IEF 22181
7 augustus 2024
Uitspraak

Maxcom had geen toestemming om QWIC Premium e-bikes te verkopen

 
IEF 22178
5 augustus 2024
Uitspraak

Geen spoedeisend belang in kort geding tegen MeDirect Bank

 
IEF 22177
5 augustus 2024
Uitspraak

Gerecht vernietigt beslissing over handelsmerk voor oranje kleur op champagne

 
IEF 12542

Hoge Raad had in de Tripp Trapp-zaken prejudiciële vragen moeten stellen over het auteursrecht

D.J.G. Visser, Hoge Raad had in de Tripp Trapp-zaken prejudiciële vragen moeten stellen over het auteursrecht, IEF 12542.

Een bijdrage van Dirk Visser, Klos Morel Vos & Schaap, Universiteit Leiden.

Hoge Raad had in de Tripp Trapp –zaken prejudiciële vragen moeten stellen over het auteursrecht. Enkele opmerkingen naar aanleiding van het arrest HR 23 februari 2013, LJN BY1529 (Stokke/H3 products, [red. IEF 12367]), tevens een voorpublicatie uit de Kroniek van de Intellectuele Eigendom die op 12 april 2013 in het NJB zal verschijnen. (p. 979-988).

“Aanleiding voor de veronderstelling dat zulks naar Europees recht anders zou zijn, is er niet”, aldus de Hoge Raad in zijn arrest van 22 februari 2013 over de vraag wat het criterium is voor auteursrechtelijke bescherming van de Tripp Trapp-kinderstoel.

Met dit apodictische zinnetje doet onze hoogste rechter weer eens wat nationale rechters én academici en eigenlijk alle juristen graag doen: denken dat een Europese harmonisatie geen verandering brengt. Het is immers altijd geruststellend en overzichtelijk om te veronderstellen dat dingen ongeveer blijven zoals ze zijn. En het is vaak mogelijk om nieuwe Europese criteria zo te interpreteren dat ze overeen komen met oude en vertrouwde nationale begrippen.

Het probleem is dat ze dat in andere Europese landen ook doen en dat het daarom onvermijdelijk met enige regelmaat onjuist blijkt te zijn. Er is daarom vaak aanleiding voor de veronderstelling dat iets naar Europees recht anders zou kunnen zijn.

[dit artikel is ingekort]

Slot
Ik ben geneigd om het met de Hoge Raad, Verkade en Hugenholtz eens te zijn dat het er voor ons sterk op lijkt dat Infopaq I en alle daarop volgende rechtspraak niet dwingt tot afwijking van het Endstra-criterium. Ik vind het ook prima als het adaptatierecht volledig door het reproductierecht blijkt te zijn geharmoniseerd. Meer moeite heb ik overigens met de veronderstelling dat ons Decaux/Mediamax -totaalindrukken-criterium de EU adaptatierecht-norm voor alle typen werken zal blijken te zijn. Maar ook ik ben een Nederlander en het gevaar van een te Neerlandocentrische blik is levensgroot. Er is nog iets anders belangrijk: ook als ‘wij’ gelijk hebben, dan is er aanzienlijk meer voor nodig om Duitsland en het Verenigd Koninkrijk van ons gelijk te overtuigen dan dat de Nederlandse Hoge Raad op een koude vrijdagochtend in de Kazernestraat te Den Haag in het Nederlands verkondigt: “Aanleiding voor de veronderstelling dat zulks naar Europees recht anders zou zijn, is er niet”.

Dirk Visser

IEF 12541

Suggestie van bevolkingsonderzoek

Vzr. Rechtbank Amsterdam 18 maart 2013, LJN CA0885 (Stichting Osteoporose Casefinding Nederland hodn Osteoporose Medisch Centrum tegen TROS)

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Remco Klöters, Van Kaam advocaten.

Via LSenR.nl. Als randvermelding. Mediarecht. OMC specialiseert zich in de diagnostiek en behandeling van patiënten met behulp van een Dexa-(bot)scan. OMC heeft een vergunning op grond van de Wet op het bevolkingsonderzoek voor een getrapte screening op osteoporose aangevraagd, maar niet verkregen. Zij heeft daarop haar werkwijze aangepast: indien een huisarts belangstelling heeft assisteert Epidemiologie in een mailing aan patiënten in de risicogroep. Deze uitnodigingsbrieven worden door sommige patiënten opgevat als een oproep van de huisarts.

Naar aanleiding van brieven met vragen aan het programma over de rolverdeling tussen OMC en de huisartsen, heeft TROS Radar contact gehad met OMC over een reportage (wederhoor). De reportage bestaat uit interviews met "De vrienden van Sleen", afgewisseld door fragmenten uit een interview met een huisarts en de auteur van de NHG-richtlijn. OMC vordert een rectificerende mededeling in een neutrale presentatie in de volgende televisie-uitzending en verwijdering van beeldmateriaal van de websites. Volgens OMC zijn meerdere uitlatingen en beweringen onjuist, diskwalificerend en/of misleidend.

De voorzieningenrechter weigert de gevraagde voorzieningen. Aan Tros wordt wel in overweging gegeven om bij het beschikbaar stellen van de uitzending online een verduidelijking te geven over het feit dat niet zonder tussenkomst van een arts een oproep voor een botscan volgt.

Met OMC is de voorzieningenrechter van oordeel dat deze uitlatingen zonder meer diskwalificerend zijn voor OMC, maar zij zijn daarmee niet onrechtmatig. Het recht op vrije meningsuiting omvat het recht te kwetsen, schokken of verontrusten. De suggestie dat OMC in feite voor commercieel gewin en zonder vergunning een bevolkingsonderzoek doet mocht gedaan worden.

4.12.  (...) Het brengen van nieuws door middel van interviews, bewerkt of niet, is een van de belangrijkste middelen van de pers bij het vervullen van haar rol als "publieke waakhond". Maatregelen ter beperking van de verspreiding van uitspraken van een andere persoon kan de bijdrage van de pers aan het publieke debat in sterke mate hinderen. Een dergelijke maatregel kan dan ook slechts worden overwogen indien daar zeer sterke redenen voor zijn. Dat is hier niet het geval.(...)

Overige leessuggesties: 4.13, 4.14, 4.17, 4.19 en 4.20.
[red. OMC's standpunt op haar website, lees "De vijf verkeerde aannames over OMC in Tros Radar"]

Lees de uitspraak in PDF: zaaknr. C/13/536855 / KG ZA 13-249

IEF 12540

Populariteit niet veroorzaakt door het illegale downloaden

Een bijdrage van Tim Kuik, Stichting BREIN.

In reactie op IEF 12537 'Anders kijken naar illegale downloads: het zijn de nieuwe kijkcijfers!'. Dat de populariteit van een TV serie (of een ander werk) op illegale sites gelijk op gaat met de populariteit van het legale aanbod van dat werk is geen nieuws. Het betekent niet dat die populariteit veroorzaakt wordt door het illegale downloaden. Vrijwel alle onderzoeken wijzen uit dat het downloaden van illegaal aangeboden werk schade toebrengt aan de legale exploitatie, d.w.z. zowel de verkoop van voorbespeelde dragers als de online exploitatie. Zie voor een overzicht van onderzoeken op Considerati.com.

Maar het is zeker interessant dat Game of Thrones ook in Nederland onverminderd populair blijft als illegale download ondanks de gelijktijdige legale beschikbaarheid met de premiere in de VS. Voorheen werd immers wel beweerd dat de illegaliteit louter en alleen zou afnemen indien TV-series overal gelijktijdig beschikbaar gemaakt zouden worden. Dat wordt hierdoor gelogenstraft. Het blijkt dat gratis (illegale) beschikbaarheid een onweerstaanbare aantrekkingskracht heeft boven legale beschikbaarheid tegen betaling. Daar was wetenschappelijk onderzoek ook al achter gekomen.

Naast legale beschikbaarheid is het dus nodig de illegale concurrentie aan te pakken. BREIN blijft dat dan ook met onverminderde overtuiging doen. Tevens blijft BREIN ook een enthousiast voorstander van het bedienen van de markt met legaal digitaal aanbod zodat er een legaal alternatief is voor de illegale online aanbieder. HBO is daar een lichtend voorbeeld van, zoals o.a. Spotify een klinkend voorbeeld is.

IEF 12539

Winnaar BMM Wim Mak Award 2012

Uit't persbericht: Juryvoorzitter Gerard van Hulst heeft tijdens de BMM Voorjaarsvergadering in Den Bosch de jaarlijkse Wim Mak Award 2012 uitgereikt aan Marloes Bakker voor haar bijdrage “Farmaceutische merken in registerconflicten” (BMM Bulletin 4-2012, p. 135-144; login).

Deze uitstekende bijdrage kon de jury snel overtuigen: het gaat om een zeer volledig overzicht dat een echte meerwaarde biedt voor alle gemachtigden, advocaten en bedrijfsjuristen, die met geneesmiddelen geconfronteerd worden.

“Marloes geeft ons een zeer volledig overzicht van de conflicten waarmee de merkhouders in de farmaceutische industrie, die zeer belangrijk is voor de Benelux, worden geconfronteerd. Er zijn veel verwijzingen naar rechtspraak en ook de eigen mening van de auteur wordt weergegeven. Hoewel het artikel betrekking heeft op de farmaceutische industrie, hebben verschillende standpunten een ruimere draagwijdte en gelden zij ook van andere industrieën.”

Eervolle vermeldingen waren er voor: Pierre Konings voor zijn bijdrage “Global Branding van geneesmiddelen” (BMM Bulletin 4-2012, p. 130-134; login) en Gregor Vos en Tim Iserief voor het artikel “De opkomst van marktonderzoek in merkenzaken” (BMM Bulletin 1-2012, p. 2-14; login).

Wachtwoord vergeten?

IEF 12538

Rechtbank Oost-Nederland gesplitst in Gelderland en Overijssel

Uit't persbericht: Per 1 april telt Nederland elf rechtbanken en vier gerechtshoven. Tot 1 april 2013 waren er tien rechtbanken, nu is de rechtbank Oost-Nederland gesplitst in rechtbank Gelderland en rechtbank Overijssel. Rechtbank Oost-Nederland was één van de tien fusierechtbanken die ontstonden na de herziening van de gerechtelijke kaart (HGK), per 1 januari 2013.

Al eerder, per 1 januari dit jaar, fuseerden 19 Nederlandse rechtbanken in het kader van de HGK tot tien rechtbanken en het aantal gerechtshoven ging van vijf naar vier. Doel van deze reorganisatie is de bundeling van expertise en een completer aanbod van diensten aan de rechtzoekende. Volgens de Eerste Kamer waren het werkgebied en de organisatie van fusierechtbank Oost-Nederland te groot van schaal.

Eind november 2012 stemde ook de Tweede Kamer voor de splitsing van Oost-Nederland in twee zelfstandige delen: de rechtbank Gelderland met de locaties Arnhem, Zutphen, Apeldoorn en Nijmegen en de rechtbank Overijssel met de locaties Zwolle, Almelo, Deventer en Enschede.

Lees de factsheets Overijssel en Gelderland

IEF 12537

Anders kijken naar illegale downloads: het zijn de nieuwe kijkcijfers!

Een bijdrage van Raymond Snijders, LinkedIn.

In 2012 was Game of Thrones de meest gedownloade tv serie. Illegaal wel te verstaan. De seizoensfinale werd maar liefst 4,2 miljoen keer gedownload via bittorrent en daar konden de overige tv series niet aan tippen. Het feit dat de serie uitgezonden wordt op een (betaalde) kabelzender, en de beschikbaarheid daarmee relatief beperkt is, werd ingeschat als een waarschijnlijke reden voor de twijfelachtige eer die Game of Thrones daarmee ten deel viel.

Daar waar de meeste tv- en filmstudio’s hun uiterste best doen om illegale downloads van ‘hun’ tv series koste wat het kost te bestrijden pakt HBO – de zender die Game of Thrones uitzendt – het net iets anders aan. Niet dat ze blij zijn met illegale downloads maar ze erkennen dat je er wel voor moet zorgen om je serie dan ook wereldwijd beschikbaar te krijgen en dat er zo min mogelijk tijd moet zitten tussen de uitzending van een aflevering in Amerika en elders in de wereld. Zodat mensen in ieder geval de optie hebben om het legaal te kijken.

De regisseur van Game of Thrones ging nog een stapje verder en stelde dat er door het downloaden juist veel aandacht voor de serie is op sociale media. Dat zou aanzienlijk belangrijker zijn dan kijkcijfers om het voortbestaan van de serie te garanderen. Het lijkt wel of iedereen de serie kijkt en het erover heeft terwijl die, ook in Nederland, alleen maar via HBO wordt uitgezonden op tv.

En die mensen kopen schijnbaar alsnog de dvd’s en blurays. Grote stapels van beide seizoenen zag ik vorige week in de Mediamarkt liggen en het gaat goed met de verkoop ervan. Ook in Amerika want zelfs de zendercoöordinator van HBO sloot zich vorige week aan bij de opmerkingen van de Game of Thrones regisseur. Ondanks alle illegale downloads is de serie met afstand de topverdiener voor de kabelzender.

“I probably shouldn’t be saying this, but it is a compliment of sorts,” Lombardo said. “The demand is there. And it certainly didn’t negatively impact the DVD sales. [Piracy is] something that comes along with having a wildly successful show on a subscription network.”

Illegale downloads als kijkcijfers beschouwen en als mogelijkheid zien om de afzetmarkt voor de dvd’s en blurays te vergroten. Nieuwe distributiemodellen bedenken om in te spelen op de redenen waarom mensen je series uberhaupt downloaden. Het kan dus wel.

HBO hoeft zich overigens in 2013 geen zorgen te maken over de titel van meest gedownloade tv serie. Ook de eerste aflevering van het nieuwe seizoen brak vorige week records.

Wanneer kan ik de blurays kopen?

IEF 12536

Gewijzigde verveelvoudigingen van een niet-ontleende portemonee

Vzr. Rechtbank Den Haag 8 april 2013, zaaknr. C/09/438216/KG ZA 13-225 (Smart Little Bag tegen Beernink & Beernink B.V.)

Uitspraak ingezonden door Monique Hennekens, Banning Advocaten.

Auteursrecht. Modelrecht. Nieuwheidschadelijk. Eiseres is ontwerpster van portemonnees en tassen. Onder de naam 'Smart Little Bag' (SLB) brengt zij een damesportemonnee op de markt. Eiseres is houder van de modelrechten voor de SLB, het Beneluxmodelrecht onder de nummers 38892-01 en 38884-00. Beernink is producent van en groothandel in lederwaren, waaronder portemonnees en handtassen. Beernink heeft tevens een damesportemonnee in de handel gebracht.

Eiseres vordert een inbreukverbod op de Europese en Benelux modelrechten en op de auteursrechten van eiseres op de SLB, waaronder in ieder geval begrepen Bear [1], [2] en [3]. Beernink heeft in verweer aangevoerd de Bear 1 portemonnee al in Nederland in het handelsverkeer heeft gebracht in januari 2010, zodat deze portemonnee nieuwheidschadelijk is voor de modelrechten van eiseres. Naar voorlopig oordeel heeft Beernink voldoende aannemelijk gemaakt dat het model Bear 1 al voor december 2010 in het handelsverkeer is gebracht. Van een inbreuk door Beernink op Gemeenschapsmodelrechten en Beneluxmodelrechten van eiseres is naar voorlopig oordeel derhalve geen sprake.

Aan het vereiste van ontlening is niet voldaan met betrekking tot Bear 1, omdat de portemonnee al openbaar was gemaakt voordat Beernink bekend kon zijn geworden met de SLB. Bear 2 en 3 maken evenmin inbreuk op die auteursrechten. De Bear 2 en 3 zijn immers gewijzigde verveelvoudigingen van de Bear 1. De voorzieningenrechter wijst de vordering af.

4.9. Naar voorlopig oordeel heeft Beernink met haar hiervoor besproken bewijsstukken en motivering in het kader van dit kort geding voldoende aannemelijk gemaakt dat model Bear 1 al voor december 2010 in het handelsverkeer is gebracht in de Gemeenschap. [X] stelt in deze procedure dat de Bear 1 geen andere algemene indruk maakt dan haar geregistreerde en ongeregistreerde model van de SLB. Uit die stelling volgt dus dat de SLB ten tijde van de gestelde marktintroductie in december 2010 geen eigen karakter had in de zin van artikel 6 jo. artikel 7 GModVo en artikel 3.3 lid 2 en lid 3 BVIE, zodat de voorzieningenrechter voorshands oordelend het beroep van Beernink op nietigheid van de Gemeenschapsmodelrechten en Beneluxmodelrechten van [X] kansrijk acht. Van een inbreuk door Beernink op Gemeenschapsmodelrechten of Beneluxmodelrechten van [X] is naar voorlopig oordeel derhalve geen sprake.

4.10. Voor het beroep op auteursrechtinbreuk geldt het volgende. Naar voorlopig oordeel is aan het vereiste van ontlening niet voldaan met betrekking tot de Bear 1 portemonnee, omdat die portemonnee al openbaar was gemaakt voordat Beernink bekend kon zijn geworden met de SLB. Voor zover de SLB ondanks de vormgevingskenmerken van de Bear 1 portemonnee een oorspronkelijk werk in de zin van de Auteurswet zou zijn, maken de Bear 2 en 3 evenmin inbreuk op die auteursrechten. De Bear 2 en 3 zijn immers gewijzigde verveelvoudigingen van de Bear 1. Voor zover de SLB voldoende afstand zou houden van de Bear 1 om als een oorspronkelijk werk in de zin van de auteurswet te gelden, hebben de Bear 2 en 3 niet de kenmerken die aan de SLB het oorspronkelijke karakter verlenen.

IEF 12535

NOS mag nieuwsitem over moordzaak uitzenden

Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad 24 maart 2013, LJN BZ6578 (Eiser tegen de Nederlandse Omroep Stichting)

Uitspraak ingezonden door Bas Le Poole,
Laura Broers en Peter Kok, Houthoff Buruma

Als randvermelding. Mediarecht. Nieuwsitem. Wetsvoorstel.
De voorzieningenrechter in Lelystad heeft zondag 24 maart bepaald dat de NOS een nieuwsitem over het wetsvoorstel ‘herziening ten nadele’ in het journaal wel mag uitzenden. Voormeld wetvoorstel strekt ertoe dat in het Wetboek van Strafvordering de mogelijkheid wordt voorzien tot herziening ten nadele van een bepaalde categorie onherroepelijke vrijspraken.

Een man, wiens vrijspraak van moord na een oordeel door de Hoge Raad onherroepelijk werd, had een kort geding aangespannen om een verbod op de uitzending af te dwingen. Als grondslag van zijn vordering stelt eiser dat gedaagden jegens hem onrechtmatig handelen door in het nieuwsitem over het wetsvoorstel de strafzaak te noemen en nabestaanden een podium te bieden om lasterlijke uitspraken over eiser te doen en ongegronde associaties met het nieuwsitem te maken. De voorzieningenrechter is van oordeel dat voorshands niet voldoende is gebleken van een zodanige inhoud van het item dat dit een (dreigende) onrechtmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van eiser meebrengt, die zo zwaarwegend is dat daaraan voorrang behoort toe te komen boven het recht van gedaagden op vrijheid van meningsuiting. Het gevorderde (uitzend)verbod wordt afgewezen.

2.4.  Voormeld wetvoorstel strekt ertoe dat in het Wetboek van Strafvordering (Sv) de mogelijkheid wordt voorzien tot herziening ten nadele van een bepaalde categorie onherroepelijke vrijspraken. Hiermee wordt het onder omstandigheden mogelijk om onherroepelijke uitspraken van de strafrechter waarbij een verdachte ter zake van een ernstig misdrijf met dodelijke afloop is vrijgesproken of ontslagen van alle rechtsvervolging, ten nadele van de gewezen verdachte te herzien. Voorwaarde is dat sprake is van een in het wetsvoorstel nader omschreven falsum of novum. Voorts dient er het ernstige vermoeden te bestaan dat indien dit falsum of novum de rechter bekend was, de zaak zou zijn geëindigd in een veroordeling van de gewezen verdachte.

3.2.  Als grondslag van zijn vordering stelt eiser dat gedaagden jegens hem onrechtmatig handelen door in het nieuwsitem over het wetsvoorstel de strafzaak te noemen en de nabestaanden van [A] een podium te bieden om lasterlijke uitspraken over eiser te doen en ongegronde associaties met het nieuwsitem te maken. Volgens eiser ontbreekt elke noodzaak tot en nieuwswaarde van het noemen van de strafzaak in het kader van het wetsvoorstel, nu er geen sprake is van een novum of falsum in de zin van dat wetsontwerp. Eiser stelt dat bij een afweging van belangen zijn recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer zwaarder weegt dan het recht van gedaagden op vrijheid van meningsuiting.

4.7.  In het licht van dat beoordelingskader is de voorzieningenrechter, gelet op de hier relevante feiten en omstandigheden, met name de door gedaagden gestelde inhoud en vormgeving van het nieuwsitem (zie onder 4.4.), van oordeel dat voorshands niet voldoende is gebleken van een zodanige inhoud van dat item dat dit een (dreigende) onrechtmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van eiser meebrengt, die zo zwaarwegend is dat daaraan voorrang behoort toe te komen boven het recht van gedaagden op vrijheid van meningsuiting. De door eiser gevreesde gevolgen van de gewraakte uitzending leiden niet tot een ander oordeel. Hij kan die gevolgen, hoe nadelig ook, dan ook niet met behulp van de ingestelde vordering afwenden. Het gevorderde (uitzend)verbod moet worden afgewezen.

IEF 12534

"warez", een verzamelnaam voor auteursrechtelijk beschermd werk dat illegaal wordt verspreid

Hof Den Haag 18 januari 2013, LJN BZ6496 (Internetforum en 'Warez')

In navolging van LJN BR5615. Auteursrecht. Strafrecht. Computervredebreuk. Hacken. Organisatie. 'Warez'. Art. 140 Sr. De verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, bestaande uit de leden van het internetforum. Leden van dit forum hebben zich op vrij omvangrijke schaal en op een geraffineerde wijze over een lange periode bezig gehouden met het plegen van computervredebreuk en het verspreiden van auteursrechtelijk beschermde werken via het internet.

Medeverdachte heeft verklaard dat het forum een soort FXP-board is met als doel films zo snel mogelijk te verspreiden. Het gaat er (ook) om wie als eerste een nieuwe release plaatst. Hiermee krijgt deze persoon de meeste punten. Met de oudere "warez" (een verzamelnaam voor auteursrechtelijk beschermd werk dat illegaal wordt verspreid) en als post wordt verwijderd of afgekeurd kreeg men minder punten. Op grond van al het vorenstaande acht het hof het forum een samenwerkingsverband van voldoende structuur en duurzaamheid om te kunnen spreken van een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr.

Vast staat dat het forum het oogmerk had op het hacken van computersystemen om gebruik te maken van de schijfruimte en bandbreedte zodat er snel auteursrechtelijk beschermde werken konden worden geüpload en gedownload.  Het hof komt tot het oordeel dat aan alle vereisten van artikel 140 Sr is voldaan. Verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden.

Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd dat toegang tot en deelname aan het forum aan bepaalde regels geboden was en dat er sprake was van gezamenlijke besluitvorming ten aanzien van het aantrekken en aannemen van nieuwe leden. Voorts kan hieruit worden afgeleid dat er een zeker toegangsbeleid werd gehanteerd en dat de inhoud van hetgeen op het forum aan de orde kwam voorbehouden moest blijven aan een in mindere of meerdere mate exclusieve groep personen.

[medeverdachte 3] heeft verklaard dat [forum] een soort FXP-board is met als doel films zo snel mogelijk te verspreiden. Het gaat er (ook) om wie als eerste een nieuwe release plaatst. Hiermee krijgt deze persoon de meeste punten. Met de oudere "warez" (een verzamelnaam voor auteursrechtelijk beschermd werk dat illegaal wordt verspreid) en als post wordt verwijderd of afgekeurd kreeg men minder punten. Ook de verdachte en [medeverdachte 1] verklaren over dit puntensysteem dat er op neer komt dat iemand punten kan verdienen met uploaden waardoor krediet wordt opgebouwd om te downloaden. [medeverdachte 1] heeft in dit verband genoemd dat je als filler aan bepaalde quota moet voldoend. Dit puntensysteem was een op het forum geldende gemeenschappelijke regel.

Op grond van al het vorenstaande acht het hof het [forum]forum een samenwerkingsverband van voldoende structuur en duurzaamheid om te kunnen spreken van een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht.

De conclusie moet zijn dat [forum] het oogmerk had op het hacken van computersystemen om gebruik te maken van de schijfruimte en bandbreedte zodat er snel auteursrechtelijk beschermde werken konden worden geüpload en gedownload.

De verdachte heeft zich als hacker/scanner intensief beziggehouden met onder andere het inbreken in computers, het gebruik maken van gehackte snelle ftp-servers, het posten van informatie over gehackte computers op het forum en het plaatsen van informatie op het forum.

Op andere blogs:
BREIN (Hof Den Haag veroordeelt deelnemer inbreuk forum opnieuw)

IEF 12533

Het verwarringwekkend slaafs nabootsen van andermans product in het licht van art. 6:193a-j BW en art. 6:162 BW

P.G.F.A. Geerts, Het verwarringwekkend slaafs nabootsen van andermans product in het licht van art. 6:193a-j BW en art. 6:162 BW, IER 2013/1, p. 1-10, IEF 12533.

Bijdrage ingezonden door Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen.

In mijn noot onder HvJ EU 14 januari 2010, IER 2010/42 (Wettbewerbscentrale/Plus) heb ik gewezen op de ruime werkingssfeer van de Richtlijn OHP en in haar kielzog art. 6:193a-j BW. In die noot heb ik verdedigd dat het verwarringwekkend slaafs nabootsen van andermans product onder de werkingssfeer van de OHP-regels valt en dat de producent wiens product slaafs wordt nagebootst, de nabootser op grond van die regels rechtstreeks kan aanspreken. In deze bijdrage wil ik die gedachte nog wat verder uitwerken en bovendien nagaan of er in slaafse nabootsingkwesties, naast de OHP-regels, nog ruimte is voor de op art. 6:162 BW gebaseerde slaafse nabootsingjurisprudentie van de Hoge Raad. Ik wil dus nagaan welke mogelijkheden de producent op basis van Boek 6 BW heeft om zich tegen het verwarringwekkend slaafs nabootsen van zijn product te verzetten. IE-rechten die door de producent van het slaafs nagebootste product eventueel ook in de strijd gegooid zouden kunnen worden, worden buiten beschouwing gelaten. Ik begin met een bespreking van de OHP-regels.

[dit artikel is ingekort]

55. Tot slot rijst overigens nog wel de vraag of art. 2.19 BVIE niet in strijd is met de Richtlijn OHP. Die richtlijn, die indirect ook de belangen van bonafide handelaren tegen het door concurrenten voeren van verwarringwekkende onderscheidingstekens beschermt, eist immers niet dat de door de Richtlijn OHP geboden bescherming pas ingeroepen kan worden als de handelaar zijn onderscheidingsteken heeft geregistreerd. Of daarmee art. 2.19 BVIE ook in strijd is met de Richtlijn OHP durf ik echter niet met een volmondig ‘ja’ te beantwoorden. Dat komt door overweging 9 uit de considerans van de Richtlijn OHP. Die overweging bepaalt namelijk dat de richtlijn geen afbreuk doet aan (bestaande) nationale regels inzake intellectuele-eigendomsrechten. Die overweging zou de houdbaarheid van art. 2.19 BVIE mogelijk kunnen redden.

56. En ja, het antwoord op de vraag of art. 2.19 BVIE in strijd is met de Richtlijn OHP zal ook door het HvJ EU gegeven moeten worden. Met BenGH 23 december 2010, IER 2011/16, m.nt. Gielen; BIE 2011/27, m.nt. Steinhauser (Engels/Daewoo) is dus nog geen definitief antwoord gegeven op de vraag of art. 2.19 BVIE in strijd is met hogere regelgeving.