IEF 22169
31 juli 2024
Uitspraak

Vragen aan Grote Kamer EOB over interpretatie van artikel 69 EOV

 
IEF 22168
31 juli 2024
Uitspraak

Niet elk streeppatroon maakt inbreuk op de merken van Adidas, aldus de Duitse rechter

 
IEF 22167
31 juli 2024
Uitspraak

Verzoek tot versnelling beroepsprocedure wordt afgewezen

 
IEF 16046

Prejudiciële vragen over vordering tot rectificatie en materiële schade als gevolg van internetpublicatie: in elke lidstaat of land met centrum van belangen?

HvJ EU 23 mrt 2016, IEF 16046; (Bolagsupplysningen tegen Svensk Handel), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-vordering-tot-rectificatie-en-materi-le-schade-als-gevolg-van-internetpubli

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 23 maart 2016, IEF 16046; IEFbe 1838; IT 2091; C-194/16 (Bolagsupplysningen tegen Svensk Handel)
Minbuza: Verzoeksters hebben een vordering ingesteld tegen de Zweedse firma Svensk Handel (verweerster). Zij eisen rectificatie van onjuiste informatie die verweerster over verzoekster I heeft gepubliceerd alsmede een schadevergoeding, en voor verzoekster II vergoeding van immateriële schade. Verweerster heeft verzoeksters op een ‘zwarte lijst’ op haar website geplaatst wegens vermeend bedrog en oplichterij. Gevolg is dat verzoeksters bedreigd zijn (oproep tot geweld, een poederbrief) en dat hun activiteiten in Zweden nu nagenoeg stilliggen. Verweerster heeft geweigerd de informatie te verwijderen. Zij stelt dat er geen nauwe band is tussen het geding en de Estse rechter en er dan ook geen reden is af te wijken van artikel 4 van Vo. 1215/2012 en artikel 7, pt 2 toe te passen.

De rechter in eerste aanleg oordeelt zich onbevoegd omdat volgens de op de zaak toepasselijke Vo. 1215/2012 geen beroep kan worden gedaan op artikel 7, pt 2: de schade is niet in Estland ingetreden. De ‘onjuiste informatie’ is in het Zweeds gesteld en derhalve in Estland niet begrijpelijk. Schade in Estland is niet aangetoond. Verzoeksters gaan in beroep waarin de uitspraak in eerste aanleg wordt bevestigd. Zij stellen dan hoger beroep in bij de verwijzende rechter.

IEF 16045

Negen jaar op de markt, dus spoedeisend belang ontbreek

Rechtbank Den Haag 17 jun 2016, IEF 16045; ECLI:NL:RBDHA:2016:6803 (B.Braun tegen Becton Dickinson), https://ie-forum.nl/artikelen/negen-jaar-op-de-markt-dus-spoedeisend-belang-ontbreek

Vzr. Rechtbank Den Haag 17 juni 2016, IEF 16045; LS&R 1337 ECLI:NL:RBDHA:2016:6803 (B.Braun tegen Becton Dickinson)
Octrooirecht. B.Braun heeft intraveneuze katherders met een hypodermale naald en naaldbeschermingssamenstel in haar assortiment, waarvoor zij octrooi houdt EP2319556B1; een tweede divisional van een moederoctrooi. Ook Becton heeft al negen jaar een vergelijkbaar product Venflon Pro Safety IV Catheter (hierna: VPS) op de markt, waarvan zes jaar na de aanvrage. Er is geen sommatie gestuurd, dus het spoedeisend belang ontbreekt. De vordering wordt afgewezen.

IEF 16044

IE Zomer Forum Congres - 7 juli

Volkshotel, Amsterdam, donderdag 7 juli 2016, 13.00 - 17.30 uur (inschrijven)
Als de conclusie van de Advocaat-Generaal [IEF 15842] in de Geen Stijl-Britt Dekker-zaak door het HvJ EU wordt gevolgd, is met winstoogmerk opzettelijk hyperlinken naar evident illegale bronnen straks geen auteursrechtinbreuk. Vermoedelijk is het naar Nederlands recht wel onrechtmatig. Maar wanneer precies? Hoe moet het verder met het auteursrecht als verveelvoudigingen overal en altijd plaatsvinden en het openbaarmakingsrecht (ook) te kort schiet? Loopt alles straks via de onrechtmatige daad en de aansprakelijkheid en de wettelijke verplichtingen van allerlei soort tussenpersonen die moeten helpen bij de bestrijding van illegaal aanbod? Hoe ver gaat die verantwoordelijkheid van tussenpersonen dan? Wie zijn allemaal tussenpersoon? En wat moet een tussenpersoon precies doen?

IEF 16043

Uitspraak ingezonden door Yehudi Moszkowicz, Moszkowicz Advocaten Utrecht.

Voorlopig getuigenverhoor cast en scenarioschrijvers VPRO-serie toegewezen

Rechtbank Noord-Nederland 17 jun 2016, IEF 16043; (Robert Moszkowicz tegen RAAF), https://ie-forum.nl/artikelen/voorlopig-getuigenverhoor-cast-en-scenarioschrijvers-vpro-serie-toegewezen

Rechtbank Noord-Nederland 17 juni 2016, IEF 16043 (Robert Moszkowicz tegen RAAF)
Procesrecht. Verzoeker heeft zijn levensverhaal opgetekend in het boek 'De straatvechter, mijn verhaal'. Ten tijde van mondelinge behandeling voor inzage ex 1019a en 843a Rv, was nog niet bij eindvonnis beslist [zie IEF 16041]. Verzoek tot voorlopig getuigenverhoor [ex 186 Rv] van de voorlopige cast, scenarioschrijvers, regisseur en producenten wordt toegewezen. In beginsel heeft verzoeker recht op een voorlopig getuigenverhoor als bedoeld in artikel 186 Rv, behoudens het bestaan van een afwijzingsgrond. Het doen horen van een twaalftal getuigen kan een op zich gerechtvaardigde wens van de verzoeker zijn, vanwege omvangrijk feitencomplex en verschillende personen over relevante feiten kunnen verklaren. Een groot aantal getuigen is daarom in het algemeen niet in strijd met de goede procesorde.

IEF 16042

Overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht bij Eerste Kamer

Dit wetsvoorstel strekt tot goedkeuring van de overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht, het Rechtspraakverdrag (Tractatenbladen 2013, 92 en 2016, 1) ligt bij de Eerste Kamer. Het Rechtspraakverdrag voorziet in de mogelijkheid van geschilbeslechting met betrekking tot Europese octrooien op internationaal niveau bij het Eengemaakt Octrooigerecht (EOG). Langs deze weg kan bij één instantie een uitspraak worden verkregen met werking in alle overeenkomstsluitende EU-lidstaten. Als gevolg daarvan hoeft een octrooihouder niet langer in iedere overeenkomstsluitende lidstaat waar inbreuk op zijn recht wordt gemaakt afzonderlijk een procedure te starten met betrekking tot die inbreuk.

IEF 16041

Uitspraak ingezonden door Jaap Versteeg, Versteeg Wigman Sprey.

Geen inzage in scenario VPRO-serie over Moszkowicz

Rechtbank Noord-Nederland 17 jun 2016, IEF 16041; ECLI:NL:RBNNE:2016:2878 (R. Moszkowicz tegen RAAF), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inzage-in-scenario-vpro-serie-over-moszkowicz

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 17 juni 2016, IEF 16041; ECLI:NL:RBNNE:2016:2878 (Moszkowicz tegen RAAF)
Bij tussenvonnis [IEF 15979] werd DigiJuris opgedragen te onderzoeken of in de laatste versie van het in beslaggenomen scenario is opgenomen dat de persoon in een slaapkamer heroïne krijgt aangeboden door zijn vriendin/vrouw. Gelet op het deskundigenbericht heeft eiser in het kader van artikel 1019a Rv niet voldoende aannemelijk gemaakt dat hij mogelijk een onderliggende vordering heeft op gedaagden uit hoofde van (een dreigende) schending van het auteursrecht van eiser. De vordering ex 843a Rv voor inzage in het scenario wordt afgewezen.

IEF 16040

Uitspraak ingezonden door Naomi Ketelaar en Jacqueline Schaap, Visser Schaap & Kreijger.

Eigen verantwoordelijkheid voor inbreuk door AEG-plafondlamp in Hornbach-assortiment

Rechtbank Den Haag 17 jun 2016, IEF 16040; ECLI:NL:RBDHA:2016:6901 (Dalen tegen Hornbach), https://ie-forum.nl/artikelen/eigen-verantwoordelijkheid-voor-inbreuk-door-aeg-plafondlamp-in-hornbach-assortiment

Vzr. Rechtbank Den Haag 17 juni 2016, IEF 16040; IEFbe 1836; ECLI:NL:RBDHA:2016:6901 (Dalen tegen Hornbach)
Gemeenschapsmodelrecht. Dalen produceert en verkoopt LED-verlichtingsproducten en is houdester van Gemeenschapsmodelrecht voor een plafondlamp. Hornback biedt type AEG Home Line aan, na verwijzing naar haar leverancier, is een procedure gestart rond de eigen verantwoordelijkheid voor het staken van de inbreuk. Nu de inbreuk door Hornbach niet wordt erkend en er na het afgeven van de onthoudingsverklaring nog producten in winkels zijn aangetroffen, wordt het verbod toegewezen. Weliswaar zijn er bepaalde gegevens verstrekt, maar die vertonen discrepanties en er moet een accountantsrapport worden opgesteld. Staking van inbreuk op het Gemeenschapsmodelrecht wordt bevolen.

IEF 16039

Nieuw concept beleidskader Toezicht cbo's

CvTA 14 april 2016, Beleidskader toezicht collectief beheer 2016 (concept), 14 april 2016. Het bestaande Beleidskader Toezicht dat is vastgesteld in 2013 voor de destijds nieuwe Wet toezicht die per 1 juli 2013 van kracht is geworden, dient geactualiseerd te worden als gevolg van de implementatie van de EU-Richtlijn Collectief Beheer. Deze implementatiewet ligt nu ter behandeling voor bij het parlement en zal naar verwachting per 1 januari 2017 van kracht worden. Met deze derde Wet toezicht zal het aantal organisaties onder toezicht verder toenemen, mede doordat ook de kleinere CBO’s onder toezicht komen te staan, maar tevens doordat een nieuwe categorie organisaties onder toezicht wordt gesteld: de Onafhankelijke BeheersOrganisaties (OBO’s). Daarnaast leidt deze derde Wet toezicht tot een verdere aanscherping van de eisen waaraan de CBO’s (en deels de OBO’s) moeten voldoen. Het betreft verscherpte eisen op het gebied van governance, normering van kosten en inhoudingen, zorgvuldigheid en snelheid van repartitie en verantwoording naar rechthebbenden.

 

IEF 16038

Het NUV is procespartij in deze procedure, evenals de collectieve rechtenorganisaties Lira en Pictoright.

NUV oneens met advies over uitlenen e-books door bibliotheken

Kernvraag van de procedure is of bibliotheken afspraken met auteurs en uitgevers moeten maken om e-books uit te mogen lenen. De advocaat-generaal adviseert het Europese Hof van Justitie vandaag dat bibliotheken voor het uitlenen van e-books geen afspraken meer hoeven te maken. Wel moeten zij een vergoeding betalen voor de uitlening, geldt een systeem van ‘one copy, one user’ en mogen geen illegale e-books worden uitgeleend.

De advocaat-generaal vindt dat het ter beschikking stellen van een e-book vergelijkbaar is met het uitlenen van een traditioneel papieren boek. Bibliotheken moeten volgens de advocaat-generaal op dezelfde manier e-books kunnen uitlenen als gewone boeken, dat wil zeggen, zonder afspraken te maken met auteurs en uitgevers.
Lees verder

IEF 16037

Uitspraak ingezonden door Gie van den Broek, LXA The Law Firm.

Op Marktplaats verhandelde Superdry-producten zouden overjarige en B-keuze zijn

Rechtbank Den Haag 15 jun 2016, IEF 16037; ECLI:NL:RBDHA:2016:6692 (DKH Retail tegen Superdry), https://ie-forum.nl/artikelen/op-marktplaats-verhandelde-superdry-producten-zouden-overjarige-en-b-keuze-zijn

Rechtbank Den Haag 15 juni 2016, IEF 16037; IEFbe 1835; ECLI:NL:RBDHA:2016:6692 (DKH tegen X)
Merkenrecht. Namaak. DKH is houdster van Superdry-beeldmerken. X verhandeld op marktplaats hoodies en polo's voorzien van het teken Superdry. Na aankoop door bedrijfsrecherche is er onderzoek naar de kleding gedaan. De verkoop zou originele, in opdracht van DKH geproduceerde producten zijn afkomstig uit overjarige en zogenaamde B-keuze partijen. Iedere aanwijzing daarvoor ontbreekt en de producten wijken op meerdere punten af. X wordt veroordeeld tot staking van de merken, doen van opgave en moet de producten laten vernietigen.