Merkenrecht  

IEF 20515

Merken te kwader trouw gedeponeerd

Rechtbank Rotterdam 19 jan 2022, IEF 20515; ECLI:NL:RBROT:2022:257 (HiBaby tegen Interchild), https://ie-forum.nl/artikelen/merken-te-kwader-trouw-gedeponeerd

Rb Rotterdam 19 januari 2022, IEF 20515; ECLI:NL:RBROT:2022:257 (HiBaby tegen Interchild) Volgens HiBaby heeft Interchild de HiBaby-merken, oftewel het Benelux woordmerk HIBABY en het Benelux beeldmerk, te kwader trouw gedeponeerd. HiBaby vordert dat Interchild deze rechten aan haar overdraagt. Subsidiair vordert HiBaby de doorhaling van deze merken te bevelen in het register van het BBIE. HiBaby stelt dat Interchild per e-mail heeft aangegeven dat zij babyproducten wil gaan verkopen onder de naam HIBABY. Ze geeft hierbij ook aan dat dit voor verwarring zal zorgen bij het publiek. Volgens de rechtbank is er op basis van deze feiten geen sprake van inbreuk op het handelsnaamrecht van HiBaby. HiBaby heeft daarnaast onvoldoende gesteld dat ze andere intellectuele eigendomsrechten heeft. Op grond hiervan kan HiBaby dus niet succesvol de overdracht van de HiBaby-merken vorderen. De feiten in casu rechtvaardigen wel een verbod op grond van een onrechtmatige daad, want Interchild heeft de merken te kwader trouw gedeponeerd. Concluderend is de rechtbank van oordeel dat er geen rechtsgrond bestaat voor de overdracht van de HiBaby-merken. De subsidiaire vordering tot doorhaling van de HiBaby-merken op grond van artikel 2.2bis lid 2 BVIE juncto 2.28 lid 1 BVIE, moet wel worden toegewezen.

IEF 20498

Uitspraak ingezonden door Timme Geerlof en Shaharzaad Said, Windt Le Grand Leeuwenburgh.

Doorhalingsbeslissing 'ik wil van mijn auto af' bevestigd

BenGH 27 jan 2022, IEF 20498; (Dealerdirect Global tegen WijKopenAutos), https://ie-forum.nl/artikelen/doorhalingsbeslissing-ik-wil-van-mijn-auto-af-bevestigd

BenGH 27 januari 2022, IEF 20498, IEFbe 3372; C 2019/14/7 (Dealerdirect Global tegen WijKopenAutos) Eerder oordeelde het BBIE in deze zaak dat het merk ‘Ik wil van mijn auto af’ te beschrijvend was en dat het elk onderscheidend vermogen miste [IEF 18503]. Dealerdirect Global verzoekt tot vernietiging van deze doorhalingsbeslissing en het oorspronkelijke verzoek tot vernietiging en doorhaling van het bestreden merk af te wijzen. Het hof oordeelt in deze zaak dat het niet in strijd is met de rechtszekerheid om terug te komen op een eerdere beslissing om het merk in te schrijven, aangezien het eigen is aan de procedure voor het BBIE dat een marktdeelnemer op basis van een procedure op tegenspraak een verzoek tot doorhaling kan instellen. Vervolgens oordeelt het hof dat het feit dat ‘ik wil van mijn auto af’ niet wordt gebruikt als zoekterm onvoldoende is om het beschrijvend karakter van het bestreden merk in twijfel te trekken. Daarnaast is het hof van mening dat het BBIE, anders dan verzoekster aanvoert, de CHIEMSEE-principes heeft toegepast. Bovendien kan er geen inburgering worden aangetoond. Concluderend oordeelt het hof dat het bestreden merk ab initio beschrijvend is en onvoldoende onderscheidend vermogen heeft verworven door inburgering. De bestreden doorhalingsbeslissing wordt bevestigd.

IEF 20485

Uitspraak ingezonden door Rogier de Vrey, CMS.

Vaststellingsovereenkomst door voormalig advocaat

Rechtbank Den Haag 19 jan 2022, IEF 20485; (Keune c.s. tegen Kappersmagazijn), https://ie-forum.nl/artikelen/vaststellingsovereenkomst-door-voormalig-advocaat

Vzr. Rb Den Haag 19 januari 2022, IEF 20485; ECLI:NL:RBDHA:2022:288 (Keune c.s. tegen Kappersmagazijn) Kappersmagazijn verkoopt producten van Keune c.s. en gebruikt hierbij de merken van Keune c.s.. Eerder is tussen partijen in een vaststellingsovereenkomst overeengekomen dat Kappersmagazijn stopt met het gebruiken van de merken. Keune c.s. vordert primair nakoming van deze overeenkomst en subsidiair vordert zij dat de inbreuk op haar merken- en auteursrechten gestaakt wordt en blijft. De voorzieningenrechter heeft de vaststellingsovereenkomst tussen partijen geldig geacht, want Kappersmagazijn is gebonden aan de mededelingen die zijn gedaan door haar toenmalige advocaat. Dit mede omdat Kappersmagazijn tijdens de mondelinge behandeling heeft erkend dat haar voormalige advocaat nog wel met Keune c.s. in contact mocht treden om een minnelijke regeling te treffen. Nu de overeenkomst geldig is en Kappersmagazijn de afspraken hieruit niet nakomt, wordt de primaire vordering tot nakoming toegewezen.

IEF 20480

Uitspraak ingezonden door Jordi Bierens, Pels Rijcken.

Vordering tot doorhaling woordmerk UBO toegewezen

BBIE 13 jan 2022, IEF 20480; https://ie-forum.nl/artikelen/vordering-tot-doorhaling-woordmerk-ubo-toegewezen

BOIP 13 januari 2022, IEF 20480, IEFbe 3361; N3000217 (Kamer van Koophandel tegen UBO) Doorhalingsbeslissing. Op 27 maart 2020 diende de verzoeker (Kamer van Koophandel) een vordering tot doorhaling van Benelux inschrijving 13933760 van het woordmerk UBO in. De verzoeker stelt dat er onder andere sprake is van de nietigheidsgronden uit artikel 2.2.bis, lid 1 sub b en c BVIE. Inhoudelijk betekent dit dat het bestreden merk elk onderscheidend vermogen mist en dat het merk beschrijvend is. Verzoeker stelt dat de aanduiding UBO staat voor ‘ultimate beneficial owner’ en dat deze term wordt gebruikt om de belanghebbende van een onderneming of rechtspersoon aan te duiden. Uit de stellingen van partijen blijkt voorts dat het woord UBO kan dienen om een kenmerk aan te duiden van de diensten waarvoor het merk is geregistreerd. Dit leidt tot de conclusie dat de in artikel 2.2bis, lid 1, sub b en c BVIE bedoelde absolute nietigheidsgronden van toepassing zijn. Het Bureau besluit dat de vordering tot doorhaling wordt toegewezen en dat de Benelux merkinschrijving 1393760 wordt doorgehaald voor alle diensten.

IEF 20474

Vernietiging beslissing Uniewoordmerk SO COUTURE

HvJ EU 21 jan 2021, IEF 20474; (L’Oréal tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/vernietiging-beslissing-uniewoordmerk-so-couture

HvJ EU Kamer van beroep 21 januari 2021, IEF 20474, IEFbe 3357; T-30/21 (L’Oréal tegen EUIPO) Verzoekschrift. L’Oréal is de verzoekende partij en het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) de verwerende partij. L’Oréal heeft een inschrijvingsaanvraag gedaan bij EUIPO voor het Uniewoordmerk SO COUTURE. Dit verzoek is door de vijfde kamer van beroep van het EUIPO op 3 november 2020 in zaak R 158/2016-5 afgewezen. L'Oréal verzoekt nu dat deze beslissing op grond van artikel 8, lid 1, onder b), van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad bij de globale beoordeling en de beoordeling van het verwarringsgevaar wordt vernietigd. De Kamer van beroep oordeelt dat de bestreden beslissing moet worden vernietigd.

IEF 20473

HvJ EU Conclusie A-G over parallelimport van geneesmiddelen

HvJ EU 13 jan 2022, IEF 20473; ECLI:EU:C:2022:28 (Parallelimport geneesmiddelen), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-conclusie-a-g-over-parallelimport-van-geneesmiddelen

HvJ EU Conclusie A-G 13 januari 2022, IEF 20473, LS&R 2014, IEFbe 3356; ECLI:EU:C:2022:28 (Parallelimport geneesmiddelen) Deze conclusie betreft drie rechtszaken waarin verschillende geschillen spelen betreffende parallelimport van geneesmiddelen. Het Landgericht Hamburg heeft de behandeling van deze rechtszaken geschorst en het Hof meerdere prejudiciële vragen gesteld. Onder andere de vragen of artikel 47 bis van richtlijn [2001/83] zo moet worden uitgelegd dat ten aanzien van parallel ingevoerde producten kan worden aangenomen dat de maatregelen ter zake van de verwijdering en het aanbrengen van de veiligheidskenmerken overeenkomstig artikel 54, onder o), van richtlijn [2001/83], hetgeen door de parallelimporteur wordt uitgevoerd door middel van ofwel heretikettering ofwel ompakking, gelijkwaardig zijn wanneer beide maatregelen voor het overige voldoen aan de voorwaarden van richtlijn [2001/83] en van gedelegeerde verordening [2016/161] en even geschikt zijn om de authenticiteit en de identiteit van het geneesmiddel te controleren en om te bewijzen dat met het geneesmiddel is geknoeid?

IEF 20472

HvJ EU Conclusie A-G inzake rechtsverwerking wegens gedogen

HvJ EU 13 jan 2022, IEF 20472; ECLI:EU:C:2022:25 (Heitec AG tegen Heitech promotion GmbH), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-conclusie-a-g-inzake-rechtsverwerking-wegens-gedogen

HvJ EU Conclusie A-G 13 januari 2022, IEF 20472, IEFbe 3355; ECLI:EU:C:2022:25 (Heitec AG tegen Heitech promotion GmbH) Heitec is houdster van het op 4 juli 2005 als Uniemerk ingeschreven woordmerk HEITEC. Verweerster in het hoofdgeding is op 16 april 2003 in het handelsregister ingeschreven onder de handelsnaam HEITECH Promotion GmbH, waaronder zij haar activiteiten verricht (hierna: Heitech). Op 22 april 2009 is Heitech schriftelijk in gebreke gesteld door Heitec wegens het gebruik van de handelsnaam en het merk met het woordelement HEITECH. Heitec heeft voor de rechter primaire vorderingen ingesteld wegens inbreuk op de haar door haar handelsnaam HEITEC verleende rechten, en subsidiair vorderingen wegens inbreuk op haar Uniemerk HEITEC. Het Bundesgerichtshof heeft de behandeling van de zaak geschorst en het Hof vier prejudiciële vragen gesteld over de uitleg van artikel 9, leden 1 en 2, van richtlijn [2008/95] alsmede in de zin van artikel 54, leden 1 en 2, en artikel 111, lid 2, van verordening [nr. 207/2009]. De A-G concludeert o.a. dat alleen een einde kan worden gemaakt aan de termijn van rechtsverwerking wegens gedogen als de houder van oudere rechten laat blijken een einde te maken aan het gedogen door beroep in te stellen binnen een termijn van vijf jaar vanaf het ogenblik waarop hij kennis heeft gekregen van het gebruik van het jongere merk.

IEF 20471

Ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, Lamyae Ramdani en Irenah Klink, De Brauw Blackstone Westbroek.

EUIPO: "Impossible Burger" is een geldig Uniemerk

EUIPO - OHIM 22 dec 2021, IEF 20471; (Nestlé tegen Impossible Foods), https://ie-forum.nl/artikelen/euipo-impossible-burger-is-een-geldig-uniemerk

EUIPO the Fifth Board of Appeal 22 December 2021 IEF 20471, IEFbe 3354 ; R 973/2021-5 (Nestlé tegen Impossible Foods) In 2018 diende Impossible Foods Inc. (een bedrijf dat plantaardige vervangers voor vleesproducten ontwikkelt) een aanvraag in voor de inschrijving van het woordmerk Impossible Burger. Op 28 februari 2019 is het merk ingeschreven. Op 18 maart 2019 heeft Nestlé een verzoek tot nietigverklaring van het ingeschreven Uniemerk ingediend. De argumenten die door Nestlé zijn aangevoerd ter onderbouwing van het feit dat het woordmerk slechts een verwijzing is naar de kenmerken van de waren en dus een onderscheidend vermogen mist, slagen niet. Nestlé wijst er ook op dat de houder van het Uniemerk merk de term onmogelijk op een beschrijvende manier gebruikt in zijn promotie- en reclameactiviteiten en dat dit dus zou aantonen dat het publiek het teken als niet-onderscheidend of beschrijvend zou opvatten.

IEF 20470

Ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, Lamyae Ramdani en Irenah Klink, De Brauw Blackstone Westbroek.

EUIPO: "Impossible Sausage" is een geldig Uniemerk

EUIPO - OHIM 22 dec 2021, IEF 20470; (Nestlé tegen Impossible Foods), https://ie-forum.nl/artikelen/euipo-impossible-sausage-is-een-geldig-uniemerk

EUIPO the Fifth Board of Appeal 22 December 2021 IEF 20470 , IEFbe 3353; R 972/2021 (Nestlé tegen Impossible Foods) In 2019 diende Impossible Foods Inc. (een bedrijf dat plantaardige vervangers voor vleesproducten ontwikkelt) een aanvraag in voor de inschrijving van het woordmerk Impossible Sausage. Het merk is op 19 september 2019 ingeschreven. Op 20 november 2019 heeft Nestlé een verzoek tot nietigverklaring van het ingeschreven Uniemerk ingediend. De argumenten die door Nestlé zijn aangevoerd ter onderbouwing van het feit dat het woordmerk slechts een verwijzing is naar de kenmerken van de waren en dus een onderscheidend vermogen mist, slagen niet. Nestlé wijst er ook op dat de houder van het Uniemerk de term onmogelijk op een beschrijvende manier gebruikt in zijn promotie- en reclameactiviteiten en dat dit dus zou aantonen dat het publiek het teken als niet-onderscheidend of beschrijvend zou opvatten.

IEF 20467

Geen franchiserelatie met Halal Fried Chicken

Rechtbank Rotterdam 1 dec 2021, IEF 20467; Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBROT:2021:12643 (Halal Fried Chicken), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-franchiserelatie-met-halal-fried-chicken

Vrz. Rechtbank Rotterdam 1 december 2021, IEF 20467; ECLI:NL:RBROT:2021:12643 (Halal Fried Chicken) Kort geding. Eiser heeft in 2017 een franchiseformule ontwikkeld voor de exploitatie van halal fast food restaurants. Gedaagde heeft in 2015 een halal fast food restaurant opgericht. In augustus 2018 heeft gedaagde een activa-overeenkomst gesloten met eiser. In deze overeenkomst staat dat eiser tegen betaling van een bedrag van € 200.000,00 de franchiseformule en de handelsnaam van gedaagde overneemt. Eiser vordert dat de voorzieningenrechter voor recht verklaart dat gedaagde inbreuk maakt op haar merkrecht. Daarnaast is eiser van mening dat gedaagde een franchiseorganisatie is. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af nu het spoedeisend belang ontbreekt doordat tot oktober 2021 is gewacht is met enige verdere actie. Daarnaast is gedaagde volgens de voorzieningenrecht geen franchisenemer, maar had deze een aparte status in verband met het jarenlange gebruik van de handelsnaam en het beeldmerk.