IEF 22169
31 juli 2024
Uitspraak

Vragen aan Grote Kamer EOB over interpretatie van artikel 69 EOV

 
IEF 22168
31 juli 2024
Uitspraak

Niet elk streeppatroon maakt inbreuk op de merken van Adidas, aldus de Duitse rechter

 
IEF 22167
31 juli 2024
Uitspraak

Verzoek tot versnelling beroepsprocedure wordt afgewezen

 
IEF 15289

Deze lettercombinatie heeft nauwelijks zeggingskracht

Hof Den Haag 29 september 2015, IEF 15289; ECLI:NL:GHDHA:2015:2616 (Pacogi tegen Balenciaga)
Merkenrecht. Beschikking. Pacogi heeft een Benelux-depot voor woord/beeldmerk ingediend. Balenciaga stelt oppositie in op baiss van haar gemeenschapswoord- en beeldmerken. Het BBIE wijst de oppositie toe. De grote letters van het woordelement BALENGIANNI is dominerend, de lettercombinatie heeft nauwelijks zeggingskracht. Er is verwarringsgevaar vanwege de mate van overeenstemming tussen het teken en de merken, de gelijkheid tussen de betrokken waren alsmede het onderscheidend vermogen van de merken. Beroep wordt afgewezen.

9. Dat oordeel van het BBIE is, naar het oordeel van het hof, ook juist. In het teken is het woordelement ‘Balengianni’ centraal en in grote letters weergegeven; dit springt het meest in het oog en is aan te merken als het dominerende element in het teken. Het element ‘fragrances’ is daaraan ondergeschikt en in kleine letters weergegeven; het is bovendien beschrijvend. In het figuratieve element valt een B te ontwaren. De gespiegelde G ter linkerzijde van deze B is nauwelijks als zodanig te herkennen voor de gemiddelde consument. Dat geldt ook voor de F die zich daartussenin bevindt; dit element van in elkaar gevlochten letters is daarom naar het oordeel moeilijk als lettercombinatie te herkennen, althans twee van de drie letters zijn moeilijk te ontcijferen. Dit element heeft daarom als lettercombinatie nauwelijks zeggingskracht. Naar het oordeel van het hof is het aan te merken als een ondergeschikt element. Al met al wordt de totaalindruk van het teken met name bepaald door zijn dominerende element, het woordelement ‘Balengianni’.

21. Bij de auditieve vergelijking tussen BALENCIAGA en BALENGIANNI komt het naar het oordeel van het hof met name aan op het eerste deel, BAA-LÈN, welke twee lettergrepen identiek zijn en identiek worden uitgesproken. Aangenomen moet immers worden dat het eerste deel meer aandacht krijgt van het relevante publiek. Daar komt bij dat de woorden BALENCIAGA en BALENGIANNI tamelijk complex zijn waarbij het relevante publiek het eerste deel BALEN zal kunnen uitspreken en onthouden, doch veelal zal afhaken bij de resterende delen CIAGA respectievelijk GIANNI, ongeacht hoe (in welke taal) die woorddelen worden uitgesproken. Tezamen genomen is er naar het oordeel van het hof derhalve (in ruime mate) gelijkenis in auditief opzicht.

23. Tezamen genomen is er dus zowel in auditief als in visueel opzicht (in ruime mate) sprake van gelijkenis tussen het bestreden teken en de merken 2 en 3, terwijl begripsmatige gelijkenis niet aan de orde is. Dat betekent dat het bestreden teken en de merken 2 en 3 overeenstemmen. Grief II treft dus geen doel.
IEF 15288

CvTA Toezicht op Collectief Beheer Auteurs- en naburige rechten 2014

Uit de samenvatting: Tweede toezichtjaar nieuwe Wet toezicht De gewijzigde Wet toezicht ging per 1 juli 2013 in. Derhalve is 2014 het tweede (en eerste volledige) jaar waarin het College toezicht heeft gehouden op basis van deze nieuwe wet op de sector van het collectief beheer van auteurs- en naburige rechten. Evenals in 2013 stonden in dit toezichtjaar totaal 17 collectieve beheersorganisaties (CBO’s) onder toezicht. In juli 2014 heeft het CvTA de Minister van Veiligheid en Justitie (VenJ) geadviseerd ook de collectieve beheersorganisatie voor de inning en verdeling van auteursrechtelijke gelden betreffende de vertoning van filmwerken van de onafhankelijke producenten, StOPnl, onder het toezicht te plaatsen. StOPnl int sinds eind 2012 namens de onafhankelijke filmproducenten gelden bij kabelmaatschappijen (o.a. Ziggo, UPC, KPN) en heeft daarmee de rol van de CBO SEKAM (Stichting tot Exploitatie van Kabeltelevisierechten op Audiovisueel Materiaal) overgenomen. Ondanks bezwaren van StOPnl, zo zou het onder meer niet gaan om de inning van auteursrechtgelden, heeft de Minister van VenJ op 10 november 2014 StOPnl als CBO onder toezicht aangewezen (Staatsblad 2014, nr. 435). Hiertegen is StOPnl nog in 2014 in bezwaar gegaan. Inmiddels is er uitspraak gedaan. Per 1 januari 2015 staat StOPnl onder het toezicht van het College.

Ontwikkelingen in en rond het collectief beheer Ook in 2014 stond de sector van het collectief beheer van auteurs- en naburige rechten onder druk van verschillende economische, maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. Een aantal belangrijke ontwikkelingen voor de context waarin de sector functioneerde was in 2014:

A. Toenemende online verspreiding van muziek, film en literatuur. Met de veranderende markt dienen de CBO’s hun organisaties aan te passen aan de ontwikkelingen van bijvoorbeeld Video-on-demand (o.a. Uitzending gemist, Netflix) en streamingdiensten, zoals Spotify en Itunes. Voor onder andere Buma Stemra betekende dit dat zij in toenemende mate heeft ingespeeld op de gefragmentariseerde en complexe Europese markt. Op de nieuwe Europese regelgeving die in 2014 is vastgesteld (kort- weg: de Richtlijn Collectief Beheer) en naar verwachting begin 2016 vertaald zal worden naar nationale regelgeving voor de zogeheten multi-territoriale licentieverlening in de online markt zullen de CBO’s moeten inspelen. Buma Stemra doet dit onder andere door samen te werken met Europese partners in samenwerkingsinitiatieven zoals ICE (International Copyright Enterprise), waarbij een gezamenlijke (internationale) database wordt opgezet voor een efficiënter rechtenbeheer om daarmee beter de internationale concurrentie te kunnen aangaan.

B. Flexibel Rechtenbeheer: Een tweede belangrijk element uit de in 2014 door de EU vastgestelde Richtlijn collectief beheer betreft het verankeren van vrijheden van rechthebbenden om hun rechten of categorieën van rechten bij een CBO onder te brengen of zelf te beheren. Naar aanleiding van een interventie door de ACM (Autoriteit Consument en Markt) in 2014 en in aanloop naar de implementatie van de EU Richtlijn begin 2016 maakt Buma Stemra het voor auteurs vanaf 1 januari 2015 mogelijk om vijf categorieën rechten (Podia/Events, RTV & Simulcasting, Achtergrondmuziek, Mechanisch en Online) uit te sluiten van het collectieve beheer. De auteur kan dus in de praktijk kiezen om voor één bepaald werk bijvoorbeeld de radio- en tv-rechten door Buma Stemra te laten beheren en de online rechten zelf te innen.

C. Schikkingen Staat Vergoedingen Thuiskopie: Eind 2014 hebben de Staat en Stichting de Thuiskopie hun geschil over de hoogte van de thuiskopieheffing over de periode 2007-2012 beëindigd. De Staat betaalde de Stichting de Thuiskopie een schadevergoeding van € 33,5 mln. over deze periode ter compensatie voor het onterecht ‘bevriezen’ van de thuiskopieregeling voor mp3-spelers (o.a. smartphones en tablets) en harddiskrecorders. Deze werden in de regeling 2007-2012 uitgesloten van een vergoeding. In de nieuwe regeling, die per 1 januari 2013 van kracht is geworden, worden naast de al langer bestaande vergoedingen voor ongebruikte cd’s en dvd’s, wel vergoedingen voor bijvoorbeeld computers, smartphones en tablets geïnd. Eén en ander volgde op een aantal juridische procedures tegen de Staat. Niet alleen Stichting de Thuiskopie startte in 2009 een juridische procedure tegen de Staat, maar ook Norma (de CBO voor de naburige rechten van uitvoerend kunstenaars, acteurs en musici) startte afzonderlijk een dergelijke procedure tegen de Staat. Met Norma schikte de Staat voor een bedrag van € 10 mln. over de periode 2007- 2012. De schikking heeft het incassovolume van Stichting de Thuiskopie in 2014 (€ 69 mln.) aanzienlijk doen toenemen ten opzichte van 2013 (€ 31 mln.). Een gedeelte van deze incasso is eind 2014 ook direct uitgekeerd, zodat de incasso in 2014 bij de CBO’s die gelden ontvangen van Stichting de Thuiskopie ook aanzienlijk toenam. Van de schadevergoeding van € 33,5 mln. is € 15 mln. uitgekeerd onder rechthebbenden via verdelende CBO’s. Een bedrag van € 18,5 mln. van deze schadevergoeding is in 2014 nog niet verdeeld. Stichting de Thuiskopie heeft in 2014 overigens gelden gereserveerd voor mogelijke claims voortkomend uit andere juridische procedures en kon nog geen gelden uitkeren afkomstig uit de incasso van de nieuwe regeling (per 1 januari 2013) omdat een nieuwe verdeelsleutel hiervoor nog niet is vastgesteld.

D. Andere juridische procedures rond Stichting Thuiskopie en de thuiskopieregeling: Naast een geschil tussen de CBO’s en de Staat over de thuiskopieregeling, lopen er al enkele jaren verschillende juridische procedures tussen de betalingsplichtigen (de industrie van cd’s/dvd’s en mp3-spelers) en Stichting de Thuiskopie. De industrie is van oordeel dat zij al jaren teveel betaalt voor de thuiskopieheffing en is van mening dat niet betaald behoeft te worden voor het maken van kopieën uit illegale bron, waardoor feitelijk een correctie zou moeten plaatsvinden op de hoogte van de heffing. Verder is zij van mening dat alleen betaald behoeft te worden voor privégebruik, niet voor het maken van kopieën voor zakelijk gebruik, hetgeen eveneens zou moeten leiden tot een minder hoge heffing. In april 2014 heeft het EU Hof uitspraak gedaan dat de thuiskopieheffing niet bedoeld kan zijn voor kopiëren uit illegale bron. Dit heeft onder andere tot gevolg gehad dat in de nieuwe Thuiskopieregeling, die vanaf 1 januari 2015 van kracht is, hiermee rekening wordt gehouden. Verder hebben de juridische procedures tot gevolg dat Stichting de Thuiskopie reserves uit de incasso aanhoudt voor eventuele claims van de industrie voor heffingen in het verleden. Overigens hebben sommige producenten en importeurs van ‘geluid- en beelddragers’ in het verleden maar een gedeelte van de heffing betaald. Dit is voor Stichting de Thuiskopie aanleiding geweest jegens hen een juridische procedure te starten. Al met al kan deze onzekere situatie rond Stichting de Thuiskopie, vooral als gevolg van de vele juridische procedures, niet te lang blijven bestaan, omdat rechthebbenden ervan uit moeten kunnen gaan dat Stichting de Thuiskopie onbelemmerd zijn werk moet kunnen doen.

E. Kabelgelden: In 2014 werd voortgang gemaakt met de voorbereiding van een nieuwe ‘auteurscontractenwet’. Deze wet maakt het mogelijk dat de makers van film- werken (scenarioschrijvers, regisseurs en acteurs) rechtstreeks recht hebben op een billijke vergoeding van exploitanten (o.a. kabelaars UPC, Ziggo, KPN), naast ‘het vermoeden’ van overdracht van dergelijke rechten naar de filmproducent. Deze wet beoogt een eind te maken aan de situatie zoals die eind 2012 is ontstaan als gevolg van een rechterlijke uitspraak. Als gevolg van deze uitspraak staakten de kabelaars hun vergoedingen aan de regisseurs en scenarioschrijvers (vertegenwoordigd door respectievelijk Vevam en Lira). Hierop startten Vevam, Norma en Lira juridische procedures, naast de komst van de nieuwe auteurscontractenwet. De nieuwe auteurscontractenwet is eerst in februari 2015 door de Tweede Kamer vastgesteld en heeft kracht vanaf 1 juli 2015, zodat deze nog geen betekenis had voor de incasso in 2014. Lira, Vevam en Norma zullen zo mogelijk via juridische procedures of via onderhandeling trachten de gemiste incasso over 2013 en 2014 alsnog te realiseren. Het CvTA zal hierover zo mogelijk in het jaarrapport 2015 verslag doen.

F. Reprorechtgelden: In 2014 heeft Stichting Reprorecht uitvoering gegeven aan een nieuwe regeling voor vergoedingen voor fotokopiëren (bestaand) en digitaal kopiëren (nieuw) die per 1 januari 2013 van kracht werd. Hiertoe werd in 2013 overeenstemming bereikt met VNO-NCW en MKB-Nederland. Gelet op het feit dat Stichting Reprorecht bij het bedrijfsleven éénmaal per twee jaar incasseert en de incasso over de periode 2013/2014 in 2013 vertraging opliep, is deze incasso in 2014 uitgevoerd. Dit heeft niet alleen tot een forse stijging van de incasso van Reprorecht geleid (€ 21 mln. in 2014 ten opzichte van € 12 mln. in 2013), maar ook bij CBO’s die gelden ontvangen van Stichting Reprorecht, zoals Lira (schrijvers) en Pictoright (beeldmakers).

G. Buma/Stemra: Het aandeel van de incasso van Buma/ Stemra in het geheel van incasso van het collectief beheer van auteurs- en naburige rechten is ook in 2014 fors. Het aandeel van Buma/Stemra in de totale incasso van de 17 collectieve beheersorganisaties (circa € 421 mln. in 2013) bedraagt ruim € 190 mln.; ruim 45%. De incasso van Buma (openbaarmakingsrechten) stijgt al enige jaren als gevolg van toenemende inkomsten uit radio en tv en online (streamingdiensten zoals Spotify en Netflix). De totale incasso van Buma bedraagt circa € 158 mln. in 2014. Hoewel de incasso van Stemra (reproductierechten) gestaag daalt als gevolg van een verschuiving in het gebruik van traditionele dragers (cd en dvd) naar digitale producten en een verschuiving binnen de digitale producten van downloaden naar streaming, is de incasso van Stemra licht gestegen (€ 32 mln. in 2014 t.o.v. € 28 mln. in 2013). Dit is een gevolg van het ‘Thuiskopie-effect’. Al met al staat het businessmodel van Stemra al enige jaren onder druk. Eerder aangelegde reserves raken op. Het CvTA volgt met belangstelling de koers die het bestuur van Buma/Stemra uitzet voor de toekomst van Stemra. Tegen deze achtergrond heeft het CvTA het functioneren van de 17 CBO’s voor het tweede jaar integraal getoetst ten opzichte van de normen waaraan deze organisaties dienen te voldoen. Hierdoor is een vergelijking tussen de CBO’s onderling, maar ook ten opzichte van het voorafgaande jaar (2013) mogelijk. Net als in 2013 deden zich vele veranderingen in en rond de sector voor. Met name de ontwikkelingen rondom de Stichting de Thuiskopie en de kabelgelden (die in 2015 in wetgeving resulteerde) hebben een positieve invloed op de sector gehad en heeft een aantal CBO’s (Vevam, Lira, Norma) die in 2013 nog zwaar onder druk stonden ‘lucht gegeven’. In 2014 voldoen veel CBO’s al in grote mate aan de vereisten van de in 2013 ingevoerde wet, maar aanpassingen blijven noodzakelijk ook ten aanzien van de beheerskosten. Niet alleen om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen en uitdagingen in de markt voor het collectief beheer van auteurs- en naburige rechten, maar ook om ‘klaar te staan’ voor de nieuwe eisen als gevolg van de EU-Richtlijn collectief beheer die in 2016 zal worden geïmplementeerd. Het CvTA dankt de CBO’s en brancheorganisatie VOI©E voor de inspanningen die zij in 2014 en na afloop van dat boekjaar in 2015 hebben geleverd om voor de 2e maal een ‘Staat van de sector van het collectief beheer’ te kunnen presenteren. Hieronder zijn de hoofdlijnen van het toezicht op deze organisaties in 2014 weergegeven.

IEF 15274

In de tijdschriften september 2015

Hieronder een selectie van de hoofdartikelen uit de vakbladen van deze maand. Voor de losse tijdschriftensites dient u apart in te loggen.

BIE 2015-9 BMM 2015-2 Mediaforum 2015-6
 De tijdschriften zijn ook opgenomen in de database Praktijkgebied IE

Berichten IE - september
Artikel
De toenemende invloed van het Handvest op het recht van intellectuele eigendom – Christiaan Alberdingk Thijm en Caroline de Vries

Rechtspraak
Merkenrecht
Nr. 42 Vzr. Rechtbank Den Haag 3 augustus 2015, Stichting Ventoux3/Stichting Stop Hersentumoren.nl, IEF 15161 (herziening van ex parte verbod op merkinbreuk; vraag of eerder merkdepot te kwader trouw is verricht en in dat verband wie eerste voorgebruiker was; rectificatie)– met noot van M. Schut

Rechtspraak in het kort
Merkenrecht
Nr. 43 Gerecht EU 16 juni 2015, T-396/14, Best-Lock/OHIM en Lego Juris, IEF 15029 (beroep op argumenten eerder uit de procedure; vorm noodzakelijk voor technische uitkomst, kenmerkende elementen)

Nr. 44 Hof van Justitie EU 25 juni 2015, C-147/14, Loutfi/AMJ Meatproduct en Halalsupply, IEF 15050, ECLI:EU:C:2015:420 (het in aanmerking nemen van het gebruik van een andere taal dan een officiële taal van de Europese Unie bij de beoordeling van verwarringsgevaar)

Handelsnaamrecht
Nr. 45 Vzr. Rechtbank Gelderland 13 juli 2015, Zonwering-Lochem/Pieterse Zonwering, IEF 15102 (beschrijvend karakter van de handelsnaam/domeinnaam)

BMM Bulletin
REDACTIONEEL • DE LA REDACTION
Modellen
Marten Bouma

DRIEDIMENSIONAAL PRINTEN
3D-printen: een revolutie in het modellenrecht(?)
Marjolein Driessen

MODEL DEPONERING
Internationale depotstrategieën in het modellenrecht
Manon Rieger-Jansen

RUBRIEKEN • RUBRIQUES
Onder de hamer • Affaires pendantes
Florence Verhoestraete

Opmerkelijk of merkwaardig • Remarquable
Yvonne Noorlander

Bescherming in het buitenland • Protection à l’étranger
Marten Bouma

BMM Verenigingsnieuws, waarin:
– Het interview: Kor Blumenstock
– Agenda
– Ledenmutaties

Mediaforum 6
Amusement, omdat het moet
Paul Kreijger

De aansprakelijkheid van online nieuwsplatforms na Delfi
Dirk Voorhoof

Veranderingen in de telecommarkt: consolidatie en differentiatie
Joost Poort

Het enige Nederlandstalige handboek over mediarecht
Jan Kabel

Jurisprudentie
Nr. 19 • EHRM 16 juni 2015, Delfi AS/Estland
Nr. 20 • ABRvS 20 mei 2015,X/Burgemeester van Den Haag, m.nt. A.E. van Rooij
Nr. 21 • Rb. Amsterdam 12 augustus 2015, Hoes/Powned c.s. m.nt. M. Kaaks
Nr. 22 • Rb. Rotterdam 4 juni 2015, RadioNL c.s./Minister van EZ m.nt. C.J. Wolswinkel

 

 

IEF 15287

Are punitive damages allowed in Europe?

Bijdrage van Hidde Koenraad, Simmons & Simmons LLP. Punitieve schadeclaims bij inbreuk op communautaire kwekersrechten. Eerder gepubliceerd in FloraCulture International Magazine. ‘In order to create a deterrent for preventing infringements of plant variety rights, parties not uncommonly agree or claim that the infringer should pay double (or even higher) the amount of the licence fee payable for the licensed exploitation of the protected variety. In as far as such a double licence fee surpasses the actual loss of the injured party this may be regarded as punitive damages. It is questionable whether such an ‘infringer supplement’ is allowed under Community law.’
Lees verder.

IEF 15286

VvA ledenvergadering 2015

VvA Ledenvergadering, vrijdag 30 oktober 2015, Tolhuistuin Amsterdam, Uitnodiging
Via deze vooraankondiging nodig ik u alvast uit voor de ledenvergadering. Het thema van de vergadering is 'De wens van de consument: een alternatief vergoedingsmodel voor digitale content?'
Waneer: op vrijdag 30 oktober 2015 om 13.30 uur.
Waar:
in de Tolhuistuin, IJzaal, IJpromenade 2 te Amsterdam.
Programma:
Tijdens het eerste deel van de middag zullen de resultaten van een door het IViR gehouden empirisch onderzoek worden gepresenteerd. In het tweede deel volgt een paneldiscussie over de conclusies die de IViR-onderzoekers daaruit trekken. Levert een alternatief vergoedingsmodel de consumenten, makers en exploitanten meer op? Wat zijn de (on)mogelijkheden voor alternatieve modellen in het bestaande auteursrecht? Binnenkort ontvangt u de definitieve uitnodiging met het gedetailleerde programma.
De link naar de vooraankondiging vindt u hier.

 

 

 

IEF 15285

Filmlobby: overheid moet meer doen tegen illegaal downloaden

Auteursrecht. De overheid heeft de afgelopen tien jaar te weinig gedaan om illegaal downloaden te ontmoedigen. Dat stelt SEKAM, de auteursrechtorganisatie van de filmindustrie. Daarom stelt de organisatie de overheid aansprakelijk voor de geleden schade, meldde het FD eerder vanmorgen. Of de organisatie ook echt geld wil zien van de overheid, hangt af van de maatregelen die nu worden genomen, zegt advocaat Bas Le Poole van SEKAM. "De overheid doet ook nu nog te weinig tegen illegaal downloaden." Mocht de organisatie zijn schadeclaim doorzetten, dan kan die hoog oplopen. Onderzoek uit 2014 dat in opdracht van de filmindustrie werd uitgevoerd suggereerde dat de filmindustrie per jaar 78 miljoen euro aan inkomsten misloopt door illegaal downloaden.

Geen consumenten aanpakken
Eén ding is zeker: het is niet het doel van SEKAM om individuele downloaders aan te pakken, stelt Le Poole. "Dat staat niet op de agenda." Volgens Le Poole is het ook praktisch onmogelijk om downloaders aan te pakken. Wel moet er volgens de organisatie betere voorlichting komen, moeten aanbieders van illegale aanbieders van content worden aangepakt en moet legaal aanbod worden gepromoot, denkt de organisatie.

Downloadverbod
Sinds april 2014 is het illegaal in Nederland om te downloaden uit illegale bron, dus zonder toestemming van de auteursrechthebbende. Tot dan toe viel illegaal downloaden onder de uitzondering voor het maken van een thuiskopie, maar volgens het Europese Hof van Justitie was dat onterecht. Er is sinds de invoering van het downloadverbod nog niemand gepakt voor overtreding ervan. Dat komt deels omdat overtreding van het verbod niet strafrechtelijk wordt aangepakt. Wel zouden auteursrechteigenaren zelf downloaders kunnen aanpakken, maar dat is vooralsnog niet gebeurd. Een Duits pornobedrijf deed een poging, maar die liep spaak.

Lees het artikel hier.

Op andere blogs:
Nu.nl

IEF 15284

Niet aansprakelijk voor wederverkoop contractproducten buiten Benelux

Hof Arnhem-Leeuwarden 4 augustus 2015, IEF 15284; ECLI:NL:GHARL:2015:5860 (Bihol tegen Qualiphar)
Merkenrecht. Bihol en Qualiphar zijn ondernemingen die zich bezighouden met de ontwikkeling, productie en verkoop van voorschriftvrije geneesmiddelen en gezondheidsmiddelen. Bihol stelt dat Qualiphar in strijd met de overeenkomst producten met de merken BIOROPA en OSTRIN buiten de Benelux aanbiedt en de merken in Frankrijk, Turkijke en Cyprus heeft geregistreerd. De rechtbank wees de vorderingen af. Het beroep van Bihol is zonder succes. Qualiphar kan niet aansprakelijk worden gehouden voor de wederverkoop van haar contractproducten door afnemers buiten de Benelux en op internet. Daarnaast zijn Qualiphar en Gifrer afzonderlijke vennootschappen en kan niet worden aangetoond dat Gifrer contractproducten van Qualiphar verkoopt of dat Qualiphar producten op haar website aanbiedt. De grieven falen.

3.11. Het hof overweegt hierover als volgt. Uit de in redelijkheid niet mis te verstane bewoordingen van artikel 1 sub b van de overeenkomst volgt naar het oordeel van het hof dat alleen de verkoop van contractenproducten door Qualiphar buiten de Benelux is verboden. De considerans noch artikel 1 sub b van de overeenkomst biedt steun voor de stelling van Bihol dat het verbod in artikel 1 sub b van de overeenkomst ook geldt voor de afnemers van Qualiphar en dat Qualiphar op grond van de overeenkomst was gehouden haar afnemers in de Benelux beperkingen op te leggen ter zake de verdere verkoop van die rechtmatig in het verkeer gebrachte producten buiten de Benelux, zoals Bihol in haar memorie van grieven ingang wenst te doen vinden. Steun voor die stelling is evenmin te vinden in artikel 8 van de overeenkomst. In artikel 8 is overeengekomen dat Bihol zich binnen de Benelux van elke mededinging in verband met de producten dient te houden. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien dat dit - voor de verkoper van een activiteit doorgaans niet ongebruikelijke - concurrentiebeding op gelijke wijze dient te gelden voor Qualiphar, de koper van die activiteit. Door Bihol zijn geen feiten of omstandigheden aangedragen die erop duiden dat partijen, ondanks ontbrekende bewoordingen in de overeenkomst, desalniettemin de bedoeling hadden ook de verkoop van de contractproducten door de afnemers van Qualiphar buiten de Benelux te beperken. Op grond van de overeenkomst kan Qualiphar dus niet aansprakelijk worden gehouden voor de wederverkoop van haar contractproducten door haar afnemers buiten de Benelux, en dus ook niet, zoals door Qualiphar terecht is aangevoerd, voor de verkoop van haar contractproducten door haar afnemers op het internet, waaronder de door Bihol in grief II genoemde webshop van Newpharma.

3.14. Het hof stelt vast dat uit de overgelegde export catalogus niet blijkt dat Qualiphar en Gifrer zijn gefuseerd. Uit de catalogus blijkt, zoals Qualiphar ook stelt, dat het om twee afzonderlijke vennootschappen gaat. Om die reden faalt het betoog van Bihol. Dat de directie van Qualiphar en het management van Gifrer uit dezelfde personen bestaat is onvoldoende om van een fusie te kunnen spreken. Wel is die omstandigheid reden om twijfels te plaatsen bij de stelling van Qualiphar dat sprake is van "geheel onafhankelijk van elkaar opereren". Die twijfel alleen kan Bihol echter niet baten nu zij geen andere juridische grondslag voor haar betoog meer heeft aangevoerd. In dit kader is van belang dat de in de grieven besloten liggende stelling van Bihol dat Qualiphar en Gifrer moeten worden vereenzelvigd, niet behoeft te worden besproken omdat Bihol in haar memorie van repliek in reactie op de memorie van antwoord van Qualiphar heeft opgemerkt dat zij zich niet op vereenzelviging heeft willen beroepen.

3.18. Het hof overweegt hierover als volgt.Tussen partijen is niet in geschil dat OSTRIN Q10 tabletten als contractproducten moeten worden aangemerkt en dat de verkoop en de levering daarvan door Qualiphar aan Gifrer als een schending van het verbod in artikel 1 sub b van de overeenkomst moet worden beschouwd. Voor haar stelling dat Gifrer de producten in Duitsland en de Verenigde Staten heeft verkocht, heeft Bihol geen relevante feiten en omstandigheden gesteld, zodat aan die stelling wordt voorbijgegaan. Voor zover op grond van de perspublicatie op masculine.com al aangenomen zou kunnen worden dat Gifrer OSTRIN Q10 tabletten in Frankrijk zou hebben verkocht, hetgeen door Qualiphar wordt bestreden, dan volgt daaruit nog niet dat die tabletten van Qualiphar afkomstig zijn. De enkele omstandigheid dat de verpakkingen van Gifrer en Qualiphar in belangrijke mate overeenstemmen is daartoe onvoldoende. Verder is van belang dat Bihol niet heeft weersproken dat Gifrer en Qualiphar in hun export catalogus geen contractproducten aanbieden.

3.22. Het hof overweegt hierover als volgt. De door Bihol (in eerste aanleg) overgelegde kopie van de schermafdruk van de website van Qualiphar bevat slechts een opsomming van de producten van Qualiphar, waaronder OSTRIN Q10. Uit de overgelegde schermafdruk van de website blijkt niet dat Qualiphar de tabletten op haar website te koop aanbiedt. Door Bihol zijn geen andere feiten en/of omstandigheden aangevoerd die haar stelling ondersteunen, zodat het hof, mede gelet op de betwisting ervan, aan die stelling voorbijgaat, nog daargelaten dat niet is komen vast te staan dat de website van Qualiphar ook op landen buiten de Benelux was gericht, zoals Bihol stelt en Qualiphar onderbouwd bestrijdt.

3.24. Het laatste geschilpunt (grief IV) stelt de vraag aan de orde of de registratie van het merk OSTRIN door Qualiphar in Cyprus, Frankrijk en Egypte als gebruik daarvan buiten de Benelux dient te worden beschouwd als bedoeld in artikel 1 sub b van de overeenkomst. De rechtbank heeft die vraag bij gebreke van een deugdelijke onderbouwing daarvan door Bihol ontkennend beantwoord. Ook in hoger beroep onderbouwt Bihol haar stelling niet, zodat ook het hof daaraan voorbij zal gegaan. Grief IV faalt eveneens.

3.25. Naar het oordeel van het hof heeft Bihol dus ook in hoger beroep onvoldoende onderbouwd dat Qualiphar contractproducten aan Gifrer heeft geleverd. Aan het algemene bewijsaanbod van Bihol in randnummer 14 van de memorie van grieven gaat het hof voorbij omdat het onvoldoende is gespecificeerd en ook niet ter zake dienend.
IEF 15283

BMM Najaarsvergadering 2015

BMM Najaarsvergadering, 12 en 13 november, EYE Amsterdam; Uitnodiging/ Invitation
EU Trademark Package uitgelicht: de (komende) hervormingen van het merkenrecht.
De bijeenkomst staat geheel in het teken van de (komende) hervormingen van het merkenrecht, beter bekend als de EU Trademark Package. Niet alleen zullen de nieuwe merkenrichtlijn en -verordening worden toegelicht door een aantal eminente sprekers, er zal ook gedebatteerd worden over de praktische implicaties van deze hervormingen door een panel van advocaten, gemachtigden en vertegenwoordigers van het BBIE.

De bijeenkomst start traditiegetrouw op donderdagnamiddag met een sociaal programma. Deze keer hebben wij gekozen voor een vrolijke en informatieve rondleiding over de Wallen, de welbekende rosse buurt van Amsterdam. Na de rondleiding wordt u verwacht voor de welkomstreceptie en het diner in de 15e eeuwse St.-Olofkapel van het NH Hotel Barbizon Palace, alwaar kan worden genoten van een door chef-kok Chris Naylor (Restaurant Vermeer) samengesteld menu. De avond wordt afgesloten met een dansfeest.

Vrijdag is er de academische zitting in het prachtige gebouw van filmmuseum EYE, aan de achterzijde van het Centraal Station aan het IJ. Verdere details over de bijeenkomst vindt u in het bijgaande programma.

Inschrijven: www.bmm.nl/aanmelden
Waar: EYE Amsterdam
Wanneer: 12 en 13 november
Prijzen
□ donderdag en vrijdag voor leden 340 €
□ donderdag en vrijdag inclusief rondleiding over de Wallen voor leden 340 €
□ uitsluitend vrijdag voor leden 290 €
□ deelname donderdag en vrijdag voor niet-leden 370 €
□ deelname vrijdag voor niet-leden 320 €

Ordepunten: certificaat met netto gevolgde uren
Bijlage: pdf

Programma
Donderdag 12 november 2015
Het programma start in het NH Hotel Barbizon Palace, Prins Hendrikkade 59-72, 1012 AD Amsterdam, Nederland
Uitsluitend voor bestuurs- en commissieleden:
12.00u Ontvangst en registratie (check-in hotel is vanaf 15.00)
12.00 - 13.00u Bestuursvergadering.
Locatie: NH Hotel Barbizon Palace
13.00 – 14.30u Vergadering van alle statutaire en niet-statutaire commissies.
Locatie: NH Hotel Barbizon Palace
Voor alle leden:
Vanaf 15.00u Check-in NH Hotel Barbizon Palace (op basis van beschikbaarheid kamers kan er mogelijk al eerder ingecheckt worden / uw bagage kan in ieder geval voor 15.00 afgegeven worden)
15.15u Verzamelen in de lobby van het NH Hotel Barbizon Palace voor het sociaal programma namelijk een rondleiding over de Wallen onder het thema: “de Wallen als merk”. De rondleiding duurt ongeveer tot 17u.
17.45u Receptie met de nieuwe BMM-leden
Locatie: NH Hotel Barbizon Palace
18.00u Receptie alle deelnemers
Locatie: NH Hotel Barbizon Palace
19.30 – 22.00u Diner in de 15de -eeuwse St-Olofkapel van het NH Hotel Barbizon Palace
22.00 – 24.00u Dansfeest met DJ in de St-Olofkapel van het NH Hotel Barbizon Palace
Dress code: Business Casual


Programma vrijdag 13 november 2015
Het academische gedeelte vindt plaats in EYE, IJpromenade 1, 1031KT Amsterdam. Vanuit het hotel loopt u door het Centraal Station naar de achterkant van het station. Daar kunt u veerboot “Buiksloterweg” nemen naar EYE. Houd rekening met een totale reistijd (te voet) vanaf het Barbizon Palace hotel naar EYE van 15 à 25 minuten.
07.00 – 9.00u Ontbijt in NH Hotel Barbizon Palace (de gasten worden verzocht uit te checken vóór de start van de vergadering)
08.30 – 09.15u Aankomst en registratie bij EYE
09.15 – 09.30u Introductie door Michiel Haegens, voorzitter BMM en algemene inleiding van de TM Package door dagvoorzitter Tanguy de Haan, advocaat bij Nauta Dutilh in Brussel
09.30 – 10.15u Invoering van nietigheids- en vervalprocedures bij de nationale bureaus door Camille Janssen van het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom
10.15 – 11.00u IP Translator problematiek en (andere) praktische implicaties van de TM Package door Franc Enghardt, Europees merkengemachtigde bij Novagraaf Nederland in Amsterdam
11.00 – 11.15u Koffiepauze
11.15 – 12.00u Collectieve merken en keurmerken door Adonna Alkema, advocaat bij Hofhuis Alkema Groen in Amsterdam
12.00 – 12.45u Algemene Ledenvergadering
12.45 - 14.15u (Walking) lunch in EYE
14.15 – 15.00u Optreden tegen transitgoederen door Olivier Vrins, advocaat bij Altius in Brussel
15.00 – 15.45u Beschermingsomvang en beperkingen door Professor Antoon Quaedvlieg, Klos Morel Vos & Reeskamp, Amsterdam
15.45 – 16.30u Nieuwe gTLD’s – de stand van zaken door Robert Lamb, Digital Brand Consultant bij CSC Digital Brand Services, Nederland
16.30 – 17.00u Paneldiscussie met alle sprekers o.l.v. dagvoorzitter Tanguy de Haan
17.00 - 18.00u Afsluiting en borrel

Aanmelden via www.bmm.nl/aanmelden

IEF 15282

Prime Sportsgear moet slogans verwijderen van website

Rechtbank Den Haag 23 september 2015, IEF 15283 (Eiser tegen Prime Sportsgear)
Auteursrecht. Tussen eiser en Prime bestond een overeenkomst tot het bouwen van een website, die door Prime is opgezegd. In kort geding is geoordeeld dat eiser de website offline moest halen en de data niet zelf mocht gebruiken. Eiser vordert nu wettelijke rente, hostings- en indexeringskosten en verzet op het gebruik van de slogans en foto's waarop het auteursrecht bij eiser zou rusten. De rechtbank oordeelt dat rente verschuldigd is. De gewerkte uren van eiser zijn per kwartaal gefactureerd en daar vallen de jaarlijkse hostingskosten niet onder. De indexeringskosten zijn wel verschuldigd. Auteursrechtelijke bescherming op de foto's ontbreekt omdat er geen sprake is van creatieve maar functioneel en technische keuze's. Eiser is wel auteursrechthebbende van de slogans en kan zich ook tegen het gebruik verzetten. Prime moet wettelijke rente betalen en de slogans verwijderen.

4.9 Vaststaat dat [eiser] zijn gewerkte uren van meet af aan per kwartaal factureerde en de hoogte van deze facturen met het aantal uur per kwartaal varieerde. Het in de Overeenkomst genoemde jaarlijkse bedrag voor hostingkosten betreft een andersoortige en in beginsel vaste vergoeding, die aanvankelijk jaarlijks en in ieder geval nooit per kwartaal werd gefactureerd. Naar het oordeel van de rechtbank brengt een redelijke uitleg daarom mee dat de nieuw overeengekomen vaste kwartaalbedragen slechts dienden ter vervanging van de eerdergenoemde variabele kwartaalbedragen voor werkzaamheden van [eiser] en niet tevens van het vaste bedrag van € 350,- aan hostingkosten.

4.10. Met betrekking tot de indexering komt de rechtbank tot een ander oordeel. De in de Overeenkomst genoemde indexverhoging van (jaarlijks) 5% is gekoppeld aan de in die Overeenkomst genoemde vaste bedragen. Het in de Overeenkomst genoemde vaste uurtarief
van € 25,- voor werkzaamheden van [eiser] hebben partijen per 2010 losgelaten. In plaats daarvan is - ongeacht de hoeveelheid gewerkte uren - een gemaximeerd (kwartaal)budget vastgesteld, dat voor 2011 ten opzichte van 2010 bovendien is verlaagd. De indexeringsregeling uit de Overeenkomst verdraagt zich daarmee niet. Gezien het vorenstaande brengt een redelijke uitleg van de nieuwe afspraken mee dat de indexering niet van toepassing is op de kwartaalbedragen voor ná 1 januari 2010 verrichte werkzaamheden.

4.24. (...)De rechtbank is wel met Prime van oordeel dat geen sprake is van zodanig creatieve keuzes dat de foto’s als auteursrechtelijk werk moeten worden beschouwd. Gezien de foto’s en gegeven het gebruiksdoel gaat het veeleer om functioneel en technisch bepaalde keuzes en niet om vrije, creatieve keuzes waarmee [eiser] zijn werk een persoonlijke noot heeft weten te geven. (...)

4.32. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [eiser] zich als auteursrechthebbende kan verzetten het gebruik van Prime op haar website van de uitingen “Voor mij is er alleen Grays”; “Grays is mijn keuze”; “Ik stop ze allemaal met Grays” en “Mijn Grays passeer je echt niet”. Het gevorderde verbod komt daarom op na te melden wijze voor toewijzing in aanmerking.

 

IEF 15281

Journalist, doe het: sue them!

Door Anthon Keuchenius, Freelance journalist. Een half jaar geleden berichtte ik hier [Auteursrechtdebat] in een columnpje over de diefstal van 235 letters van mij door Distrifood, nota bene een betaalsite van Reed/Elsevier; ze hadden een artikeltje gejat, op klaarlichte dag, inclusief een tikfout. De bescheiden factuur die ik hun daarop toezond -gemotiveerd met de gekopieerde tikfout- betaalden ze niet. Ook op de herinnering hoorde ik niets. Daarna zond ik hun in al mijn onnozelheid nog een kopie van de boze column toe, in de hoop op berouw. Hadden ze er met €80 van af geweest. Weer niets.

Acht IE-advocaten reageerden wel op de oproep verstopt in de column, hulde. Minder hulde voor mijn beroepsvereniging Lira, die -dacht ik- pal zou staan voor hun raison d’être: het auteursrecht. Mis gedacht. Omdat de kosten de baten wel eens zouden kunnen overstijgen durfden ze het opnieuw niet aan.

De koene IE-advocaat die ik uitkoos -Margriet Koedooder, what's in a name- durfde Reed/Elsevier wel een strenge brief te schrijven. En ontving daarop per kerende elektronische post bericht van de bedrijfsjurist, die zich uitputte in excuses. De factuur had allang betaald geweest, zou die niet zijn zoekgeraakt in de administratie. Jokkebrokken.

Daarop volgde nog een halfhartige, en toch weer deels geslaagde poging het bedrag op de gemotiveerd verhoogde factuur te laten zakken, daar het gat tussen €80 en €750 zo groot was. Reed bood €500, we gingen akkoord met €600, zodat de kosten van mijn onbaatzuchtige advocaat -tussen twee haakjes met een uurtarief waar een journalist dagen voor werkt- nog bijna gedekt zijn.

De overwinning smaakt zoetzuur. Zoet omdat we als een David -niet met de katapult maar met de pen- reus Reed/Elsevier eerst op het schavot en toen nog op de knieën dwongen. Maar ook zuur, omdat het akkefietje uren, zoniet dagen gekost heeft en een schamele €160 opbracht. Anderzijds, je hoeft niet alles te kwantificeren, in geld.

Want misschien is het een illusie, maar ik heb toch het idee dat ze nu bij Reed iets beduchter zijn voor dat schavot en de aan diefstal verbonden kosten. Daarom is de boodschap aan de collega’s; go for it, sue them. Zolang je kruimeldiefstalletjes onbestraft laat, blijven de dieven toeslaan. Als kinderhandjes in de koektrommel.

Anthon Keuchenius