Auteursrecht  

IEF 3742

Maatregelen

Persbericht Justitie: Minister Hirsch Ballin neemt maatregelen om herhaling van problemen bij de Stichting de Thuiskopie te voorkomen. Ontvangen thuiskopievergoedingen worden voortaan zo snel mogelijk en tegen zo laag mogelijke kosten verdeeld onder rechthebbenden. Het jaarverslag en de jaarrekening van de Stichting worden openbaar gemaakt.

Verder handhaaft de minister het thuiskopiestelsel zolang de geïncasseerde vergoedingen niet zijn verdeeld. Daarom blijven de vastgestelde tarieven en de lijst van heffingplichtige voorwerpen, waaronder de blanco cd en dvd, voorlopig tot 1 januari 2009 ongewijzigd.

Er komt in de tussenliggende periode overleg met alle betrokken partijen over het stelsel van thuiskopievergoedingen. De maatregelen volgen op een eerder besluit van minister Hirsch Ballin om het toezicht op de collectieve beheersorganisaties aan te scherpen en te verbreden. Een en ander blijkt uit een brief die hij gisteren naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

De bewindsman reageert op een eindrapportage van het College van Toezicht Auteursrechten (CvTA) over de Stichting de Thuiskopie. Het College heeft onderzoek gedaan naar aanleiding van klachten, vooral over de financiële verantwoording en de verdeling van gelden.

Stichting de Thuiskopie is een privaatrechtelijke instelling, aangewezen om de vergoeding voor het maken van thuiskopieën te innen en te verdelen onder rechthebbenden. Zij verdeelt niet zelf maar wijst daarvoor zogenaamde verdeelorganisaties aan die het geld uitkeren.

Stichting de Thuiskopie heeft met een plan van aanpak al veel gedaan om de situatie te verbeteren. Zo is de aanwijzing van haar verdeelorganisaties aangescherpt en worden in de jaarlijkse financiële verantwoording de verdeling van de thuiskopiegelden, de inhoudingen en de reserveringen beter tot uitdrukking gebracht. Verder is een rapportage gemaakt over de incassojaren 2004 en 2005, aldus het College.

Ook heeft de toezichthouder er voldoende vertrouwen in dat de Stichting de Thuiskopie in staat is de resterende problemen, waaronder nog niet verdeelde gelden, te verhelpen. Maar dit vereist grote inspanningen, waarvan de resultaten uit volgende rapportages moeten blijken.

In de eindrapportage staat dat er bij de ingeschakelde verdeelorganisaties in de loop der jaren circa 57 miljoen euro is opgebouwd voor verdeling onder rechthebbenden die niet kunnen worden getraceerd en soms ook niet (meer) bestaan. Dit getal moet volgens door Stichting de Thuiskopie overgelegde informatie worden ge nuanceerd, omdat een aanzienlijk deel van het bedrag in 2005 nog niet het gebruikelijke proces van verdeling had doorlopen.

Sommige verdeelorganisaties hanteren daarbij een termijn van drie jaar, andere een periode van vijf jaar. Afhankelijk daarvan gaat het om een bedrag tussen de 15 en 25 miljoen euro aan onverdeeld geld. Verder zijn de nodige gelden gereserveerd in verband met lopende rechtszaken. Een deel van het bedrag zal inmiddels tot uitkering zijn gekomen dan wel op korte termijn kunnen komen.

Dat laat onverlet dat er veel onverdeeld geld is, gezien de totale omvang van de incasso in 2005 van circa 26 miljoen euro. Het CvTA heeft Stichting de Thuiskopie daarom gevraagd met voorstellen te komen om het bedrag aan onverdeelde gelden af te bouwen. Momenteel overleggen beide instanties hierover.

Omdat het College zijn vertrouwen in Stichting de Thuiskopie uitspreekt, is er op dit moment geen aanleiding om de aanwijzing in te trekken. Ik hecht sterk aan het oordeel van het CvTA, aldus de minister in zijn brief. Maar de kwestie van de onverdeelde gelden acht ik vanuit mijn verantwoordelijkheid voor het auteursrecht, waaronder het goede functioneren van het thuiskopiestelsel,zorgelijk. Daarom zal het College strikt toezien op een zorgvuldige uitvoering van de aangekondigde maatregelen die noodzakelijk zijn met het oog op de toekomst.

Verder wordt de Stichting de Thuiskopie verplicht om de geïnde gelden binnen drie jaren volgend op het jaar van de incasso te verdelen. Deze voorziening moet voorkomen dat onverdeelde gelden ook in de toekomst kunnen accumuleren. Onverdeelbare gelden vloeien terug naar de betalingsplichtigen - producenten en importeurs van blanco dragers - via een verrekening met toekomstige incasso. Dat laatste geldt ook voor de onverdeelde gelden die in het verleden zijn opgebouwd, en uiteindelijk niet kunnen worden uitgekeerd. 

Tot slot wordt het CvTA gevraagd om te onderzoeken of en zo ja hoeveel onverdeelde geld er is bij de andere onder zijn toezicht ressorterende collectieve beheersorganisaties. Afhankelijk van de resultaten komen er maatregelen om onverdeelde gelden met inachtneming van de belangen van rechthebbenden en betalingsplichtigen juist, tijdig en efficiënt af te bouwen.

Lees het persbericht en aanvullende documenten hier.  

IEF 3738

Grijpers

grprs.gifRechtbank van Eerste aanleg van het Arrondissement Kortrijk, beschikking van 17 januari 2007, zaak nr. 06/1365/A(a4a). Demolition and Recycling Equipment B.V., tegen bvba CUB (met dank aan Wouter Pors  en Bruno Vandermeulen, Bird & Bird)

Belgische zaak over auteursrecht en modelrecht op grijper. De niet zichtbare technische bepaalde onderdelen leggen het af tegen de totaalindruk

Demolition vordert (onder meer) dat de rechter in kort geding vaststelt dat CUB inbreuk pleegt op de auteursrechten van Demolition met betrekking tot de “Grijper” waarvoor eveneens een internationaal model is geregistreerd.

Eiser Demolition produceert onder meer schroot-sorteergrijpers, waaronder de “Grijper”.CUB is actief in dezelfde branche en produceert een sloop- en sorteergrijper onder de naam “CUB Sloop-Sorteergrijper”. Demolition is van oordeel dat deze machines van CUB slaafse nabootsingen (zo te lezen in België eerder een overkoepelend begrip en niet een laatste vangnet zoals in Nederland)  betreffen van de Grijper.

De rechter is van oordeel dat de Grijper van Demolition een auteursrechtelijk beschermd werk is. Demolition heeft door middel van een oorspronkelijke combinatie van al dan niet originele elementen vorm gegeven aan de Grijper, die getuigt van een oorspronkelijkheid die het resultaat is van haar persoonlijke visie. Bovendien stelt de rechter vast dat het merendeel van de verschillen met de CUB-grijper niet zichtbaar zijn en enkel betrekking hebben op de technische werking, of louter technische details betreffen die nauwelijks waarneembaar zijn en geen invloed hebben op de algemene vormgeving van het werk.

Nu deze elementen zonder manipulaties van de grijper niet zichtbaar of moeilijk zichtbaar zijn, hebben ze volgens de rechter geen invloed op de algemene vormgeving en zijn derhalve niet relevant voor de inbreukvraag. De verschillen die wel zichtbaar zijn hebben ook geen invloed op de algemene indruk van de vormgeving.

De rechter is ten slotte van oordeel dat CUB duidelijk de bedoeling heeft gehad om de Grijper te imiteren en om de potentiële klant in verwarring te brengen. “Het algemene beeld dat de verweerster door middel van CUB-grijper gerealiseerd heeft, benadert dat van de Grijper op zeer gelijkende wijze, derwijze dat de verweerster inbreuk gepleegd heeft op de Auteurswet.”

Lees de beschikking hier.

IEF 3729

Aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden

stb.gifStaatsblad 2007, 108. Publicatie implementatiewetgeing handhavingsrichtlijn: Wet van 8 maart 2007 tot aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten, de Databankenwet, de Handelsnaamwet, de Wet van 28 oktober 1987, houdende regelen inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten (Stb. 484), de Zaaizaaden plantgoedwet 2005 en de Landbouwkwaliteitswet ter uitvoering van Richtlijn nr. 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PbEG L 195)

'Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.  Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het nodig is het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten, de Databankenwet, de Handelsnaamwet, de Wet van 28 oktober 1987, houdende regelen inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten (Stb. 484), de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 en de Landbouwkwaliteitswet aan te passen aan Richtlijn nr. 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PbEG L 195).

(…) Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst (Uitgegeven de tweeëntwintigste maart 2007, d.w.z. in werking per 1 mei 2007 – IEF) . Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven te ’s-Gravenhage, 8 maart 2007.'

Lees de gehele wet hier.

IEF 3701

Getoetst op plagiaat

KPN  breidt zijn diensten voor scholen verder uit met de producten TeleTOP en Schoolpix. (…) Teletop is voorzien van een automatisch plagiaatdetectiesysteem waarbij werkstukken getoetst worden op plagiaat.
Lees hier meer.

IEF 3698

Zonder stemming

Handelingen nr. 46, pag. 2737-2737, 2e Kamer. Behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet adviesstelsel Justitie in verband met de permanente instelling van de commissie auteursrecht (30868)

“Aan de orde is de behandeling van: - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet adviesstelsel Justitie in verband met de permanente instelling van de commissie auteursrecht (30868). Dit wetsvoorstel wordt zonder beraadslaging en, na goedkeuring van de onderdelen, zonder stemming aangenomen.”

Lees de handelingen hier.

IEF 3697

De auteursrechten op muziek

Kamervragen, vraagnr. 2060709910, 2e Kamer. Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de ministers van Justitie en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de auteursrechten op muziek.

O.a: “Wat is uw mening over het bericht dat de Europese organisaties voor auteursrechten op muziek de Europese Commissie hebben aangeboden om de huidige territoriale beperkingen op te heffen?”

Lees alle vragen hier.

IEF 3696

Auteursrechttribunaal

Kamerstuk 30800 XIII, nr. 44, 2e Kamer. Brief van de minister van Justitie betreft reactie op de motie Aptroot met betrekking tot collectieve beheersorganisaties Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2007

Op 24 oktober 2006 heeft de Tweede Kamer een motie met betrekking tot collectieve beheersorganisaties aangenomen, waarin de regering wordt verzocht voor 1 maart 2007 met voorstellen te komen waarmee transparantie en goed beheer worden afgedwongen en in toereikend toezicht is voorzien. Hiermee bericht ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken, dat het kabinet op drie wijzen uitvoering aan de motie zal geven. 

1. Verbreding en aanscherping van het toezicht op collectieve beheersorganisaties
Inmiddels is een concept-wetsvoorstel ter consultatie aan een twintigtal organisaties voorgelegd, waarmee het huidige toezicht op de kwaliteit van collectieve beheersorganisaties zowel wordt versterkt als verbreed

2. Mededingingstoezicht. Volgens de NMa is daarom een meer specifieke vorm van toezicht op de tarieven van collectieve beheersorganisaties wenselijk, bijvoorbeeld door goedkeuring vooraf door een toezichthouder of via geschillenbeslechting of eventueel op nog een ander wijze.

3. Auteursrechttribunaal. In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum van het Ministerie van Justitie wordt daarom door prof. mr. D.J.G. Visser (Universiteit Leiden) in samenwerking met prof. mr. P.B. Hugenholtz (Universiteit van Amsterdam) onderzoek verricht naar de juridische mogelijkheden, de praktische haalbaarheid en de maatschappelijke wenselijkheid van een soort auteursrechttribunaal in Nederland.

Lees de gehele brief hier.

IEF 3695

Europa

Nu.nl bericht dat “het downloaden van auteursrechtelijk materiaal blijft toegestaan in de Europese Unie. VVD-Europarlementariër Toine Manders diende in december een voorstel in om consumenten die inbreuk maken op iemand auteursrecht te vervolgen voor heling, maar dat plan heeft het bij een stemming dinsdag niet gehaald.”

Lees hier meer.

Tweakers bericht aansluitend: "Hulp bij inbreuk intellectueel eigendom is misdrijf. Een juridisch comité van het Europese Parlement heeft zijn steun uitgesproken voor een verzwaring van wetgeving op het gebied van intellectueel eigendom. Het gevolg kan zijn dat 'doorvoerders' zoals isp's verantwoordelijk worden voor het gedrag van gebruikers."

Lees hier meer.

IEF 3689

Stijl, verknoedeling en een exit strategie (2)

djgv-ts.gifDirk Visser: Verwatering, ’verknoedeling’ en verandering van wezenlijke waarde: reactie op het artikel van prof.mr. H. Cohen Jehoram. (Eveneens verschenen in BIE 2007/1, 12-1).

BIE polemiek nu ook integraal op IEForum.nl. Kritisch reactie van Dirk Visser op het hieronder (zie; IEF 3688 (21 maart 2007)) en in de BIE gepubliceerde artikel van Herman Cohen Jehoram naar aanleiding van het Elwood arrest. Enkel citaten: 

“De ’verwatering van werken’ wordt gekwalificeerd als een ’uniek monstrum’. Daarmee wordt ’verwatering van werken’ toegevoegd aan de rij van andere door Cohen Jehoram gepercipieerde ’unieke monstra’ waarmee Nederland weer eens ’de risee dreigt te worden van Europa en de rest van de wereld’, zoals: de geschriftenbescherming, de formulering van art. 13a Aw, het niet opnemen van de driestappentoets in de Auteurswet en, meest recent, de erkenning van de geur als werk.”

“In een ideale IE-wereld zou Cohen Jehoram gelijk hebben dat verwatering van werken anathema is. (…) Zo werkt het in de echte wereld dus niet. Quaedvlieg heeft in zijn artikel de realiteit en het probleem blootgelegd dat het goed mogelijk is dat name trendsettende ontwerpen ruim voor 2031 en zeker voor 2131 kunnen zijn ’verwaterd’ tot een onbeschermde stijl.”

“Asser en Verkade merken als A-G resp.als annotator bij Decaux/Mediamax op dat het niet alleen voor studenten, maar ook voor rechtzoekenden, advocaten en rechters misschien handig zou zijn als zij in dezelfde casus ongeacht het toepasselijke juridische regime zoveel als mogelijk voorzien zouden worden van dezelfde beoordelingscriteria. Grosheide  haakt daarbij aan in zijn artikel over zwakke werken, waarin ook een verhelderende schets wordt gegeven van de echte wereld.”

“Daar lijkt mij niet veel bezwaar tegen kunnen bestaan, integendeel. CohenJehoram maakt wel bezwaar: dat is verknoedeling! ’Verknoedeling’ is evenwel niet meer dan een kwalificatie (met een kennelijk door Cohen Jehoram bedoelde negatieve bijklank). In Leiden leerde ik evenwel dat kwalificaties geen argumenten zijn, en de juistheid van die les wordt voor mij door de stellingname van Cohen Jehoram weer eens bewezen.”

'"Als er in Nederland al een ’uniek monstrum’ is dat daadwerkelijke harmonisatie en het Europese vrije verkeer van goederen in de weg staat dan is het de slaafse nabootsingsbescherming en de manier waarop deze momenteel in Nederland weer zeer liberaal wordt toegepast. Een eventuele beperking van de beschermingsomvang van ons ’schroeven en moeren’-auteursrecht door tijdsverloop valt daarbij in het niet."

"Tot slot iets over wat het Benetton-G-Star-arrest wél belangrijk maakt. (…) Het betekent dat ’de aantrekkingskracht van de desbetreffende vorm door de bekendheid daarvan als onderscheidingsteken’ (volgens de HR) dus iets anders is dan het onderscheidend vermogen zelf. Nu is bekendheid een belangrijke factor (bij het verwerven) van onderscheidend vermogen. Maar kennelijk moet de bekendheid nu uit het onderscheidend vermogen geïsoleerd worden."

Lees de gehele reactie hier.

IEF 3688

Stijl, verknoedeling en een exit strategie

hcjt3.gifHerman Cohen Jehoram (emeritus hoogleraar recht van de intellectuele eigendom aan de Universiteit van Amsterdam): De Hoge Raad erkent verwatering van auteursrecht door merkenrechtelijke verwording van een werk tot onbeschermde stijl. Een uniek monstrum en een nieuw obstakel voor het Europese vrij verkeer van goederen.(Uitgebreide versie van een artikel, verschenen in BIE 2007/1, 12-16).

Kritisch artikel over het ‘onbezonnen’ Elwood-arrest van de Hoge Raad, de Auteursrechtelijk onbeschermde stijl en het trendsetterprobleem, de verknoedeling van auteurs- en merkenrecht en de positie van Nederland in Europa en een voorstel voor een ‘exit strategy’ voor de Hoge Raad. Enkele citaten:

 “De Hoge Raad heeft met zijn Elwood-arrest een totaal nieuwe vorm van tenietgaan van auteursrecht geïntroduceerd, merkenrechtelijke ‘verwatering’ door ‘verwording van een werk tot onbeschermde stijl’. Dit is in strijd met de Auteurswet en alle auteursrechtelijke verdragen, die alleen tenietgaan van auteursrecht erkennen door afloop van de beschermingstermijn. Dit monstrum is dan ook een internationaal unieke vondst.”

“De in het arrest geknede betreurenswaardige knoedel van auteurs- en merkenrecht is een slechts voorlopig eindpunt van bepaalde ontwikkelingen in de literatuur uit de laatste jaren met betrekking tot twee onderwerpen, de auteursrechtelijk onbeschermde stijl en de ‘verknoedeling’ van i.e.-rechten. Hieraan zijn vooral de namen verbonden van de schrijvers Grosheide en Quaedvlieg."

“Met een ‘integratie’ van rechtsgebieden komt men zo inderdaad altijd wel tot het ‘beoogde resultaat’. Dit verraadt een uiterst instrumentele opvatting van het recht.(…) Deze benadering is wellicht verleidelijk voor een volijverige advocaat die bereid is de belangen van zijn cliënt met ieder argument te verdedigen, maar niet voor een rechter, wetenschapper of wetgever. Deze dient ertegen te waken de glibberige weg af te glijden naar het historische en infame principe ‘Recht ist was dem Volke nützt.’”

“Zal de Hoge Raad bezwijken voor deze verdere verlokking van het fenomenologische sirenenlied? (…) Eén wankel, doch net voldoende gezicht reddend, middel hiertoe zou kunnen zijn een nieuwe redenering van de Hoge Raad dat hij het in het Elwood-arrest niet zo slecht bedoeld heeft als het er staat. Dat hij slechts hypothetischerwijs is ingegaan op de suggestie van Benetton dat merkenrechtelijke verwording bij analogie kan worden toegepast op het auteursrecht, en dat de Raad slechts bedoeld heeft uit te drukken dat ook binnen deze analogie Benetton geen been heeft om op te staan. Met een dergelijke ‘exit strategy’ zou de Hoge Raad ons allen, met uitzondering dan van de twee hier zo veelvuldig aangehaalde schrijvers, en hun volgelingen Verkade en Visser, alsnog gelukkig kunnen maken.”

Lees het volledige artikel hier. Reactie Dirk Visser: IEF 3689 (21 maart 2007).