“4.3. In de gegeven omstandigheden is het dan ook redelijk te veronderstellen dat omtrent diverse aspecten aangaande het door eisers te maken en inmiddels opgestelde plan (zoals het schetsontwerp en de door eisers te maken begroting) nadere onderhandelingen zouden moeten plaatsvinden. In dit verband merkt de voorzieningenrechter nog op dat het niet onredelijk voorkomst dat gedaagde het door eisers opgestelde plan onuitvoerbaar heeft geacht doordat eisers de opdracht te buiten zijn gegaan door ook nieuwe kunstwerken in het plan op te nemen en doordat de aan het plan verbonden kosten als buitensporig moeten worden aangemerkt. Anders gezegd: eisers hebben hun hand nogal overspeeld.”
4.4. (…) Dit brengt met zich dat voorshands geoordeeld geen grond bestaat voor toewijzing van het primair gevorderde.”
Voor zover er aan de kant van gemeente sprake was van onzorgvuldigheid, is die als het ware gecompenseerd door haar latere opstelling tegenover eisers:
“4.6.Vooropgesteld wordt dat gedaagde bij de verwijdering van de kunstwerken in gebreke is gebleven eisers daarvan op de hoogte te stellen, dan wel daarover met hen in overleg te treden. (…) Daarmee staat vast dat gedaagde onzorgvuldig jegens eisers hebben gehandeld door zonder medeweten van eisers de kunstwerken te verwijderen.
4.8. Zoals hiervoor is overwogen hebben partijen in 2006 overeenstemming bereikt over een aan eisers te verstrekken opdracht tot het maken van een ontwerp ten aanzien van het herplaatsen van de kunstwerken. Daarmee is naar voorlopig oordeel het dan toe bestaande geschil tussen partijen omtrent de verwijderde kunstwerken tot een einde gekomen. De onzorgvuldigheid van gedaagde bij en door de verwijdering van de werken op de wijze zoals dat is gebeurd kan dan ook thans geen basis meer vormen voor toewijzing van een (gedeeltelijke) schadevergoeding. Waar – zoals hiervoor is overwogen – tussen partijen geen (nadere) overeenkomst aangaande het daadwerkelijk herplaatsen van de kunstwerken tot stand is gekomen, kan daarin evenmin grond worden gevonden voor toewijzing van een (gedeeltelijke) schadevergoeding.
4.9. Voor toewijzing van de vordering tot afgifte van de kunstwerken aan eisers, bestaat naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen rechtsgrond, nu deze werken eigendom zijn van gedaagde.”
Voor een rectificatie of werkelijke proceskosten is dan ook geen ruimte:
“4.11. (…) Weliswaar is komen vast te staan dat gedaagde bij de verwijdering van de kunstwerken onzorgvuldig heeft gehandeld door daaromtrent niet tijdig met eisers in overleg te treden, doch uit diverse overgelegde krantenberichten is genoegzaam gebleken dat gedaagde de onjuistheid van haar handelen reeds publiekelijk heeft erkend. Nu anderszins niet aannemelijk is geworden dat gedaagde jegens eisers onrechtmatig hebben gehandeld, bestaat geen aanleiding voor de gevorderde rectificatie.
4.12. Eisers worden als de in het ongelijk gestelde partij in de in kort geding gebruikelijke proceskosten veroordeeld. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om eisers op de voet van artikel 1019h Rv in de kosten te veroordelen omdat de billijkheid zich daartegen verzet.”
Lees het vonnis hier.
Aardig zijn ook nog de openbare notulen van de gemeenteraad:
"Volgens de heer Boer gaat het hier om het roken van de schoorsteen van de VOKO Lichen groep. Het voorstel dat hier ligt noemt de spreker op zich geen raar voorstel. Hij had het graag voor die € 28.000,00 gedaan als raadslid. Dat er nog een bedrag van € 142.000,00 bij zou moeten is volgens spreker buiten deze deuren niet te verantwoorden. Zeker niet omdat dit door belanghebbenden bepaald wordt. Hij is blij dat de brief van de raadsman er ligt. Nu kan eindelijk worden gedaan wat zijns inziens al twee jaar geleden had moeten worden gedaan, namelijk naar de rechter gaan. Als de rechter bepaalt dat de Gemeente Loppersum moet betalen, dan is dat tenminste onafhankelijk uitgemaakt en niet door eigenbelang bepaald."
Lees hier en hier meer.