Auteursrecht  

IEF 6161

Jaarverslag (2)

Kamerstukken II 2007/08, 31 444 VI, Jaarverslag en slotwet Ministerie van Justitie 2007; Jaarverslag.
 
Uit het Jaarverslag van Justitie:

Ontwikkelingen in 2007 in het privaatrecht: In 2007 zijn naast de implementatiewetgeving de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke zaken, de Wet teruggave cultuurgoederen uit bezet gebied, het verbod op het gebruik van geweld in de opvoeding, de nieuwe pachtregeling van boek 5 titel 7 BW, de nieuwe schuldsaneringsregeling en de aanpassing van de subsidieregeling voor het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) tot stand gekomen. Verder zijn beleidsnota's verschenen op het terrein van het ondernemingsrecht, het auteursrecht en de fundamentele herbezinning burgerlijk procesrecht. Lees hier verder.

IEF 6151

De voormalige organisatie

Rechtbank Alkmaar 22 mei 2008, KG ZA 08-107. Svenska Skum B.V. tegen Innovfoam B.V.

Auteursrecht en onrechtmatige uitlating.

Eiseres (Svenska Skum BV) en gedaagde (Innovfoam BV), verhandelen beiden dezelfde blusproducten. Eiseres heeft voor die producten zgn. datasheets ontwikkeld, waarop tekeningen, foto’s en teksten over de producten staan. Gedaagde gebruikt datasheets die volgens de rechtbank inbreuk maken op het auteursrecht van eiseres op de datasheets.

Gedaagde wordt tevens veroordeeld een e-mail te rectificeren, aangezien in die e-mail volgens de rechtbank ten onrechte de indruk wordt gewekt dat eiseres niet langer bestaat. Een dergelijke onware uitlating over een concurrent is volgens de rechtbank onrechtmatig.

 

Gedaagde heeft niet betwist dat de datasheets van eiseres een auteursrechtelijk beschermd werk zijn, zodat de rechtbank van het auteursrecht op de datasheets uitgaat. Ook is niet betwist dat de auteursrechten op de datasheets aan eiseres toekomen. Gedaagde heeft slechts gesteld dat geen sprake is van inbreuk aangezien zij de producten direct van de moedervennootschap van eiseres afneemt. Gedaagde zou daarom toestemming hebben de datasheets te gebruiken. De rechtbank passeert dat verweer en overweegt daartoe onder andere dat tussen de datasheets van eiseres en gedaagde ondergeschikte verschillen bestaan. Indien gedaagde de datasheets gebruikt op basis van haar handelsrelatie met de moedervennootschap van eiseres, was te verwachten dat de datasheets identiek zijn.

Gedaagde heeft een e-mail verstuurd aan (potentiële) klanten waarin zij de zin-snede “de voormalige Svenska Skum organisatie” op heeft genomen. Hierbij heeft gedaagden ten onrechte de indruk wekt dat eiseres niet meer zou bestaan, hetgeen volgens de rechtbank leidt tot oneerlijke mededinging, en als onrechtmatig wordt aangemerkt.

Lees het vonnis hier.

 

IEF 6150

Moeder tegen dochter

denios2.bmpVzr. Rb. ’s-Gravenhage 21 mei 2008, KG ZA 08-0474, Denios A.G. tegen Denios B.V.

Auteursrecht. Vraag of de moeder op kan treden tegen uitgifte van een bewaking van haar catalogus door de dochteronderneming.

De moedervennootschap, Denios A.G., is een internationaal opererende onderneming die handelt in opslagsystemen voor schadelijke stoffen en aanverwante artikelen ter bescherming van mens en milieu.

De moeder is houdster van 50% van de aandelen van de in Alphen aan den Rijn gevestigde dochteronderneming, Denios B.V.. Sinds 1994 is tussen hen een samenwerkingsovereenkomst van kracht, waarin is opgenomen dat de dochter exclusief bevoegd is de producten van de moeder in Nederland te verkopen.

Normaal gesproken is de procedure voor het uitgeven van de jaarlijkse catalogi met beeldmateriaal van de verhandelde producten als volgt: De moeder laat een catalogus samenstellen waarin haar producten en diensten staan omschreven. Met tussenkomst van Denios Direct GmbH (de rechtsopvolgster van Management en Marketing Direct GmbH en daarom door de Rechtbank “MMD” genoemd), wordt de catalogus tegen betaling aan alle dochterondernemingen binnen de Denios-groep ter beschikking gesteld. Op basis van het van MMD ontvangen pdf-materiaal, heeft de dochter echter naast de gebruikelijke catalogus, onder de naam “Highlights 2007” een eigen, compactere catalogus gedrukt waarin integraal beeldmateriaal van de producten van de groep zijn opgenomen. Deze catalogus is onder geselecteerde relaties verspreid. De kosten daarvan heeft de dochter voor haar rekening genomen.

De eerste vraag die door de Voorzieningenrechter wordt beantwoord is wie als auteursrechthebbende van het materiaal moet worden gezien. De moeder erkent dat het materiaal weliswaar is gemaakt door MMD, maar stelt dat MMD dat heeft gedaan naar het ontwerp van en onder leiding en toezicht van de moeder. Ook stelt ze dat het auteursrecht aan haar is opgedragen.

De Voorzieningenrechter overweegt dat hij, in het kader van dit kort geding, in het midden zal laten of het auteursrecht geldig is overgedragen. De dochter heeft niet betwist dat het materiaal is gemaakt in opdracht van de moeder en door de moeder openbaar is gemaakt. Voorshands zal de Voorzieningenrechter er daarom vanuit gaan dat de moeder als auteursrechthebbende kan worden aangemerkt.

Voor de beantwoording van de vraag of de dochter het recht heeft om het beeldmateriaal aan te wenden voor de productie van de Highlights 2007 catalogus is de rechtsverhouding tussen partijen in aanmerking te nemen.

Een beroep op (paragraaf 5 van) de samenwerkingsovereenkomst kan de moeder niet baten. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan daaruit niet worden afgeleid dat het de dochter niet is toegestaan het van de moeder, dan wel via MMD van de moeder gekregen beeldmateriaal (verder) te bewerken of (verder) openbaar te maken. De geciteerde bepaling suggereert eerder het tegendeel, dat wil zeggen dat de dochter daartoe wel gerechtigd is, maar dat dan onder de verplichting, kort gezegd, de huisstijl van de moeder in acht te nemen en naar buiten toe een uniforme uitstraling van de groep als geheel te waarborgen.

De dochter verwijst daarbij naar een Franse catalogus, die niet alleen qua navolging van de huisstijl maar ook qua uitstraling door gebruik van niet glanzend papier achterblijft. Naar voorlopig oordeel kan in het licht van de Franse catalogus niet worden gezegd dat de dochter bij de productie van de Highlights catalogus 2007 de huisstijl en uitstraling van de Denios-groep onvoldoende in acht heeft genomen.

Ook het gegeven dat het beeldmateriaal tegen betaling aan de dochter ter beschikking is gesteld als pdf documenten is volgens de Voorzieningenrechter een aanwijzing dat verdere bewerking en openbaarmaking door de moeder is voorzien en beoogd. Dit soort materiaal is immers bij uitstek geschikt om verder te worden bewerkt en vervolgens bijvoorbeeld digitaal op een website of in gedrukte vorm openbaar te worden gemaakt.

Bij deze stand van zaken concludeert de Voorzieningenrechter dat de verhoudingen binnen de Denios-groep met zich brengen dat de dochterondernemingen auteursrechtelijk beschermd materiaal van de moeder mogen bewerken en verder openbaar mogen maken. Daarbij is in acht te nemen het bepaalde in paragraaf 5 van de exclusiviteitovereenkomst, welke bepaling ziet op huisstijl en uitstraling. De bepaling is door de dochter naar voorlopig oordeel voldoende in acht genomen.

Het is denkbaar dat tussen de moeder en de dochterondernemingen ook afspraken worden gemaakt omtrent vergoedingen die door dochters moeten worden betaald aan de moeder in verband met de voor de productie van het materiaal gemaakte kosten. Daarbij zou ook kunnen worden overeengekomen dat de productie uitsluitend aan de moeder, althans MMD wordt overgelaten. Het bestaan van dat soort uitspraken is door de moeder echter niet gesteld. In dit kort geding kan dan ook niet van het bestaan van dit soort afspraken worden uitgegaan. De moeder kan daarom ook geen verbodsrecht ontlenen aan het feit dat de dochter naast de betaling voor de catalogus 2007 en de betaling voor de verstrekking van de pdf bestanden geen verdere betaling heeft gedaan in verband met de productie van de Highlights catalogus 2007 en voorts die catalogus zelf heeft samengesteld en heeft laten drukken.

De moeder wordt als in het ongelijk gestelde partij op grond van artikel 1019 h Rv veroordeeld in de volledige proceskosten.

Lees het vonnis hier.

 

IEF 6149

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank Breda 19 mei 2008, KG ZA 08-204. Renovatie Voegwerken J.C. Albers B.V. tegen Gebr. Albers B.V. (Met dank aan Martin Hemmer, AKD)

Handelsnaamrecht. "Nu beide ondernemingen zich bezighouden met voegwerken, brengt dat met zich dat de aanduiding Renovatie Voegwerken geen onderscheidende kracht heeft. Het kenmerkende deel van de handelsnamen is de naam Albers. Dat de naam Albers een familienaam is rechtvaardigt het (latere) gebruik als handelsnaam niet."

Lees het vonnis hier.

Rechtbank 's-Gravenhage 20 mei 2008, KG ZA 08-316. Dedon Gmbh tegen Sprento B.V. c.s.

Modelrecht. "Uit hetgeen onder 2.4 tot en met 2.6 is overwogen valt op te maken dat de wijze waarop een en ander op de website is en wordt weergegeven ertoe heeft geleid dat niet duidelijk is wie wat namens wie doet. Deze onduidelijkheid wordt nog vergroot doordat de
vermelde adressen, telefoonnummers en namen voeren naar andere (rechts)personen dan de aangeduide rechtspersoon, dan wel naar rechtspersonen die niet (langer) bestaan. De voorzieningenrechter kan er niet omheen dat de op de site genoemde gegevens in ieder
geval ook zijn te herleiden tot De Schiffart en Suprento."

Lees het vonnis hier.

Rechtbank 's-Gravenhage 21 mei 2008 (bij vervroeging), HA ZA 07-3581. Stichting de Thuiskopie tegen Cakiroglu

"4.1. De rechtbank stelt voorop dat - ook desgevraagd - niet wordt betwist dat Cakiroglu blanco informatiedragers heeft geïmporteerd. Ook de juistheid van de overgelegde facturen wordt niet betwist. Tijdens de comparitie is zijdens Cakiroglu bovendien te kennen gegeven dat de rechtbank het wat de aantallen betreft “moet nemen zoals het is”. De rechtbank gaat er gelet hierop vanuit dat Cakiroglu de in de overgelegde
facturen tot uitdrukking komende aantallen blanco informatiedragers heeft geïmporteerd. Niet in geding is dat Cakiroglu voor de door hem geïmporteerde blanco informatiedragers de thuiskopievergoeding dient te betalen. Nu ook de door De Thuiskopie gegeven nadere
onderbouwing (tot een hoger bedrag dan zij thans vordert) niet is betwist, zal de rechtbank de gevorderde hoofdsom toewijzen."

Lees het vonnis hier.

Rechtbank 's-Gravenhage 21 mei 2008, HA ZA 06-2378. Green Earth Industries LLC tegen Marine Bioproducts AS

"De rechtbank zal het geschil in conventie en reconventie gezamenlijk behandelen vanwege de verwevenheid van de stellingen van partijen in conventie en reconventie. Daarbij zal de rechtbank, na vaststelling van haar bevoegdheid en het toepasselijke recht, eerst de geldigheid van de CRDA beoordelen in het licht van het beroep van Marine Bioproducts op het  mededingingsrecht en op dwaling. Vervolgens komen achtereenvolgens de door Green Earth gestelde tekortkomingen van Marine Bioproducts (schending
rapportage plicht, schending geheimhouding en weigering levering) en de door Marine Bioproducts gestelde tekortkoming van Green Earth (terugtrekking uit de IFUovereenkomst) aan de orde."

Lees het vonnis hier.

IEF 6140

Kamerstuk 'mediawijsheid'

Kamerstuk 31434, nr. 1, 2e Kamer. 

Mediawijsheid; Brief ministers over veilig mediagebruik en media-aanbod.

“In opdracht van het ministerie van OCW en de kwartiermakers heeft Stichting Kennisland tegelijkertijd onderzoek gedaan naar het huidige aanbod op het terrein van mediawijsheid.(…) Op grond van een analyse van het bestaande aanbod en interviews met experts komt Kennisland tot de volgende conclusies en aanbevelingen:

(…) 4) Er zijn twee onderwerpen waarvoor nauwelijks activiteiten zijn, maar waar wel behoefte aan is: auteursrecht (informatie over auteursrechtelijke regelingen) en privacy en gegevensbescherming (burgers bewust maken zodat zij keuzes kunnen maken en risico’s kunnen inschatten).
Lees hier meer

IEF 6137

Handhaving in Zweden

HvJ EG, 15 mei 2008, zaak C-341/07, Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen het Koninkrijk Zweden (Nederlandse versie niet beschikbaar).

Het Koninkrijk Zweden is , door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, althans door deze bepalingen niet aan de Commissie mee te delen, de krachtens deze richtlijn op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen.  De termijn voor omzetting van de richtlijn in nationaal recht is op 28 april 2006 verstreken.

Lees het arrest hier.

IEF 6135

Wie is bang voor de driestappentoets in de Auteursrechtrichtlijn?

HCJn.gifHerman Cohen Jehoram: Wie is bang voor de driestappentoets in de Auteursrechtrichtlijn? (Dommering-bundel, Amsterdam 2008, pp. 57-66).

“In 1995 is het Ministerie van Justitie begonnen zijn wetgevende taak op het terrein van het auteursrecht geheel uit te besteden aan een commissie van externe deskundigen: de Commissie Auteursrecht. Deze ‘outsourcing’ paste toen (en nog) in een wijder overheidsbeleid. Tien jaar later zou Herman Tjeenk Willink, vice-president van de Raad van State, in zijn jaarverslag 2005 constateren dat het ambtelijk apparaat kampt met een gebrekkig collectief geheugen, veroorzaakt door onder andere het afstoten van uitvoerende taken en meer in het bijzonder: “Door... het uitbesteden van steeds meer taken, is de inhoudelijke deskundigheid binnen de departementen sterk verminderd”. Tjeenk Willink bleef uiteraard een roepende in de Nederlandse woestijn.

(…) Ook de naamgever van de onderhavige feestbundel, Egbert Dommering, is vanaf het allereerste begin lid van de Commissie Auteursrecht. Dit is voor mij aanleiding geweest mijn bijdrage tot deze bundel te wijden aan het belangrijkste onderdeel van het belangrijkste project dat de Commissie onder handen heeft gehad: de driestappentoets en de implementatie van de Auteursrechtrichtlijn.

(…) De parlementaire behandeling van het implementatieontwerp is tamelijk tumultueus verlopen. Niettemin zou Hugenholtz even later schrijven: “The bill that was eventually introduced in the Parliament resembles the Committee’s draft, as does the final act. During the parliamentary discussions that were mostly uneventful and without controversy, only minor changes to the proposal were made.” De Tweede Kamer wees op een onwaarschijnlijke hoeveelheid fouten en foutjes in het ontwerp, waarvan de belangrijkste wel de weglating van de driestappentoets vormde. Dit leidde tot een zeer groot aantal wijzigingen door de regering in het ontwerp op alle meer ondergeschikte punten, maar nu juist niet met betrekking tot de ‘instructienorm’ van artikel 5 lid 5 Auteursrechtrichtlijn, hetgeen ook in de Tweede Kamer niet onopgemerkt bleef. Hieraan werd zo lang vastgehouden tot de Tweede Kamer moe werd van haar eigen oppositie op een toch niet zo mediageniek twistpunt en verder maar zweeg. De driestappentoets is dus niet opgenomen in de Nederlandse auteurswet, met alle gevolgen van dien.

(…) De weglating van deze toets in onze nationale auteurswet resulteert er in dat een misbruik van de wettelijke auteursrechtbeperkingen niet kan worden tegengegaan.”

Lees het gehele artikel hier.

IEF 6129

Nauwelijks activiteiten

Kamerstuk 31434, nr. 1, 2e Kamer.  Mediawijsheid; Brief ministers over veilig mediagebruik en media-aanbod. 

“In opdracht van het ministerie van OCW en de kwartiermakers heeft Stichting Kennisland tegelijkertijd onderzoek gedaan naar het huidige aanbod op het terrein van mediawijsheid.(…) Op grond van een analyse van het bestaande aanbod en interviews met experts komt Kennisland tot de volgende conclusies en aanbevelingen:

(…) 4) Er zijn twee onderwerpen waarvoor nauwelijks activiteiten zijn, maar waar wel behoefte aan is: auteursrecht (informatie over auteursrechtelijke regelingen) en privacy en gegevensbescherming (burgers bewust maken zodat zij keuzes kunnen maken en risico’s kunnen inschatten).

Lees hier meer.

IEF 6110

Voor fotografen

Burafo organiseert symposium auteursrecht. De stichting Burafo organiseert in samenwerking met de NVF, het Nederlands Fotomuseum en Stichting Cultuurlab/Pakhuis de Zwijger een symposium over de ervaringen en problemen van fotografen met het auteursrecht en de praktische toepassing daarvan in hun contracten met opdrachtgevers en klanten. O.a:

Praktische aspecten van het auteursrecht in beeld. Frénk van der Linden, journalist, interviewt fotografen Govert de Roos, Karen Vlieger en Edo Kars (o.v.), agent Roel Sandvoort, Hollandse Hoogte, en Flip Bool, senior onderzoek en collecties Nederlands Fotomuseum, over hun ervaringen.

Collectieve auteursrechten in vogelvlucht. Vincent van den Eijnde, directeur van Stichting Pictoright, over collectieve rechten van fotografen. Wat zijn dat? Hoe werkt het? En het belangrijkste: hoe kom je aan je geld?

De toekomst van het auteursrecht. Prof. Bernt Hugenholtz, Instituut voor Informatierecht van de Universiteit van Amsterdam, schetst de toekomst van het auteursrecht, de stand van zaken rond het auteurscontractenrecht, de ontwikkelingen op Europees niveau en de consequenties daarvan voor fotografen.

Portretrecht. Het portretrecht geeft fotografen steeds vaker problemen. Aan bod komen de rechten en plichten van de geportretteerde en de fotograaf, gevaren, de vrijwaring, gebruik in reclame, foto's op eigen website publiceren, quitclaims. Hoe regel je de rechten van de geportretteerde zodanig dat je toch lekker kunt werken, en zo min mogelijk problemen hebt?
Pim Milo, publicist, leidt het gesprek met fotografen Bert Verhoeff en Gerard Wessel. Advocaat Lisette Varossieau is aanwezig om de juridische kant toe te lichten.     
Citaatrecht. Steeds vaker beweren uitgevers dat de foto’s die ze in hun publicaties afdrukken onder het citaatrecht vallen, waardoor ze de fotograaf niet hoeven te betalen. Maar wanneer is een foto nou eigenlijk een citaat? Het Nederlands Fotomuseum kreeg ook te maken met zo’n uitgever. De rechter besliste dat de uitgever gelijk had. Vanuit de fotografie bekeken was dat onterecht. Deze rechtszaak vormt de basis voor een discussie over dit probleem. Moet de auteurswet gewijzigd worden zodat duidelijk omschreven staat wat de criteria zijn voor citaatrecht en fotografie?

Lucette Bronk, directeur van Stichting Burafo en de FotografenFederatie, leidt het gesprek met advocaat  Marcel de Zwaan, Flip Bool, senior onderzoek en collecties Nederlands Fotomuseum, en advocaat Philippe van Wijnen, auteur van Buiten Beeld. Het auteursrecht van fotografen (2007), uitgegeven door Focus Publishing. 

Rechten van derden. Een zonnebril van Rayban zonder toestemming van Rayban gebruiken in een reclamecampagne voor een auto kan flinke ellende veroorzaken. En foto’s maken samen met iemand anders (een styliste bijvoorbeeld), of onder verantwoordelijkheid van een art director, betekent dat zij een deel van je auteursrecht kunnen claimen. En hoe zit het met nabootsing of plagiaat van andere foto’s? Allerlei vormen van rechten van anderen komen aan de orde.

Ruud Visschedijk, directeur van het Nederlands Fotomuseum, leidt het gesprek met fotografen Vincent Kruijt (o.v.) en Merlijn Doomernik. Advocaat Maud van der Leeuw belicht de juridische kant.

Spreekuur. De hele dag geven Tim de Jong, advocaat namens Burafo, en Siep van der Galiën en Petronel van Leeuwen, advocaten van de NVJ/NVF, individuele adviezen aan fotografen over specifieke auteursrechtelijke problemen. Dit spreekuur is gratis voor fotografen die lid zijn van de BFN, GKf, PANL, SVFN, NVF, of zijn aangesloten bij de Stichting DIPP of Stichting Burafo. Voor anderen zijn de kosten 50 euro ex BTW per half uur. Het spreekuur is uitsluitend toegankelijk na afspraak.

Lees hier meer.

IEF 6108

Exploitatie in de entertainment industrie

Woensdag 7 mei 2008, aanvang 20.00 uur: Intellectuele Eigendom, exploitatie in de entertainment industrie (2PO punten).

Tijdens deze voor de praktijk bestemde lezing krijgt u inzicht in het “360 graden” verdienmodel van de artiest waarbij verschillende deals aan de orde zullen worden gesteld. Sprekers:

- Eric Keyzer, advocaat media & entertainment en of counsel Allen & Overy LLP
- Leon Ramakers  - Voormalig directeur Mojo, cultureel ondernemer
- Kees van der Hoeven  - CEO Universal Music
- Rick van Schooten  - Managing Director Sony BMG Music Entertainment (Netherlands) BV

Organisatie: Stichting Entertainment Groep Amsterdam.  Locatie: Auditorium Ernst & Young Amsterdam, Antonio Vivaldistraat 150. Prijs € 30,- voor eenmalige kennismaking. Lidmaatschap 120 euro per 2 jaar.

Meer info/aanmelden per email.