Auteursrecht  

IEF 5738

(Redelijk) verse rechtspraak

tsh1st.gif1- Rechtbank Rotterdam, 4 maart 2008, KG ZA 07-1121, A.M. Zegers Beveiligingssystemen tegen Zegers B.V.(met dank aan Huib Berendschot, AKD Prinsen Van Wijmen).

Handelsnaam/domeinnaamgeschil. “ 4.2.2. (…) Het gebruik door Zegers B.V. van de - algemeen beschrijvende en gangbare – aanduiding "beveiliging" in de domeinnaam www.zegersbeveiliging.nl, terwijl tussen partijen vaststaat dat aan hen bedien het gebruik van de naam 'Zegers" is toegestaan. is. mede gelet op het hiervoor overwogene, onvoldoende om (ook) te spreken van een gcbruik door Zegers B.V. van de aanduiding “Zegers beveiliging" alshandelsnaam. De domeinnaam www.zegersbeveiliging.nl geeft naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter het "adres" van Zegers B.V. weer. Dit geldt temeer nu, zoals reeds is gebleken, op de website met als domeinnaam www.zegersbeveiliging.nl geen informatie wordt verstrekt: bezoekers worden onmiddellijk  doorgeleid naar de website van Zeges B.V. met als domeinnaam wwv-zegers-iss.nl, terwijl laatstgenoemde website qua lay-out, logo en tekst ook niet identiek is aan de website van Zegers Beveiligingssytemen.”

Lees het vonnis hier.

2- Rechtbank ’s-Gravenhage, 27 februari 2008, Bettacare Ltd. tegen H3 Products B.V. en Wedeka B.V.

Octrooirecht. Tussenvonnis in versnelde bodemprocedure.  “4.3. De rechtbank is blijkens deze uitspraak niet alleen bevoegd van de grensoverschrijdende inbreukvorderingen kennis te nemen, de uitspraak brengt tevens mee dat de rechtbank zich ervan dient te vergewissen of Bettacare de inbreukprocedure, voor zover zij een grensoverschrijdend verbod vordert, wenst aan te houden in afwachting van een door H3 en/of Wedeka uit te lokken oordeel van de bevoegde buitenlandse rechter. Bettacare heeft verzocht toepassing te geven aan een door het Handelsgericht Zürich gehanteerde oplossing, welke aansluit bij de thans door de Hoge Raad uitgezette koers, maar de rechtbank ziet hierin geen aanleiding om ervan uit te gaan dat Bettacare aanhouding wenst. Volgens deze Zwitserse methode krijgt de partij die zich beroept op de nietigheid van het buitenlandse deel van een Europees octrooi zes weken de gelegenheid om een nietigheidsvordering aanhangig te maken. Maakt zij daarvan gebruik, dan wordt de procedure voor wat betreft de grensoverschrijdende inbreukvordering geschorst.

Belangrijk verschil met de door de Hoge Raad aan GAT/Luk gegeven uitleg is dat, indien verweerder geen gebruik maakt van de gelegenheid een nietigheidsvordering aanhangig te maken, de rechtbank volgens de Zwitserse methode bevoegd is en de vordering inhoudelijk beoordeelt. Volgens de Hoge Raad is de rechtbank in dat geval weliswaar bevoegd, maar moet zij het gevorderde grensoverschrijdende inbreukverbod afwijzen. Gelet hierop zal de rechtbank in conventie nog geen eindvonnis wijzen, maar Bettacare de gelegenheid geven zich bij akte op de rol van 26 maart 2008 uit te laten over de vraag of zij aanhouding wenst in afwachting van een oordeel van de bevoegde buitenlandse rechter.”

Lees het vonnis hier.

3- Rechtbank ’s-Gravenhage, 5 maart 2008, KG ZA 08-4, Consejo Regulador Del Tequila A.C. c.s. tegen Toorank B.V. c.s

Merkenrecht. “4.12. De impliciete toestemming tot het gebruik van het merk SOMBRERO NEGRO ontleent Toorank aan de faxbrief van 1 maart 2000 waarin de Overeenkomst werd opgezegd. In die brief wordt Toorank er expliciet op gewezen dat zij als gevolg van die opzegging niet langer gerechtigd is gebruik te blijven maken van de company name Tequilas del Señor en het registratienummer NOM-1124 van TDS. Volgens Toorank mocht zij hieruit af leiden dat het gebruik van het Tequila Sombrero Negro etiket en het teken Tequila Sombrero Negro haar impliciet was toegestaan. De voorzieningenrechter kan deze gedachtegang niet volgen.”

Lees het vonnis hier.

4- Rechtbank ’s-Gravenhage, 4 maart 2008, KG ZA 08-8, Lachmansingh tegen Sital.

Merkenrecht. “4.5. Lachmansingh heeft uitdrukkelijk betwist de goederen zelf te hebben besteld of ooit eerder samen met Sital goederen geïmporteerd te hebben. Sital heeft een verklaring van de leverancier overgelegd waarin wordt bevestigd dat de goederen zijn besteld door Lachmansingh en zijn meegezonden met de zending van Sital. Deze verklaring is echter niet voldoende om in deze procedure aannemelijk te achten dat Sital met de invoer van de goederen niets van doen heeft. In dit verband is van belang dat uit niets blijkt dat, zoals Sital aanvoert, partijen eerder op deze wijze goederen geïmporteerd zouden hebben. Vooralsnog moet er daarom van uit gegaan worden dat Sital inbreuk op het Kamalmerk heeft gemaakt. 4.6. Gezien het voorgaande wordt het gevorderde verbod toegewezen.”

Lees het vonnis hier.

5- Rechtbank ’s-Gravenhage, 4 maart 2008, KG ZA 08-69, Enanef Limited c.s tegen Eurosolar B.V.

Merkenrecht. “4.6. De voorzieningenrechter begrijpt dat Enanef in het modelrecht een plaats zou willen geven aan de zogenoemde resultaatgerichte leer. Het modelrecht is evenwel nog minder dan het merkenrecht aangewezen voor toepassing van deze leer (vergelijk voor het merkenrecht HvJ EG 18 juni 2002, Philips- Remington). De resultaatgerichte leer zou immers met zich meebrengen dat techniek welke principieel vrij is – het apparaat van Enanef wordt niet beschermd door enig in Nederland geldig octrooi – en ook equivalenten van diezelfde techniek, langs de weg van het modelrecht alsnog uitsluitend voor Enanef beschikbaar zou zijn.”

Lees het vonnis hier.

6- Rechtbank Haarlem, 29 februari 2008, Ampy Metering Ltd c.s. tegen Range King B.V.(met dank aan Hester Overbeek, Van Diepen Van der Kroef).

Auteursrecht. “5.4. De voorzieningenrechter oordeelt dienaangaande als volgt. De deskundige Slijk heeft zijn oordeel blijkens zijn rapport gebaseerd op argumenten die op liet eerste gezicht valide lijken. De voorzieningenrechter mist zelf de deskundigheid om te kunnen beoordelen of de magneetkaarten en de gegevens die daarop staan voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen omdat feitelijk niet goed valt vast te stellen hoe de informatie op de magneetkaarten dient te worden gekwalificeerd. Vooralsnog is daarom, gelet op de betwistingen door Range King, geenszins komen vast te staan dat de magneetkaarten van Ampy c.s. software of anderszins instructies bevatten die te kwalificeren zijn als een werk in de zin van artikel 10 lid 1 onder 12 Auteurswet. Daartoe is derhalve nader onderzoek door deskundigen vereist. Dientengevolge kan niet worden toegekomen aan de vraag of sprake is van inbreuk op een auteursrecht. Nu de procedure in kort geding zich daarvoor niet leent, zal dit in een bodemprocedure aan de orde dienen te komen.”

Lees het vonnis hier.

7- Rechtbank Arnhem, 20 februari 2008, KG ZA 08-54, Smeba Brandbeveiliging B.V. tegen Life Safety Products B.V.

Executiegeschil. “4.13 (…) Deze vraag is bevestigend beantwoord in het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 21 november 1985, KG 1986, 11. Met inachtneming van dit arrest ziet de voorzieningenrechter in de onderhavige zaak ook aanleiding het maximumbedrag aan dwangsommen te verhogen. Gebleken is immers dat Smeba de opgelegde geboden op verschillende punten niet, dan wel niet tijdig is nagekomen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5737

De Multimediawet

Kamerstukken II, 31 356, nrs 2 en 3.Vaststelling van een nieuwe Mediawet.

"Het kabinet presenteert nu een wetsvoorstel dat de Mediawet aanpast aan de digitale en multimediale praktijk – vandaar dat het wetsvoorstel aangeduid is als de «Multimediawet». In feite een nieuwe Mediawet, want dit wetsvoorstel vervangt in zijn geheel de huidige Mediawet. De herziening is nodig omdat veel bepalingen stammen uit het tijdperk van analoge radio en televisie en daardoor niet goed zijn toegesneden op het digitale medialandschap. (...) Het mediagebruik van mensen verandert, evenals de strategieën van mediabedrijven. Het kabinet vindt het belangrijk dat de Nederlandse publieke en commerciële omroepen in dit digitale medialandschap een goede positie houden. Dit wetsvoorstel schept hiervoor nu de noodzakelijke voorwaarden."

In het wetsvoorstel zijn twee bepalingen over programmagegevens te vinden, te weten artikel 2.142 en 3.38:

"Als inbreuk op het auteursrecht op enig geschrift inhoudende opgaven van uit te zenden programma-aanbod, geproduceerd door of in opdracht van landelijke publieke media-instellingen, wordt voor de burgerrechtelijke aansprakelijkheid mede beschouwd het verveelvoudigen of openbaar maken van lijsten of andere opgaven van dat programmaaanbod anders dan met toepassing van artikel 2.141 of met toestemming van de desbetreffende instelling, tenzij wordt bewezen dat de gegevens in die lijsten of andere opgaven niet direct of indirect zijn ontleend aan enig geschrift als bedoeld in de aanhef van dit artikel."(art.2.142)

"Als inbreuk op het auteursrecht op enig geschrift inhoudende opgaven van uit te zenden programma-aanbod, geproduceerd door of in opdracht van een commerciële media-instelling, wordt voor de burgerrechtelijke aansprakelijkheid mede beschouwd het verveelvoudigen of openbaar maken van lijsten of andere opgaven van dat programma-aanbod anders dan met toestemming van de desbetreffende instelling, tenzij wordt bewezen dat de gegevens in die lijsten of andere opgaven niet direct of indirect zijn ontleend aan enig geschrift als in dit artikel bedoeld."(art. 3.28)

Lees het Wetsvoorstel hier, de MvT hier, het advies van de RvS hier en de KB hier.

IEF 5734

Downloaden

Kamervragen, vraagnr. 2070812960. Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de ministers van Justitie en van Economische Zaken over de folder van Digibewust. (Ingezonden 28 februari 2008).

"1. Wat is uw reactie op de folder van Digibewust «Gezinsboekje bedwing het web!», waar file sharing wordt ontmoedigd en gesteld wordt dat downloaden in Nederland illegaal is?

2.  Hoe oordeelt u over de bewering in de folder dat downloaden meestal illegaal is? Hoe rijmt u de uitspraak met het feit dat downloaden in Nederland valt onder de thuiskopie regeling?

3.  Kunt u aangeven op welke wijze de folder tot stand is gekomen?"

"4.  In welke Europese landen is downloaden eveneens legaal? Welke van deze landen hebben deelgenomen aan de tot standkoming van deze folder?

5.  Vindt u dat er een evenwichtig beeld wordt geschetst van de mogelijkheden van het downloaden? Kunt u uw antwoord toelichten?

6.  Hoe kan het zijn dat de folder meldt dat het downloaden in Nederland illegaal is? Is het waar dat dit gebeurd is vanwege het feit dat de folder een Europese uitgave is? Zo ja, waarom kan dan wel de taal maar niet de tekst aangepast zijn geworden?

7.  Hoe oordeelt u over het feit dat Digibewust stelt dat «de tekst niet overeen zou komen met de Nederlandse wetgeving» en dat vanwege «verschillende interpretaties en onduidelijkheden» het goed is om de wetgeving eerst uit te diepen alvorens nader in te gaan op de beweringen dat de tekst onjuist zou zijn? Deelt u de mening dat dit uitdiepen gebeurd had moeten zijn ter voorbereiding van de folder?

8.  Sluit u uit dat de folder onder invloed van de partners van het Digibewust programma tot stand is gekomen? Kunt u uw antwoord toelichten?

9. Kunt u onafhankelijkheid van het programma Digibewust, waar ook het Ministerie van Economische Zaken aan deelneemt, garanderen? Waarop baseert u uw antwoord?"

Lees de vragen hier.

IEF 5715

Speelklare muziekapparatuur

Vzr. Rechtbank Dordrecht, 21 februari 2008, LJN: BC5388, Vereniging Buma tegen Café Oud Gorcum.

Eenvoudige Buma zaak. Herhaaldelijk en zonder toestemming van Buma, Buma-repertoire openbaarmaken. Toewijzing vordering Buma ter veroordelen tot betaling van een bedrag, gelijk aan het bedrag dat gedaagde zou moeten betalen voor een licentieovereenkomst met Buma,. Gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een dwangsom indien gedaagde onrechtmatig Buma-repertoire openbaar maakt. De voorzieningenrechter verbindt een jaarlijks maximum (€ 1.500,00) aan de dwangsommen. 

Toewijzing volledige proceskosten, maar de door Buma gevorderde BTW over de proceskosten worden afgewezen, nu eiseres niet heeft gesteld dat zij geen ondernemer is in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968, of dat zij als ondernemer een vrijgestelde prestatie verricht waarop de vordering betrekking heeft.

Lees het vonnis hier.

IEF 5691

Beschermde titel (HB)

rudolph.bmpGerechtshof ’s-Hertogenbosch, 26 februari 2008, HD103.004.245. Get Nosed B.V. tegen St. Nicholas Music Inc.(met dank aan Anne Marie Verschuur, Nauta Dutilh)

Auteursrecht, makerschap, Hoger beroep van de bekende Rudolph zaak (zie IEF 2624). Vernietiging en afwijzing vorderingen.

De Voorzieningenrechter Maastricht was van mening dat het Rudolph logo inbreuk maakte op de auteursrechten van St. Nicholas. In hoger beroep betwist Get Nosed dat St. Nicholas auteursrechthebbende is. Het Hof vindt niet dat Get Nosed ondubbelzinning van dit verweer afstand heeft gedaan, zoals St. Nicholas met een beroep op art. 348 Rv. heeft betoogd.

R.o. 4.5 geeft de korte ontstaansgeschiedenis van het verhaal en liedje weer. R.L. May heeft het personage en verhaal in 1939 bedacht en het auteursrecht in zou in 1946 de auteursrechten van zijn werkgever hebben overgedragen gekregen. In 1949 schreef Marks tekst en melodie van het bekende liedje. St. Nicholas zou thans ‘publisher’ zijn. St. Nicholas stelt dat het voldoende is dat zij zelfstandig de auteursrechten kan uitoefenen.
Auteursrecht. “4.9.(…) St. Nicholas baseert haar vorderingen tegen Get Nosed op de stelling dat zij exclusief rechthebbende is met betrekking tot het auteursrecht op de tekst van het liedje ‘Rudolph the red-nosed reindeer’en op de titel ‘Rudolp the red-nosed reindeer’ (punt 1 inl.dagv.). Door Get Nosed is zowel het één als het ander thans in hoger beroep gemotiveerd betwist. De vraag is derhalve aan de orde in hoeverre St. Nicholas tegenover die gemotiveerde betwisting voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij auteursrechthebbende is op (de tekst van) het liedje en/of de titel ervan, kortom op ‘Rudolph the red-nosed reindeer’. Naar het voorlopig oordeel van het hof heeft St. Nicholas dit niet voldoende aannemelijk gemaakt.”

St. Nicholas heeft de oorsprong van het verhaal en liedje niet gemotiveerd betwist. St. Nicholas heeft onvoldoende onderbouwd hoe zij rechtsopvolger van Marks is geworden. Binnen het bestek van dit kort geding kan voorshands niet worden aangenomen dat St. Nicholas auteursrechthebbende is op ‘Rudolph the red nosed reindeer’. Grief 1 slaagt en het Hof vernietigt het vonnis en wijst de vorderingen alsnog af. Volledige proceskosten veroordeling, maar doordat er te weinig is gesteld over betaling van de proceskosten in eerste aanleg, wordt de vordering tot terugbetaling van de proceskosten in eerste aanleg niet toegewezen.

Lees het vonnis hier.

IEF 5688

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank ’s-Gravenhage, 27 februari 2008, HA ZA 07-2409. Hoff tegen Rooijakkers c.s.

Kwekersrecht. “4.2. De onder I en II gevorderde verklaringen voor recht kunnen worden toegewezen. Rooijakkers c.s. betwist niet (langer) dat vermeerdering en of verhandeling van Double Price en/of Double Pleasure inbreuk maakt op het voor Miss Lucy verleende communautaire kwekersrecht en dat dergelijk handelen een onrechtmatige daad oplevert jegens Hoff. (…)”.

Lees het vonnis hier

Rechtbank ’s-Gravenhage, 27 februari 2008, HA ZA 06-3244. Acco Brands USA LLC tegen Noble Enterprise LTD. c.s.

Octrooirecht. Bevoegheidsincident. “4.2. Een op artikel 6, aanhef en onder e Rv gebaseerde bevoegdheid is volgens vaste rechtspraak niet grensoverschrijdend van aard, zodat de rechtbank niet bevoegd is van vorderingen van Acco kennis te nemen voor zover deze zien op andere door het Europees octrooi gedesigneerde landen dan Nederland. (…)”.

Lees het vonnis hier

Rechtbank ’s-Gravenhage, 27 februari 2008, HA ZA 05-3152. Lactona Corporation T/A Lactona USA tegen Diamond White Nederland B.V. c.s.(met dank aan Thomas Berendsen, Banning)

Merkenrecht. “4.7. (…) Zelfs indien het oudere merk LACTONA enkel bescherming zou genieten voor de waren in de klassen 8 en 21, is derhalve vanwege de nauw verwante bestemming van de betrokken waren en het complementaire karakter daarvan, sprake van soortgelijke waren. Dat de mate van soortgelijkheid wellicht beperkt is, is voor de beoordeling van het verwarringsgevaar niet doorslaggevend. Omdat sprake is van identieke tekens en het oudere merk van Lactona een algemeen bekend merk is, volstaat een geringe mate van soortgelijkheid van de waren om verwarringsgevaar te doen ontstaan. Daarvan is in het onderhavige geval dan ook sprake.”

Lees het vonnis hier

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 26 februari 2008, HD103.004.245. Get Nosed B.V. tegen St. Nicholas Music Inc.(met dank aan Anne Marie Verschuur, Nauta Dutilh)

Auteursrecht. “4.9.(…) St. Nicholas baseert haar vorderingen tegen Get Nosed op de stelling dat zij exclusief rechthebbende is met betrekking tot het auteursrecht op de tekst van het liedje ‘Rudolph the red-nosed reindeer’en op de titel ‘Rudolp the red-nosed reindeer’ (punt 1 inl.dagv.). Door Get Nosed is zowel het één als het ander thans in hoger beroep gemotiveerd betwist. De vraag is derhalve aan de orde in hoeverre St. Nicholas tegenover die gemotiveerde betwisting voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij auteursrechthebbende is op (de tekst van) het liedje en/of de titel ervan, kortom op ‘Rudolph the red-nosed reindeer’. Naar het voorlopig oordeel van het hof heeft St. Nicholas dit niet voldoende aannemelijk gemaakt.”

Lees het arrest hier

Beschikking Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 26 februari 2008,  EX RK 07-155. Realchemie Nederland B.V. tegen Bayer Cropscience A.G.(met dank aan Marjanka Vermunt, Brinkhof)

Beschikking in een procedure ex artikel 43 EEX-Verordening over de erkenning en tenuitvoerlegging in Nederland van een Duitse beslissing (ex parte; “einstweilige Verfügung”) ter zake van octrooi-inbreuk.

Lees de beschikking hier

Rechtbank Haarlem, 22 februari 2008, KG ZA 08-39. Datatronix Zegers Holding B.V. tegen S.I.SV.EL. S.P.A.(met dank aan Frank Eijsvogels, Howrey)

Beslissing op vordering tot opheffing beslag op partij MP3 spelers die onder de beschermingomvang vallen van octrooien op MP3 technologie. “4.10. Zolang niet vast staat of sprake is van inbreuk op de octrooirechten, doordat de goederen zonder licentie zijn vervaardigd, kan – gezien de gerede twijfel daaromtrent – van vrijgeven van de partij MP3 spelers op voorhand geen sprake zijn. (…)”.

Lees het vonnis hier

Rechtbank ’s-Gravenhage, 21 februari 2008, KG ZA 07-1448. Mennen c.s. tegen W.A. Benecke Beheer B.V. c.s.(met dank aan Hester Overbeek, Van Diepen Van der Kroef)

Octrooirecht, drijfblokken. “4.10. Wat er evenwel verder zij van de goederenrechtelijke en licentieverhoudingen, in dit kort geding is onvoldoende komen vast te staan dat octrooiinbreuk wordt gemaakt of dreigt te worden gemaakt door Homan Mylos. Laatstgenoemde heeft erkend dat zij Arhimedes drijfblokken op de Nederlandse markt brengt, maar uitdrukkelijk betwist dat deze vallen onder beschermingsomvang van het octrooi – en zulks bij gebrek aan wetenschap, omdat eisers terzake niet aan hun stelplicht hebben voldaan.”

Lees het vonnis hier

IEF 5686

Op naar een Europese Geschillenkamer

Koedooder.gifMargiet Koedooder (De Vos & Partners): Korte reactie op het rapport ‘Geschillenbeslechting en collectief rechtenbeheer’

“Monopolisten zoals Buma en Sena spreken tarieven af met de gebruikers van auteursrechten en naburige rechten. De hoogte van deze tarieven geeft regelmatig aanleiding voor geschillen. Gebruikers vinden de tarieven vaak te hoog, terwijl de collectieve rechtenorganisaties de tarieven eerder te laag vinden. Kom daar maar eens uit. In de afgelopen jaren is gebleken dat noch de Nma, noch het College van Toezicht Auteursrechtorganisaties noch de gewone rechter goed uit de voeten konden met tariefgeschillen. Een impasse is het gevolg.”

Lees de gehele reactie hier. Eerder bericht over het rapport: IEF 5605
 

IEF 5657

Schuldsanering

Rechtbank Haarlem, 22 januari 2008, LJN: BC4926. Verzoekschriftprocedure. 

Louter financieel vervolg op eerder vonnis over auteursrecht en echtheidscertificaten (IEF 1893). Verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoek afgewezen.

“…binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis aan de raadsman van Microsoft schriftelijk en gedetailleerd opgave te doen van namen en adressen van de personen en/of bedrijven van wie zij deze inbreukmakende Echtheidscertificaten heeft betrokken alsmede aan wie deze inbreukmakende Echtheidscertificaten zijn doorverkocht, een en ander onder overlegging van kopieën van alle documenten die betrekking hebben op aan- en verkoop of distributie van Microsoft Echtheidscertificaten alsmede kopieën van alle documenten die betrekking hebben op de aan- en verkoop of distributie van alle andere Microsoft software.”

Verzoeker heeft ter zitting verklaard niet aan voornoemde veroordeling te hebben voldaan omdat hij in het buitenland verbleef ten tijde van de uitspraak, mede als gevolg van een “burn-out”. Voorts heeft hij verklaard dat hij weliswaar het vonnis per e-mail van zijn raadsman heeft ontvangen, maar dat hij er niet toe gekomen is om dit te lezen. Ten gevolge hiervan is een dwangsom van € 100.000,- verbeurd. Verzoeker heeft geen rechtsmiddel ingesteld tegen het vonnis.

(…) Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de schuld aan Microsoft, die tweederde van de totale schuldenlast uitmaakt, niet te goeder trouw is ontstaan. Door niet te voldoen aan het vonnis, ten gevolge waarvan een dwangsom van € 100.000,- is verbeurd, heeft verzoeker blijk gegeven van onverantwoord ondernemerschap en zijn crediteuren ernstig benadeeld”

Lees de beslissing hier.

IEF 5655

En nog meer verse rechtspraak...

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 21 februari 2008, rolnr. 06/669, Meadwestvaco Packaging Sytems LLC. Tegen A & R Carton B.V.(met dank aan Ricardo Dijkstra, Van Doorne).

Octrooirecht, doos met een aantal blikken. “25. Uit het voorgaande volgt dat in conclusie 1 van het verleende octrooi een in de oorspronkelijke aanvrage als essentieel omschreven kenmerk is weggelaten en dat mitsdien het onderwerp van het octrooi niet wordt gedekt door de inhoud van de ingediende aanvrage. Het octrooi is daarom nietig (dient vernietigd te worden). Dc door A & R nog gestelde vernietigbaarheid wegens gebrek aan inventiviteit behoeft hierna niet meer behandcld te worden.”

Lees het arrest hier.

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 21 februari 2008, rolnr. 06/1466, Ranbaxy U.K. Ltd. c.s. tegen Warner-Lambert Company(met dank aan Simon Dack, De Brauw Blackstone Westbroek).

Octrooirecht, ABC farmaoctrooi. “25. Uit het voorgaande vloeit voort dat het onderhavige octrooi EP 0.247.633 B1 terecht als basisoctrooi is ingeroepen, zodat het ABC (ook) voldoet aan het bepaalde van artikel 3, aanhef en onder a, Verordening en derhalve niet nietig is. Dit brengt mee dat in het principale beroep de grieven 1-7 niet kunnen leiden tot vernietiging van het vonnis. Grief 8 in het principale beroep heeft naast voormelde grieven geen zelfstandige betekenis.”

Lees het arrest hier.

Vzr. Rechtbank Amsterdam, 21 februari 2008, KG ZA 08-31 Odc/PvV, Sanoma Uitgevers B.V. tegen Wegter Consumenten B.V.(met dank aan Wim Maas, Howrey).

Merkenrecht, “4.3. Niet in geschil is echter dat het woord- en beeldmerk VT Wonen buiten de Benelux niet door Sanoma als merk is geregistreerd, hetgeen tot gevolg heeft dat het Wegter - evenals een ieder ander - in beginsel is toegestaan om het VT Wonen woord- en beeldmerk buiten de Benelux te gebruiken. Daarnaast is niet gebleken dat het Wegter in de op 4 september 2006 gesloten licentieovereenkomst, dan wel in de nadere aanvulling daarop van 21juni 2006, expliciet is verboden om het woord- en beeldmerk VT Wonen buiten de Benelux te gebruiken. Anders dan door Sanoma gesteld, kan evenmin uit artikel 1.2 van de Licentieovereenkomst (impliciet) een dergelijk verbod worden afgeleid. Dat, zoals in artikel 1.2 is vermeld, de licentie uitsluitend betrekking heeft op de Benelux betekent voorshands niet meer dan dat de overeenkomst en de daarin neergelegde afspraken van toepassing zijn in het Benelux gebied. Dit houdt dus geen verbod in voor Wegter het merk VT Wonen buiten de Benelux te gebruiken.”

Lees het vonnis hier.

HvJ EG, 21 februari 2008, zaak C-328/07, Commissie tegen Luxemburg.

Luxemburg berispt wegen niet-implementeren Handhavingsrichtlijn. “En n’ayant pas pris, dans le délai prescrit, les dispositions législatives, réglementaires et administratives nécessaires pour se conformer à la directive 2004/48/CE du Parlement européen et du Conseil, du 29 avril 2004, relative au respect des droits de propriété intellectuelle, le Grand-Duché de Luxembourg a manqué aux obligations qui lui incombent en vertu de celle-ci.”

Lees het arrest hier(alleen beschikbaar in het Frans).

Rechtbank Assen, 30 januari 2008, LJN: BC4878, Eiser tegen Gedaagde.

Namaakzaak, maar geen IE-zaak. Niet is bewezen dat schilderijen vals/niet authentiek zijn “2.2.  De rechtbank is van oordeel dat de in deze procedure overgelegde rapporten weliswaar twijfels oproepen over de authenticiteit van de schilderijen. Echter, op basis van die rapporten kan naar het oordeel van de rechtbank niet voor juist worden gehouden dat de schilderijen daadwerkelijk vals/niet authentiek zijn. De rapporten zijn, mede in het licht van het door [gedaagde] gemotiveerd gevoerde verweer, onvoldoende helder en consistent gemotiveerd om die conclusie te kunnen dragen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5653

Bacardi/Anker, Jugiaans/De Jager, Excell / Brakel, Luba/Hannay, X/De Staat

Rechtbank Amsterdam, 6 februari 2008, HA ZA 07-180, Bacardi and Company Ltd. Tegene Anker Dranker B.V.(met dank aan Leonie Kroon, DLA Piper).

Drank & uitputting. “4.16 De omstandigheid dat, zoals Anker heeft aangevoerd, aan sommige etiketten op Bacardi-producten niet te zien is dat ze bestemd zijn voor de markt buiten de EER, betekent niet dan Anker hieruit mag concluderen dat Bacardi c.s. toestemming heeft gegeven voor verhandeling binnen de EER. Ook de aanwezigheid van het flessenbak-logo rechtvaardigt, zoals Bacardi c.s. terecht heeft gesteld, niet de conclusie dat Bacardi c.s. toestemming zou hebben verleend voor verhandeling binnen de EER.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank Alkmaar, 14 februari 2008, KG ZA 07-411, Holding Jungiaans Instituut B.V. tegen De Jager (met dank aan Fulco Blokhuis, Boekx).

Auteursrecht. “4.4. Ten aanzien van het CADT-spel is voldoende aannemelijk dat, zoals De Jager c.s. betoogt, de elementen van het spel zich in beginsel lenen voor afzonderlijke auteursrechtelijke beoordeling. Zo kunnen de kaarten en het bord afzonderlijk van elkaar worden getoetst. Ook kunnen de verschillende onderdelen van het bord zelf van elkaar worden gescheiden, in die zin dat zij afzonderlijk beoordeeld zouden kunnen worden op hun auteursrechtelijke merites. Zo valt niet uit te sluiten dat bijvoorbeeld de afbeeldingen van mensfiguren afzonderlijk voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking kunnen komen. Dit laatste kan ook gelden voor de layout en de teksten. Omdat elementen van elkaar te scheiden zijn, is niet voldaan aan het vereiste voor het kunnen aannemen van een gemeenschappelijk werk.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ´s-Gravenhage, 20 februari 2008, HA ZA 07-2133, BRS Excell Glass B.V. tegen Portal S.A. & Brakel/Atmos B.V.

Octrooirecht. “4.22. De vakman waar het hier om gaat is een persoon die een ruime ervaring heeft met het beglazen van bouwwerken. Deze persoon is bekend met de noodzaak van het vastzetten van beglazingen in bouwwerken en de wijze waarop dat kan geschieden. Hij begrijpt dat een naar de stand van de techniek koud gebogen glasruit eenvoudig in die gebogen stand kan worden gehouden door toepassing van de onder alle omstandigheden (ook bij vlakke beglazingen) noodzakelijke vasthoudmiddelen en dat het gebogen kozijn het gebogen vlak biedt waarover de ruit kan worden gebogen. De techniek van het koud buigen en vastklemmen van thermisch gehard (niet-gelaagd) glas is de vakman bekend uit EP 468.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ´s-Gravenhage, 20 februari 2008, KG ZA 07-1518, Luba Groep B.V. c.s. tegen El Hannay.

“4.12. Onder verwijzing naar hetgeen hiervoor is overwogen omtrent het ontbreken van verwarringsgevaar tussen het woordmerk LUBA en het woord/beeldmerk Luba Uitzend Buro enerzijds en het teken Lunajob anderzijds, heeft te gelden dat bij het publiek evenmin verwarring is te duchten tussen de genoemde merkenrechten en de handelsnamen Luba Uitzend Buro BV en Luba Uitzenddiensten BV enerzijds en de handelsnaam Lubajob anderzijds. El Hannay heeft met de handelsnaam Lunajob voldoende afstand genomen van de merkenrechten en de handelsnamen van Luba. De vorderingen van Luba dienen daarom ook in zoverre te worden afgewezen.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ´s-Gravenhage, 20 februari 2008, HA ZA 07-1310, X. tegen De Staat der Nederlanden (Binnenlandse Zaken)

Auteursrecht. Werkgeversauteursrecht. “4.7. Deze auteursrechtelijke claim van X moet falen. Het auteursrecht op de ontwerpen voor de ten processe bedoelde applicaties berust, als gezegd, ingevolge art. 7 Aw bij de Staat als toenmalige werkgever van X. Dat de applicaties grotendeels in vrije tijd en thuis zouden zijn ontwikkeld, zoals X ten slotte nog stelt, maar de Staat betwist, is bovendien – zo al relevant, gelet op de vaststaande (incidentele) opdracht – onvoldoende aannemelijk gemaakt door X. Voor zover nog bewijsbaar na te gaan, is het betreffende werk in ieder geval ook en wel in substantiële mate verricht op de werkplek van X bij CAS.”

Lees het vonnis hier.