DOSSIERS
Alle dossiers

Collectieve exploitatie  

IEF 10551

Geen filtersysteem voor ISPs

HvJ EU 24 november 2011, zaak C-70/10 (Scarlet Extended NV tegen SABAM) - persbericht

Informatiemaatschappij. Auteursrecht. Internet. ‚Peer-to-peer’-programma’s. Internetproviders. Invoering van systeem waarbij elektronische communicatie wordt gefilterd om met auteursrechten strijdige uitwisseling van bestanden te voorkomen. Het Hof spreekt zich duidelijk uit dat er geen algemene verplichting van toezicht op doorgegeven informatie is. Richtlijnen staan eraan in de weg staan dat een internetprovider door de rechter wordt gelast een filtersysteem in te voeren.

Vragen: 1) Staan de richtlijnen 2001/29 en 2004/48, junctis de richtlijnen 95/46, 2000/31 en 2002/58, mede beschouwd in het licht van de artikelen 8 en 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de lidstaten toe om een nationale rechter die wordt aangezocht in een bodemprocedure, enkel op de grondslag van een wettelijke bepaling inhoudend dat ‚zij [de nationale rechters] [...] eveneens een bevel tot staking [kunnen] uitvaardigen tegenover tussenpersonen wier diensten door derden worden gebruikt om inbreuk op het auteursrecht of op een naburig recht te plegen’, de bevoegdheid te verlenen een internetprovider te bevelen om ten aanzien van al zijn klanten, in abstracto en als preventieve maatregel, op zijn kosten en zonder beperking in de tijd, een systeem toe te passen voor het filteren van alle onder andere via ‚peer-to-peer’-programma’s in‑ en uitgaande elektronische communicatie, teneinde te kunnen vaststellen of op zijn netwerk elektronische bestanden in omloop zijn die een muzikaal, cinematografisch of audiovisueel werk bevatten waarvan de verzoeker beweert de auteursrechthebbende te zijn, en vervolgens de uitwisseling ervan te blokkeren, hetzij bij de opvraging, hetzij bij de verzending ervan?

2) Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, verplichten deze richtlijnen dan de nationale rechter die wordt verzocht om een bevel uit te vaardigen tegen een tussenpersoon waarvan de diensten door derden worden gebruikt om inbreuk op een auteursrecht te maken, toepassing te geven aan het beginsel van evenredigheid, wanneer deze rechter zich dient uit te spreken over de doeltreffendheid en de afschrikkende werking van de verzochte maatregel?”

Antwoord:
De richtlijnen (...) samen gelezen en uitgelegd tegen de achtergrond van de vereisten die voortvloeien uit de bescherming van de toepasselijke grondrechten, moeten aldus worden uitgelegd dat zij eraan in de weg staan dat een internetprovider door de rechter wordt gelast een filtersysteem in te voeren
–        voor alle elektronische communicatie via zijn diensten, met name door het gebruik van „peer-to-peer”-programma’s;
–        dat zonder onderscheid op al zijn klanten wordt toegepast;
–        dat preventief werkt;
–        dat uitsluitend door hem wordt bekostigd, en
–        dat geen beperking in de tijd kent,
dat in staat is om op het netwerk van deze provider het verkeer van elektronische bestanden die een muzikaal, cinematografisch of audiovisueel werk bevatten waarop de verzoeker intellectuele-eigendomsrechten zou hebben, te identificeren, om de overbrenging van bestanden waarvan de uitwisseling het auteursrecht schendt, te blokkeren.

Op andere blogs:
IViR (Gezamenlijke noot onder Hof van Justitie EU 24 november 2011, C-70/10 (Scarlet Extended NV/SABAM) en Hof van Justitie EU 16 februari 2012, C-360/10 (SABAM/Netlog NV))
JIPLP (ISPs cannot be ordered to adopt general and preventive filtering systems)
MediaForum / IViR (annotatie)
NTER / IViR ((Fast)food for thoughts: de uitspraak van het Hof van Justitie in de Scarlet/Sabam-zaak)

IEF 10547

Toewijzing van een deelbedrag

Kantonrechter Rechtbank Utrecht 16 november 2011, UX EXPL 10-21066 (Cozzmoss B.V. tegen ANBO)

Met dank aan Stance Willems, Bingh advocaten.

Cozzmoss zaak. Auteursrecht. Een aantal artikelen van Volkskrant staan mét bronvermelding op website van ANBO, deze zijn na sommatie direct verwijderd en verwijderd gehouden. Geen belang bij verbod tot onthouding van verdere auteursrechtinbreuken, nu artikelen zijn verwijderd. Er is toerekenbaar onrechtmatig gehandeld, schadevergoeding á €2.204,82 en gedingkosten worden gecompenseerd.

Juistheid van administratiekosten staat niet vast en de kosten ex 1019h Rv zien slechts op gedingkosten, niet op de buitengerechtelijke kosten. Voor de toewijzing van een deelbedrag in verband met laatstgenoemde post bestaat geen grond, omdat deze door Cozzmoss niet zijn gespecificeerd.

4.8. Aan de Algemene Voorwaarden van de NVJ kan in dit geval geen betenis worden toegekend, nu Anbo daar niet aan is gebonden en omdat zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet mag worden aangenomen dat de in die voorwaarden genoemde vergoeding van 300% van het overeengekomen honorarium gebaseerd is op een schadeberekening.

IEF 10544

Alle collectieve beheersorganisaties verdienen CBO-Keurmerk

fotograaf Fred van Diem

Uit 't persbericht. Alle Nederlandse collectieve beheersorganisaties (CBO’s) krijgen dit jaar het ‘CBO-Keurmerk’ op basis van een bindend onafhankelijk certificatieadvies van het Keurmerkinstituut. Vandaag werd het CBO-Keurmerkcertificaat door de voorzitter van het College van Toezicht Auteursrechten, drs. J.W. Holtslag, uitgereikt aan 11 CBO’s.

De keurmerkcriteria zijn opgesteld door een Commissie van Belanghebbenden, waarin vertegenwoordigers van gebruikers (aangesteld door VNO-NCW en MKB-Nederland) 50% van de stemmen hebben. De keurmerkcriteria worden jaarlijks getoetst door een onafhankelijke certificerende instelling (het Keurmerkinstituut ).

Integer bestuur
Voor het CBO-Keurmerk komen organisaties in aanmerking die in Nederland op structurele basis en zonder winstoogmerk vergoedingen voor auteursrechten en/of naburige rechten innen en verdelen. Het bestuur van de CBO moet zodanig zijn samengesteld dat de desbetreffende rechthebbenden in het bestuur zijn vertegenwoordigd. De CBO moet zich houden aan de Richtlijnen en regelingen goed bestuur en integriteit, waarop het College van Toezicht Auteursrechten toeziet. Deze richtlijnen gaan o.a. over transparantie bestuursmodel, onafhankelijk toezicht op het bestuur en bevat ook een klokkenluidersregeling met een extern onafhankelijk meldpunt. 

Belangen van rechthebbenden en gebruikers gediend
De belangen van rechthebbenden worden gewaarborgd met normen voor transparantie en inspraak, met name als het gaat over eventuele beleggingen of besteding aan sociaal-culturele fondsen. Transparantie staat ook voorop bij het omgaan met gebruikers, inzake de vertegenwoordigde rechten, tarieven en vergoedingsgrondslagen. Er zijn ook normen voor de kwaliteit van serviceverlening, zoals het bijhouden van het adressenbestand en de afhandeling van mutaties. Er is een uniforme klachten- en geschillenregeling voor gebruikers, en indien een klacht niet binnen twee maanden tot tevredenheid is afgehandeld, kan de klager het geschil aanhangig maken bij de onafhankelijke Geschillencommissie Auteursrechten.

Openheid van zaken
Niet alleen gebruikers en rechthebbenden kunnen volgen wat de cbo’s doen, er wordt via jaarverslagen en de website openheid van zaken gegeven over de financiële gegevens, de gehanteerde norm voor de kosten van beheer, in voorkomende gevallen over het beleggingsbeleid, de verdeling van gelden binnen uiterlijk drie jaar, de nevenfuncties en bezoldiging van bestuurders en directie.
Het College van Toezicht Auteursrechten ontvangt van alle CBO’s vier keer per jaar volledige en actuele informatie via een gestandaardiseerde rapportage. 

Niet vrijblijvend
Het CBO-Keurmerk is niet vrijblijvend. Het hebben van een keurmerk is voorwaarde voor het lidmaatschap van VOI©E  en wanneer een CBO voor haar primaire activiteiten samenwerkt met een andere CBO, zal ook deze aan de Keurmerkcriteria moeten voldoen.
Het CBO-Keurmerkcertificaat is inmiddels verleend aan de Buma/Stemra, Leenrecht, Lira, Norma, Pictoright, PRO, Reprorecht, Sena, Thuiskopie, Vevam en Videma .

‘Het gaat in de kern over de inkomens van makers en uitvoerende kunstenaars’
De voorzitter van het College van Toezicht, Jan Willem Holtslag, feliciteerde VOI©E met het keurmerk, dat symbool staat voor de inspanningen van de sector om te professionaliseren door zich door een onafhankelijke instelling de maat te laten nemen. Het viel de voorzitter van het College bij alle bespiegelingen van de huidige ontwikkelingen op dat iedereen zo bezig is met technologie, toekomst en verdienmodellen, dat de kern van het bestel dat wij kennen eraan tekort dreigt te komen. “En die kern is dat wie iets maakt, uitvoert, schrijft dat van waarde is daarvoor bij openbaarmaking een redelijke beloning verdient. In een tijd waar de makers en hun sector onder vuur liggen, moet wel worden ingezien dat we het niet hebben over organisatiebelangen, maar over inkomens van makers en uitvoerders zonder wie er weinig te zien en te horen is. En het is dat element dat de rechtvaardiging is voor alles wat er in de sector omgaat,” aldus Jan Willem Holtslag .
De heer Holtslag merkte in dit verband nog op dat het College van Toezicht Auteursrechten recentelijk een brief naar staatssecretaris Teeven heeft gestuurd over de de acute en zorgwekkende financiële situatie bij Stichting de Thuiskopie en de zeer onwenselijke gevolgen hiervan waarbij rechthebbenden niet de vergoeding ontvangen die hun op grond van Europese en nationale wetgeving toekomt.

Voor vragen: Michel Frequin (directeur VOI©E): 070 3109101 / 06 51442153, m.frequin@voice-info.nl

Foto-credits: Bij dit persbericht is een foto opgenomen van de heer Holtslag, voorzitter van het College van Toezicht Auteursrechten, met de voorzitter van VOI©E Aad Kosto en directeuren en voorzitters van CBO’s die bij de uitreiking van het CBO-Keurmerkcertificaat aanwezig waren.

Op deze foto is van links naar rechts te zien: Sylvia Brandsteder (directeur VEVAM), Frederik de Groot (voorzitter NORMA), Markus Bos (directeur Sena), Kees Holierhoek (voorzitter Lira), Ad Heskes (directeur Videma),  Hein van Leeuwen (directeur Cedar BV), Jan Willem Holtslag (voorzitter CvTA), Henk van der Rijst (voorzitter PRO), Aad Kosto (voorzitter VOI©E), Hans Kosterman (bestuurslid Buma/Stemra en Sena), Arre Fockema Andreae (voorzitter Leenrecht), Marieke Sanders-ten Holte (voorzitter Reprorecht), Hein van Leeuwen (directeur Buma/Stemra), Gerrit Jan Wolffensperger (voorzitter Pictoright), Vincent van den Eijnde (directeur Pictoright), Pieter Eversdijk (directeur SEKAM). De foto is gebruikt toestemming door naamsvermelding van fotograaf Fred van Diem.

 

 

 

IEF 10537

Overdracht regisseursauteursrechten in algemene voorwaarden

Hof Amsterdam 22 november 2011, zaaknummer 200.078.640/01 KG (VEVAM tegen NL Film & TV c.s.)

Met dank aan Dirk Visser, Klos Morel Vos & Schaap.

In navolging van IEF 8910, dit arrest bekrachtigd het vonnis: Auteursrecht. Collectief beheer filmauteursrecht. CBO VEVAM maakt bezwaar tegen aanpassing algemene voorwaarden van filmproducent NL Film, die die aanpassing weer heeft doorgevoerd als bezwaar tegen het Addendum van de VEVAM, dat is opgesteld in het licht van het nieuwe kabelcontract, waarbij de vraag wat als primaire en wat als secundaire openbaarmaking moet worden opgevat een belangrijke rol zal spelen. Vorderingen worden afgewezen en veroordeelt VEVAM in de kosten ad €640 voorschotten en €2.682 aan salaris.

De drie belangrijke punten waarover het Hof zich uitspreekt:

1. Het staat NL-Film als filmproducent vrij om “slechts met die regisseurs te contracteren, die bereid en in staat zijn om [rechten waarvoor geen wettelijke verplicht collectief beheer geldt] aan haar over te dragen”.  Daarbij is ook van belang “dat “aannemelijk is dat NL Film slechts dan opdrachten krijgt van omroepen, indien zij in staat is de betrekkelijke rechten aan deze over te dragen”. (ov. 2.4).

2. “Er is geen rechtsregel die verhindert dat een regisseur zijn auteursrechten aan een ander overdraagt, ook niet wanneer die overdracht in de algemene voorwaarden van zijn wederpartij is opgenomen” (ov. 2.6).

3. “De verplichting van de producent op grond van artikel 45d Aw om aan de auteur een billijke vergoeding te betalen, verhindert niet dat deze zijn verplichting nog immer kan afkopen met een eenmalige afkoopsom. Indien en voor zover de producent tegenover de regisseur niet zou specificeren welk deel van de afkoopsom bedoeld is voor de afkoop van auteursrechten, valt zonder nadere toelichting – welke ontbreekt – niet in te zien waarom de producent daardoor onrechtmatig jegens Vevam zou handelen” (ov. 27).

IEF 10528

Internetconsultatie Kaderwet zbo´s CvTA

Aanpassing van enige wetten op het terrein van het Ministerie van V&J aan Kaderwet zbo's

Met het wetsvoorstel wordt beoogd de volgende zelfstandige bestuursorganen onder de werking van de Kaderwet te brengen:
1. College bescherming persoonsgegevens; wet
2. College van toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten; wet
3. Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting en 
4. Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen.

Toelichting Artikel II van het wetsvoorstel 
De voorgestelde wetswijzigingen gaan uit van de tekst van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten, zoals deze komt te luiden indien wetsvoorstel 31766 tot wet is verheven en in werking is getreden.

B.  Het toezicht op de collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten is opgedragen aan een centraal college, namelijk het College van toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (hierna: CvTA). Het CvTA is op grond van de op 15 juli 2003 in werking getreden instellingswet belast met het toezicht op een aantal collectieve beheersorganisaties. Door de voorgestelde wijziging wordt de Kaderwet uitdrukkelijk van toepassing verklaard op het CvTA.

De instellingswet schrijft voor dat bevoegdheden van de Minister van Veiligheid en Justitie met betrekking tot benoeming, schorsing en ontslag van de leden van het CvTA en het treffen van voorzieningen bij taakverwaarlozing moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Het betreft hier bevoegdheden die de Kaderwet aan de verantwoordelijke minister toekent en die dus niet meer in de instellingswet behoeven te worden geregeld. Uit het oogpunt van eenvoud en leesbaarheid wordt voorgesteld het overeenstemmingsvereiste in de hier bedoelde gevallen op te nemen in een algemene bepaling in artikel 2, eerste lid, van de instellingswet.

[red. bepalingen worden overbodig]

Wat betreft het financieel toezicht wordt artikel 25 van de Kaderwet van toepassing, op grond waarvan het CvTA jaarlijks voor 1 april een ontwerp-begroting voor het daaropvolgende jaar aan de minister moet toezenden. Dit systeem, dat op grond van de Kaderwet geldt voor publiekrechtelijke zelfstandige bestuursorganen die onderdeel zijn van de Staat (zoals de CvTA), komt in de plaats van het huidige stelsel.(...)

In de praktijk bleek de termijn van 1 april, die oorspronkelijk in de instellingswet werd genoemd, niet haalbaar, omdat het College van Toezicht voor zijn rapportage afhankelijk is van de aanlevering van met accountantsverklaringen onderbouwde gegevens door de betrokken collectieve beheersorganisaties. Een groot aantal organisaties moet gegevens aanleveren die verwerkt moeten worden in het jaarverslag van het CvTA. Het betreft een groot aantal collectieve beheersorganisaties, thans ongeveer twintig, die door hun eigen interne organisatie of werkwijze met een leden- of aangeslotenenvergadering niet in staat is om tijdig voor 15 maart de benodigde gegevens aan te leveren bij het CvTA. Vanwege de complexe materie en uitvoerige controle op de cijfers is het niet haalbaar dat de collectieve beheersorganisatie tijdig voor 15 maart de cijfers aanleveren. Gezien het belang van deze cijfers in het kader van het toezicht, is het weinig zinvol al in maart een verslag te publiceren. Dat verslag ontbeert dan de meest cruciale informatie. Deze informatie is niet altijd integraal voor 1 april, en dus ook niet op de termijn uit de Kaderwet, die op 15 maart is gesteld, beschikbaar.

Uw reactie insturen vóór 15 januari 2012: hier.

IEF 10490

Betalen voor hergebruik van tweets

mede met dank aan Thijs van den Heuvel, Bird & Bird LLP

Gisteren berichtte Twitternieuws en Hyped dat Twitter geld wil voor hergebruik van tweets en dat zij probeert ‘nieuwe inkomstenbronnen aan te boren’. Onder de meeste IE-juristen trekt dit meteen de aandacht, gaat Twitter (auteursrechtelijk beschermde) Tweets van gebruikers verkopen? Getuige de 140 gekozen tekens van voldoende creativiteit om te voldoen aan het werkcriterium? De koppen van genoemde berichten zijn enigszins misleidend te noemen.
 
Wie twitter-berichten wil gebruiken in een off-line omgeving dient zich ook nu al te houden aan best practices. Dat staat hier. Deze guidelines worden hier verder uitgewerkt.

Overigens, wat betreft het auteursrecht van de gebruikers bepalen de algemene voorwaarden van Twitter dat zij een licentie krijgt om ongeveer alles met een Tweet te doen.

You retain your rights to any Content you submit, post or display on or through the Services. By submitting, posting or displaying Content on or through the Services, you grant us a worldwide, non-exclusive, royalty-free license (with the right to sublicense) to use, copy, reproduce, process, adapt, modify, publish, transmit, display and distribute such Content in any and all media or distribution methods (now known or later developed).

Tip This license is you authorizing us to make your Tweets available to the rest of the world and to let others do the same.

You agree that this license includes the right for Twitter to make such Content available to other companies, organizations or individuals who partner with Twitter for the syndication, broadcast, distribution or publication of such Content on other media and services, subject to our terms and conditions for such Content use.

Dergelijk aanvullend gebruik door Twitter of andere bedrijven, organisaties of personen die partner zijn van Twitter, kan worden gedaan zonder een vergoeding met betrekking tot de door u aangeboden, geposte, overgebrachte of anderszins via de Diensten beschikbaar gestelde Inhoud te betalen.
 
Genoemde berichten zijn (deels) gebaseerd op het bericht dat Twitter partners heeft gevonden waar uit de massa aan twitterberichten relevante data kan worden gevonden. De eerste partner Mass Relevance selecteert de real-time meest relevante tweets voor (door)publicatie op websites, televisie of op een fysieke locatie, zoals dat ook bij The Voice of Holland gebeurt. De tweede partner kent betekenis toe aan de 250+ miljoen tweets die er dagelijks worden gepubliceerd voor specifieke merken, evenementen of bijvoorbeeld nieuwsverslaglegging. Voor deze diensten - het selecteren, filteren en ranken van Tweets - moet worden betaald, niet voor de berichten zelf. 

Conclusie: de koppen zijn wellicht goede aandachtstrekkers, maar er lijkt niets nieuws onder de zon voor wat betreft de exploitatierechten op individuele tweets.
Reactie insturen: redactie@ie-forum.nl.

IEF 10446

The 42 Key factors

European Parliament's Committee on Culture and Education, Study: The Content-Flatrate: A solution to illegal file-sharing, Conclusions and recommendations en The 42 Key factors of success for the feasibility of a content flat-rate, p. 103-109.

Auteursrecht. Piraterij. Vergoedingen. Collectief beheer in een Europese studie van 136 pagina's.

What must be taken into account concerning the content flat-rate scheme

It is necessary to provide protection for the end-user, based on facilitating a clear understanding of what acts are legally authorised and those which are not, and facilitate P2P and social networking, as long as those activities remain non-commercial and are not the subject of transactional agreements.

Extended collective licensing or exercise of rights should be promoted where opportunities exist for voluntary licensing and which are not (or cannot be) exploited by rights holders individually. This is intended to increase the legitimate market at the expense of piracy.

The content flat-rate system will be limited to download rights and some form of upload rights (making available) to allow access to P2P networks (where the protocol usually requires some form of uploading during downloading). The system will permit the global sharing of works of an end-user’s own digital collection, and will limit any form of sharing, over P2P networks, social sites, cyber lockers, etc., to a private circle of friends and family. As an example, the extended license of the making available right could be limited to 50 best friends, which means that P2P or DDL offerings (with new content offering) should only be allowed within one's social circle (perhaps via a social network).

The content flat-rate system will require that limitations are placed on the capacity of storage systems used within the authorised network and on the quantity of files shared irrespective of the protocols or applications used.

The ISP will have the capability to inform its subscribers when the quantity of files shared exceeds the authorised amount and then block excess sharing as they are already doing as part of current Internet and mobile phones subscription packages. The ISPs will be able to propose an extra fee in addition to the monthly content flat-rate if the consumer needs more capacity to exchange files as it works nowadays all over the world with Telecom operator’s cell phones subscriptions.

The limited, non-market status of the content flat-rate network should be enforced and the network ring-fenced from any commercial networks. There should be clear communication to potential end-users about the scope of activities which are permissible within the content flat-rate network. The terms should be standardised at European level and by category of work (and therefore not subject to a "single work single licensor" approach, or demarcated by territory of licensing or place of business of licensee and/or licensor)

IEF 10439

Uniforme aanmeldkorting voor ondernemingen

Communiqué Buma, Sena en Videma aan brancheorganisaties uit de VOI©Email van 4 november 2011

Collectief beheer. De rechtenorganisaties en VOI©E hebben inmiddels invulling gegeven aan een duidelijke en uniforme klachtenregeling met een onafhankelijke geschillencommissie (red. per 1 november j.l. van start gegaan), er is een centrale basisregistratie gerealiseerd waardoor ondernemingen en hun gegevens op één centraal punt worden geregistreerd, er is een licentieportal gerealiseerd waar ondernemingen online één of meerdere licenties kunnen sluiten, en er is een CBO kwaliteitskeurmerk geïntroduceerd waar rechtenorganisaties aan moeten voldoen.

Ook wordt er met ingang van 2012 door Buma, Sena en Videma een uniforme aanmeldkorting van 33,3% toegepast. Voor ondernemingen die niet deelnemen aan een collectieve overeenkomst is deze uniforme aanmeldkorting is opgebouwd uit 25% aanmeldkorting voor aanmelding bij een enkele CBO, aangevuld met 8,3% extra korting indien een ondernemer zich bij zowel Buma, Sena als Videma aanmeldt. Het recht op deze korting is gekoppeld aan een tijdige betaling van de factuur.

Aanmelden voor de VOI©Email kan hier.

IEF 10438

Actual audience principe wettelijk vastleggen

Wijziging van onder meer de Mediawet 2008 in verband met aanpassing van de rijksmediabijdrage, beëindiging van de wettelijke taken van de Stichting Radio Neder land Wereldomroep en aanpassingen van meer technische aard, Kamerstukken II, 2011-2012, 33019 nr. 5 (pdf).

De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat de publieke media-instellingen door de weinig voorstellende bepalingen over minimale rijksmediabijdrage veel te sterk een speelbal zijn van de politiek.

Hoe kijkt de regering wat dat betreft aan tegen de mogelijkheid om auteursrechtelijke) vergoedingen te eisen van kabelaanbieders die programma’s van de publieke omroep distribueren en waarvan algemeen bekend is dat ze zeer hoge marges realiseren in Nederland? Is de regering het wel met de leden van genoemde fractie eens dat kijkers en luisteraars niet direct geld mag worden gevraagd voor uitzendingen van de algemene radio- en TV-kanalen of voor het terugkijken of –luisteren van eerder uitgezonden programma’s via internet (bijvoorbeeld via uitzendinggemist)? Is de regering het ook met deze leden eens dat uitgesteld kijken of luisteren via internet tegenwoordig bij de normale distributie van programma’s hoort en dat het derhalve ongehoord is dat auteursrechthebbenden of collectieve beheersorganisaties van auteursrechten zoals Buma/Stemra en anderen het terugkijken of –luisteren via internet trachten te blokkeren als er niet een aparte vergoeding voor wordt betaald? Is de minister bereid met de collectieve beheersorganisaties om tafel te gaan zitten en hen erop te wijzen dat het buitengewoon ongepast is als zij het normale functioneren van de publieke omroep in het internettijdperk trachten te frustreren met achterhaalde eisen die geen enkel ander doel dienen dan het vergroten van de winsten van de beheersorganisaties? De regering is het toch wel met deze leden eens dat het voor de inspanning van de auteur die het auteursrecht op een programma of delen van een programma bezit helemaal niks uitmaakt of een TV-kijker of radioluisteraar nu via de ether, via de kabel of via internet kijkt of luistert en ook niet of die kijker of luisteraar dat live doet of een dag later? Is de regering bereid het actual audience principe (er worden auteursrechten afgedragen voor het daadwerkelijke kijk- of luisterpubliek, niet afzonderlijk voor alle te onderscheiden distributievormen) desnoods wettelijk vast te leggen als de collectieve beheersorganisaties en andere rechthebbenden zich niet vrijwillig willen aanpassen aan het internettijdperk, zo vragen deze leden.