IEF 22119
5 juli 2024
Uitspraak

Britse merkhouder behoudt belang bij EU-oppositieprocedure

 
IEF 22120
4 juli 2024
Uitspraak

HvJ EU: GEMA tegen GL

 
IEF 22086
3 juli 2024
Artikel

Uitnodiging oratie Charlotte Vrendenbarg

 
IEF 21324

BREIN vordert overdracht van de drie domeinnamen

Rechtbank Midden-Nederland 28 dec 2022, IEF 21324; ECLI:NL:RBMNE:2022:5565 (BREIN tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/brein-vordert-overdracht-van-de-drie-domeinnamen

Rechtbank Midden-Nederland 28 maart 2022, IEF 21324; ECLI:NL:RBMNE:2022:5565 (Brein tegen gedaagde) BREIN is een stichting die zich richt op het bestrijden van auteursrechtinbreuken, met name voor de bij haar aangesloten rechthebbenden. In deze zaak gaat het over drie websites waarop IPTV-pakketten werden verkocht. Deze pakketten boden via hyperlinks toegang tot illegaal aanbod van beschermde films, series en (premium) televisiekanalen. Volgens BREIN is gedaagde niet degene die de IPTV-pakketten heeft verkocht, maar wel de eigenaar van de drie domeinnamen die naar de websites leiden. BREIN beweert dat gedaagde de domeinnamen niet te goeder trouw heeft geregistreerd omdat er opzettelijk een onjuist adres in Nederland is opgegeven bij het EURid (domeinnamenregister). In feite zou gedaagde slechts de katvanger zijn van de persoon die de IPTV-pakketten via de websites heeft verkocht. BREIN is van mening dat gedaagde onrechtmatig handelt en eist daarom dat hij de drie domeinnamen aan haar overdraagt. De rechtbank heeft geoordeeld dat BREIN ontvankelijk is in haar collectieve vordering en wijst BREIN aan als exclusieve belangenbehartiger voor alle rechthebbenden op entertainmentcontent van IPTV-pakketten die via de domeinnamen beschikbaar zijn gemaakt.

IEF 21323

Eiser gebonden aan overeenkomst met gedaagde voor kunstfilm

Rechtbank Amsterdam 28 mrt 2023, IEF 21323; ECLI:NL:RBAMS:2023:1744 (Eiser tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/eiser-gebonden-aan-overeenkomst-met-gedaagde-voor-kunstfilm

Rechtbank Amsterdam 28 maart 2023, IEF 21323; ECLI:NL:RBAMS:2023:1744 (eiser tegen gedaagde) Eiser is een Franse schrijver die regelmatig in de publieke aandacht heeft gestaan met controversiële uitlatingen. Gedaagde is een Nederlandse filmmaker en kunstenaar. Hij maakt onder andere films die vaak controversieel zijn. Partijen hebben een overeenkomst gesloten waarin wordt afgesproken dat gedaagde een erotische film opneemt waar eiser in speelt. Eiser was in de veronderstelling dat het een kunstzinnige film zou worden die pornografische passages zou kunnen bevatten, waarin zou worden gespeeld met waarheid en fictie. Volgens eiser heeft gedaagde hem afgeschilderd als pornoster. In de trailer van de film is gezegd dat eiser in Marokko prostituees zou willen bezoeken. Hij zou in zijn persoonlijkheidsrechten als uitvoerend kunstenaar zijn geschonden en hij zou de overeenkomst hebben vernietigd. Eiser vordert gedaagde te gebieden de trailer van de film verwijderd te houden. In reconventie vordert gedaagde eiser te verbieden publiekelijk mee te delen dat de overeenkomst is vernietigd en hem te veroordelen die overeenkomst na te komen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het niet te begrijpen waarom eiser wel heeft meegedaan aan de opnames als hij de overeenkomst echt problematisch vond. Hij had genoeg tijd om terug te komen op de inhoud van de overeenkomst. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiser nog steeds is gebonden aan de overeenkomst.

IEF 21321

Elektrode is afzonderlijk voortbrengsel

Gerecht EU (voorheen GvEA) 22 mrt 2023, IEF 21321; ECLI:EU:T:2023:152 (B&Bartoni tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/elektrode-is-afzonderlijk-voortbrengsel

Gerecht EU 22 maart 2023; IEF 21320, IEFbe 3630; T‑617/21, ECLI:EU:T:2023:152 (B&Bartoni tegen EUIPO) In het onderhavige geschil draait het om het begrip "onderdeel van een samengesteld voortbrengsel” in de zin van artikel 4 lid 2 Gemeenschapsmodellenverordening. Volgens B&Bartoni heeft de kamer van beroep blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de betrokken elektrode geen onderdeel van een samengesteld voortbrengsel was. Het Gerecht oordeelt dat dit niet zo is. De snijmachine en de toorts kunnen bij vervanging van de elektrode niet uit elkaar worden gehaald en weer in elkaar worden gezet. Verder is het samengestelde voortbrengsel, te weten een toorts of een plasmasnijmachine, zonder elektrode een volledig voortbrengsel. Tot slot kan de betrokken elektrode worden vervangen door een andere elektrode en kunnen toortsen van verschillende typen de betrokken elektrode gebruiken. Op basis van deze reeks relevante aanwijzingen, heeft de kamer van beroep tot de slotsom kunnen komen dat de betrokken elektrode een afzonderlijk voortbrengsel is en geen onderdeel vormt van een samengesteld voortbrengsel in de zin van artikel 4 lid 2 van de Gemeenschapsmodellenverordening.

IEF 21322

Het Nationaal IE-Studentencongres

Op 11 mei 2023 vindt de 4e editie van het Nationaal IE-Studentencongres plaats!

Wil jij kennismaken met de advocaten van de top IE-kantoren van Nederland, maar op een andere manier dan een standaard kantoorbezoek of kennismakingskoffietje? Schrijf je dan in voor het Nationaal IE-Studentencongres 2023.

Tijdens dit event kun je deelnemen aan verschillende workshops over merkenrecht, mediarecht, octrooirecht en bescherming van bedrijfsgeheimen, verzorgd door advocaten van Bird & Bird, De Brauw Blackstone Westbroek, Brinkhof, Freshfields Bruckhaus Deringer, Hogan Lovells, Hoyng Rokh Monegier, Simmons & Simmons en Taylor & Wessing. Met als hoogtepunt een pleitwedstrijd tussen verschillende IE-studieverenigingen, waarna de dag wordt afgesloten met een borrel. Deze dag is de ideale manier om meer te weten te komen over de verschillende advocatenkantoren en het Intellectueel Eigendomsrecht!

Wil jij hierbij zijn? Schrijf je snel in via www.joinsimmons.com

Aanmelden kan tot en met maandag 24 april via joinsimmons.com. Wees er snel bij, want vol is vol.

IEF 21320

Duurzaamheidsclaims: EC doet voorstel voor richtlijn

Op 24 maart 2023 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een nieuwe richtlijn gedaan. Dit voorstel bevat criteria die greenwashing en misleidende milieuclaims tegen dient te gaan. Met het voorstel krijgen consumenten meer duidelijkheid wanneer iets als ‘groen’ wordt verkocht, of het ook echt groen is, en krijgen zij betere informatie om milieuvriendelijke producten en diensten te kiezen. Ook bedrijven zullen hiervan profiteren, aangezien bedrijven die zich daadwerkelijk inspannen om de milieuduurzaamheid van hun producten te verbeteren, gemakkelijker door de consument zullen worden herkend en beloond, hetgeen hun verkoop zal stimuleren - in plaats van te worden geconfronteerd met oneerlijke concurrentie. Op die manier zal het voorstel bijdragen tot gelijke concurrentievoorwaarden wanneer het gaat om informatie over de milieuprestaties van producten.

 

IEF 21319

‘Red sauce made with TABASCO pepper'

Rechtbank Den Haag 15 mrt 2023, IEF 21319; ECLI:NL:RBDHA:2023:3520 (Cantina Mexicana v McIlhenny ), https://ie-forum.nl/artikelen/red-sauce-made-with-tabasco-pepper

Rechtbank Den Haag 15 maart 2023, IEF 21319; ECLI:NL:RBDHA:2023:3520  (Cantina Mexicana tegen McIlhenny)  Cantina Mexicana produceert en verhandelt wereldwijd Tex-Mex producten. McIlhenny produceert en verkoopt wereldwijd verschillende sauzen, waaronder een rode pepersaus. Voor deze saus wordt een specifieke peper gebruikt, de tabascopeper. McIlhenny is houdster van het Beneluxwoordmerk TABASCO en het TABASCO Beneluxbeeldmerk.

McIlhenny is van mening dat het gebruik van het woord TABSCO op de verpakking van de rode pepersaus van Cantina Mexicana inbreuk maakt op de merkrechten van McIlhenny en vordert dan ook de staking van deze inbreuk. Cantina Mexicana is echter van mening dat het gebruik van de aanduiding ‘red sauce made with tabasco pepper’ geen inbreuk maakt op de Tabasco-merken. Cantina Mexicana beroept zich op de nietigheid van het merk TABASCO ex art. 2.2bis lid 1 sub c BVIE. TABASCO zou beschrijvend zijn voor alle waren waarvan de tabascopeper een ingrediënt kan zijn.

IEF 21318

Voorjaarsborrel Jong IE

Ha mede Jong IE-er,

De zeer geslaagde pubquiz bij Café Lust is al weer enige tijd geleden. De winter is ondertussen officieel voorbij en het zonnige weer is in zicht. Dat betekent dat het hoog tijd is voor een Jong IE-voorjaarsborrel!

IEF 21317

Diederik van Leeuwen nieuwe voorzitter Pictoright

Op maandag 20 maart is Diederik van Leeuwen als voorzitter van Pictoright benoemd. Hij volgt daarmee Bart Drenth op, die het voorzitterschap heeft neergelegd nadat hij directeur is geworden van kunst- en antiekbeurs TEFAF. 

Diederik van Leeuwen brengt ruime bestuurlijke ervaring binnen en buiten de culturele sector met zich mee. Momenteel is hij werkzaam als programma- en interim-directeur bij Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie. Hij is geen onbekende in het collectief beheer van auteursrechten: eerder was hij onafhankelijk voorzitter van Stichting Leenrecht.

Pictoright is verheugd met Van Leeuwen als voorzitter, zeker gezien zijn belangstelling voor innovatie, iets wat de komende tijd alleen maar relevanter zal worden met de ontwikkelingen op het op het gebied van AI, beeldherkenningssoftware en platformaansprakelijkheid.

Tijdens de aangeslotenenvergadering van 1 juni zal afscheid genomen worden van Bart Drenth, die de afgelopen vier jaar als voorzitter een belangrijke rol binnen Pictoright heeft gespeeld.

IEF 21316

Uitspraak ingezonden door Nadiya Disveld en Anne de Laat, Bright Advocaten

Inbreuk op merkenrecht door overeenstemmend woord 'bekwaam'

Rechtbank Gelderland 21 mrt 2023, IEF 21316; (Bekwaam Intererim Management B.V. tegen Bekwaam Zorggroep B.V.), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-merkenrecht-door-overeenstemmend-woord-bekwaam

Vzr. Rechtbank Gelderland 21 maart 2023, IEF21316; C/05/414747 / KG ZA 23-35 (Bekwaam Interim Management B.V. tegen Bekwaam Zorggroep) Kort geding. Bekwaam Interim Management (hierna BIM) is een onderneming die gespecialiseerd is in detachering en arbeidsbemiddeling voor professionals, met name in de infrastructuur- en utiliteitsbouw. Het bedrijf is ingeschreven in het handelsregister en is houder van een Benelux woord-/beeldmerk waar het woord Bekwaam groot wordt afgebeeld. Bekwaam Zorggroep (hierna BZ) is een onderneming die tevens is gespecialiseerd in het aanbieden van dienste op het detachering, werving en selectie, met name in de zorgsector. Deze onderneming maakt eveneens gebruik van een logo waarbij het woord Bekwaam een duidelijke rol speelt. De merkgemachtigde van BIM heeft BZ gesommeerd het gebruik van de naam BZ en bijbehorend logo te staken. De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Het woord-/beeldmerk van BIM is geldig, nu BZ de nietigheid hiervan niet heeft ingeroepen. Daarnaast is het niet zuiver beschrijvend. Het BVIE is van toepassing, waardoor er op grond van art. 2.20 lid 2 sub b BVIE inbreuk wordt gemaakt. Immers is het dominante bestanddeel het element 'Bekwaam'. De prominente plek van het woord in beide logo's stemt overeen en de overige elementen zijn beschrijvend. Op basis van deze feiten wordt geconcludeerd dat het woord-/beeldmerk en teken dezelfde totaalindruk maken, hetgeen tot verwarring bij het publiek zou kunnen leiden. BZ maakt met haar logo inbreuk op de merkenrechten van BIM. De vordering betreffende de handelsnaam op grond van art. 5 Hnw wordt tevens toegewezen. 

IEF 21315

Uitspraak ingezonden door Max van Oostrum en Marga Verwoert, Leeway

Wunderkind maakt inbreuk op het Wonderkind-merk

Rechtbank Den Haag 17 mrt 2023, IEF 21315; (Wonderkind tegen Wunderkind), https://ie-forum.nl/artikelen/wunderkind-maakt-inbreuk-op-het-wonderkind-merk

Rechtbank Den Haag 17 maart 2023, IEF 21315; C/09/636431 / KG ZA 22-910 (Wonderkind tegen Wunderkind) Het Nederlandse bedrijf Wonderkind, actief in de online advertentiemarkt, is de houder van het Uniemerk WONDERKIND. Wonderkind heeft een kort geding aangespannen tegen het Amerikaans-Britse bedrijf Wunderkind, dat zich bezighoudt met performance marketing. In dit kort geding vordert Wonderkind een bevel om iedere inbreuk op het WONDERKIND-merk te staken, door ieder gebruik van het teken ‘Wunderkind’ in de gehele Europese Unie te staken op grond van art. 9 lid 2 sub b UMVo. Omdat Wunderkind een vordering tot vervallenverklaring heeft ingesteld bij het EUIPO onderzoekt de voorzieningenrechter eerst de geldigheid van het WONDERKIND-merk. Volgens de rechter is er geen serieuze kans aanwezig dat het WONDERKIND-merk in een bodemprocedure of een procedure bij het EUIPO niet geldig zal worden bevonden. Zowel visueel, auditief als begripsmatig is er volgens de rechter een grote mate van overeenstemming tussen het merk en de tekens. Daarnaast is er een zekere mate van overeenstemming tussen de diensten, nu beide bedrijven zich onder meer richten op reclame en marketingadvies. De rechter komt dan ook tot de conclusie dat Wunderkind inbreuk maakt op het WONDERKIND-merk en wijst de vorderingen toe. Wunderkind wordt als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.