Uitspraak ingezonden door Fulco Blokhuis van Boekx
BLiP maakt inbreuk op auteursrechten met foto ter promotie zangeres
Rechtbank Amsterdam 8 februari 2019, IEF 18265; 6716709/CV EXPL 18-5221 (Hollandse Hoogte tegen BLiP c.s.) Auteursrecht. Eerste aanleg. Bodemzaak. Hollandse Hoogte exploiteert auteursrechtelijk beschermde beelden via sub-licentiëring. BLiP vertegenwoordigt als boekings- en managementkantoor de popband The Mysterons. In een media-bericht heeft BLiP gebruik gemaakt van een foto van de zangeres van The Mysterons. De foto is opgenomen in de beeldbank van Hollandse Hoogte. Hollandse Hoogte stelt dat er een inbreuk is gemaakt op haar auteursrechten en vordert onder meer schadevergoeding. Dat er sprake is van een inbreuk staat in deze zaak niet ter discussie. Hollandse Hoogte stelt de gevorderde schadevergoeding te hebben berekend aan de hand van de door haar gehanteerde tarieven. BLiP c.s. stelt niet in volle omvang aansprakelijk te zijn, nu zij niet aansprakelijk is voor gebruik door andere partijen. De rechter stelt dat nu BLiP de foto expliciet heeft gepresenteerd als persfoto en daarmee heeft beoogd dat anderen deze foto zouden gebruiken, zij ook aansprakelijk is voor de schade die voortvloeit uit gebruik door partijen die de foto rechtstreeks van BLiP hebben ontvangen. De rechter neemt als uitgangspunt voor de schadevergoeding de gederfde licentievergoeding. Hollandse Hoogte betoogt nog dat de schadevergoeding hoger zou moeten zijn dan de licentievergoeding, omdat het derden anders vrij zou staan om inbreuk te maken op auteursrechten. Dit is echter strijdig met het Nederlandse systeem waarin geen ruimte is voor ‘punitive damages’.