. Grosfillex betoogt dat Dumaplast inbreuk pleegt op haar Gemeenschapsmodel. Dumaplast vordert van haar kant de nietigverklaring van het Gemeenschapsmodel wegens gebrek aan eigen karakter. Dumaplast steunt daarbij op enkele anterioriteiten waarvan de meest relevante het tegelpatroon is uit 2011 dat wordt toegepast op keramische tegels. Met extensieve verwijzing naar het Group Nivelles arrest van het Hof van Justitie (C-361/15P), oordeelt het Hof van Beroep te Brussel dat bij de beoordeling van het eigen karakter wel degelijk rekening moet worden gehouden met het oudere model niettegenstaande de vaststelling dat het ouder model (keramische wandtegels) tot een andere sector behoort dan het Gemeenschapsmodel (wandpanelen).
Inhoudsopgave BIE 2021-2
Inhoudsopgave van de nieuwe editie Berichten Industriële Eigendom 2-2021.
Artikelen
Een pleidooi voor herbezinning in FRAND-zaken − Jelle Drok en Romy Siebelink 70
You can’t have your cake and eat it too – over risicoverdeling bij handhaving van octrooirechten − Een kritische beschouwing naar aanleiding van Rb. Den Haag 14 oktober 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:10160 (Menzis/AstraZeneca) − Rutger Kleemans en Romy Siebelink 82
Film 'De Oost' hoeft geen disclaimer aan begin op te nemen
Vzr. Rechtbank Amsterdam 11 mei 2021, IEF 19944, IT 3512; ECLI:NL:RBAMS:2021:2347 (FIN tegen New Ams) De film “De Oost” hoeft niet te worden voorzien van de door de Stichting Federatie Indische Nederlanders (FIN) gewenste disclaimer. De FIN eiste dat voorafgaand aan de film zou worden vermeld dat het militair ingrijpen van Nederland volgde op de Bersiap, dat de film geen volledige of waarheidsgetrouwe weergave van de geschiedenis beoogt te zijn en dat in de film feiten en fictie zijn vermengd. Volgens de voorzieningenrechter handelen de makers echter niet onrechtmatig met hun weigering om een disclaimer op te nemen zoals door FIN geëist. Deze stelt dat een verplichte toevoeging van een disclaimer voorafgaand aan de film een vorm van preventieve censuur zou zijn. Dat zou alleen rechtmatig zijn als de film zelf tot onherstelbare schade zou leiden.
Inhoudsopgave BIE 2021-1
Inhoudsopgave Berichten Industriële Eigendom aflevering 1, 2012.
Artikelen
De gedachte achter het ondoorgrondelijke: het hoe, wat en waarom van de wezenlijke waarde van de waar − Jorn Torenbosch 2
Hot Topics from the United States: 2020 Intellectual Property Law
Highlights − Eversheds Sutherland US IP Group 14
Berichten uit het buitenland
Frankrijk 2020 − Rein-Jan Prins 25
Terugblik
Procesrecht/sancties 2020 − Titia Deurvorst en Constant van Nispen 38
Handelsnaam- en domeinnaamrecht 2020 − Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht 41
Online CIER-lezing door Sir Robin Jacob over Brexit en IE
Op de eerste CIER-lezing (die van aanstaande maandag 17 mei door Rianne van Rooden over het IP Action Plan) volgt snel een tweede. Op woensdag 23 juni spreekt Sir Robin Jacob over de gevolgen van de Brexit voor het IE-recht in het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie.
Ter stimulering en verdieping van het debat zullen twee referenten, Luke McDonagh en Alexander Tsoutsanis, ingaan op de verwachte IE-ontwikkelingen in het VK en de Brexitkwesties waar de IE-praktijk mee worstelt.
Sir Robin Jacob heeft aangeboden in zijn lezing specifiek in te gaan op kwesties die de deelnemers interessant vinden. Suggesties kunt u indienen via secretariaatMIWPI@uu.nl.
Mede vanwege onzekerheid over de corona-beperkingen zal de lezing online plaatsvinden. Als u zich aanmeldt via secretariaatMIWPI@uu.nl, ontvangt u de link. Deelname is gratis. Met deelname zijn 2 NOvA-opleidingspunten te verdienen.
Waar: online via Teams
Wanneer: woensdag 23 juni 2021, van 15:00 tot 17:00 uur
Het bijzondere van octrooirechtelijke vertalingen
Hendriks & James Legal Translations is in 2002 opgericht door Nynke Hendriks en Ian James Gaukroger. Zij vertalen vaak in IE-zaken en hebben uitgebreide ervaring met octrooizaken.
Nynke Hendriks heeft in Engeland gestudeerd en is afgestudeerd in Nederlands Recht. Zij heeft haar eindscriptie over de octrooirechtelijke bepalingen in het TRIPs-verdrag geschreven dat in artikelvorm in IER is gepubliceerd.
Ian James Gaukroger is Engels en opgegroeid in Zimbabwe. Op 18-jarige leeftijd is hij naar Londen vertrokken om te studeren. Hij blonk op school uit in natuur- en scheikunde en heeft zijn belangstelling voor de techniek altijd behouden.
Hoe gaan jullie te werk bij octrooirechtelijke vertalingen?
Ian: het eerste wat we doen bij een octrooirechtelijke vertaling is op zoek gaan naar het onderliggende octrooi. En dan in bijzonder naar conclusie 1 van dat octrooi. Een goed begrip van die conclusie is ons anker tijdens de verdere rechtsprocedure.
Nynke: het blijft interessant hoe juristen op grond van hetzelfde octrooi de meest tegenstrijdige posities kunnen verdedigen. Die posities zijn doorgaans gestoeld op zeer technische details. Het is zaak om die ook helder te houden bij het vertalen van de juridische argumentatie, anders sla je al snel de plank mis.
Uitspraak ingezonden door Sjors van der Hoeven en Chantal van den Engel, LAWFOX advocaten.
Diving sleutelhangers maken inbreuk op M&M-merken
Rechtbank Den Haag 14 april 2021, IEF 19940; ECLI:NL:RBDHA:2021:3746 (M&M tegen Duiksport) M&M verkoopt online duikbenodigdheden en aanverwante producten. Zij is houder van de zogenaamde M&M-merken, waaronder een rode sleutelhanger met de tekst 'Remove befor dive'. Duiksport importeert en exporteert duiksport-, zwemsport- en outdoor artikelen, waaronder rode sleutelhangers met de tekst ‘remove before diving’ (hierna: ‘het teken’). M&M stelt dat Duiksport inbreuk maakt op artikel 9 lid 2 sub b UMVo, op grond waarvan een merkhouder een derde die niet zijn toestemming heeft verkregen, kan verbieden om in het economisch verkeer een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met het merk te gebruiken voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten waarvoor het merk is ingeschreven, indien daardoor bij het relevante publiek verwarring kan ontstaan. Duiksport wordt in het ongelijk gesteld. Het teken stemt verwarringwekkend overeen met de M&M-merken in de zin van art. 9 lid 2 sub b UMVo.