Auteursrecht  

IEF 17992

Een zo getrouw mogelijke verkleinde kopie van modellentreinen zorgt niet voor auteursrecht Venus

Rechtbanken 19 sep 2018, IEF 17992; ECLI:NL:RBDHA:2018:11276 (Broers I VOF/Artitec Maquettebouw tegen Broers II/Venus), https://ie-forum.nl/artikelen/een-zo-getrouw-mogelijke-verkleinde-kopie-van-modellentreinen-zorgt-niet-voor-auteursrecht-venus

Rechtbank Den Haag 19 september 2018, IEF 17992; ECLI:NL:RBDHA:2018:11276 (Broers I VOF/Artitec Maquettebouw tegen Broers II/Venus) Auteursrecht. Modelrecht. De broers zijn actief op de markt van schaalmodelbouw, onder andere van modeltreinen. Venus houdster van de volgende Gemeenschapsmodellen. De VOF is gesplitst. Nu vaststaat dat de VOF-G-modellen geen onderdeel uitmaakten van het te verdelen vermogen van de VOF, was Venus c.s. niet gehouden om die modellen over te dragen ter uitvoering van de vaststellingsovereenkomst. De modellen (2012/2013) zijn niet nieuw en hebben geen eigen karakter, door het bedrijf Philotrain zijn er eerder Ovaalramer-modeltreinen in 1993 uitgegeven. Artitec c.s. heeft gemotiveerd gesteld dat de mallen van het zwanenhalsdraaistel gedurende de samenwerking in de VOF gezamenlijk ontwikkeld zijn voor het C12/C6400 personenrijtuig, zodat, zo de mallen al een werk zijn in de zin van de Auteurswet, dit niet (uitsluitend) aan Venus c.s. toekomt. De met de mallen verkregen samengestelde eindproducten, de modeltreinen, zijn geen auteursrechtelijk beschermde werken zijn omdat deze een zo getrouw mogelijke verkleinde kopie vormen van originele treinstellen.

IEF 17990

Niet aannemelijk dat auteursrecht Groot Surinaams Kookboek bij voormalig distributeur ligt

Hof Amsterdam 11 sep 2018, IEF 17990; ECLI:NL:GHAMS:2018:3327 (Groot Surinaams Kookboek), https://ie-forum.nl/artikelen/niet-aannemelijk-dat-auteursrecht-groot-surinaams-kookboek-bij-voormalig-distributeur-ligt

Hof Amsterdam 11 september 2018, IEF 17990 ; ECLI:NL:GHAMS:2018:3327 (Groot Surinaams Kookboek) Auteursrecht. Stichting Kankantrie verzet zich tegen het op de markt brengen van een vernieuwde versie van het “Groot Surinaams Kookboek” door de voormalig distributeur van dit kookboek. Zij vordert op haar beurt schadevergoeding omdat de Stichting het boek in strijd met de exclusieve distributieovereenkomst zelf op de markt heeft gebracht. Zij stelt bovendien zelf auteursrechthebbende te zijn. Anders dan de voorzieningenrechter in eerste aanleg, oordeelt het hof dat niet aannemelijk is geworden dat de Stichting het auteursrecht heeft verkregen op het kookboek. De Stichting stelt dat haar dit bij akte is overgedragen door de makers, maar zij is niet bereid geweest die akte in het geding te brengen, ondanks het feit dat die akte zich naar haar eigen zeggen in haar dossier bevond. Haar vorderingen worden daarom afgewezen.

IEF 17971

Uitspraak ingezonden door Margriet Koedooder, De Vos & Partners Advocaten.

Eiser is enige en volledige rechthebbende van naburige rechten van fonogrammenproducent

Hof Den Haag 11 sep 2018, IEF 17971; (Tee set), https://ie-forum.nl/artikelen/eiser-is-enige-en-volledige-rechthebbende-van-naburige-rechten-van-fonogrammenproducent

Hof Den Haag 11 september 2018, IEF 17971 (Tee Set) Naburige rechten. Auteursrecht. Partijen hebben een geschil over de wie de rechthebbende is op de producentrechten en wie de naburige rechten heeft van de fonogrammenproducent. De rechtbank oordeelde [IEF 16241] dat de eiser de volledige en enige rechthebbende is op de naburige rechten. Met betrekking tot het auteursrecht twisten partijen over de vraag of bandlid 1 alle composities en teksten van de ‘Tee Set’ nummers heeft geschreven of niet. Omdat nadere onderbouwing op dit punt is uitgebleven kan niet vastgesteld worden dat bandlid 1 maker is van de composities en teksten. In hoger beroep vordert hij dat de auteursrechten en de naburige rechten hem alsnog toekomen. Door de overdrachten van auteursrechten van x in 2002, 2006 en 2013 is niet alleen het deel van x overgedragen maar de gehele rechten. Daardoor is eiser volledige en enige rechthebbende van de muziekuitgaverechten. Er is niet gebleken dat gedaagde de fonogrammenproducentenrechten heeft. Waardoor eiser volledige en enige rechthebbendeis van de naburige rechten van de fonogrammenproducent. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank.

IEF 17969

Uitspraak ingezonden door Charlotte Meidersma, Charlotte's Law .

Inbreuk door silhouet van sint op paard af te beelden op inpakpapier

Kantonrechter 23 aug 2018, IEF 17969; ECLI:NL:RBDHA:2018:9945 (Eiseres tegen Keijzer Holland), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-door-silhouet-van-sint-op-paard-af-te-beelden-op-inpakpapier

Ktr. Rechtbank Den Haag 23 augustus 2018, IEF 17969; ECLI:NL:RBDHA:2018:9945 (Eiseres tegen Keijzer Holland) Auteursrecht. Eiseres is werkzaam al professioneel illustrator en ontwerper en creëert in dat kader onder meer illustraties voor kinderboeken. Keijzer Holland is producent van onder meer inpakpapier. VOF is een technisch teken- en adviesbureau voor de textiel- en papierindustrie. Keijzer Holland had de VOF opdracht gegeven om een aantal dessins te leveren. Eiseres vordert staking en schadevergoeding van 15.300 euro. Uit de overgelegde stukken van Keijzer Holland blijkt juist dat er eigen keuzes gemaakt kunnen worden bij sinterklazen op een paard, die tot een verschillend totaalbeeld kunnen leiden. Door het paard lopend af te beelden, sinterklaas ontspannend naar voren te laten leunen, de teugels toe te voegen en sinterklaas zonder staf af te beelden heeft de afbeelding een eigen, oorspronkelijk karakter met een persoonlijke stempel van de eiseres. De kantonrechter veroordeelt Keijzer Holland tot onthouden van auteursrechtinbreuk. Schadevergoeding van 5000 euro te betalen voor de geschonden persoonlijkheidsrechten en 2550 euro (3x 850 euro per dessin) voor inbreuk.

IEF 17961

Europees Parlement stemt voor omstreden uploadfilter op YouTube en Facebook

Uit nieuwsbericht: Het Parlement heeft op woensdag een herziene onderhandelingspositie ingenomen over online auteursrechten. De herziening beschermt kleine bedrijven en de vrijheid van meningsuiting. De positie van het Parlement voor de onderhandelingen met de lidstaten werd aangenomen met 438 stemmen voor, 226 tegen en 39 onthoudingen. Er zijn enkele belangrijke aanpassingen gemaakt ten opzichte van het voorstel van de commissie Juridische zaken uit juni:
- Techreuzen (YouTube, Facebook en Google News) moet betalen voor gebruik van het werk van anderen.
- Kleine en micro platforms uitgesloten van richtlijn
- Hyperlinks "vergezeld van individuele woorden" kunnen gratis worden gedeeld
- Journalisten moeten een deel van de auteursrechtelijke vergoeding krijgen van hun uitgeverij

IEF 17950

Uitspraak ingezonden door Quirijn Meijnen, Leopold Meijnen Oosterbaan

Kortstondig zichtbaar zijn van WeTransfer-link is geen sprake van openbaarmaking met toestemming

Rechtbank Amsterdam 27 aug 2018, IEF 17950; (Rutten tegen RF Mediaproducties), https://ie-forum.nl/artikelen/kortstondig-zichtbaar-zijn-van-wetransfer-link-is-geen-sprake-van-openbaarmaking-met-toestemming

Rechtbank Amsterdam 27 augustus 2018, IEF 17950 (Rutten tegen Stichting RF Mediaproducties) Auteursrecht. Rutten is een bekende Nederlandse fotograaf. RF heeft een hyperlink gevolgd die zichtbaar werd tijdens een livestream van Giel Beelen op YouTube. Deze link leidde naar een WeTransfermap van Rutten, die kon worden geopend door de eveneens zichtbare inlogcode in te toetsen. RF heeft daar een aantal foto's gedownload waarop Giel Beelen zichtbaar is met een Veronica-logo. Deze foto's waren gemaakt door Rutten in opdracht van Talpa, in het kader van de overstap van Giel Beelen naar Veronica. RF heeft de foto's gepubliceerd op haar website www.radiofreak.nl. Rutten vordert een schadevergoeding van 9000 euro. Het plaatsen van de foto's op de website van RF is openbaarmakingshandeling. Een beroep op het citaatrecht kan niet slagen. RF betoogt dat het overtypen van een wetransferlink zou zijn toegestaan omdat WeTransferlink openbaar zou zijn gemaakt. Met het kortstondig zichtbaar zijn van de link is geen sprake van openbaarmaking met toestemming van de auteursrechthebbende. Daarbij geldt dat Giel Beelen geen rechthebbende is. Dat de beoogde reclamecampagne om zeep geholpen is, vormt geen onderdeel van dit geschil. Rutten heeft onvoldoende onderbouwd waarom hij reputatieschade heeft geleden door de publicatie van onbewerkte foto's. De rechter legt een schadevergoeding van 1500 euro op.

IEF 17944

Uitspraak ingezonden door Marga Verwoert en Lotte Rutgers, Leeway advocaten

Rectificatie en wapperverbod toegewezen: uitlatingen van Nomenta BV zijn ongefundeerd en leveren ongeoorloofde vergelijkende reclame op

Rechtbank Noord-Holland 5 sep 2018, IEF 17944; (Nikki tegen Nomenta), https://ie-forum.nl/artikelen/rectificatie-en-wapperverbod-toegewezen-uitlatingen-van-nomenta-bv-zijn-ongefundeerd-en-leveren-onge

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 5 september 2018, IEF 17944 (Nikki tegen Nomenta BV) Auteursrecht. Merkenrecht. Wapperverbod. Vergelijkende reclame. Nomenta HK exploiteert een onderneming in elektronische consumentenartikelen. Ze leveren onder meer producten aan Gavefabrikken. Medio 2016 heeft Nomenta aan Gavefabrikken een speaker/lamp/wijnkoeler (Asserbo) geleverd. Foshan is een producent van LED producten. KIWA is een dochteronderneming van Foshan. Nomenta heeft 750 Asserbo producten geleverd aan X BV. X BV heeft dit doorverkocht aan Nikki. Tot juni 2017 kocht Nomenta de Asserbo in bij Foshan. Op 9 juni 2017 is Nomenta BV opgericht. De bestuurder van Nomenta BV is X BV. Daarna heeft Nikki de in- en verkoop van speaker/lamp/wijnkoelers voortgezet. Ze koopt deze in via KIWA en verkoopt het onder de naam Lampion. In kort geding van eind september 2017 heeft Nomenta HK gevorderd dat Nikki de verkoop van Lampion staakt. Nomenta kan geen bewijs leveren dat zij de makers zijn van Asserbo. De vordering wordt afgewezen. Nomenta heeft hoger beroep ingesteld en in september 2018 vinden de pleidooien plaats. Daarna heeft Nomenta wapperbrieven verstuurd waarin zij stelt de auteursrechten te bezitten op het ontwerp van de Nikki Lampion. Nikki vordert onder meer een wapperverbod, rectificatie en een verbod op merkinbreuk door vergelijkende reclame. De uitlatingen van Nomenta zijn ongefundeerd omdat ze zijn gebaseerd op de stelling dat een CE-certificering ontbreekt, terwijl de juistheid van deze stelling niet aannemlijk is geworden. Het is alleen niet duidelijk wie precies deze uitlating heeft gedaan dus hoeft Nomenta alleen op haar website een rectificatie te plaatsen. Omdat de uitlatingen ongefundeerd zijn, is er sprake van ongeoorloofde concurrentie. Nu voorshands kan worden vastgesteld ten aanzien van de stelling dat sprake is van ongeoorloofde vergelijkende reclame, hetzelfde worden vastgesteld ten aanzien van de stelling dat sprake is van merkinbreuk. De vorderingen worden toegewezen.

IEF 17929

Conclusie AG: Unierecht staat niet in de weg aan Sloveense wetgeving over toegang tot overheidsinformatie

HvJ EU 5 sep 2018, IEF 17929; (NKBM tegen Slovenie), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-unierecht-staat-niet-in-de-weg-aan-sloveense-wetgeving-over-toegang-tot-overheidsinform

Conclusie AG HvJ EU 5 september 2018, IEF 17929; IT 2621; IEFbe 2722; C‑215/17 (NKBM tegen Slovenie) Auteursrecht. NKBM is een Sloveense bank. Een journaliste heeft die bank verzocht om toegang tot een lijst met bepaalde informatie over overeenkomsten die de NKBM had gesloten met consultancyfirma’s, advocatenkantoren en bedrijven die diensten van intellectuele aard verrichten. Dat verzoek werd ingediend krachtens de Sloveense regels over toegang tot documenten. Ten tijde van het verzoek was de Republiek Slovenië meerderheidsaandeelhouder van de NKBM. De Staat had de bank ook geherkapitaliseerd. Daarom was de nationale wettelijke regeling over toegang tot documenten op dat moment van toepassing op de bank en kennelijk had de door de journaliste opgevraagde informatie volgens het nationale recht moeten worden verstrekt. De NKBM weigerde het verzoek van de journaliste in te willigen. De journaliste diende tegen die weigering een klacht in bij de Sloveense toezichthouder op de informatie. De toezichthouder stelde de journaliste in het gelijk en beval de NKBM om de opgevraagde gegevens aan de journaliste te verstrekken. De NKBM stelde beroep in tegen die beslissing, maar dit werd door de rechtbank van eerste aanleg verworpen. De NKBM stelde vervolgens cassatieberoep in betreffende een rechtsvraag. Voor die rechter betoogde de NKBM dat de ZDIJZ (Sloveense wetgeving) inbreuk maakt op de grondwettelijke rechten en dat die wet onverenigbaar is met het Unierecht. De rechter heeft daarover Prejudiciële vragen gesteld. De AG is van mening het Unierecht niet in de weg staat aan de wettelijke regelgeving die in het hoofdgeding aan de orde is.

Conlusie AG:Artikel 1, lid 2, onder c), derde streepje, van richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie, zoals gewijzigd bij richtlijn 2013/37/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot wijziging van richtlijn 2003/98/EG, staat niet in de weg aan een nationale wettelijke regeling zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die – enkel ten aanzien van instellingen die onder een overheersende invloed van de Staat staan – onbeperkte (absolute) toegang toestaat tot bepaalde informatie over overeenkomsten betreffende auteursrecht of consultancy.
Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012, en met name artikel 432, lid 2, daarvan, staat niet in de weg aan een nationale wettelijke regeling zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die een bank die onder de overheersende invloed van een publiekrechtelijk lichaam staat, verplicht bepaalde informatie openbaar te maken over overeenkomsten voor de verlening van consultancydiensten, advocatendiensten en andere diensten van intellectuele aard, zonder dat is voorzien in een uitzondering op die verplichting.
 

 

IEF 17937

Uitspraak ingezonden door Maarten Haak, Hoogenraad & Haak

Stakingsvordering en rectificatie toegewezen voor onrechtmatig openbaar gemaakt boek 'Madam is not good' door uitgeverij Van Gennep

Rechtbank Midden-Nederland 15 aug 2018, IEF 17937; (U.S. Radja tegen Uitgeverij van Gennep), https://ie-forum.nl/artikelen/stakingsvordering-en-rectificatie-toegewezen-voor-onrechtmatig-openbaar-gemaakt-boek-madam-is-not-go

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 15 augustus 2018, IEF 17937 (U.S. Radja tegen Uitgeverij van Gennep) Auteursrecht. Radja heeft een boek geschreven 'Madam is not good'. Van Gennep is een uitgeverij. Het manuscript is onder meer naar Van Gennep gezonden. Daarna hebben partijen gesprekken gevoerd over een eventuele samenwerking. Dit loopt op niks uit. Begin januari 2018 heeft Radja opnieuw contact opgenomen met Van Gennep om wederom te praten over een eventuele samenwerking, maar nu met het oog op het uitbrengen van een tweede druk van het boek. Van Gennep heeft volgens Radja zonder haar goedkeuring in de markt aangekondigd dat het boek bij Van Gennep zou verschijnen en een van het originele boek afwijkende afbeelding gebruikt. Radja vordert dat Van Gennep ieder gebruik van het boek te staken en gestaakt te houden. En ze vordert rectificatie. De hoofdtitel is precies hetzelfde. Van Gennep heeft inbreuk gemaakt op de foto van Radja nu deze één op één is overgenomen in de omslag van Van Gennep. De dominante elementen in de omslag zijn de foto en de vlinder. De foto is door Van Gennep één op één overgenomen. Uit de e-mailwisseling blijkt niet dat Van Gennep ervan mocht uit mocht gaan dat een overeenkomst tot stand zou komen. De stakingsvordering wordt toegewezen. Door de handelswijze van Van Gennep is de vrees gerechtvaardigd dat er verwarring ontstaat in de markt over de vraag of het boek nu wel of niet leverbaar is, welke partij uitgever is, wat de geautoriseerde versie is etc. Rectificatie wordt toegewezen.

IEF 17936

Uitspraak ingezonden door Alexander de Leeuw, Boukje van der Maazen en Daan de Lange, Brinkhof

Herziening van het ex parte verbod afgewezen wegens geldigheid octrooi waarop Zavod inbreuk maakt

Rechtbank Den Haag 31 aug 2018, IEF 17936; ECLI:NL:RBDHA:2018:10449 (Zavod tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/herziening-van-het-ex-parte-verbod-afgewezen-wegens-geldigheid-octrooi-waarop-zavod-inbreuk-maakt

Vzr. Rechtbank Den Haag 31 augustus 2018, IEF 17936; ECLI:NL:RBDHA:2018:10449 (Zavod tegen gedaagde en AMS) Octrooirecht. Gedaagde is oprichter van AMS. AMS ontwerpt en vervaardigt botskussens. MS is licentiehouder van EP 363. Zavod is een Russich bedrijf dat zich bezighoudt met ontwerp, productie, de vermarkting en installatie van stalen objecten zoals botskussens.  AMS constateert dat Zavod haar botskussens zou tentoonstellen op de beurs in de RAI. Bij verzoekschrift heeft AMS de voorzieningenrechter van deze rechtbank verzocht om een ex parte verbod te bevelen op basis van het octrooi. De vordering wordt toegewezen. AMS heeft geconstateerd dat Zavod toch met haar botskussens aanwezig was op de beurs. In kort geding vordert Zavod dat het ex parte verbod wordt opgeheven omdat het octrooi niet geldig is. Het octrooi is nieuw en inventief waardoor het wel geldig is. Zavod maakt daarop een inbreuk. De vordering wordt afgewezen. Zavod wordt veroordeelt tot betaling van proceskosten, begroot op € 75.000.