IEF 22169
31 juli 2024
Uitspraak

Vragen aan Grote Kamer EOB over interpretatie van artikel 69 EOV

 
IEF 22168
31 juli 2024
Uitspraak

Niet elk streeppatroon maakt inbreuk op de merken van Adidas, aldus de Duitse rechter

 
IEF 22167
31 juli 2024
Uitspraak

Verzoek tot versnelling beroepsprocedure wordt afgewezen

 
IEF 15912

Bijdrage ingezonden door Bart Lukaszewicz, Lukaszewicz.

Bart Lukaszewicz - Een beroep op de reportage-exceptie voor Twitteraars en de driestappentoets

Op de reportage-exceptie van art. 16a Aw wordt, in ieder geval in rechte en voor zover ik kan nagaan, zelden een beroep gedaan. Dat kan te maken hebben met het feit dat van oudsher ervan uit wordt gegaan dat een beroep op deze exceptie is voorbehouden aan traditionele (nieuws)media. Een uitspraak van de Engelse rechter van 18 maart 2016 werpt hier een ander licht op (England And Wales Cricket Board Ltd & Anor v Tixdaq Ltd & Anor [2016] EWHC 575 (Ch)).

IEF 15910

Licentieovereenkomst geoctrooieerd proces afwaterzuivering afhankelijk van positief testresultaat

Hof Den Haag 26 apr 2016, IEF 15910; ECLI:NL:GHDHA:2016:1063 (Olaopa tegen BP Raffinaderij), https://ie-forum.nl/artikelen/licentieovereenkomst-geoctrooieerd-proces-afwaterzuivering-afhankelijk-van-positief-testresultaat

Hof Den Haag 26 april 2016, IEF 15910; LS&R 1304; ECLI:NL:GHDHA:2016:1063 (Olaopa tegen BP Raffinaderij)
Contractenrecht. Octrooirecht. Eiser heeft Geoctrooieerd proces voor zuivering van afvalwater van olieraffinaderij (Biological nutritient removal using ‘the Olaopa Process’ - EP 1 196 354 B1. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank die de vorderingen heeft afgewezen. Tussen X en BP is wel een licentieovereenkomst tot stand gekomen is, deze voorwaardelijk was aan het welslagen van de test, waarbij niet is komen vast te staan dat deze voorwaarde is vervuld. De vorderingen op basis van de precontractuele aansprakelijkheid worden afgewezen, de vorderingen kunnen niet worden toegewezen gelet op het (niet aan BP te wijten) mislukken van de test. Het hof bekrachtigt het vonnis.

IEF 15909

Uitspraak ingezonden door Daniëlle Beentjes, I-ee..

Auteursrechtinbreuk foto 'Rotterdam haven bij nacht'

Kantonrechter 17 mrt 2016, IEF 15909; (Dijkstra tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/auteursrechtinbreuk-foto-rotterdam-haven-bij-nacht

Ktr. Rechtbank Noord-Holland 17 maart 2016, IEF 15909 (Dijkstra tegen gedaagde)
Dijkstra is professioneel fotograaf en auteursrechthebbende op de foto 'Rotterdam haven bij nacht’. Gedaagde heeft deze foto op haar website geopenbaard. Er dient te worden beoordeeld of gedaagde schadeplichtig is vanwege auteursrechtinbreuk. Volgens de kantonrechter is het niet relevant dat gedaagde niet de intentie heeft gehad om de foto’s te gebruiken. Daarnaast mag van gedaagde als ondernemer verwacht worden dat zij zich ervan vergewist of de foto auteursrechtelijk beschermd is en wie de maker van de foto is alvorens gebruik te maken van een foto. Gedaagde heeft bewust het risico genomen van auteursrechtinbreuk en is daarom schadeplichtig. De algemene voorwaarden zijn een rechtens aanvaardbaar uitgangspunt om de schade van Dijkstra te begroten.

IEF 15908

Uitspraak ingezonden door Stijn Debaene en Hakim Haouideg, Field Fisher.

The Book Seat werd slechts op Australische lokale marktjes aangeboden, model is nieuw

Belgische gerechten 20 apr 2016, IEF 15908; (Barber tegen BVBA Leuke Dinges), https://ie-forum.nl/artikelen/the-book-seat-werd-slechts-op-australische-lokale-marktjes-aangeboden-model-is-nieuw

Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 20 april 2016; IEF 15908; IEFbe 1781 (Barber tegen BVBA Leuke Dinges)
Modelrecht. Samenloop met octrooirecht. Eiseres ontwikkelt 'The Book Seat', een minizitzak die als boekensteun kan worden gebruikt en heeft hiervoor een octrooi (voor het centrale deel) en gemeenschapsmodel (voor de contouren) verkregen. De distributieovereenkomst met de herverkoper werd verbroken, de Nederlandse agent brengt de identieke 'Lärs boekenhouder" op de markt. Het model is nieuw, omdat het voor de aanvraag slechts op lokale marktjes werd aangeboden en niet (naar HvJ EU Gautzsch Grosshandel IEF 13538; IEFbe 642)  op een internationaal befaamde beurs waaraan voornaamste of meeste (EU) marktdeelnemers deelnamen. Er is duidelijk afstand tot het bestaande vormgevingserfgoed. Door verweerder werden drie inkepingen in het midden afgeschaft, bijgevolg valt het niet binnen het octrooi, maar bij normaal gebruik zijn die niet waarneembaar bij het model. Het vervangen van een lus door een volwaardig handvat is niet relevant voor de modelrechtelijke vergelijking. Er wordt een verbod opgelegd.

IEF 15907

EFTA-adviesvraag over limiet merkenregistratie voor (bekende) beeldhouwwerken waarop geen auteursrecht meer rust

22 mrt 2016, IEF 15907; zaak E-05/16 (Vigeland park), https://ie-forum.nl/artikelen/efta-adviesvraag-over-limiet-merkenregistratie-voor-bekende-beeldhouwwerken-waarop-geen-auteursrecht

Request for an Advisory Opinion van EFTA-Gerecht 22 maart 2016, IEF 15907, IEFbe 1780, zaak E-05/16 (Vigeland park)
Advies gevraagd door Hof van Beroep Oslo voor Intellectuele Eigendomsrechten (Klagenemnda for industrielle rettigheter). Merkenrecht. EFTA (Europese Vrijhandelsorganisatie). Verlopen auteursrecht. Zeer bekende, cultureel waardevolle beeldhouwwerken. In het Vigeland park in Oslo, Noorwegen, staat het grootste beeldenpark ter wereld dat door één kunstenaar is gemaakt, Gustav Vigeland. Tussen 1907 en 1942 zijn er 212 stenen en bronzen beelden gemaakt. Het park is de populairste toeristische attractie van Noorwegen. Is de bekendheid van het werk relevant om een merk te weigeren? Geldt de richtlijn ook voor 2D-weergave van 3D-beeldhouwwerken? Moet een merk worden geweigerd op basis van sectorgebruiken of is beschrijvendheid voldoende?

1. May trademark registration of copyright works, for which the protection period has expired, under certain circumstances, conflict with the prohibition in Article 3(1)(f) of the Trade Marks Directive on registering trademarks that are contrary to 'public policy or … accepted principles of morality'?

IEF 15906

Prejudicieel gestelde vraag: Is transmissie via gemeenschappelijk antenne-installatie met minder dan 500 verbonden deelnemers geen nieuwe uitzending?

HvJ EU 26 apr 2016, IEF 15906; IEF 15906; IEFbe 1779 (AKM), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vraag-is-transmissie-via-gemeenschappelijk-antenne-installatie-met-minder-dan

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 16 februari 2016, IEF 15906; IEFbe 1779; zaak C-138/16 (AKM)
Over de uitleg van artikel 3(1) en 5 van de InfoSoc-richtlijn. Via Minbuza: Verzoekster AKM (Autoren, Komponisten und Musikverleger) is een overkoepelende organisatie op grond van de Wet op de rechtenbeheerders. Conform de wettelijke regeling staat zij onder toezicht van het Oostenrijkse MinJUS. Verzoekster regelt voor de aangesloten leden de rechten op muziekwerken.
Verweerster Zürs.net exploiteert een kabelnetwerk (in Zürs) via welk radio- en tv-uitzendingen integraal worden doorgegeven aan de abonnees. Het gaat om diverse programma’s, zowel van Oostenrijkse als van Duitse origine, publiek en commercieel, en analoog en digitaal. Verzoekster biedt via een glasvezelnetwerk verschillende diensten zoals internet, tv en telefonie. Het betreft hier (de exploitatie van) een ‘antenne-installatie voor kleine gemeenschappen’ in de zin van de OOS auteurswet, en verweerster breidt deze diensten steeds verder uit. In de programma’s worden ook werken uitgevoerd waarvan verzoekster de rechten beheert. Verzoekster eist informatie van verweerster over het aantal abonnees op verschillende tijdstippen en opgave van de op die tijdstippen doorgegeven programma’s. Zij eist subsidiair een vergoeding voor oorspronkelijk niet uit Oostenrijk afkomstige werken (op grond van de Berner Conventie). Verzoekster stelt dat de uitzonderingsbepaling in de Oostenrijk ten behoeve van kleine gemeenschappen strijdig is met verdragen en het EUrecht en wijst op de herziene Berner Conventie (1967/1971). Kabelexploitanten met niet meer dan 500 aansluitingen voldoen niet aan de vereisten van de ‘tweestapstoets’ op basis waarvan beperkingen slechts bij uitzondering mogen worden toegepast. Zij wijst op de jurisprudentie van het HvJEU, waarin met name is bepaald dat aan de ‘mededeling aan het publiek’ een ruime betekenis moet worden gegeven. Verzoekster twijfelt er niet aan dat de door verweerster geëxploiteerde ‘gemeenschappelijke antenne-installatie’ aan de voorwaarden voor ‘mededeling aan het publiek’ in de zin van de RL voldoet, zodat verweerster daarvoor toestemming nodig heeft en een vergoeding zal moeten betalen.
De verwijzende Oostenrijkse rechter (Handelsgericht Wien) legt de volgende vraag voor aan het HvJEU:

Moeten artikel 3, lid 1, respectievelijk artikel 5 van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, respectievelijk artikel 11 bis, lid 1, punt 2, van de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst in de versie van Stockholm/Parijs 1967/1971 aldus worden uitgelegd dat een regeling, waarbij de doorgifte van omroepuitzendingen via “gemeenschappelijke antenne-installaties” zoals die van verweerster in het hoofdgeding
a) niet wordt beschouwd als een nieuwe omroepuitzending wanneer bij de installatie niet meer dan 500 abonnees zijn aangesloten en/of
b) wordt beschouwd als een onderdeel van de oorspronkelijke omroepuitzending wanneer het de gelijktijdige, volledige en onveranderde doorgifte van omroepuitzendingen van de Oostenrijkse omroeporganisatie door middel van binnenlandse leidingen betreft, en deze vormen van gebruik evenmin onder een ander uitsluitend recht van mededeling aan het publiek met een element van afstand in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG vallen, en derhalve niet afhankelijk zijn van de toestemming van de auteur en hiervoor dus ook geen vergoedingsplicht geldt, strijdig is met het Unierecht respectievelijk met het recht van de Berner Conventie als binnen de rechtsorde van de Unie vallende internationale overeenkomst?

IEF 15905

Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram en Vivien Rörsch, De Brauw Blackstone Westbroek.

Imation niet-ontvankelijk in haar cassatieberoep tegen tussenarrest Thuiskopie

Hoge Raad 22 apr 2016, IEF 15905; (Imation tegen Stichting Thuiskopie), https://ie-forum.nl/artikelen/imation-niet-ontvankelijk-in-haar-cassatieberoep-tegen-tussenarrest-thuiskopie

HR 22 april 2016, IEF 15905 (Imation tegen Stichting Thuiskopie)
Procesrecht. De rechtbank heeft niet door een uitdrukkelijk dictum omtrent enig deel van het gevorderde een einde aan het geding gemaakt [IEF 13010]. Het arrest [IEF 14984] van het hof dat daarop volgt is een tussenarrest. Beroep in cassatie van het tussenarrest van het hof kan ingevolge artikel 401a lid 2 Rv slechts tegelijk met dat van het in deze te wijzen eindarrest worden ingesteld. De uitzondering van lid 2 Rv is niet van toepassing en dus is Imation niet-ontvankelijk.

IEF 15904

Reclameboek jurisprudentielunch 2016

Op woensdag 11 mei van 12.00 – 15.15 organiseert eduLex, onderdeel van uitgeverij deLex, weer een jurisprudentiebijeenkomst reclamerecht in Crowne Plaza South te Amsterdam. Dé jaarlijkse bijeenkomst over het reclamerecht. Jan Kabel en Ebba Hoogenraad bespreken belangrijke en actuele jurisprudentie. Aanmelden hier

Jan Kabel spreekt over uitspraken van het HvJ EU en het EHRM op het terrein van oneerlijke handelspraktijken, reclame en direct marketing en de consequenties daarvan voor de Nederlandse praktijk. Het gaat over publiciteit in het vrije beroep, prijsverlagingen, prijsvergelijking en andere vormen van prijsinformatie, voedings- en gezondheidsclaims, marketing voor tabaksproducten en wat er nog meer aan de orde komt in de Europese rechtspraak.

Ebba Hoogenraad geeft een update van beslissingen van de Reclame Code Commissie, het CvB en de rechter: hoe zit het met misleiding, inzake misleiding, uitnodiging tot aankoop, ‘gevoelige’ producten, goede smaak en fatsoen, de definitie van reclame en gezondheidsproducten? Ook processuele aspecten komen aan bod: o.a. het pan-Europees verbod bij vergelijkende reclame, en de discussie over artikel 6:194 versus 6:193a-j BW.

IEF 15903

HvJ EU: Vordering billijke thuiskopiecompensatie is een verbintenis uit onrechtmatige daad volgens EEX

HvJ EU 21 apr 2016, IEF 15903; ECLI:EU:C:2016:286 (Austro-Mechana tegen Amazon), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-vordering-billijke-thuiskopiecompensatie-is-een-verbintenis-uit-onrechtmatige-daad-volgens-e

HvJ EU 21 april 2016, IEF 15903; IEFbe 1778; ECLI:EU:C:2016:286 ; C‑572/14 (Austro-Mechana tegen Amazon)
Auteursrecht. Collectief beheer. Zie eerder IEF 14608. Het hof verklaart voor recht:

Artikel 5, punt 3, EEX-Vo. moet aldus worden uitgelegd dat een vordering strekkende tot betaling van een vergoeding die verschuldigd is krachtens een nationale regeling als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, waarbij het stelsel van „billijke compensatie” wordt toegepast dat is vastgesteld in artikel 5, lid 2, onder b), van InfoSoc-richtlijn, onder het begrip „verbintenissen uit onrechtmatige daad” in de zin van artikel 5, punt 3, van deze verordening valt.

IEF 15902

Bijdrage ingezonden door Joost Becker, Dirkzwager.

Joost Becker - IE-rechten opdrachtgevers niet gewaarborgd in zzp-modelovereenkomst van Belastingdienst

Op 1 mei 2016 treedt de Wet DBA in werking. Deze wetswijziging heeft tot gevolg dat de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) wordt afgeschaft. Onze collega’s van arbeidsrecht schreven al eerder over de arbeidsrechtelijke aspecten hiervan, maar ook op het gebied van het Intellectuele Eigendoms- en IT-recht is er belangrijk nieuws.

Afschaffing VAR-verklaring
De VAR-verklaring bood duidelijkheid aan opdrachtgevers over de arbeidsverhouding met freelancers en andere zelfstandigen, zoals zzp’ers. Het was immers van belang om te weten of een opdrachtgever al dan niet loonheffingen moest afdragen voor de zelfstandigen die hij inschakelde.